Kartuizer Bruno van Oetelaar

Kartuizer Bruno van Oetelaar
Kartuizer Bruno is als jonker Jan van Oetelaar is geboren rond 1558 in Sint-Oedenrode in de Meierij van ’s-Hertogenbosch en hij is in Brussel als kartuizerprior op 29 december 1639 gestorven. Hij is de zoon van jonker Arnoldus van Oetelaar en Margaretha van Blocqueryen. Hij is een vooraanstaande kartuizer die ook in de internationale kartuizergemeenschap een grote rol gespeeld heeft.

 

Militaire periode

Op achttienjarige leeftijd in 1576 komt de Rooise jonker Jan van Oetelaar te Brussel in dienst bij den Heer Jacob van Claerhout, baron van Maldeghem, die de Hertog van Parma (Alexander Farnese) als chef van de ruiterij vergezelde op zijn krijgstocht in Frankrijk. Na de terugkeer van Claerhout blijft van jonker Jan van Oetelaar  in zijn dienst als secretaris. Korte tijd later overlijdt Claerhout. De jonge Van Oetelaar heeft toen blijkbaar als een zeer goede rentmeester de goederen van de weduwe en haar kinderen geadministreerd en beheerd.

 

Start kartuizerperiode

Op zevenenveertigjarige leeftijd verandert jonker Jan zijn leven totaal, voelt zich aangetrokken tot het kloosterleven en wordt kartuizermonnik in het kartuis/chartreuse du Val-Saint-Esprit bij Gosnay in Noord-Frankrijk. Jonker Jan van Oetelaar maakte in 1607 bij de kartuizers zijn testamenten. Daaruit blijkt ook dat hij in het bezit was van de hoeve Ter Schoor in Sint-Oedenrode, een leengoed van de hertog van Brabant. Jan wordt dan Bruno van Oetelaar Bruno d’Outelair. Een van de ramen van de kerk in zijn geboorteplaats Sint-Oedenrode bevat het wapen der Van Oetelaar’s met het opschrift Bruno d'Outelair, chartreux.

Bruno wordt, in het derde jaar van zijn professie, waarschijnlijk in 1608 in Gosnay procurator. Bruno van Oetelaar als procurator verantwoordelijk voor de administratie en het materieel beheer van het klooster. Zijn ervaring uit zijn vorig burgerlijk leven als rentmeester komt blijkbaar goed van pas. Ook is Bruno van Oetelaar belast met de externe relaties van het kartuizerklooster.

 

Prior in Gosnay

Na zijn procuratorperiode volgt  zijn benoeming tot prior (waarschijnlijk in 1612) van kartuizerklooster Val-Saint-Esprit. Hij blijft prior tot 1621.

De aartshertogen Albrecht en Isabella zijn met hem bevriend en hebben hem vele bewijzen van hun vriendschap geschonken. Tijdens zijn bestuur is kartuizerklooster Val-Saint-Esprit in Gosnay in bloei toegenomen in utroque statu, zowel materiaal als geestelijk is er blijkbaar vooruitgang geboekt.

 

Prior in Brussel

In 1621verwisselt Bruno van Oetelaar via het Generaal Kapittel het prioraat te Gosnay met dat van de kartuizers te Brussel namelijk kartuizerklooster Onze-Lieve-Vrouw van Genade te Scheut.

Bruno van Oetelaar blijft van 1621 tot aan zijn dood op 29 december 1639 prior van dit kartuizerklooster.  Onder zijn priorschap van maar liefst zeventien jaren ontstaat stabiliteit in het kartuizerklooster.

 

Bestuurder binnen de internationale kartuizergemeenschap

Van 1626 tot 1637 bestuurt hij ook de Teutoonse aangrenzende kartuizerprovincie (o.a. Vlaanderen, Brabant) als eerste visitator. Als (con-)visitator maakt hij voor de orde inspectiereizen binnen de kartuizerprovincie. De visitator is ook de vertegenwoordiger van het Generaal Kapittel van de kartuizerorde en is vanuit die functie vaak betrokken bij belangrijke besluiten (bv. aan- en verkopen) van de kloosters binnen de Picardische of Teutoonse kartuizerprovincie.  Behalve als belangrijkste visitator speelt Bruno ook een belangrijke rol binnen het tweejaarlijkse Generaal Kapittel van de kartuizerorde, hij is daar regelmatig de eerste van de acht definitores of diffinitores. Deze acht bereiden de besluiten van het Generaal Kapittel voor.  

 

BRONNEN:

Oetelaar, Ger van den. Genealogie Van den Oetelaar 1250-1700. Landlieden, Bestuurders en Kartuizers binnen Hertogdom Brabant (Liempde, 2011)

Sanders, Jan e.a. Kartuizers in het land van de Dommel. Klooster Sint-Sophia van Constantinopel bij ‘s-Hertogenbosch, 1466-1641 (Wijk en Aalburg, 2012)

 

 HOME