Update: 6 maart 2018
AANVULLINGEN
op de publicatie: Velder
en Heerenbeek. Oorsprong en toekomst van twee natuurparels in Het Groene Woud
Pag. 283 – 284 m.b.t. Heerenbeek / Tweede Wereldoorlog
/ aanvulling van Roel Manders
Het gaat om een Veldgraf van een Duitse soldaat gesneuveld op 26 september 1944 (waarschijnlijk aan
zijn verwondingen) en begraven te Heerenbeek. De soldaat diende naar alle
waarschijnlijkheid bij het de 9e compagnie van het 3e
bataljon van het 723 grenadier regiment van de 719e
infanterie Divisie. (9/723). Deze divisie vocht voornamelijk in
de regio Antwerpen/Baarle-Nassau. Het 723 GR werd echter aan de divisie
onttrokken en ingezet bij Best tijdens Market Garden. De soldaat is op 26
september 1944 gestorven in of in de nabijheid van Heerenbeek. Op die datum
werd er nog langs de corridor gevochten. Wellicht dat hij daar gewond is
geraakt en tijdens transport naar Boxtel, waar de medische diensten van de 59e
divisie van Poppe gelegerd waren, overleden is. Het is mij niet bekend dat er
in Velder of Heerenbeek medische troepen van de Duitsers ingekwartierd waren.
De 59e infanterie divisie was verantwoordelijk voor de verdediging
van deze sector van het front. Het is dus aannemelijk dat hij gewond was en
naar Boxtel werd getransporteerd. Een groot deel van de Duitse
troepenbewegingen liepen wegens de bosrijke omgeving via de spoorbaan en oude
rijksweg. Heerenbeek ligt natuurlijk in de buurt van de opmars- en terugtrek
routes bij Best.
Enfin, wellicht een klein, maar toch ook interessant stukje geschiedenis van
Landgoed Heerenbeek.
Wolven in Best / aanvulling door Harrie van Vroenhoven
Reactie op dit wolvenverhaal door
Ton Popelier
Het verhaal over de boer die zijn eigen hond volkomen onterecht doodde, in de
veronderstelling dat het dier zijn schapen gedood zou hebben, lijkt verdacht
veel op het verhaal van Gelert, de hond van prins
Llewellyn uit Wales. De hond zou begraven liggen in het plaatsje Beddgelert. https://en.wikipedia.org/wiki/Gelert.
Maar ook in dat geval plaatsen historici grote vraagtekens bij het
waarheidsgehalte. Ze spreken over een Urban Legend. Hoe dan ook, of het nou
Wales of Liempde is, het blijft een ontroerend verhaal over een trouwe hond!
Honden in het boek / aanvulling en correctie door Ton Popelier
pagina 327: de
afgebeelde hond is geen bulldog maar een brak (chien courant) die als limier
gebruikt wordt. In de tijd van Gaston Phoebus
waren brakken verre van verfijnd zoals de hedendaagse Bleus de Gascogne etc. De reden is nogal voor de hand liggend: deze
honden raakten nogal eens slaags met weerbaar wild en dat vraagt om een potige
hond of een heel snelle hond. Op pagina
328 zie je een mooi voorbeeld daarvan: bovenin twee windhonden, daaronder een
dog (gecoupeerde oren), een brak en vervolgens een dog (gecoupeerde oren), die
op het punt staat het zwijn te pakken.
pagina 342: ook
hier een limier en geen bulldog.
Zou de afgebeelde man werkelijk Peter
Jaspers van de Laer op Velder zijn???
AHN-Hoogtekaart
van De Huijsplaats op Velder door Victor Mattart
Over De
Huijsplaats op Velder door Robert van der Velden
Veel dank, ook aan Kèk Liemt
en de Natuurwerkgroep Liempde, voor de zeer interessante dag gisteren (6 november 2015). Excuses dat ik zo
brutaal was een aantal keren te interacteren, maar een brutaal mens
heeft nu eenmaal de halve wereld. Vooral de samenkomst op de
huisplaats was voor mij betekenisvol. Natuurlijk moet ik eerst je boek
erop naslaan en ongetwijfeld zal daar vroeger een hoeve hebben gestaan,
maar de mogelijkheid kan mijns inziens niet worden uitgesloten dat er
daarvoor nog iets anders stond. Zoals ik al zei was in de middeleeuwen
'huis' synoniem voor (jacht)slot of kasteel. Zie bijvoorbeeld Huis
Bergh: www.huisbergh.nl.
Ook de koppeling tussen 'huisplaats' en de in de Bossche
protocollen meerdere malen genoemde 'plaats Vellaer'
werkt op mij inspirerend. Zoals Mark Twain in de 19e eeuw al terecht
vaststelde: 'never let the facts
get in the way of a good
story'. Het leuke van het plegen van creatieve activiteiten is dat weinig
geld totaal geen belemmering hoeft te zijn. Zo kan ik al naar hartenlust
aan de slag met het maken van beeldende werken die laten zien hoe
de huisplaats te Velder er uitziet als daar bijvoorbeeld een
motte-heuvel en een gracht wordt gegraven (de aarde uit de gracht wordt
gebruikt voor de heuvel) met daarop een (autarkische) houten motte of
wellicht een jachtslotje. Zie ook de schets 'Ten Motten'.
Ik hoor het de andere helft van de wereld al denken:
grootheidswaanzin. Kijk dan eens goed naar wat Rem Koolhaas de laatste
tijd heeft ontworpen en je weet dat er twee soorten megalomanie zijn:
urbane en rurale. Dat de eerste betaald wordt zegt niet per sé iets over
de waarde ervan. Als ik me al zou verlagen tot 'groene megalomanie', dan
dient men zich toch ernstig af te vragen wie daar last van heeft. Het is
niet als met Hitler die steeds grotere kanonnen en tanks liet ontwerpen,
het is het groene bewind dat aan het werk is. Zie de bijlage over de groene maan. En zoals gisteren terecht werd vastgesteld,
wint de natuur het altijd. http://www.robertvandervelden.nl
Presentatie
over Velder-Heerenbeek door Ger van den
Oetelaar op 6 november 2015
Pag. 271 + 436: Aimery Menno
Jan baron de Girard de Mielet van Coehoorn (1923-1994) in kasteel Henkenshage op 24 mei 1986 door Mari Thijssen.
Op 24 mei 1986 werd het museum Henkenshage geopend. Dit museum
is gewijd aan de families Van Coehoorn en De Girard de Mielet van Coehoorn. De
Stichting Museum Henkenshage bestond in 1986 uit Aimery Menno Jan baron de Girard de Mielet van Coehoorn
(1923-1994), Mari Thijssen (wethouder Sint-Oedenrode), jonkheer Jan Jacob
Gerard Beelaerts van Blokland (1909-2005) en de
burgemeester van Sint-Oedenrode, mr. G.M. van Oerle . Jan Jacob Gerard Beelaerts van Blokland (zie pag. 271) was de zoon van
Jeanette de Girard de Mielet van Coehoorn, de laatste De Girard de Mielet van
Coehoorn die eigenaar was van Heerenbeek. Het museumbestuur
wordt op 24 mei welkom geheten door Dries van Agt, Mari Thijssen is in het
grijs, de jonkheer heeft het uniform aan van de Irenebrigade en de burgemeester
staat achter Dries van Agt. In het museum geeft de baron uitleg
aan Dries van Agt. Na het overlijden van
de baron en de jonkheer werden deze plaatsen namens de familie ingenomen door
de zonen Wouter en Thijs van Jan Jacob Gerard Beelaerts
van Blokland. Na elke
bestuursvergadering (1x per kwartaal) werd ergens in Sint-Oedenrode gegeten en
na afloop logeerde de baron immer bij Hotel
De Zwaan in Oirschot. Nog wat………………Als deze of komende eeuw het graf van
deze Aimery Menno wordt geruimd om welke reden dan
ook, treft men een geraamte zonder linkerboven- en
onderarm. Dat was de reden dat hij in Hotel de Zwaan in Oirschot altijd het
aanbod kreeg dat men zijn vlees wel wilde snijden………………………………… Ook bijzonder is
wel het feit dat hij deze arm verloor, toen hij in Duitse dienst bij het beleg
van Moskou in WOII een arm werd afgeschoten.
In het boek: De Burgemeester van Scharreldonck. Vrolijke Tooneeltjes
uit den goeden, ouden Tijd [1910] van J.F. Nuyens
staan een 3-tal hoofdstukken over Heerenbeek nl.: VI: Het kasteel Heerenbeeke en zijn bewoners; VII: Een morgenstond op Heerenbeeke; VIII: Het huishouden op Heerenbeeke
wordt voltallig. Het wordt door de schrijvers als volgt gelokaliseerd: “Het riddergoed, eenige
honderden Hectaren groot, werd aan de eene zijde
begrensd door de groote heerbaan, die Napoleon liet
aanleggen van Boxtel naar Eindhoven; aan de andere zijde door den straatweg,
die van Oirschot over Best naar St. Oedenrode loopt; de derde zijde werd
gevormd door den dorpsweg van Scharreldonck”
Hoofdstuk 9 Jacht: Willy Damen - Van den Mosselaer (uit
Sint-Oedenrode) vond nog een aantal foto’s met betrekking tot de jacht op Heerenbeek.
Pagina 290: Ook vond Willy Damen - Van den
Mosselaer nog extra informatie over de familie van Gerardus
Paans. In 1861 en
1863, tijdens het bezit van de familie Girard de Mielet van Coehoorn, is Gerardus Paans opzigter op
Heerenbeek
Pag. 294 met betrekking tot de familie Louwers
Louwerensen. De volgende gegevens zijn de juiste:
Adrianus Louwerensen (1910-1993) en Anna Verhagen
(1914-2003) hebben daar van 1945 tot
half 1947 gewoond. Adrianus en Anna kwamen op huize Heerenbeek wonen en zij
hadden één kamer en gebruik van de keuken. Adrianus Louwerensen
was de opvolger van Antonius van den Langenberg. Antonius en zijn vrouw Josina
Verhagen waren de oom en tante van Adrianus Louwerensen.
(met dank aan mevrouw Henriëtte Verhagen-Louwerensen)