AKTEN & REGESTEN & CIJNSREGISTERS BETREFFENDE LIEMPDE UIT DE VEERTIENDE en VIJFTIENDE  EEUW

 

HOME

Geactualiseerd:  8 november 2023

1293 Oorkondenboek Meierij door dr. H.P.H. Camps, pag. 602-603 & L. Galesloot, Le livre des feudataires de Jean III, dus de Brabant, pag. 283, noot 1 & ARA Brussel, Rekenkamer 8, fol. 335, 9 juli 1293
Jan I, hertog van Brabant, oorkondt dat Willem van Boxtel evenveel recht op de grond als op de bomen van het bos van Elde.
par lesquelles il reconnaît que son cher et féal Guillaume, sire de Boucstelle, a le même droit sur le terrain de la forêt d'Eldt que sur les arbres qui y croissent    waarmee hij erkent dat Willem, heer van Boxtel, hetzelfde recht heeft op het land van het bos van Eldt als op de bomen die daar groeien

1309, Oorkondenboek Meierij door dr. H.P.H. Camps, datum: 30 november 1309
Jan II, hertog van Brabant, verkoopt de lieden van Sint-Oedenrode gemene gronden binnen nader omschreven grenzen voor een som van 160 piond en een jaarlijkse erfcijns van 3 pond, en stelt verder regels voor het gebruik van deze gronden. O.a. in deze oorkonde "en vervolgens tot aan de grenzen van de gemeenschappelijke gronden van die van Liemde [Liempde], in de volksmond geheten geweylde [Gewelt, gheweilt= gebruiksrecht] en van deze plaats tot aan de plaats in de volksmond geheten Ten Hulse [Den Hulst]".
De hertog van Brabant was eigenaar van o.a. de Liempdse bossen. Hij kon het gebruiksrecht daarop, het zogenaamde ‘gheweilt’, aan zijn leenmannen schenken.

1311, Oorkondenboek Meierij door dr. H.P.H. Camps, datum: 12 januari 1311
Jan II, hertog van Brabant, verklaart dat Willem die Cruudener het goed Jekschot van hem te leen houdt en dat deze het op zijn beurt bij gedeelten te leen en te cijns gegeven heeft aan een aantal mannen; voorts schenkt de hertog Willem die Cruudener diverse goederen, rechten en inkomsten in Jekschot, Liempde en Sint-Oedenrode, en regelt de rechten en verplichtingen tussen hemzelf en Willem die Cruudener en tussen laatstgenoemde en diens mannen. O.a. in deze oorkonde "Dit sijn die tsinsen die wij hem bekennen in onse gemeente van Liempde: aan 35 boenre die Aart Ijsebrandt onse portre van den Bossche gecregt jegens den voorgenoemde Willemen met onsen willen......"; "Voorts bekennen wij den voorseide Willem 6 boenre in onse gewelt (geweylde, zie bovem) van Limde [Liempde]"; "Dit zijn de pale van Yecscot: van Jans huijs van Soute velt op Rudebroek, van Rudebroek op Michiels huijs, van Michiels huijs op de Vogel hutte, van de Vogel hutte op dende van Brestert op de side te Lieshout waart, ende van dien eende van Bremstert op den eerste grave Jans van Zoutvelt sijn huis regt jegens onsen bosch van Lint [Liempde]"

1314, Bodem van Elde 13 juni 1314 (in dr. D. Th. Enklaar, Gemeene Gronden in Noord-Brabant in de Middeleeuwen, 1941, pag. 77)
46. Hertog Wenzel en hertogin Johanna bevestigen den brief d.d. 1314, juni 13, waarmede Hendrik Lambrechts, rentmeester van Brabant, namens den hertog een gemeente tussen Herlaer en Boxtel aan eenige met name genoemde lieden (Gerarden van der Aa van Boxtel; Lodewijckx, geheyten van der Alsbake, Jan die Heffge Wouterssen, geheyten Lange Wouterssen, Nenneken van Abrugge), ten behoeve van hezelf en van anderen, die gebruik ervan willen maken, tegen een jaarlijkschen tijns uitgeeft en hen machtigt, met den schout van ’s-Hertogenbosch keuren ter bescherming van de gemeente te maken.

1320 CIJNSBOEK VAN DE HEER VAN HELMOND

CIJNSBOEK VAN DE HEER VAN HELMOND (door Jan Toirkens uit Heerlijkheidsarchief Helmond 12063-282 Liempde 282 (deel van het cijnsboek Peelland), anno 1320-ca.1381

Census in Liemde.

======================3-v======================

1320.001. Primo Aleijdis de Vrelickhoven [Vrilkhoven].. liberi, de novo VII den. (bijgeschreven : 19 ?)

 

1320.002A. Arnoldus Puerorum [der Kinderen] de bonarium de fine, de novo VII stuf. V den. (bijgeschreven fol. 3 de bonarium sitam ut decit die Rekendonck)

 

1320.002B. Idem de novo X den.

 

1320.002C. Idem de novo III obool

 

1320.002D. Idem de novo VIII den.

 

1320. 002E. Idem de veteri VII ½ den

1329. 003. Arnoldus Hondertpont de boni Goswini de Reghemortel de novi VI den.

 

1320.004A. Arnoldi Noude de novi XIIII den

 

1320.004B. Idem de boni Elye de Vrilechoven de novo II ½ den.

1320.004C. Idem de vet. III den.

 

1320.005A. Aelbertus filius Everardi de Larscot, de vet. VI den.

 

1320.005B. Idem de novo III obool

 

1320.006. Aelbertus van Hoemborch, de novi III den.

 

1320.007A. Aleijt van den Velde de novi III den. de orto

 

1320.007B. Eadem de orto de vet. Ii deb, de domo

 

1320.008A.  Arnoldus van den Perre de novi II den. (bijgeschreven 25 en 37)

 

1320.008B. Idem de veteri III den.

 

1320.008C. Idem de novo III den.

 

======================4-r======================

1320.009 Baudewinus de Boecstel de hereditate Clinkardi II sol. VI den. de novo (bijgeschreven 93)

1320.010A. Bodekinus filius Bodekini de Campo, de bonarium Joh, de Hoemborch de novi III den.

1320.010B. Idem de novo XIIII den.

1320.010C. Idem de novo III sol. III den. de palude Gherardi de Aa

1320.010D. Idem de veteris IX den. de domo et domistatio Ghevardi

1320.011. Daniel filius Henrick Stempels de novo III den. de bonis quondam Elisabeth de Perre

======================4-v======================

1320.012.Everardus de Laerscot de novi III den.

1320.013. Elyzabeth Moerkens van der Braken de novo XIII den.

1320.014. Elyzabeth fil. Iutte de Vrilchoven [Vrilkhoven] de novi XIII den.

1320.015. Elyzabeth de Perre de nov. III den.

1320.016A. Elyzabeth Puerorum [der Kinderen] de novi V½ den.

1320.016B. Eadem de utvande.. de nov. 1 den.

1320.017. Elyzabeth van den Brucsken de novi II den.

1320.018. Enghelbertina de Vriclech de novi V den.

1320.018. Everardus de ...cjte de bonis Leithen de Savendons [Savendonk] de novi VI den.

1320.019. Enghelbertus de Donc, de novi IX den. de orto Jo. Hondertpont

1320.020. Elyzabeth uxor Ywabei de Grt... de nov. II half sol. ( bijgeschreven :  56 en 62 II ½ stuiver)

1320.021. Geraerdus filius Ghiselberta de Casteren de veteris VI den. de colonus mortalis [sterfman] presbiteri de Boxsele [priesters van Boxtel] de orto in Casteren [Kasteren]

1320.022. Ghevart van den Venne de veteris III ½ den.

1320.023. Gerardus filius dominus Aelberti de novo XIII den. de hereditate iuxta Vlaspreijde

1320.024. Ghevaerdus I..man (?) de novi II sol. (bijgeschreven ... filius Henrici de Aghel 69 en 137 II st.)

1320.025A. Godefridus de Woensel, de boni Nijch. .... de novi III obool

1320.025B. Idem de novi VI den. de hereditate de Vlasspreid (bijgeschreven :  7)

1320.026A.Goswijn Steenwech de novi XV den.

1320.026B.Idem III sol. van Clinkards buunre (bijgeschreven : 31)

======================5-r====================== 

1320.027 Henricus dictus Rufus de Boextel et Conegundis soror eius de nov. III stuf. ... Clynckaerts buenre in Eylle [Elde] quondam Baudewini

1320.028A. Hermanus Cleynaele de nov. VII ½ den.  (bijgeschreven : Jacobus de Monte .....)

1320.028B. Idem de hereditate dictam Laerscot de novo II ½ den.

1320.029A. Henricus Menneken de domo et. domistadio de novi VII den.

1320.029B. Idem de novi I st. (bijgeschreven : 122, 2 st.)

1320.029A. Idem de boni Gherardi de Platea de nov. II st. (bijgeschreven 106, 2 st)

1320.029B. Idem de novi III st.... de palude quondam Ghevardi de Aa (bijgeschreven 13, 47, 79, 106. 107, 128, 3 st)

1320.030. Heila fil. Aleydis de Vlasspreiden de novi VI den.

1320.031A. Heyla de Collenbergh de vet. VII den. de domistado ... Collebergh

1320.031B. Idem de nov. III st. (bijgeschreven 20, 64, 5, 30 )

1320.031C. Idem de vet. IIII den. (bijgeschreven 118)

1320.031D. Eadem van Loect van Wijldonc de nov. IX den (bijgeschreven 29)

1320.032. Herbertus fil. Mette de nov. III den. de parte quondam Elye de Vrilechoven

1320.033A. Henrici Collart de novi VI den. de domo

1320.033B. Idem de vet. III den.

1320.034C. Idem de novo V den. de hereditate Lamberti Cortroc

1320.035. H. Bie, de novi I den.

1320.036A. Hilla uxor Nych. de Meghen, de vet. IX den. (bijgeschreven : Eva dicta Effken)

1320.036B. Eadem de novi XXI den. (bijgeschreven : 46)

1320.037A. H. fil. Ghevardus de Biechlare [nu Biggelaar] de novi XXX den. (bijgeschreven :  Gevardi Sporbosch)

1320.037B. Idem de nov. III den.

1320.038. H. Scutken de nov. IX sol. (bijgeschreven : fol. 1)

1320.039. Hennekinus fil. Cone. de novi V den.

1320.040A. Heilwigis de Collenberch dw ..... sw vet, IX den. de hereditate Johannis Teijer

1320.040B. Eadem de novo IX .. den.

1320.041. Heyla van der Braken de hereditate Willhelmi de Campo, de novi III den.

======================5-v======================

1320. 042. Hennekinus fil. Arnoldi Teyen (Tayen) de novi XI den.

1320.043. H. relicta Wilhelmus Spruits de novi VI den.

1320.044. H. de Beken de bonis Sprong de novo XXII den.

1320.045. H. de Loe de novo II den. de domo et orto sito ....

1320.046. Hereditate Mette fil. .... dictum Monachus (?)   de novo VI den. de orto

1320.047. Henricken filius Monachi de nov. VII den. de Vrilkichoven [Vrilkhoven] Loeckt

1320.048. Heijlwigis uxor Boudekini de Agua de novo XV den. 1 ort van der Hoender domo

1320.049. Jo. filius Rutgheri de nov. IIi den. de parte quondam Elye de Vrilichoven

1320.050. Jacob Lichtweghe de hereditate Gherard Sarratoris (?), de novo VI den.

1320.051. Jo. de Brucella van de Broeclochte de vet. XXII den.

1320.052. Jo. de Perre fil. .... de novo V den.

1320.053A. Yda  fil. Walteri de vet. X den. (bijgeschreven Jo. Troestken)

1320.053B. Eadem de boni Theodericus de Vrilech de novo VIII den.

1320.053C. Eadem de bonis Pauli Textor [Wever] de novo III den.

1320.054A. Iohannes Monachi de novo III den.

1320.054B. Idem de novo IIII den.

1320.054C. Idem de novo IIII den.

1320.054D.  Idem de vet. VII den.

1320.054E.  Idem de nov. VII den. (bijgeschreven : van Rewriter Gheloec 124 )

1320.054F.  Idem de novo VII½ den. van den Gheloec dat Zeben was (bijgeschreven 7 en 1)

1320.055A. Jo. de Collenberch de novo VI den. 1 ort de domo et orto dictum Collenbergh

1320.055B. Idem V den. de novo pro Tuernhout

======================6-r======================

1320.056A.  Joh. filius Heilwigis de vet. VII ½ (bijgeschreven 100, is deel va 100?)

1320.056B. Idem de novo XII (bijgeschreven 100, is deel van 100?)

1320.057A. Johannis filius Arnoldi de Perre de vet. V ½ den.

1320.057B. Idem de novo III den. de domistadus

1320.058A. Jacob gener Ghevardi de Liemde [Liempde] textoris [wever] de vet. IX den.

1320.058B. Idem de novo III den.

1320.059. Jordanus Codse de vet. II den. (bijgeschreven 65)

1320.060. Jo. te Casteren de bonis Everardi Clinckart de novo III sol. V den. (bijgeschreven 18)

1320.061. Jo. Scolastic de piscaria, I den.

1320.062. Jo. fil. Walteri de bonis Mette Iosephs de vet. X ½ den.

1320.063 Jo. de Atrio de hereditate Aelberti de novo XV den. ute Reghenmortel (bijgeschreven 21)

1320.064 Jo. van Hondertpont, de vet. VI den. de hereditate Nenne de Rilant

1320.065 Liberi dominus Jacobi de domo et orto de de Vrilichoven de vet. VIII den.

1320.066 Liberi Aleijdis de Vrilichoven [Vrilkhoven] de novo VII den.

1320.067 Jo. filius Goeswini Textoris [Wever] de orto Mole de novo VI den.

1320.068 Johannis Roetart XV den. novo de bonis in Lijemde [Liempde]

1320.069A. Lambertus filius Odevardi de bonis Ar. Molleken de novo III den.

1320.069B. Idem de novo VII den. de hereditate sua.

1320.069C.  Idem de orto Monacho de nov. VII den.

======================6-v======================

1320.070. Margareta uxor Lamberti de Acker de vet. IIII ½ den.

1320.071. Metta de Bijchlare de boni Jo. Johann .. de novi V den.

1320.072.Meus de Meghen et Matteus eis .. de bonarium scolastica de novi IX stuf. (24)

1320.073. Nenna de Rielant de vet. III den. (bijgeschreven Jan Hondertpont)

1320.074.Nicolaus de Meghen van den Culen de novi XIIII den.(6 en 63)

1320.075. Petrus Hille de boni Walterus ... (?) de novi III den. (bijgeschreven Engelberta soror Gijselberti de Campo)

1320.076. relicta H. fil. Willemi :... (?) de novi VII den. (bijgeschreven Lambertus)

1320.077. relicta Wilhelmi de Bistervelt de novi VIII ... de Rekendonc (bijgeschreven Gerart Vosken fol. 1)

1320.078. Roetaert, de veteri VI den. de hereditatem Elijzabeth de Perre (bijgeschreven : item de novi XVI den.)

1320.079A. relicta Elizabeth et filii Willelmi de ... de novi V stuf. XVII den. (bijgeschreven Gerardus Vosken fol.4 )

1320.079B. eadem de novo III stuf. XIIII½ den.

======================7-r======================

1320.080. Sigerus filius Jo. Luttel, de novi III den. de domistadio

1320.081. Spiritus Sanctus de Boextel, de veteris IX den.

1320.082A. Sele de Broke de novi 1 den. (bijgeschreven de Oedenboschelken)

1320.082B. Idem de novi XV den. 1 ort van der Hoendersdunc (bijgeschreven 36 en 60 XV den 1 ort.)

1320.082C. idem de novo II den. de bonarium aen Hamsvoert

1320.083. Sebertus de Collenberch van Ludenvelswinkel de novo XII den. (bijgeschreven idem de nov. XII den 4-87-122,  II st.)

1320.084. Truda Kesers de novo 1 den. Theodericus de Heselaer [Hezelaar] de novum III den.

1320.085. Theodericus de Heselaer [Hezelaar], de nov. III den.

1320.086. Willelmus filius Conegundis de novo III den. de domistadio Elizabeth de Perre

1320.087. Willelmus fil. Arnoldi de Perre de bonis Mette Iosephs de vet. X½ den.

1320.088.Willelmus filius Mathie Moli...(?) V½ den.

1320.089A. Walterus Coleberre de boni Mette de Rodenborch, de novo II den.

1320.089B. Idem XV den. novo pro Aelberto filius

1320.090. Wilhelmus filius Rodolph de Collenberghe de novo III den.

1320.091A. Uxor Jacob de Monte [van den Bergh] de vet III ob.. ... (?)

1320.091B. Eadem de novo 1 den.

1320. 091C. ... III sol. et IX den. de palude quondam Gevardi de Aa (bijgeschreven 53, 86, 89, III st. IX den)

1320. 092. Willemus de Bijchlaer [nu Biggelaar], V½ den. de veteris

1320.093A. Willemus filius Everardi de Laercot de veteris VI den.

1320.093B. Idem de novo III ob.

1320.094. Uxor Willem de Loe, de veteris IIII den.

1320.095. Vicini de Liemde de novo XXXIII sol. et IX den. de palude quondam Jo. de Beke [uitgifte gemeijnt door Johan van Beek]

 


1326, Uitgifte gemeijnt
d.d. 7 mei 1326 (BHIC-8 Leen en Tolkamer, inv. nr. 158a, fol. 276)
De Brabantse hertog schenkt in 1326  aan de bewoners van Liempde een gemeijnt (grond voor gemeenschappelijk gebruik) van 68 bunder wildernis die  eerder door de hertog  in leen uitgegeven was aan Jacobus Johannes Van Woluwe.

1337, Uitgifte gemeijnt 8 december (BHIC-8 Leen en Tolkamer, inv. nr. 158a, fol. 276v)
Liempde. Uitgifte van de gemeijnt met het recht om aldaar een schutter aan te stellen en schutgeld te vorderen.

1337, Uitgifte gemeijnt  9 december 1337 (ARA Chartes de Brabant et de Limbourg et des Pays d’Outre Meuse, cartulaire XXII, fol. 61)
Tilman van Zonne, receveur du duc en la mairie de Bois-le-Duc, déclare avoir aus nom de duc affermé à perpetuité aux habitants de Liempde, au prix de quinze vieux gros monnaie du roi de France par an, les terres vagues que le duc possède dans cette localité et qui touchent aux terres du seigneur de Bokstel. / Tilman van Zonne, ontvanger van de hertog in ’s-Hertogenbosch verklaart de naam van hertog voor eeuwig vast te houden aan de inwoners van Liempde, voor de prijs van vijftien oude grote munten van de koning van Frankrijk per jaar, de wildernis dat de hertog bezit in deze plaats en die grenst aan het land van de heer van Boxtel.

1340 CIJNSBOEK VAN DE HERTOG VAN BRABANT

CIJNSBOEK VAN DE HERTOG VAN BRABANT (door Martien van Asseldonk uit Algemeen Rijksarchief te Brussel, Archief van de Rekenkamer, inventaris nummer 45038)

fol. 23v Lymde

cijnzen in Lymde

1. 3 hoenderen, aan een zekere aldaar, genaamd Boudewinus, zoon van Boudekinus van den Lande (de Rure)

doorgestreept, en weer bijgeschreven: 3 hoenderen

betaald: 1340 t/m 1351

2. Aelbertus van Hoemberch, van het erfgoed van Jutte Weyers, 3 penningen

doorgestreept, laatste betaling in 1342

bijschrift: Engelbergha

bijschrift fol. 23v: Enghelbergha van den Velden (de Campo), van het erfgoed van

Aelbertus van Hoemborch, 3 penningen

betaald: 1340 t/m 1351

3. Arnoldus Hondertpont, 1 penning payment

betaald: 1340 t/m 1351

4. Aleidis van den Loe, 1 nieuwe penning

betaald: 1340 t/m 1351

5. Aleidis, dochter van Metta? van der Velde, 2 nieuwe penningen

doorgestreept, laatste betaling in 1342

bijschrift: Johannes

bijschrift fol. 24: Johannes, zoon van Monachi, 2 nieuwe penningen van een hof bij Aben

betaald: 1340 t/m 1351

6. de heer van Boecstel van Mesvenne, voor het deel van de hertog (pro parte ducis), 12 nieuwe penningen

betaald: 1340 t/m 1348, overleden

fol . 24

7. Enghel van Vrilichoven, 2 nieuwe penningen

later: Henricus, zoon van Enghele van Wrilichoven

betaald: 1340 t/m 1351

8. dezelfde, van vtefanc, 4 nieuwe penningen

betaald: 1340 t/m 1351

9. Everardus Lichweighe, 3 nieuwe obolen

betaald: 1340 t/m 1351

10. Godfridus van Hynsberch, 2 penningen payment

later: - zijn vrouw

- Joannes, zoon van Ghodefridus van Heinsberghe

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1349 en 1350

11. Godefridus van Zonne, 1 penning payment

betaald: 1340 t/m 1351

12. Goeswinus de Wever (Textor), 1 penning payment

later: Joannes, zijn zoon

betaald: 1340 t/m 1351

13. Elisabeth, dochter van Metta Wolterus, 1 penning payment

betaald: 1340 t/m 1351

14. de heer (dominusvan Boecstel, 12 nieuwe penningen van den Torfvenne

bijschrift: vacat

opmerking: volgens de aantekeningen in de marge is deze cijns in de periode 1340-1351 niet betaald

15. Heilwigis, dochter van Aleidis, 1 nieuwe penning

betaald: 1340 t/m 1351

16. Henricus Collart, 3 nieuwe obolen

betaald: 1340 t/m 1351

17. dezelfde, van de heide, 6 penningen payment

betaald: 1340 t/m 1351

18. dezelfde, 1 nieuwe penning

betaald: 1340 t/m 1351

19. Henricus Turnout, 2 penningen payment

betaald: 1340 t/m 1351

20. Henricus Spoerbosch, 2 penningen payment

betaald: 1340 t/m 1351

21. Henricus Nenneken, 3 nieuwe penningen van de heide daarnaast

later: zijn kinderen

betaald: 1340 t/m 1351

22. Henricus van den Loe, 1 penning payment van Reghenmortel

betaald: 1340 t/m 1351

23. Henricus, zoon van Aelbertus, van het goed ane Laerscot, 6 nieuwe schellingen

bijschrift: schuld van een jaar (debet de uno anno)

betaald: 1340 t/m 1351

24. Joannes Teye, 1 penning payment

betaald: 1340 t/m 1351

25. Joannes Lysen sone, van een deel, 3 nieuwe penningen

betaald: 1340 t/m 1351

26. Joannes van der Weetgosceidinc, 3 nieuwe penningen

betaald: 1340 t/m 1351

27. Joannes, zoon van Heilewigus, 2 penningen payment

betaald: 1340 t/m 1351

28. Joannes, zoon van Conen, 1 penning payment

betaald: 1340 t/m 1351

29. Jacobus Lichwegghe, van het erfgoed van Gerardus de Zeger (Sarratorus), 2 penningen payment

betaald: 1340 t/m 1351

30. Jacobus schoonzoon (genervan Ghevardus van de plaats Messenstat, 1 penning payment

betaald: 1340 t/m 1349

31. Lambertus Oderen soen, 1 penning payment

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1345

32. Theodoricus van Vrilichoven, 1 penning payment

doorgestreept, laatste betaling in 1341

bijschrift: Joannes Teye

bijschrift fol. 24: dezelfde (Joannes Teye), 1 penning payment van het erfgoed van Theodoricus van Wrilichoven

betaald: 1340 t/m 1351

33. Renerus, zoon van Elye van Vrillychoven, 3 nieuwe obolen

betaald: 1340 t/m 1351

34. de geburen van Lymde, van het goed van wijlen Henricus van Casteren (de Castro), 20 schellingen payment

betaald: 1340 t/m 1351

35. dezelfde geburen van de gemeint, 10 schellingen payment, voor Ludingus van den Dijck (de Aggere)

betaald: 1340 t/m 1351

36. dezelfden, van de gemeine heide, van nieuwe uitgifte, 20 schellingen payment

betaald: 1340 t/m 1351

 

1336 BHIC 200, Familie van Landschot, inv. nr. 1481, nr. 8 d.d. 23 juni 1336
1336 juni 23 in vigilia nativitatis beati Johan baptisti
Daniël, schoonzoon wijlen Everard Clinkart (Clynkardi?), heeft verkocht, voor schepenen van 's-Hertogenbosch, aan Goswin Steenweg:
goed wijlen Everard Tutelaar (Tuijtelaar?) in Eilde [Bodem van Elde]
Met zegel Gerard van Neynsel, dat van Arnold Ysebout is verloren

1336 BHIC 200, Familie van Landschot, inv. nr. 1482, nr. 1482, nr. 9. d.d. 27 juni 1336
1336 juni 27 feria quinta post festum nativitatis beati Johannis Baptiste
Wilhelm Kortrok de Casterle [Kasteren] heeft overgedragen, voor schepenen van 's-Hertogenbosch, aan Goswin Steenweg:
deel moeras in Eilde [Bodem van Elde]
Zegels van Gerard van Neynsel en Arnold Ysebout zijn verloren

1342,  BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel, datum:  december 29
Johannes Basyn en Rodolphus de Zulikem, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Thomas Scouthendensone de Maelstrem en Arnoldus, Godefridus en Christina, kinderen van wijlen Jutta, vrouw van Gerardus de Zuetbake de Orthen, verkocht hebben aan Herbord, zoon van Mette de Vrilichoven [Vrilkhoven], de helft van een erve, gelegen in Liempde, met het hout daarop groeiende en alle rechten.

1346, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum:  februari 2.
Gylys die Wever, Henric van der Laer, Bauden Heylen Lemkenssoen, Lambrecht van den Achten, Gherart Cartellaer, Gheraer Scunde en Heynen van Lennenshovel, schepenen van Boxtel, verklaren, dat Lodewich, bastart van Buxstelle, als momber van zijn vrouw Kathelyne Vermertendochter van Vrilichove [Vrilkhoven, Liempde] beloofd heeft geen aanspraken te doen gelden op de erfenis van Herbrecht Vermertensoen, maar dat het goed zal toevallen aan Jan, Jacop en Herbertken, kinderen van Lambert van Vrilichoven, Henken en Aernd Heynen Manskinderen, alsmede aan Jan en Lemken, kinderen van Jan Tsimoens van Vrilichoven, uitgezonderd het roerend goed dat hem is toegezegd.

1350, Sint-Jan Bouwloods 's-Hertogenbosch nr. 42 (2673). Datum 10-01-1350
Emondus Stardenborgh en Johannes Coppelman, schepenen in Bucstelle, oorkonden dat de heer Gerardus de Bucstelle, kannunik van de hoofdkerk van Munster en investiet van de kerk van Bucstelle [Boxtel], aan Gerardus, zijn natuurlijke zoon, heeft overgedragen de hierna volgende erfgoederen:
1) 6 nieuwe bunder in Die Wedehage [Liempde] met hun afhankelijkheden
2) de hoeve welke was van Henricus Oemkens met diens afhankelijke goederen, 1 met 2 nieuwe bunders bij de genoemde hoeve, 1 met zijn afhankelijkheden tegenover het huis van de heer Gerardus bij Hoghestrate.
3) de goederen en erfgoederen Bleexlant met hun afhankelijkheden die waren van Martinus de Bleke en Gerardus, natuurlijke zoon van heet Willelmus de Mulsel, priester, achter het huis van Gerardus , 1 met een akker achter het huis van Gerardus tegenover de openbare weg waarop de sluitboom staat nabij de goederen van Arnoldus, de zadelmaker,
4) de Voeseckerm die was van Lambertus Scoenvoets bij de Molengrave

1350, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum:  augustus 24.
Machgiel van Gheet doet ten behoeve van Herbrecht van Vrilichoven [Vrilkhoven, Liempde] afstand van zijn gerechtigheid aan 5 bunder broekland, gelegen bij de Odoncsvoert, welke 5 bunder met nog 4 bunder door Willem de Zadelere waren opgedragen aan Johan den Hoveschen van Boxtel, Henric Stempel en Jacop van den Berghe, onder voorwaarde, dat Herbrecht aan Ghysbrecht, die men heet Beertken van den Velde, de erfcijns van 1 grote tournooise per bunder zal betalen.

1350, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: september 1.
Jorden Lysbettenzoen en Ghysbrecht Minnart, schepenen van Sint-Oedenrode, verklaren, dat Machghyel van Gheet ten behoeve van Herbrecht van Vrilichoven [Vrilkhoven, Liempde] afstand heeft gedaan van zijn recht op 5 bunder broekland, gelegen in Odendoncsvoert [Odendonksvoort] , welke 5 bunder Willem de Zadelere met nog 4 bunder gegeven heeft aan Johan den Hoveschen van Boxtel, Henric Stempel en Jacop van den Berghe Ghysbrecht die men heet Boertken van den Velde heeft van elke bunder 1 grote tournooise.

1350 Stootboek (1350-1374) (BHIC 360-274, scan 95)
Heer Willem, heer van Boucstele, sine woeninghe in Stapel, ghelijc dat si daer leegt, sine molen in Lyemde. Ende in beternessen van desen leene gaf de hertoghe sinen vorderen dat sine lieden in negheene vriheit in Brabant poerteren worden en moghen dan ten Bosche, ende die moeten dan buicvast daer bliven woenende, ende en doen si des niet, soe heeft hi alrehande dienste van hen, ghelijc dat hi heeft van sinen anderen lieden

1355, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: februari 1.
Johan Mathyssoen, Johan die Tay, Johan Hondertpont, Johan van Bychlaer, Jacop Mariensoen, Boudewyn die Rademeker en Willem Willemssoen van der Velde, schepenen van Liempde, verklaren, dat Lodewych bastart van Bocxtel, momber van Katherine zijn vrouw, beloofd heeft geen aanspraken te doen gelden op de boedel van Herbrecht ver Metthensoen van Vrilichoven, maar dat de volgende personen het goed zullen delen: Johan en Jacop, zonen van Lambrecht, die een broeder was van Herbrecht voornoemd; Henric Henric Manssoen, man van Mechteld, dochter van Lambrecht; Lysbeth, natuurlijke dochter van Lambrecht; Johan en Lambrecht, kinderen van Johan Monic, broeder van Herbrecht; Arnt Henric Manssoen, man van Mette, dochter van Johan Monics voornoemd; Godevart Boudewynssoen, man van Mette, natuurlijke dochter van Henric Byes, broeder van Herbrecht.

1355, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel, datum 15 februari 1355
Boudewyn die Rademeker, Ghevart van den Venne, Daneel Gritensoen, Johan van Bychlaer, Johan Hondertpont, Willem Willemssoen van den Velde en Johan Mathyssoen, schepenen van Liempde, verklaren, dat Loye Mariensoen al zijn goed heeft opgedragen aan de erfgenamen van Herbrecht ver Mechtelden van Vrilichoven [Vrilkhoven], genoemd in voorgaand regest.

1355, BHIC, 221 Provinciaal Genootschap. datum 16 februari 1355
Akte van verklaring. Boudewijn die Rademeker, Jan Mathijszoon, Jan die Tay, Jan Hondertpont, Jan van Bychlaer, Jan Marienzoon en Willem Willemszoon van den Velde, schepenen van Lijmde [Liempde] verklaren, dat in hun gheseten ghedinghe Henric Henric Manszoon en Jan de bastaardzoon van Jan Monicx, ter voldoening van eener schuld van 4.000 pond, die na te noemen Herbrecht had schuldig belden aan: Jan en Jacob,  zonen van Lambrecht, den broeder van dien Herbrecht; Henric Henric Manszoon als momboir over zijne vrouw Mechteld, de dochter van genoemden Lambrecht; Jan Rutgerszoon als man en momboir van Lysbeth, de natuurlijke dochter van meergenoemden Lambrecht; Jan eerstgenoemd en zijnen broeder Lambrecht, kinderen van genoemden Jan Monicx, den broeder van denzelfden Herbrecht; Arnd Henric Manszoon als momboir over zijne vrouw Mechteld, de dochter van meergenoemden Jan Monicx en Godevarde Boudewijnszoon als momboir over zijne vrouw Mechteld, de bastaarddochter van Henric Bies, den broeder van dienzelfden Herbrecht, en welke schuldvordering zij hadden overgedragen aan Henric Henric Manszoon en Jan, den zoon van Jan Monicx voornoemd - het goed van Herbrecht, ver Mechtelden soens van Vrilichoven [Vrilkhoven], overgedragen hebben aan Loyen Marienzoon van den Berghe. [Akte van verklaring, verleden voor Boudewijn die Rademeker / Jan Mathijszn / Jan die Tay / Jan Hondertpont / Jan van Bychlaer / Jacob Marienzn / Willem Willemszn van den Velde, schepenen van Liempde, dat Henrik Manszn en Jan Janszn Monicx, ter voldoening schuld van 4.000 pond die Herbrecht Mechteldenzn van Vrilichoven schuldig is aan diverse personen, het goed van Herbrecht overgedragen hebben aan Loyen Marienzn van den Berghe]

1359, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: april 15
Boudewyn die Rademeker, Ghevart van den Venne, Daneel van den Ecker, Johan Mathyssone, Johan Tay, Johan van Bychlaer en Willem van den Velde, schepenen van Liempde, verklaren, dat Mechtelt Woutersdochter van Stroetbollen al haar goed heeft opgedragen aan Arnt en Ghodevart, zonen van Henrick Mans van Liempde, Johan Rutgherssone van der Haseldonc, Ghodevart Boudewynssone, Johan Lambrechtssone en Willem ver Mertensone van Vrilichoven [Vrilkhoven].

1363 Boerenopstand Jekschot.
Rekening  namen en bedragen genoemd in de rekening "van den ghelde ...gheset ... op onsculdighe lude van Rode van der sake van Jecscot" door Hein Vera
 

Dit is innemen Costkens Claes Emonts soene ende Willem van Eyke van den ghelde dat sy gheset hebben op onsculdighe lude van Rode van der sake van Jecscot (circa 1363)

Casteren (inkomsten vanuit Casteren)

 

In den irsten Gheen van Leemputten  I mottoen

Item Deenken Clinkarts V mottoen

Item Peters kinder van Herentham III mott

Item Jan van Casteren II mott

Item Lysbetten Ghenen laet I 1/2 mott

Item Ghiben Hoesen kinderen V mott

Item Jan Cortrot ende Josef VII mott

Item Heynen Kroden laet I mott

summa XXV mott

 

Rode

Etc. etc.

bron:
Algemeen Rijksarchief Brussel Toegang T 120, inv. nr. Rolrekeningen 2997

1360, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: mei 2
Gheryt van den Loe, Arnt Lybenssoen, Loye van den Berghe en Jan Gheenkenssoen, schepenen van Liempde, verklaren, dat Baudewyn die Padenacker, Johan Sporbossche en Henric Heynenmanssoen, hun medeschepenen, aan Jan van den Ors bij vonnis hebben toegewezen het erve die Bracke [Braak], gelegen te Vrilichoven [Vrilkhoven] tussen de gemene straat en Geertrude Wouters Coelberresdochter, strekkende van Arnt Heynenmanssoen nieuwe huis tot aan de beek, wegens een erfpacht van 36 lopen rogge, welke hem daaruit toekwam.

1367 / SA Vonnisboeken VB 1799 f 015v 06. ma 11-01-1367.
Item die selve Willem Loijer was ghericht in orconde der selver scepenen voers aen allen goeden Margrieten Enghelen dochter die dochter was wilner Enghelberen van Lusel so waer dat si gheleghen sijn ende aen een stuc (dg: lands) #beems# Gherijts van Lusel gheheiten dat Roet gheleghen in die prochi van Bucstel tot Liemde [Liempde] ende aen twe delen van tween hoijhoven gheleghen tot Liemde voers overmids ghebrec van erftijns ende van erfpacht ende dese heeft hi nu verboden irstwerven.

1367 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  fol. 35, door S.J.M.M. Ketelaars
Henricus genaamd Coelborner zoon van wijlen Johannes genaamd Coelborner de Crumvoirt man van Margareta dochter van wijlen Stephanus van der Steghen droeg over aan Johannes zoon van wijlen Mathias de Liemde [Liempde] 1/3 deel in stukken land, die eertijds waren van voornoemde wijlen Stephanus, in Haaren, achter de kerk, (1) Kromland, (2) die Poelakkers, belast met 1 cijnspenning en 1 vierdevat mout.

1367 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  okt. 1367 door S.J.M.M. Ketelaars, pag 111, regesten
.... dochter van Petrus de Pettelaer droeg over aan haar broer Everardus de Pettelaer het recht, dat zij kreeg na overlijden van haar broer Petrus, resp. dat ze zal krijgen na overlijden van Hilla wijlen vrouw van haar broer, in een huis en erf in Bunde Boxtel ter plaatse Liemde [Liempde] tussen Johannes (?) Priker enerzijds en Johannes Baten zoen junior anderzijds

1367 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  fol. 1v, 1367 door S.J.M.M. Ketelaars, pag. 139 regesten
Godefridus genaamd van den Molengrave de Bucstel [Boxtel] verkocht aan Willelmus Loijer een erfcijns van 3 pond, met Allerheiligen te 's-Hertogenbosch te betalen, gaande uit 1 bunder beemd, 6 vrachten hooi omvattend, in Boxtel, ter plaatse Wijchmans Broek [Liempde] , tussen Lambertus van Hoelt enerzijds en Johannes zoon van Lambertus anderzijds, belast met de cijns aan de Heer van Boxtel

1367 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  fol. 60, 28-12-1367 door S.J.M.M. Ketelaars
Eligius, zoon van wijlen Alardus genaamd de Monte (Berg?) de Liemde [Liempde] verkocht aan Winricus Screijnmaker een erfcijns van ?40 schelling, met Sint-Andreas te betalen, gaande uit 3,5 bunder beemd die eertijds waren van Johannes van den Scadecker (?), in Boxtel, genaamd Liempde, tussen Theodoricus zoon van wijlen Bartholomeus enerzijds en de gemeint anderzijds, reeds belast met 3,5 oude groot een erfcijns van 3 pond.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  fol. 9v, door Jan Toirkens
Land in "Lyemder gheweilde" [Liempde] tussen de gemeynt van Rode en land van de hertog van Brabant. (gheweilt= gebruiksrecht) De hertog van Brabant was eigenaar van o.a. de Liempdse bossen. Hij kon het gebruiksrecht daarop, het zogenaamde ‘ghewelt’, aan zijn leenmannen schenken.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL (Bossche protocollen) BP 1175,  f 033v 09 do 30-03-1368 door S.J.M.M. Ketelaars
Gerardus genaamd Collaert de Leijmde [Liempde] verkocht aan Johannes Vijscher de Esche een erfcijns van 40 schelling, met Lichtmis in  Liemde te betalen, gaande uit een huis en tuin waarin de verkoper tegenwoordig woont, in Liemde, achter goederen genaamd Ten Velde, tussen de gemeint enerzijds en Arnoldus Collaert anderzijds, reeds belast met de hertogencijns.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  fol. 33, door Jan Toirkens
Parochie Bucstel, ter plaatse Casterle [Kasteren]

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, f 019v 09 do 16-03-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Johannes en Yda, kinderen van wijlen Arnoldus genaamd Vos, timmerman van Bucstul, en Jacobus zoon van Godefridus .... man van Elizabeth dochter van voornoemde Arnoldus voor zich en voor Willelmus broer van voornoemde Arnoldus maakten een erfdeling van goederen die voornoemde wijlen Anoldus naliet, gelegen in Gemonde en Boxtel. Voornoemde Johannes en Willelmus kregen (1) een beemd genaamd Hulselaar met opgaand hout in Liemde [Liempde], naast Godefridus genaamd Grieten zoen, (2) een stuk land genaamd die Wierik, in Gemonden, tussen Heilwigis Aben enerzijds en Gerardus van der Braben anderzijds, (3) een huis genaamd Boer aldaar met een stuk land daar vlak bij, tussen Johannes Tector de Ghemonden enerzijds en voornoemde Jacobus anderzijds, (4) een erfcijns van 8 schellin en 1/2 hoen, die Metta genaamd de Mechelen met Sint Maarten betaalt, gaande uit een huis en tuin waarin zij tegenwoordig woont, in Gemonden, (5) een stuk land op de plaats genaamd Rullen, tussen Katerina genaamd Ghenen dochter enerzijds en Johannes zoon van Leijta anderzijds, (6) een stuk land in Gemonden, tussen Johannes genaamd Pape Jan enerzijds en Johannes de Waubraken anderzijds, (7) een stuk land in Gemonden op de plaats genaamd Baseldonk, tusen Heila de Berslaer enerzijds en de goederen genaamd Te Wiel anderzijds. Voornoemde Johannes en Willelmus betalen de helft van de cijnzen die voornoemde wijlen Arnoldus uit zijn huis, schuuren, huis genaamd Boer betaalde. Voorts waarschijnlijk ook onderhoud van dijken. Voornoemde Jacobus kreeg een huis, tuin en schuur met ondergrond, een akker aldaar afgepaald, en 1/4 deel van het hoen. Voornoemde Jacobus beloofde dat voornoemde Willelmus met deze indeling zal instemmen. Voornoemde Jacobus zal de helft van de cijnzen betalen die voornoemde wijlen Arnoldus uit zijn huis, schuur en goederen betaalde.
Yda kreeg een erfcijns van 28 schelling. Zij zal 1/8 deel van het hek dat hangt bij goederen van Elizabeth Aben onderhouden. Verder (vervolg staat op 1175 mf2 D. 04 fol 59) kreeg Yda (1) 1/4 deel van voornoemd hoen en een erfcijns van 28 schelling, met Lichtmis te betalen, gaande uit de goederen die aan voornoemde Jacobus ten deel vielen, (2) een stuk land genaamd die Rijtakker, in Gemonden, (3) 2 stukjes land in Gemonden nabij de kerk van Gemonden, (4) een vracht hooi gelegen ter plaatse genaamd Merle, (5) een erfcijns van 20 schelling die Ermgardis B... met Kerstmis betaalt, gaande uit een huis en tuin, waarin zij tegenwoordig woont, (6) een erfcijns van 20 schelling die Johannes zoon van Gherburgis met Lichtmis betaalt.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, datum: 24-02-1368. / door S.J.M.M. Ketelaars
Ghibo zoon van Oda de Vucht verkoopt aan Jacobus zoon van Jacobus genaamd Lichtwegghe 1/8 deel in een huis, tuin en schuur met ondergrond, die waren van Heilwigis de Collenberch, in Liemde [Liempde] nabij Hamsvoort, tussen Elizabeth genaamd Aerts der Kijnder enerzijds en de plaats genaamd Hamsvoort anderzijds, welke 1/8 deel voornoemde wijlen Heilwigis aan voornoemde Ghibo had vermaakt, belast met de hertogencijns. Jacobus zoon van Oda zag af van zijn recht van vernaderen.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 33v, datum: 29-03-1368. pag 202, regesten / door S.J.M.M. Ketelaars
Ghevardus, Wautgherus en Eligius genaamd Loij, kinderen van wijlen Johannes de Casterle, verkochten aan hun broer Johannes de Casterle de helft van een stuk land van 1/2 mudzaad, in Boxtel ter plaatse gemaand Kasterle [Kasteren, Liempde] tussen voornoemde Johannes de Casterle beiderzijds, belast met grondcijnzen.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, pag 350, regesten / door S.J.M.M. Ketelaars
Ghevardus, Wautgherus en Eligius genaamd Loij, broers, kinderen van wijlen Johannes de Casterle, verkochten aan hun broer Johannes de Casterle de helft in 2 stukken land die waren van wijlen genoemde genoemde Johannes, in Boxtel ter plaatse Kasterle [Kasteren, Liempde] nabij de watermolle, (1) tussen Everardus broer van voernoemde broers enerzijds en voornoemde Johannes de Casterle anderzijds, (2) tussen heer Arnoldus de Palude priester enerzijds en voornoemde Johannes de Casterle anderzijds.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, mf1 F 01 fol. 31v, datum: 30-06-1368. pag 374, regesten / door S.J.M.M. Ketelaars
Eligius genaamd Loij zoon van wijlen Alandus van den Berghe en Jacobus zoon van wijlen Lambertus de Vrilichoven [Liempde, Vrilkhoven] beloofden aan Gerardus Br.....  .... genaamd Vosse ten behoeve van Johannes de Globo 19 mottoon met St. Remigius aanstaande te betalen.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, mf1 F 01 fol. 31v, datum: 30-06-1368, pag. 375 regesten / door S.J.M.M. Ketelaars
Jacobus zoon van wijlen Lambertus de Vrilichoven verkocht aan zijn broer Johannes een erfpacht van 1 mud rogge, Bossche maat, met Lichtmis in 's-Hertogenbosch te leveren gaande uit een akker genaamd Schoer Akker in Boxtel ter plaats Liemde [Liempde] op de akkers van Vrilikhoven [Vrilkhoven], tussen voornoemde Johannes koper en Oderadis wv Johannes Mathei anderzijds.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175 f 097r 06 do 24-02-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Johannes zvw Willelmus gnd Coertroc van Bucstel en Joseph zv Baudewinus gnd van den Molengrave ev Aleidis dvw voornoemde Willelmus maakten een erfdeling. Voornoemde Johannes kreeg ¼ deel van de korenmolens gnd te Casterle [Kasteren] en Aucsel? en van de oliemolen; voorts kreeg hij alle erfgoederen die hij tegenwoordig bezit.

 

 

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  f 010r 11 do 27-01-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Jacobus van den Berghe van Liemde verkocht aan Petrus gnd Stempel een erfpacht van 1 mud rogge, Bossche maat, met Lichtmis in Den Bosch te leveren, voor het eerst over 1 jaar, gaande uit (1) een huis, tuin en schuur in Groot Liemde (Liempde], in Boxtel, tussen Eligius van den Berghe enerzijds en Willelmus van Laerscot anderzijds, (2) een akker, ½ mud rogge groot, aldaar gelegen achter voornoemd huis en tuin; de onderpanden waren reeds belast met een erfpacht van ½ mud rogge.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  f 101r 12 ma 06-03-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Aleidis wv Wolterus gnd Coelborne van Liemde [Liempde] droeg al haar goederen over aan haar dochter Ghertrudis.##

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  f 161r 09 do 25-05-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Johannes gnd Kesselman van Heze beloofde aan Johannes gnd van Liemde [Liempde]  een lijfpacht van 1 mud rogge, Bossche maat, met Lichtmis in Den Bosch te leveren, gaande uit al zijn goederen.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  f 031v 04 ±do 29-06-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Jacobus zvw Lambertus van Vrilichoven verkocht aan zijn broer Johannes een erfpacht van 1 mud rogge, Bossche maat, met Lichtmis in Den Bosch te leveren, gaande uit een akker gnd Schoerakker, in Boxtel ter plaatse gnd Liemde [Liempde], op de akkers van Vrilikhoven, tussen voornoemde Johannes koper enerzijds en Oderadis wv Johannes Mathei anderzijds.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  f 095r 03 ±do 17-02-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Wautgherus zvw Johannes van Casterle [Kasteren] verkocht aan Reijnerus gnd Willems een n-erfcijns van 40 schelling geld, met Lichtmis in Den Bosch te betalen, gaande uit (1) 2 bunder broek in Eilde [Bodem van Elde], in Sint-Oedenrode, tussen Elizabeth gnd Ghenen enerzijds en kv Ghibo gnd Heze anderzijds, (2) 2 bunder broek in Boxtel, ter plaatse gnd Wedehage, tussen Eligius bv verkoper enerzijds en Everardus bv verkoper anderzijds, reeds belast met 4 oude groot 1 penning b-erfcijns.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  f 033r 11 do 30-03-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
dg: Ghevardus, Wautgherus en Eligius gnd Loij, broers, kvw Johannes van Casterle [Kasteren] een stuk land / de helft.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  f 005v 02 za 15-01-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Denkinus gnd Clinkaert wonend in Casterle [Kasteren] droeg over aan zijn zoon Johannes alle goederen die aan hem gekomen waren na overlijden van Mechtildis gnd Pilters evw Theodericus Water.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  BP 1175 f 033r 14 do 30-03-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Ghevardus, Wautgherus en Eligius gnd Loij, kvw Johannes van Casterle [Kasteren], verkochten aan hun broer Johannes van Casterle de helft van een stuk land van ½ mudzaad, in Boxtel, ter plaatse gnd Kasterle [Kasteren], beiderzijds tussen voornoemde Johannes van Casterle, belast met grondcijnzen.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  f 029r 08 do 15-06-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
De broers Ghevardus, Wautgherus en Eligidius gnd Loij, kvw Johannes van Casterle, verkochten aan hun broer Johannes van Casterle de helft in 2 stukken land die waren van wijlen voornoemde Johannes, in Boxtel, ter plaatse gnd Kasterle [Kasteren], bij de watermolen, (1) tussen Everardus bv voornoemde broers enerzijds en voornoemde Johannes van Casterle anderzijds, (2) tussen hr Arnoldus van de Broek priester enerzijds en voornoemde Johannes van Casterle anderzijds.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  f 069v 06 ±do 06-07-1368., door S.J.M.M. Ketelaars
Godefridus zv Baudewinus gnd van den Molengreve droeg over aan zijn zoon Johannes een erfpacht van 9 lopen rogge, maat van Boxtel, met Lichtmis in Boxtel te leveren, gaande uit een stuk land van 7 lopen rogge, gnd die Lange Strepe, in Boxtel, ter plaatse gnd Groot Liemde [Liempde], tussen Heijlwigis gnd van Collenberch enerzijds en Johannes zv Lijsa gnd Tielen anderzijds, aan voornoemde Godefridus verkocht door Lambertus zvw Johannes gnd Monic van Vrilichoven.

 

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  f 016v 02 vr 10-03-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Hr Arnoldus Nouden kanunnik van Den Bosch gaf uit aan Zebertus zvw Zebertus gnd van Collenberch een stuk land gnd Land van den Berge, in Boxtel, ter plaatse gnd Groot Liemde, tussen een gemene weg enerzijds en Nijcolaus gnd Coel Wautghers zoen en Baudewinus zv Heijlwigis Lemkens zoen anderzijds; de uitgifte geschiedde voor de cijnzen die eruit gaan en thans voor een erfpacht van 1 mud rogge, Bossche maat, met Sint-Andreas in Den Bosch te leveren.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  f 073r 10 do 13-04-1368., door S.J.M.M. Ketelaars
Johannes zv Theodericus van der Heijden verkocht aan Jacobus zv Jacobus gnd Lith....ghe 1/5 deel in een huis en tuin, eertijds van wijlen Heilwigis gnd van Collenberch, in Boxtel, ter plaatse gnd Liemde [Liempde], bij de plaats gnd Hamsvoert enerzijds en Elizabeth gnd Aerts anderzijds, welk 1/5 deel voornoemde wijlen Heilwigis aan voornoemde Johannes vermaakt had, belast met grondcijnzen.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  f 104r 10 vr 28-04-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Arnoldus gnd Liben zoen van Lijemde verkocht aan Willelmus Loijer een n-erfcijns van 40 schelling geld, met Pasen te betalen, gaande uit een beemd gnd die Prange, in Boxtel, ter plaatse gnd Liemde [Liempde], tussen Henricus gnd Heijnmans zoen enerzijds en Johannes gnd Rutghers zoen anderzijds.

 

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  f 017v 05 za 11-03-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Godestodis dvw Henricus Spruijts van Liemde droeg over aan haar broer Willelmus Spruijt alle goederen die aan haar gekomen waren na overlijden van haar ouders, gelegen ter plaatse gnd Liemde [Liempde]

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  f 033r 10 do 30-03-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Wellinus van den Stadeacker verkocht aan zijn broer Rutgherus van Stadeacker een stuk beemd in Boxtel, ter plaatse gnd Liemde [Liempde], tussen Bartholomeus Theoderici enerzijds en de gemeint anderzijds, strekkend met een eind aan voornoemde Rutgherus van Stadeacker en met het andere eind aan Eligius gnd Loij Lutens zoen, belast met de grondcijnzen.

 

 

 

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, f 014v 02 ma 07-02-1368,  door S.J.M.M. Ketelaars
Gerardus gnd van Heze verkocht aan mr Johannes van Liemde [Liempde], tbv het ziekenhuis van Den Bosch, de helft in 3 stukken land van 10 lopen rogge Bossche maat, in Hintham, (1) in die Erten, tussen erfgoed van Sint-Clara enerzijds en Tielmannus metter Hant anderzijds, (2+3) de beide andere op de plaats gnd Straetgrave, tussen Henricus van Enghelant, zoals de stukken behoorden aan wijlen Henricus gnd van Heze, belast met 8 penning paijment.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  f 009v 06 wo 26-01-1368, door S.J.M.M. Ketelaars
Gerardus Hacke bakker verkocht aan Willelmus gnd Coelner (1) de goederen gnd Bobbelaar in Sint-Oedenrode, naast goederen gnd Bobbenagel, met de gebouwen, (2) een hofstad in Sint-Oedenrode, ter plaatse gnd Kremselaar, (3) 8½ bunder land ter plaatse gnd Liemder Geweilde [Liempde], tussen de gemeint van Sint-Oedenrode enerzijds en de hertog van Brabant anderzijds. De goederen gnd Bobbelaar en de hofstad waren belast met 9 oude groot 10 schelling 8 penning gemeen paijment, en 4 pond oude cijns. De 8½ bunder waren belast met 6 oude groten b-erfcijns per bunder.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  fol. 33 door Jan Toirnkens
parochie Bucstel, ter plaatse Casterle [Kasteren]

1368 / BOSCH’ PROTOCOL
BP 1175,  door S.J.M.M. Ketelaars
Johannes zoon van Willemus genaamd Coertroc de Buctel en Joseph zoon van Baudewinus genaamd Van den Molengrave, man van Aleidis dochter van wijlen voornoemde Willelmus maakten een erfdeling. Voornoemde Johannes kreeg 1-4 deel van de korenmolens genaamd te Casterle [Kasteren, Liempde] en Aucsel [Antsel, Liempde] en van de oliemolen; voorts kreeg hij alle erven die hij tegenwoordig bezit.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  f 093r 04 do 10-02-1368, door S.J.M.M. Ketelaars, pag. 98 regesten
Ghevardus de Casterle [Kasteren] verkocht aan Reinerus Willems bakker een erfcijns van 30 schelling, met Lichtmis te betalen, gaande uit 4,5 bunder broek in Boxtel, ter plaatse Liemde [Liempde] genaamd Wijchmans Broek,  tussen Johannes Houbben enerzijds en en voornoemde Johannes Houbben en Johannes Teij anderzijds, reeds belast met  1 oude groot erfcijns per  bunder. 

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  fol. 97, datum 23-02-1368 door Jan Toirkens
Jan Willemssn. Cortroc en Joseph Boudewijns vanden Molengrave man van Aleit Willem Cortroc, krijgen bij een deling ieder ¼ e deel der waterkorenmolens te Casterle [Kasteren] en van een oliemolen aldaar en alle erven, die zij al in bezit hebben.

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  fol. 102v door S.J.M.M. Ketelaars
Ghevardus zoon van wijlen Johannes de Casterle verkocht aan Reinerus genaamd Willems bakker een erfcijns van 30 schelling, met Lichtmis te betalen, gaande uit 4,5 bunder broek in Boxtel, ter plaatse genaamd Wijchmans Broek, ter plaatse Liempder Woud, tussen Johannes Houbraken enerzijds en Johannes Teij anderzijds, reeds belast met een erfcijns van 30 schelling aan de koper en 1 oude groot erfcijns per 1/2 bunder broek. 

1368 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  fol. 104, door Jan Toirkens
Lyemde:   beemd "die Pranke"

1369 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  fol. 179. d.d. 15-03-1369 door S.J.M.M. Ketelaars
Daniel genaamd Luwe zoon van wijlen Danijel genaamd Luwe de Vlimen, man van Hilla deden iets met een aandeel in (1) een huis en tuin in Boxtel ter plaatse Kasteren, tussen Danile genaamd ... kart enerzijds en Erardus de Casteren en Johannes (?) ...... anderzijds, (2) ..... ...... tussen Yoseph enerzijds en Johannes Cortroc anderzijds (rest onleesbaar).

1369 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  mf6 D 13. fol. 191v. d.d. 20-06-1369 door S.J.M.M. Ketelaars
Willelmus zoon van Johannes de Berze, bakker droeg over aan zijn broer Nijcholaus (1) de Veldakker, in Boxtel ter plaatse Liemde [Liempde], 7,5 lopen rogge groot tussen Elizabeth Arnoldi enerzijds en die Heuvelstraat anderzijds, (2) 6 lopen roggeland aldaar in de akker genaamd die Westakker, tussen een weg ter Hazeldonk enerzijds en Johannes genaamd Teije anderzijds, (3) 3 lopen roggeland aldaar in de akker genaamd die Veldakker, in het achterste einde daarvan gelegen, tussen een sloot die reikt af van een zijde van voornoemde Veldakker enerzijds en Henricus genaamd de Lenenshoevel [Lennisheuvel] anderzijds, (4) 1 lopen roggeland gelegen aan de plaats genaamd Aan Gene Hoek, tussen twee sloten beiderzijds, (5) de helft van 1 lopen roggeland gelegen ter plaatse genaamd Op die Pul, welke erven voornoemde Willelmus kreeg na overlijden van zijn ouders.

1369 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  fol. 197v. d.d. 16-06-1369 door S.J.M.M. Ketelaars, pag. 250 regesten.
Johannes de Casteren beloofde aan Johannes Luttelman 24 pond, 1 Vlaams groot voor 16 penning, na maning te betalen.

1369 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175,  fol. 197v. d.d. 16-06-1369 door S.J.M.M. Ketelaars, pag. 251 regesten.
Johannes de Casteren verkocht aan Godefridus zooon van wijlen Andreas de Berlicum een erfcijns van 4 pond, een helft te betalen met Kerstmis en de andere helft met St. Jan gaan de uit (1) 2,5 bunder broek in Boxtel, ter plaatse Kasteren, tussen Wautgherus Eligii (?) zwager van verkoper enerzijds en Everardus broer van verkoper anderzijds, (2) 6 lopen gerstland in Boxtel, ter plaatse Kasteren, naast Everardus broer van verkoper beiderzijds, (3) 6 lopen gerstland aldaar, tussen Henricus die Hoessche enerzijds en heer Arnoldus de Palude priester anderzijds; de 2,5 bunder waren reeds belast met een erfcijns van 40 schelling. ...... zoon (?) van wijlenm Alardus van den Berghe zag af van zijn recht van vernaderen.

1370 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, pag. 55 regesten. febr. 1370 / door S.J.M.M. Ketelaars
Arnoldus Lijben soon de Lijempde verkocht aan Willelmus Loijer een erfcijns van 40 schelling, met Kerstmis te betalen, gaande uit een beemd in Boxtel, ter plaatse genaamd Liemde [Liempde] tussen Henricus genaamd Heijnmans soen enerzijds en Johannes Rutghers soen anderzijds, belast met een halve vracht hooitiende om het jaar.

1370 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, pag. 205 regesten. febr. 1370 / door S.J.M.M. Ketelaars
Arnoldus Lijben soen verkocht aan Willelmus Loijen een erfpacht van  een halve mud rogge, Bossche maat, met Lichtmis in 's-Hertogenbosch te leveren, gaande uit 4 lopen roggeland  in Boxtel, ter plaatse genaamd Liemde [Liempde] tussen Johannes Rutghers soen enerzijds en Johannes de Meijelsfort anderzijds.

1370 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, pag. 274 regesten. okt. 1370 / door S.J.M.M. Ketelaars
Lambertus zoon van wijlen Ioannes Monic verkocht aan Johannes Noijde een erfpacht van 1 mud rogge, Bossche maat, met Kerstmis in 's-Hertogenbosch te leveren gaande uit (1) een stuk land genaamd die Braak, in Boxtel ter plaatse genaamd Liemde [Liempde], tussenJohannes (?) zoon van Rutgherus Beiderzijds, (2) een beemd achter voornoemd stuk land gelegen, (3) een stuk land genaamd Vier Hornok Stuk, aldaar tussen erf behorend aan de H. Geest van Boxtel enerzijds en de gemeint anderzijds, (4) een tuin genaamd Reiners Hof, 1 lopen rogge groot, belast met de grondcijns en een tiend vracht hooi om het jaar.

1370 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, mf8 A 05. fol. 246v; pag. 303 regesten. 02-12-1370 / door S.J.M.M. Ketelaars
Eligius Loij zoon van wijlen Alandus genaamd Alant van den Berge verkocht aan Henricus genaamd Coele en Nijcolaus genaamnd Coel zoon van wijlen Wautgherus de Lijemde een erfpacht van 1 mud rogge, Bossche maat, met Lichtmis in 's-Hertogenbosch te leveren, gaande uit 1 mudzaad roggeland in Boxtel, ter plaatse Liemde [Liempde] nabij de plaats Berg, tussen kinderen van wijlen Johannes de Berze beiderzijds, reeds belast met grondcijnzen.

1370 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, mf8 A 09. fol. 248v; pag. 319 regesten. 19-12-1370 / door S.J.M.M. Ketelaars
Johannes zoon van wijlen Jordanus genaamd Codse verkocht aan Arnoldus Hoernken ten behoeve van Johannes Spiker zoon van wijlen Theodoricus Spiker een erfpacht van een halve mud rogge, Bossche maat, met Kerstmis in 's-Hertogenbosch te leveren, voor het eerst over 1 jaar, gaande uit 2 stukken land, 4 lopen groot, in Boxtel ter plaatse Liemde [Liempde], (1) tussen Henricus zoon van Henricus Mans soen enerzijds en wijlen Heijlwigis de Collenbergh anderzijds, (2) nabij de watermolen van Alsen [Antsel], tussen Theodoricus Meus soen enerzijds en Metta de Leemputten anderzijds, reeds belast met de cijns aan de Heer van Boxtel.

1371 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, pag. 26, regesten. datum: 13-02-1371 / door S.J.M.M. Ketelaars
Johanens van der Laerscot verkocht aan Henricus genaamd die Hoessche een erfpacht van 1,5 mud rogge, Bossche maat, met Lichtmis in 's-Hertogenbosch te leveren, gaande uit de navolgende erven gelegen in Boxtel ter plaatse Groot Liemde [Liempde], (1) een stuk land tussen Everardus zoon van Everardus Lichtwegghe enerzijds en beemden aldaar, (2) een stuk land tussen Wilhelmus de Laerscot enerzijds en Ghibo de Laerscot anderzijds, (3) een stuk land, tussen voornoemde Ghibo beiderzijds, (4) een stuk land aldaar ter plaatse het Gelookt, tussen voornoemde Everardus enerzijds en voornoemde Wilhelmus anderzijds, (5) 1/4 in 8 vrachten hooiland ter plaatse genaamd Breukerbeemd, eertijds van voornoemde wijlen Everardus Lichtwegghe, (6) 1/4 van 2 bunder heide aldaar, tussen Theodoricus zoon van wijlen Bartholomeus zoon van Theodoricus enerzijds en de gemeint anderzijds, reeds belast met grondcijnzen.

1371 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 248v, door Jan Toirnkens
Groter Lyemde, bij de watermolen van Alsen (watermolen huidige Meulekensweg).

1371 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 251v, door Jan Toirnkens
Lyemde, die Zeeltacker

1371 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 263v / door S.J.M.M. Ketelaars
Antonius zoon van wijlen Johannes genaamd Laet van der Donc verkocht aan Wolterus Rijt (1) 1/8 bdeel in 1,5 bunder beemd, in Schijndel, ter plaatse Eilde [Bodem van Elde], tussen de gemeint enerzijds en Wautgherus de Casteren anderzijds, (2) de helft in een tuin te Boxtel, ter plaatse Kasteren [in Liempde], tussen voornoemde Walterus Rijt enerzijds en Willelmus Sniders ter plaatse Kasteren, tussen voornomede Willemus Sniders enerzijds en Henricus Roden anderzijds, voornoemde 1/8 deel belast met grondcijnzen.

1371 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, mf8 C 13, fol. 264v / datum: 24-04-1371 door S.J.M.M. Ketelaars
...kinus Luwe de Vlimen droeg over aan Everardus zoon van wijlen de Casteren 1/7 deel in (1) een voertke, in Boxtel ter plaatse Kasteren [in Liempde], tussen Johannes de Casteren beiderzijds, (2) een stuk land in Boxtel ter plaatse Kasteren, tussen hr. Arnoldus de Palude enerzijds en voornoemde Johannes de Casteren anderzijds, (3) in een stukje land genaamd Die Brake, aldaar, tussen voornoemde Johannes enerzijds en een gemene steeg anderzijds, (4) een streep land, aldaar, ter plaatse die Nieuwe Bunder, tussen voornoemde Johannes enerzijds en voornoemde Everardus zoon van wijlen Johannes de Casteren anderzijds, (5) 1/2 bunder beemd aldaar ter plaats Nieuwe Bunder, tussen voornoemde Johannes enerzijds en voornoemde Everardus anderzijds, (6) een stuk erf, deels beemd, deels heide, genaamd Sassen Bunder, ter plaatse Eilde [Bodem van Elde], tussen Wautgherus de Casteren enerzijds en voornoemde Johannes anderzijds.

1371 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, mf9 A 2, fol. 285 / door S.J.M.M. Ketelaars
Aleijdis dochter van Godefridus Dunnecop weduwe van ?. droeg over aan Theodoricus Zoetmelc een erfpacht van tien zester rogge minus 1 spint, uit(?) een erfpacht van vier mud rogge, met Lichtmis te leveren, gaande uit goederen genaamd(?) Ten Velde. [te Liempde] Theodericus zoon van wijlen Theodoricus genaamd Zoetmelc beloofde aan voornoemde Aleijdis ten behoeve van haar en ten behoeve van haar zoon Godefridus, verwerkt door voornoemde wijlen Godefridus, een erfpacht van drie lopen, ? spint rogge, Bossche maat, met Lichtmis in Den Bosch te leveren, gaande uit de helft in de goederen genaamd Sweenslaken, die waren van voornoemde wijlen Gerardus, gelegen deels in Erp en deels in Veghel.

1371
/ BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 285 / door dr. Geertrui van Syngel
Dirk (Theodoricus), zoon van wijlen Dirck (Theodoricus ) Zoetmelc, zoon van wijlen Rudolf (Rodolfus) genaamd Bruijlant, heeft erfelijk verkocht aan Arnold Hoernken ten behoeve van Margareta genaamd (onleesbaar, Ketelaars veronderstelt Spiker) een erfpacht van 10 sester rogge minus 1 spint (Bossche maat), te leveren met Lichtmis (2 februari) in Den Bosch uit de goederen genaamd Ten Velde gelegen in Liempde, welke erfpacht toekwam aan (wijlen) Rudolf Bruijlant ? die hem toekwam door de dood van wijlen Gerard Mostart en zijn vrouw Jutta. Datum (vlgs S.J.M.M. Ketelaars:) 29 oktober 1371

1372 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, april, 1372, pag. 58 regesten / door S.J.M.M. Ketelaars
......Faber zoon van wijlen Jacobus de Halle en Johannes Postken verkochten hun deel in een erf (?) in Boxtel ter plaatse genaamd Kasteren [in Liempde], tussen Wolterus genaamd ....lie beiderzijds.

1372 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, fol. 252, vrijdag na Driekoningen door Jan Toirnkens
Joseph Boudewijns vanden Molengrave koopt ¼  van de waterkorenmolen van Casteren [Kasteren], van de wateroliemolen van Casteren [Kasteren] en van de watermolen van Autsel (watermolen huidige Meulekensweg) in Lyemde van Jan Buckinc (?)

1373, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: februari 6
Ghevart van den Venne, Loy van den Berghe, Henric Heynenmanssoen, Coel Wantghers, Jan Meydensvoert, Joseph die Moelner, Godevart Jans Crommensoen, schepenen van Liempde, verklaren, dat Arnt Janssoen van Gunterslaer verkocht heeft aan Jan geheten Rotart, zijn natuurlijke broeder, een akker land, geheten Heerlaersche Ecker [Hezelaarse akker?] , gelegen te Liempde tussen Mette Sporbosche en Jan heer Aelbrechtssoen.

1377 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1175, pag. 32 regesten / door S.J.M.M. Ketelaars
.... zoon van Ghislebertus genaamd de Berselaer (?)  gaf uit aan Mathijas ....... 1/4 deel in 4 stukken land in Boxtel ter plaatse genaamd Vrilikhoven [Vrilkhoven, Liempde], (1) tussen Jacobus Lambrechts soen de Vrlichoven enerzijds en Jacobus .uijsken anderzijds, (2) genaamnd dat ..... tussen kinderen van Johannes ...... enerzijds en ......  de Meijelsfoert anderzijds, (3) onleesbaar, (4) onleesbaar; de uitgifte geschiedde voor de grondcijnzen en thans voor een erfpacht van een half mud rogge, Bossche maat. Er is een bepaling met betrekking tot de wegen die over deze goederen lopen. ..... Rutgherus (?) man van Oda ...... gaf aan voornoemde Mathijas zijn 1/4 deel uit. ...... ....... dochter van wijlen (?) Theodoricus van der Heijden gaf aan voornoemde Mathijas haar 1/4 deel uit. ....... ...... zoon van wijlen Adam van der Heijden (?) man van ..... ......gaf aan voornoemde Mathijas zijn 1/4 deel uit.

1377 BP 1175, fol.150r. door dr. Geertrui van Syngel
Willem van Meyelsvoert en Jacob, zijn broer, kinderen van Jan van Meylsvoert, verkopen erfelijk aan Walter Delyensoen een erfcijns van 10 pond uit 3 bunder in de jurisdictie van Liempde … en uit 2 bunder weiland naast de plaats genaamd Vellaer.

1379 BP 1181, fol. 21, door dr. Geertrui van Syngel
Wilhelmus zoon van wijlen Willem xxx heeft zijn vijfde deel dat hem toegekomen was door de dood van Willem xxx in de goederen genaamd Goed Ten Assche, als mede in drie bunder gelegen xxx in genoemde xxx op de plaats genaamd Vellaer tussen het erfgoed van de Heer van Boxtel enerzijds en het erfgoed van Jacob xxx die eertijds van Jan van Achel waren, gelegen xxx. Wilhelmus zoon van wijlen Willem heeft zijn vijfde deel erfelijk verkocht aan Arnout zijn broer.

1379 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 116, door Jan Toirnkens
Lyemde, de plaatse "Laerscot"

1379, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: april 17 .
Willem van den Velde, Jonghe Ghevart van den Venne, Pauwels Heynemanssoen, Jan van den Assche, Laurens van Autmolen en Zebrecht van Collenberch, schepenen van Liempde, verklaren, dat Oude Jan Meyensvoert verkocht heeft aan Jan Roetart, de landen die hij heeft in Smaelwarteest [Smalder?], Diepeneest en Droghen onder Liempde.

1380, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: augustus 9.
Johannes Scrage en Johannes de Wynsel, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Johannes, zoon van wijlen Henricus de Luyssel, en Nycholaus de Luyssel verkocht hebben aan Johannes Roetart, twee stukken weiland, gelegen in de parochie Boxtel in Groter Liempde in de Pranghe [Prangen], tussen Bartholomeus, zoon van Johannes Rutgherssoen, en Heylkinus Enghelen.

ARA Brussel Rekenkamers toegang I 008. Inv. nr. 45086 Jaar 1380
(door Hein Vera)


Ensus domini ducis in Liemde in crastino Remigii  [de dag voor Remigius = 30/9] [ zou Census moeten staan maar er staat Ensus]

            Bartolomeus filius Joannis Rutgeri habet

Primo Arnoldus filius Heynmans pro Reynkino filio Elye III ob nov

item idem de communitate VI den nov

item Arnoldus van den Per  pro Joanne den Monic I den nov

item Aleydis relicta Eligii de Monte de communitate nunce vicinorum de

[ mogelijk is hier de nuntius mortalis of sterfelijk laat van de gemeynt bedoeld]

Liemde de novo receptur XX sol nigris

item Arnoldus filius Liben[?] pro Wilhelmo Luttelman de communitate  XII den nov

 

            Johannes Merke et Henricus Piper habent

item Boudewinus filius Elisabet de Rielant pro Arnoldo Hondertpont VI den nov

item idem I ob pag

item Bertholomeus filius Johannis filii Rutgeri de hereditate quondam  Reynkini filii Elie II 1/2 ob nov

item idem de communitate VI den nov

item dominus de Boxstel de Mosvenne XII den nov pro parte ducis

item idem vanden Tofvenne XI 1/2 den nov

P1210739

item Delia relicta Gevardi filii Johannis de Casterle de domo ten Bleke II den pag

item Elisabeth filia Alberti de Hoenberch III den nov

item Elisabeth Boudekini de parte orti prope Aben I den nov

item eadem pro Jacobo gener Gevardi de loco Nussenstat 1 den pag

item Elisabeth filia Godefridi de Zonne I den pag

item eadem de communitate XI 1/2 den nov

item Gerardus filius Hessels pro Boudekino de Rure II pull

            Gertrudis relicta et liberi

item Giselbertus filius Everardi de Laerscot III ob nov

            Elisabeth soror Godefridi

item Godefridus filius Henrici van den Loe de Regenmortel I den pag

item Godefridus filius Lamberti consanguineus Boudekini de Liemde I pull

item Henrick Collart III ob nov relictus est post mortem Mechtildis uxoris

item idem de merica  VI den pag

item Idem adhuc I den nov

item Henricus filius Alberti de bonis ante Laerscot VI  sol nov

item Heylwigis van den Per de communitate III sol nov

P1210740

item Henricus de Maren de communitate VII den nov

item Henricus gener Arnoldi Hondertpont de hereditate quondam Arnoldi

predicti II den nov I ort pag

item Henricus filius Henrici filii Engule de Vrilichoven II den nov

item Idem de vytfangh IIII den nov Item de communitate VI sol nov

item Johannes filius Sporbossche I den nov

item idem ex parte Lamberti Odenen I den pag

item Johannes Troestken pro Elisabeth filia Mette Wouteri I den pag

item Johannes filius Mette de Wonsel pro Johanne filio Goeswini textoris i den pag

            Heiliwigis filia

item Johannes Tye I den pag

item idem de hereditate Theodorici de Vrilichoven I den pag

item idem pro Johanne filio Heylwigis II den pag

            Boudewinus filius Gerardi domini Alberti

item Jacobus Lichtwegge de hereditate Gerardi sarratoris II den pag

item Johannes Merke de hereditate quondom Arnoldi Hondertpont IIII den nov 1 ort pag

item Katerina de Hoenberch III den nov

P1201741

item liberi Mette Spoerbosch II den nov

            Wilhelmus van den Velde

item liberi Henrici Mennekini de merica III den nov

item liberi Johannis filii Heynmans pro Heylwige filie Aleydis I den nov

            heredes

item Metta relicta Henric van den Scoet de agro dicto Scoet-

acker I den nov

            Relicta et Jacobus eius filius

item Paulus filius Heynmans de communitate XII den

            Henricus filius habet

item relicta Henricus filii Engule de Vrilichoven et Henricus filius II den nov

item eadem de vytfangh IIII den nov

item eadem de communitate VI sol nov

item Rutgerus filius Joannis pro Henrico Turnout II den pag

item idem de communitate  VI den  nov

P1210742

item Thomas filius Boudekine de Rure I pull

item Truda filia Johannis dicti Corverzoen [Conenzoen/Correnoen?] I den pag

item Wilhelmus filius Arnoldi van den Per III den nov

            Arnoldus filius Liben habet

item Wilhelmus Luttelman de communitate XII den nov

item vicini de Liemde de communitate per  Ludingum de Aggere X sol nov

item Wilhelmus van den Velde pro liberis Henrici Mennekens de merica

 Zonne


1381 / BOSCH’ PROTOCOL
BP 1176, fol. 19v, door Jan Toirnkens
woensdag na 't oktaaf van Petrus en Paulus

Eligius, genaamd Loy vanden Berge Alardszoon draagt op aan zijn natuurlijke dochter Elizabeth een huis en hof ( vroeger van Lodewijck Kelner) in Lutterlyemde onder Bucstel tussen Jan vander Velde en Jan Proest van Bucstel, een stuk land aldaar tussen Jan Proest en Jan vander Velde, een stuk land aldaar tussen Gerit Wolfs en Willem Spruyt, een stuk land "in die Brake" aldaar tussen Jan vander Velde en Joseph Grietensoen, een stuk land in een veld, dat vroeger was van Jan vanden Stadeacker in Groter Lyemde tussen Henrick van Uden en de gemeynt.

 

1381 Helmondse cijnsregisters Liempde 1381-1396 (RHCe 12063-283 cijnsregisters Liempde 1381-1396)


12063 Heerlijkheid Helmond, cijnsregisters Liempde 1381 -1396 (door Hein Vera)


Fol. 13 (scan 0027)

Census in  Lyemde solvendis  prima die post festo remigii mane

[ in de marge aantekeningen betreffende de hoogte van de cijns  2 oude d en 2 nieuwe]

Primo Arnoldus filius Arnoldus de Piro de hereditate Henrici Sporbossche  de no II d  Wilhelmus de Campo
Idem de vet IIII d de no II d

Item Arnoldus filius Joannis de Meyelsvoert  de no  XI d de hereditate quondam Henrici Sporbossche

Item Arnoldus filius Jutte dicta[?] Puer[orum] de no II d de bonis quondam Henrici Meijlsvoert

Item Arnoldus et Heinricus Viri de no  I d de domo et orto   Barth

Idem de no V d et de vet I d de hereditate quondam Joannis

Item Agnes de Collenberch de vet IIII d  de hereditate Henrici Collenberch

eadem  de no VI d de bonis prope de Hamsvort suo

Elisabet filia Laurentii filii Joannis de Oudemolen

eadem XII d de hereditate Zeberti de Collenberch de Hamsvort

item Arnoldus filius Henrici Viri de no VII d de domistadio  Aleijdis de Vrielichhove Idem de no VI d de [hereditate] [quondam]

Arnoldi van den Orse Nondonis quondam Heile de Vrielichove

marge: liberi IIIIor Henrici

item Arnoldus filius [Henrici ??] Scutken iunior de no  IX s de  Rekendonc

Boudewinus filius Govardi

item Baldewinus  filius  [Godefridus] de no  IIII d   de ortalo [Arnoldi Ollen] item de no  ... Jacob ... quondam Ge[vardi?]
item Barthelomeus filius Johannis [Mogghei] de no II d de domo et orto

item Baldewinus filius Elisabeth de Rielant de no III d de hereditate  Goswini de Re[genmortel]

item Boudewinus filius Elizabeth de Rielant de no  IIII d de hereditate liberi Henrici de Loe

 

Fol. 13v (scan 0028)

Census in Liemde

Relicta et liberi

Godefridus de Geldrop

item dominus Johannes scolasticus miles de no I d  de piscatura
item dominus Heymericus  de Campo presbyter de no V d de domistadio Mette Roveri

Liberi
item Elysabeth filia Jutte de Vrielichoven de no XIIII d
item Elysabeth filia Henrici de Loe de no  1 1/2 d de hereditate Godefridi filii Henrici de Loe
item Elysabeth filia Godefridi de Woensel  de no  III  ob de bonis Nycolai Sartoris
item eadem de no V d van d Vlaspreiden
item eadem de no  III d de orto sito retro  ortum Turnouts

liberi

marge: VI d no van de uytfang
item Elisabeth filia Jutte de Vrielichove de no 5 1/2 d
eadem van ene uytfanghe  de [no V] d
item Elysabeth filia Johannis de Piro et libiri de vet V 1/2 d idem de no  IIII d de hereditate relicta et liberi Johannis filii Arnoldi de Piro
item Elisabeth uxor Ywani[?] de Gravia de no II 1/2 s

item Elisabeth filia Alberti de Hoernken de no  IIII d de orto?
Elisabeth filia Laurentii filii Johannis de [ Antiqua] mola relicta Johannis

de hereditate Laurentii predicti
item Eva de Uden dicta Eefsken  et Elisabeth  soror eius de vet IX d
eedem de no XXI d
Eedem de no  XIIII d van den culen

Item Ghiselbertus Wlling filius Theodorici Wlling  de no II 1/2 s de hereditate  quondam ....
item Gerardus filius Hesselini de Lyemde de vet iX d  de domistadio et orto Ghevardi

item Godefridus Schenkel et Ghiselbertus Schenkel de Buscho de npvo II? d de hereditate

                                                                                   Everardi de [Acht]

item Gerardus filius domini Alberti de no XIIII d de hereditate sua iuxta Vlaspreide

Item Goswinus de Via Lapidea de Buscho de no XV d
Item de bonariis Clyncardi de no 2 1/2 s

Relicta
item Gerardus [ erboven filius Gerrardi] filii  Henrici Sporbossche de no XI d  de hereditate Henrici patris sui et? Arnoldi filii Johannis?

de Meyensvort et Aleydis de Bieclaer

 

Fol. 14 (scan 0029)

Census in Lyemde

Item Gerardus dictus Vosken die louwer  de Buscho de no VIII  s de Rekendonc
Idem de no X s Vii d  de aliis suis  bonis in Lyemde sitos
Item Gerardus filius Gerardi Baliaert de no IXx s de hereditate quondam Bartholomei de Meghen de bonis suis
Item Godefridus filius Baldewini de noV d et de vet I d de hereditate   [ in doorgehaald] Johannis Monachi

marge V d no I d vet  magister Jacobus
item Gerardus Hesselini de no I d de bonis  Johannis de Hoemborch
Idem de no XVIII d  de palude Gerardi de Aa
Item Godefridus filius Lamberti nepos Boudekani de Liemde de no IIII d de palude Gerardi de Aa Idem de no 1 d de bonis  Johannis  de Hoemborch
Item Godefridus filius Heinrici de Loe de no II d

Item Ghyselbertus de Laerscot de vet VI d de no III ob
item Henricus filius Henrici Viri de no VII d de domistadio Aleydis de Vrichchove et liberorum
Idem de no V d de vet I d de hereditate Joannis filii Lamberti de Vrielichove generi sui
Idem de no V d et de vet  I d  de hereditate quondam Joannis Monachi
Item Heimericus [ doorgehaald: et Gerardus]  filius Hesselini de Liemde de no VI d de petia terre  dicta Vlaspreide
Item Heinricus filius Beerte de Vlasvoert de no VI d de hereditate liberorum Joannis filii Arnoldi van der Orsse quondam Heile de Vrilichoven
Item Heinrici Collart de no VI d  de domo
Idem de vet  III d    f 116 III d vet[:  liberi ... per mortem ...]
Idem de no I d
item Heilwigis filia Johannis Meerkens de no XIII d de hereditate Johannes filii Chrispine/ Chrispiniane
item Heilwigis filia Johannis de Piro de no VII xd vit rewiren loect quondam  Joannes Mo[na]chi [zal Monix mee bedoeld worden]
item Heinricus Mynninc  de Lovanio[?] de vet  X d de hereditate in Vrilichoven et de no VIII d de bonis  Theodorici de Vrilichoven
Item Heilwigis Teyen filia Johannis Teyen  de vet  X d de hereditate  in Vrilichoven et de no VIII de bonis Theodorici de Vrilichoven
Item Heilwigis de Braken de no III d de hereditate Wilhelmi de Campo
item Henricus filius Henrici Scutken  de no IX d de Rekendonc
item Henricus filius Elizabethe de no IIII  d de orto quondam Elisabethe filie Aelberti de Hoemborch
Item Henricus  Heinrici filii Enghelberne de no 1Vd

Item Heilwigis filia Stevens de no XVI de hereditate relicta en liberorum Arnoldus Puerorum [ der Kinderen], Arnoldus filius Ottonis
Item Henricus filius Godefridi Crommen de no XI d de hereditate quondam Johannis filii Arnoldi Teyen van den Wadedonck
Item Heinricus Moerken de no VI d de hereditate Johannis filii Chrispine/Chrispiniane  quondam [ Elisabeth] Moerken
Item Henricus filius Johannis Mathye  et Elizabeth filia de  no III d de hereditate liberorum Elisabeth de Vrilichove

 

Fol. 14v (scan 0030)

Census in Liemde
(131) Item Jacobus  dictus  Lichtwegghe de no VI d de hereditate Gerardi Zeghers

(83-134) Item Johannes  filius  Tvoestken de vet X d de hereditate sua in Vrielichove. Heijlwigis Teijen filia Johannes Teijen

Idem de bonis Theodorici de Vrielichoven de nov VIII den
Idem de no VIII d van Zeberi Loect
Idem de no VI d de hereditate heredii Mette Manus videlicet de orto
Idem de no III de bonis Pauli Textoris

 (97) Item Jutta filia johannis Coenen sone ad opum heredii de no I de orto
Johannes filius Johannis filii Zeberti de Collenberch de no I d de hereditate quondam  Jutta filia Johannis Coenen
(73) Item  Johannes filius Chrispine/Chrispiniane de no XXXII [vervangen door XXVI?] d de hereditate quondam Elisabeth Moerkens

 (28) Item Johannes filius Arnoldi Teyen de no  XI d

item Johannes filius Ghibonis de Collenberch de vet IIII d de hereditate Henrici Reghenberch item de no VI de bonariis prope Hamsvort sito Idem de no XII d de hereditate Zeberti de Collenberch  de bonariis in Hamsvoort quondam Zeberti [of Henrici?] de Collenberch
item Johannes maritus  Mechtilde IIII  1/2 d de no de domo et orto quondom Joannis de Collenberch
Item Johannes filius Reynardi de no V  d et de vet I d de hereditate Henrici Viri  quondam  Johannes Monachi

(65) Item Johannes filius Jordani dicti Gods de vet II d

(58) Item Jacobus de Manso de no VII 1/2 d

Item Jacobus de Hamsvort de hereditate Alberti dicti Reghenmortel, de no XV d

            Petrus filius Aleydis                     

Item Jacobus  filius Lamberti de Vrielichoven de  no V d de vet I d de hereditate Joannis

Item Johannes filius Ghevardi de Vonne [staat er] de vet IIII 1 /2 d de hereditate liberi Ghevardi de Venne

Item Johannes van de Hoertt de no V d

Item Johannes filius Delien de no  XXI 1/2 d de hereditate pueri  Mechtelde de Leemputten

Item Johannes filius Merte de Woencel de no VII d de orto Mole

Item ohannes filius Merte de Woencel Goeswini Textor de no IIII d

Idem de vet II d de hereditate Aleide de Campo
Item Johannes Lobken  filius Elizabeth Arnoldi de no III  s IIII d de tribus cum tercia  parte  VIII bonarii quondam Heinrici de Fine et de no V1 d de orto de Valle et de vet III d  er de no X d de Henrica relicta et liberis
Arnoldi Puerorum
Item Johannes des Roetart de no VI d de bonis suis in Leymde Godescalci de Bladel
Idem  de no III d de prato quondam Everardi de Laerscot
Idem de no VI d de orto de Vallen et de vet III 1/2 d de no X 1/2 d de hereditate relicte et liberorum Arnoldi Puerorum


Fol. 15 (scan 0031)

Census in Liemde

(65) Item Jacobus filius Jacobi de Vlasspreide, de vet IIII d. de domo et orto suis  in Vrielichove
(102)
Idem de vet III d de hereditate Johannis Centum Librarum  (Honderdpont? yep!)
(29) Johannes filius Nondonis (van den Ors?) de Loect apud Wijsdonc de no IX d
Idem de uno bonario  iuxta Hamsvort de no XI 1/2 d no
Item Johannes filius Arnoldi Drinckelinx de no VII  d de domo et de vet III d de hereditate quondam Henrici Colkart
(35-40) Item Johannes de Laerscot filius Everardi dicti Lichtwegghe de vet VI d
(132) Item Jutta et Elisabeth et Sophia filie Arnoldi filii Reyneri de no III d  de hereditate Goesswini de Reghemortel
                        liberi
(281) Item Johannes de Meylsvort de no I d de agro
Item Johannes et  Petrus  liberi Gerardi van de Loe de no II [III?] d de hereditate Elizabeth quondam filie Henrici de Loe
(83) Johannes filius Heilwigis Boydens filie Everardi de Collenberch vel de Aqua de vet VIIII 1/2 d de domo et orto et agro Joannis Teyen
(84) Idem de no VIIII 1/2 d
[Johannes filius Heilwigus uxoris  voydelam III de agro, dit is de voilgende, die heb je beter gelezen]
(60) Item Johannes filius  Heilwigis uxoris Boydekini de Aqua de no XV d et ort van d’Hoenderdonc
Item Johannes et Ghevardus filii Heinrici de Aghel  de no II s
Item Johannes filius  Waleri de Bruggen de no XII d  de hereditate Johannis filii Henricus de Achel
(72) Item Johannes fi Waltheri de Brugghen, de vet VII d de no II 1/2 ob
Item Johannes Bie [Apes] de no IIII d  de ortalo Arnoldi Olle quondam Baldewini filii Govardi
Item Jacobus de Meyensvoer de no VI d de hereditate liberorum Mette de Vrilichoven,
(126) Item Katharina filia Johannes filii Rutgheri, de no V d  et de vet V d de hereditate quondam Johannis Monchi
(12) Item Katharina filia Johannes de Centum Librarum de no IX d de domo et  orto predictis sui
Item liberi Johannis filii Nondonis et  liberi Odrade sororis Johannis predicti  de no X d et  de no XII de uno bonario iuxta Hamsvoert
(50) Item liberi Gerardi filii Ghiselberti de Casteren de vet V 1/2 d de orto sito[?] in Casteren de cole mortales presbiterorum de Boextel
item liberi IIIIor Johannes van der Hoert de no I d
item liberi Johannis de Meielsvoert de no I  d de agro quondam Johannis de Meielsvoert
marge: Elisabeth filia Item Laurencius filius Johannis de Aude Molen de no VII d de hereditate Zeberti de Collenberch de bonis / bonariis .. Hamsvort quondam Agnes de Collenberch
Item liberi Johannis filii Chrispine/ Chrispiniane de no XII d de hereditate Johannis  filii Chrispine/Chrispiniane
item liberi Jacobi de Monte videlicet Jacoba Maria en Fissia de vet III d
Iidem de no II s IX d de palude quondam Gerardi van der Aa
Iidem pro Hermano Cloyale [ e maakt hij anders, maar Cleynael zal bedoeld zijn]] de no VII 1/2  d [ et III d no ]   de hereditate  sito? in Laerscot


 

Fol. 15v (scan 0032) 

Census in Liemde

(122) II s idem III d idem 1 d  1 d  vet
marge: Zacharias filius Rotarts  126 V d no / Item Lambertus filius Monachi de no II d  de merica Idem de no III d de hereditate Joannis filii Rutgh[er]i quondam Helye de Vrielichoven
Idem de no VI d et de vet I d de hereditate Joannis Monachi Idem de no II 1/2 d  de hereditate liberi Joannis filii  fili Arnoldi van de Orsse Noudonis quondam Heyle  de Vrillichove Relicte et? per mortem Lamberti van den Perre?
item liberi Ghevardi filii Ghevardi de Venne de vet  IIII 1/2 d
Item liberi Johannis filii Menneken de no VII d de domo et orto (105 vide)
Iidem de no VI d ex parte Heyle de Vlaspreiden (47 II  107 VI)
(106 IIII B) Iidem de no II s de bonis Gerardi de Platea
(107 i B II d VI xx ort) IIdem de no III s IX d de palude de Geradi de Aa,
(13 IIIII d no)
(47 IIII d no)
(79 IX dr no)
(Arnoldus filius Henrici Viri VI s) Item liberi Johannis filii Arnoldi van de Orse Noudonis de no XIIII d de hereditate Helye de Vrielichove
(19 Henricus fiiius Berte VI s)/ Wolterus de Essche / Iidem de bonis Helye de Vrielichoven de no II 1/2 d (122 VII) Relecta et per mortem Bessele Nouden et Metta van den Oirse
(81 VI d) Iidem de vet III d
Item Liberi Thome filii Boudekini de Liemde de no I d de bonariis Johanns de Hoemberch et de no XVII  d de palude Gerardi de Aa
Item liberi Gerardi de Loe de no III d de [hereditate of bonis zal hier tussen gestaan moeten hebben] Arnoldi Molleken et de no III d de hereditate Henrici Spreuts
Item liberi Elisabeth filie Jutte de Vrielichove de no XIIII d et de no II 1/2  d  et de no VI ? d de hereditate Elisabethe filie Jutte de Vrielichoven
Item magister Jacobus Groy de no V d et de vet I d de  hereditate Godefridi Baudewini quondam Johannis Monachi
(61 IIII d vet) item Mathyas filius Johannis filii Mathye  de vet IIII d de domo et orto in Vrielichoven
Item Margriet relicta Mathye et liberi de no XI d et I d de hereditate liberi Elyzabeth de Vrilichoven.
(42 XII d Joannes filius Delien ) Item Mechtildis de Putes Argille (Leemputten) de no XXI 1/2 d de hereditate uxoris Joannis filii Mathei et liberorum eorum relicta per? mortem Mathiae
(125) Item Nycholaus de Berze II 1/2 s de no de hereditate quondam Elizabethe uxoris Yewan de Gravia
(19) Item Nycholaus filius Nycholai Coelborner de vet XI d de hereditate Johannes de Bruxella
(39) Item Nycholaus filius Hille Cocs de no ob de hereditate Trude Kesers
Item Petrus filius Gerardi de Loe de no III d de hereditate liberorum Gerardi de Loe
(et XI x) Petrus filius Aleyde de no V d et de vet i d de hereditate Jacobi filii Lamberti de Vrilichoven
Item Petrus filius Heinrici de Veken de no XXII d de bonis
Item pueri? Helwigis des roden [ doorgehaald Rufi]  de no II 1/2  s de hereditate relicte et liberorum [Henrici]  de Boextel de bonariis Clincardi in Eelde
(33 IIII) Item Paulus filius Henrici Viri de no IIII d de hereditate Petri Hille
Item pueri IIIIor Mechtelde de Leemputten de no XXII? d de heriditate uxoris Joannis filii Mathei et liberorum eius
Item Petrus et Aelbertus liberi Johannis de Piro de no V d de heriditate Johannis filii Lize de Piro
relicta et libri
Item Rodolphus dictus Roefken filius Wilhelmi de no XV d de hereditate Godescalci de Bladel in Lyemde [Liempde]
Item Rutgherus filius Modelini, unum nigrum
Item Relicta et liberi Odradis de no VII  d de hereditate sua et de no VII de orto Monachi 
Iidem de no VII d pro Gerardo filio Thome et de no II d  pro Lunteno/e?
Iidem de no II d pro Henrico de Erkel et  de no III  ob de hereditate quondam Everardi Hulsman

 

Fol. 16 (scan 0033)

Census in Liemde

(136 VI de vet) Item relicta Woltheri Duutis et liberi eius de vet V 1/2 d de hereditate Wilhelmi Mathye

(10 lot III s IIII) Item relicta et  libri Arnoldi Puererorum de no VII s 1 d de bonis Heinrici de Fine

( Joh Lobken X d f 75  X d relicta et libri 70 Xperini/Xperiani II s III)  Iidem de no X d

(Heijlwig fi Stevers 37) Iidem de no III ob

(Johannes Rotarts XI d) Iidem de no VIII d

(Johannes Lobken IIII d) Iidem de vet VII 1/2 d (Petrus fol 100 [ is ws nieuwe blz] III d [komt na de volgende ws zoon]; Johannes Roetarts III 1/2 d   100 [ is ws nieuwe bladzijde] IIII d vet’ III / suo? X s VI 1/2 d de no)

Johannes Lobken VI d) Iidem de no XII d de orto de Valle (Johanns Rotarts VI d f 38 I 1/2 d f: 100 1 d no f: 75 II d 76 I 1/2 d)

[overgeslagen] Relicta Pauli fillli Henrici Viri et Jacobus filius eius de novo  1111 d  de hereditate Petri Hille quondam Pauli predicti

                                    Elizabeth filia 

(F vet Vz 14 III d) Item relicta et liberi Johannis filii Arnoldi de Piro de vet V 1/2 d

Iidem de no III d de domistadio suo

Item relicta et libri Henrici filii Henrici Scutkens de no III? s de Rekendonc quondam Henrici predicti

(L: 10 de no vd dominus Heijmeric de Campo) Item relicta Heymerici filii Heymerici de Boect de no V d de domistadio Mette Roveri yep

Item relicta et liberi Ghiselberti de Laerscot de vet VI d de no III ob de hereditate Ghiselberti de Laerscot

(43 IIIII d) Item relicta et liberi Ghevardi de Venne de vet IIII 1/2 d

Item relicta et liberi Wilhelmi filii Mali Abi de ver II d

(III d III d) Item relicta et liberi Gerardi de Loe de no III d de hereditate Arnoldi Molleken et de no III de hereditate Spruets

Item relicta et liberi Ghevardi filii Johannis de Casteren de IIII d  et de vet II d de heriditate Johannes filii Merte de Woensel

(13) Item relicta et liberi Henrici Rufi de Boextel et Conengundis soror eius de no II 1/2 de bonariis Clinecardi in Elde

Item Rutgerus filius Henrici Voskens [ invoeging: generi Loyen] de no III de heriditate Godefridi Schenkel, quondam Everardi de Vucht.

(29) Item Rutgherus filius Johannis de no II d  I ortde domo & orto te Collenberch

(III)(29) Idem de no III d de hereditate Wilhelmi de Campo

Item relicta Katharina Johannis de Piro filii Lyze de no V d  (88 III d 89 IIId)

Item relicta et liberi Wautgherie filii Johannis de Casteren de no II 1/2 s et I d de hereditate quondam [Woltherie Ghiben ?]

(115 I d ) Item relicta Johannis filii Zeberti de no I d de Oden Boschelken

91 IIIII

49 IIIII

(7 IIII ) Item relicta et liberi Joannis de Bijchlaer de vet XI d de hereditate Joannis de Bruxella

Iidem de vet XI d de earum heriditate

(44 I S xx ) Item relicta Eligii de Monte de vet I d de no I d de hereditate Marie matris sue

                        2 liberi Arnoldi Coppelman

(59 III d) Item relicta Arnoldi Coppelman et liberi eius de no III d de quarta parte VIII bonariorum siti juxta altam platheam (Hoogstraat)

(24) Item relicta Bartholomei de Meghe van den cule de no IX s de bonariis suis

Item relicta et liebri Chrispiani/Chrispiniani filii Arnoldi der Kynderen de no  II s VIII d de hereditate Chrsipini/Chrispiani predicti

Item relicta Boudewini filii Elisabeth de Rielant de no IIII d de hereditate Baldewini de Rielant quondam  Goeswini [de Reghenmortel]

Idem de no III de de hereditate liberi Gerardi de Loe

 

Fol. 16v (scan 0034)

Census in Liemde

Item relicta Jacobi de Monte de vet II 1/2 d (77 III d vet)

marge: liberi Jacobi de Monte videlicet Jacobus Maria et Fissia solverunt

eadem de no III s IX d de palude quandom Gerardi de Aa (53 I s I d / 86 II s I d / 89 I s I d)

eadem pro Hermano Cloyale de no VII 1/2 d (74 X d no)

eadem de hereditate in Laerscot de no II 1/2 d

Item Severinus filii Laurencii Candelitor et Mechtildis filia Johannes Nonde (noudonis? Nederlandse vorm) de vet IIII d de hereditate Johannis Ghibonis de Collenberch,  no VI  d de bonariis

Item Symonis filius Johannis Moens de no III 1/2 d de domo et orto Johannis maritis [ doorgehaald predicti] Mechtilde quondam Johannis de Collenberch

(92 IXX d vet) Item Spirtus sanctus [ klassieke afkorting, zie Cappelli 'Abbreviature blz 346] de Boextel de vet IX d

Item Sacharyas filius Rotarte de no V d de hereditate Lamberti Monchi et de no V d et de vet I d de hereditate Henrici filii Henrici dicti de Vrilchoven

(de no III 51) Item  Theodoricus de Hezelaer, de no III d

(120 VI d vet) Item Theodoricus filius Roetarts de vet VI d de hereditate Elizabethe de Piro

(91 XVI d no; 120 III d no)

Idem de no XVI d de Huenredonc  Idem de no III d de hereditate Wilhelmi filii Conegundis

(lib?  T: 26 I d / T: 113 XVII d) Item Thomas filius Boudekini de Liemde, de no I d de bonis Johannis de Hoemborch. et de no XVII d de palude Gerardi de Aa.

(T:34 V de I ort / 54 V d I ort) Item Wilhelmus filius Arnoldi de Piro de vet X 1/2 d de bonis Mette Josephs

Item Wilhelmus filius Aleydis de Bijchlaer de no XI d de hereditate quondam Henrici Sporbossche

(123 VI d no) Item Wilhelmus filius Heinrici Spruit de no VI d de hereditate patris sui

(T: 1 III s I d 120) Item Wautgher filius Johannes de Casteren de no III s I d de hereditate Joannis de Casteren

( de ves II de 102) Item Wilhelmus filius Rodolphi de no I d dimidio prato iuxta Hamsvort quondam  Zeberti de Collenberch

            Relicta

Item Wilhelmius  filius Mali Abi de vet II d

Item Wilhelmus de Campo de no II d et de vet II d et de no I 1/2 d de hereditate Arnoldi filii Arnoldi de Piro,

(vet IIII 101) Item Woltcherus maritus Heilwichis de Piro de vet IIII [III 1/2]d uten Cromme Strepe tot Vrielichoven

(II d no / VI  d VI d / III d) Item Woltherus Coelborner iunior de no II d de hereditate Mette de Rodenborch

Idem de no XV d pro Alberto filio                                                                                quondam Alberti filii

Idem de no XII d de hereditate Johannis filii Henrici de Achel

Item Wilhelmus filius Johannis de Meyelsvort de Reghenmortel, de no XV de hereditate Wolteri Coelborner junior

Item Woltherus filius Arnoldi de Essche de no VI d de hereditate liberorum Joannis filii Arnoldi van den Ors, quondam Heile de Vrilichoven

(XXXIII s IX d) Item vicini de Lyemde de no XXXIII s IX d de palude quondam Joannis de Beke

Item Chrispinus/Chrispinianus filius Arnoldi der Kijnderen de no II s IIII d de hereditate relicte et  liberorum Arnoldi Puerorum

Item Zebertus de Collenberch de no XII d van Luden Velswinkel ( Wilhelmus filius Rodulphi)

Idem de no XII d de eadem hereditate. Idem de no {doorgehaald II] I d de prato sito juxta Hemsvort

Idem de vet VI d de domistadio ten Collenberch

Item Zebertus filius Heinrici de Collenberch de no VI d de dimidio bonario prope Hemsvort


 

 

 

1381 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 208, 2 mei, door Jan Toirnkens
Henrick Henrics die Man van Lyempde geeft aan zijn broer Arnt een stuk beemd in Lyemde tegen een cijns op St Maarten van 6 pond en 8 schilling ( en de lasten).

 

1381 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 218v, door Jan Toirnkens
donderdag na St Gielis? Lyemde, beemd "Breuckelwinckel" aan de  Dommel bij de moelen "Audsel".

 

1381 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 218v, door Jan Toirnkens
donderdag na St Gielis?

Lyemde, Voertbeemd voor de molen van Audsel aan de loop "Runne" (nu Grote Waterloop).

 

1381 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 220v, door Jan Toirnkens
donderdag na Lambrecht

Henrick Henrick Mans soen verpacht aan Lambrecht die Monic 5 buunder hei voor 't "Perrie" in de parochie Bucstel, tussen Claes Coelbornre en de gemeynt, voor 1 ½ mud rog, op Lichtmis in Den Bosch te leveren. ( last: 3 oude groten aan de heer van Bucstel) Lambrecht zet als pand: een stuk beemd in Lyemde.

 

1381, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 283 Sint-Oedenrode (283-5, blz. 1, folio 12 v) Cijnsregister 1381-1406
Waltherus de Risinghen de veteri XV denarii de hereditate Arnoldus filius Arnoldus de Casteren

1381, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 283 Sint-Oedenrode (283-4, blz. 11, folio 11 v) Cijnsregister 1381-1406
Liberi Elisabeth relicta Gerardus Cornets de veteri IIII denarii de hereditate Hermannus Pellisitis de veteri IIII denarii de hereditate liberi Ermgardis de Dumo dicta 't Fossenhoel Liberi Arnoldus filius Arnoldus de Casteren de veteri XV denarii

 

1381, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 283 Sint-Oedenrode (283-4, blz. 11, folio 11 v) Cijnsregister 1381-1406
Johannes vander March? de bonario juxta Cranendonc de novi II stuivers quondam Petrus Gertrudis? cum suis attinentiis Johannes filius Wolterus de Villenbraken de veteri VIII denarii de hereditate Eligius de Spanct de domistadio Ada de Casteren quondam Margareta de Beke IJda filia Johannes de Espendonc et Heilwigis filia Rosemonts de novi XI denarii et ort de bonis De Goude

 

1381, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 283 Sint-Oedenrode (283-4, blz. 9, folio 10 v) Cijnsregister 1381-1406
Eligius filius Eligius de Spanct de veteri II denarii de hereditate Margareta filia dominus Thomas Eligius de Spanct de veteri VIII denarii de domistadio Ada de Casteren quondam Margareta de Beke

 

1381, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 283 Sint-Oedenrode (283-3, blz. 12, folio 6) Cijnsregister 1381-1406
Liberi Gerardus filius Ghibonis de Casteren de novi XVIII denarii de hereditate in Elde

 

1381, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 283 Sint-Oedenrode (283-3, blz. 12, folio 6) Cijnsregister 1381-1406
Liberi Arnoldus filius Arnoldus de Casteren de novi II denarii de hereditate Waltherus Sartoris

 

1382 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 236v, door Jan Toirnkens
zaterdag na 't oktaaf van Driekoningen

Leunis van Langvelt verkoopt aan Willem Waerloes een korentiend in Lyemde, welke jaarlijks rijdt tegen een tiend van heer Henrick van Mordrecht, ridder, aldaar.(Leunis had een tiend gekocht van heer Diederick van Huerne, heer van Pereweis en van Cranendonck, ridder (en heer van Herlaer-Gestel).

 

1382 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 238v, door Jan Toirnkens

donderdag na Paulus' bekering

Jacob Jan Jordenssoen van Bucstel verkoopt aan Claes van Luysel een cijns van 4 pond, te betalen op Kerstmis, uit de akker "die Pasche" in Lyemde.

 

1382 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 262, door Jan Toirnkens

donderdag na 't oktaaf van Sacramentsdag

Hilla, weduwe van Henrick Wert, en haar zoon Steven verkopen aan Ghijbrecht Vullinc 't goed "die Haseldonc" in Lyemde. Dat goed was vroeger van Elizabeth Yuwijns, grootmoeder van voornoemde Steven. (last: grondcijnzen)

 

1382 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 265v, door Jan Toirnkens

donderdag na Margriet

Jan Henrics van Achel draagt op aan jonkvrouw Henrick, weduwe van Willem Bastart van Bucstel, een cijns van 1 oude grote, welke Jan Jansz van Meyelsfoert beloofd had aan Jan van Achel te betalen op St. Remeys, alsmede 3 ½  brabants dobbel, welke Jan van Meyelsfoert beloofd had aan Jan van Achel te betalen op Andries uit de helft  van een veld "Priemsbuenre" in Groterlyemde.

1383, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: januari 27
Pauwels Heynemanssoen, Coel Wantgerrsoen, Jan van den Assche, Ghevart van den Venne, Zebrecht van Collenbergh, Rutgher Janssoen en Mathys Libenssoen, schepenen van Liempde, verklaren, dat Loye, zoon van wijlen Jan van Casteren, verkocht heeft aan de kinderen van wijlen Ghevart zijn broeder, zijn deel van een kamp land, geheten de Heydekamp, gelegen te Liempde in Dyentvelt [Dienstveld?], tussen Lambrecht Monycs en Lysbethen Arnt der Kynderen wyf.

1383, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: juli 21.
Jan van den Assche, Ghovart van den Venne, Zebrecht van Collenberch, Coel Wantgherssoen, Rutgher Janssoen en Mathys Lybensoen, schepenen van Liempde, verklaren, dat Pauwel Heynemanssoen verkocht heeft aan Jan Roetart van Liempde, een stuk land, gelegen te Liempde tussen Willem van den Velde en Johan Aleyttensoen van de Laerschot.

1383, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: juli 26
Ghevart van den Venne, Jan van den Assche, Coel Wantgherssoen, Pauwels Heynemanssoen, Zebrecht van Collenberch, Rutgher Janssoen en Mathys Libensoen, schepenen van Liempde, verklaren, dat Willem van den Velde verkocht heeft aan Jan geheten Roetart van Liempde, een stuk land, gelegen onder Liempde, tussen de koper en Yde Jansdochter van Bychghelaer.

1383 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 302, door Jan Toirnkens

maandag na Jubilate

 Engbrecht van Baex draagt op aan Henrick, natuurlijke zoon van wijlen heer Henrick van Baex, zoon van voornoemde Engbrecht, een pacht van 1 mud rog uit land "die Hoevelacker" in Luttellyemde onder Bucstel, en uit die "Laeracker"aldaar. ( Wouter Mariensoen van Lyemde had die stukken verkocht aan Engbrecht.)

 

1383 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 320v, door Jan Toirnkens

parochie Bucstel, ter plaatse "Wedehage" bij "die Hogestrate"

 

1383 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 320v, 27-08-1381 door Jan Toirnkens

Gerit nat. zoon wijlen heer Gerit van Bucstel koopt een pacht in Wedehage, Bucstel.

 

1383 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 322, door Jan Toirnkens

Leymde,   " 't goet ten Acker"

(de pachter Jan van Vinckenscoet moet elk jaar uit een veld in Eilde  [Bodem van Elde] 15 "boenre-royen pleckenlinck "steken" en die turven moeten een "hamervoet" dik zijn)

 

1383 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1176, fol. 330v, door Jan Toirnkens

donderdag na Ontvangenis

Jan Jan Moenszoon verkoopt aan Henrick Wellenssoen van Wetten een pacht van ½ mud rog op Lichtmis te leveren in Den Bosch, uit 5 lopense land in Onrade onder Bucstel tussen Goeswijn de Wever en Loy van Casteren [Kasteren].

 

1383 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1177, fol. 45, door Jan Toirnkens
Eligius geheijten Loij van Casteren [Kasteren], schoonbroer van wijlen Jacop sn. Jacops Coster.


1384 / BOSCH’ PROTOCOL
BP 1176, fol. 336, 14-01-1384 door Jan Toirnkens

Gerit nat. zoon wijlen heer Gerit van Bucstel koopt land op Zavendonc in Eilde [Bodem van Elde].

1384 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1177, mf3 E 05 fol. 110v. / website Jan Toirkens / Donderdag 17-03-1384.
Voornoemde Gertrudis dochter van wijlen Walterus genaamd Coelborner, wv Rodolphus zoon van Henricus genaamd Priems en haar zoon Walterus gaven uit aan Engbertus zoon van wijlen Lambertus de Ertbruggen een stuk beemd in Boxtel, ter plaatse genaamd Liempde, ter plaatse genaamd Vellaar, tussen heer van Boxtel enerzijds en Nijcholaus genaamd Coelborner anderzijds; de uitgifte geschiedde voor 2? oude groot, aan de heer van Boxtel, en thans voor een erfcijns van 4 gulden hellingen en 6 Holland plakken, te betalen met St. Maarten. Ter meerdere zekerheid stelde voornoemde Engbertus tot onderpand een erfpacht van ? mud rogge, maat van Oirschot, die Johannes de Helmont hem met lichtmis levert, gaande uit erfgoederen in Oirschot, ter plaatse genaamd Best, nabij Godefridus van der Hoeven.

1384 / BOSSCHE ENCYCLOPEDIE
(zie ook Inventaris van het Oud-Archief van het "Zinnelooshuis" te 's-Hertogenbosch door J.M. van Rooij, pag. 127)
Vestiging erfcijns land en beemden Boxtel-Casteren
Wautgerus van Casteren
t.b.v. Arnoldus Hoernken
van: erfcijns 20 schelling
uit: een stuk land gend. DIE PUTACKER in Boxtel in de jurisdictie van Liempde OP SAVENDONC [Savendonk] en twee stukken in CASTEREN [Kasteren] achter de watermolen aan de DOMMEL
lasten: één OPPER hooi afwisselend uit beide beemden te leveren aan N.N.
Nr 944 | 30 juni 1384

1385 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1177, fol. 254 door Jan Toirnkens
Ghevart ... (onleesbaar).. moet jaarlijks in de 4 pachtjaren van de verpachter Jan Gerits Vos een roede moer in Huysvenne steken en drogen en naar Den Bosch brengen in verpachters huis ofwel in plaats daarvan een keer per jaar met kar en paard een vracht voor verpachter brengen van Den Bosch naar Luik. (de verpachters hoeve lag in Lyemde)

1386, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: december 13
Pauwels Heynemanssoen, Ghevart van den Venne, Willem van den Velde, Jan van den Assche, Zebrecht van Collenbergh, Rutgher Janssoen en Mathys Lybenzoen, schepenen van Liempde, verklaren, dat Jan, zoon van wijlen Gherart van den Loe, verkocht heeft aan Jan (Roetart), natuurlijke zoon van wijlen Jan van Ghunterslaer, de goederen, welke hem aanbestorven zijn van Beele zijn moeder, gelegen te Liempde in Ghevarts beemden van den Venne.

1386 / SCHOUTSREKENINGEN ARA BRUSSEL, inv. nr. 3015b door Henk Beijers
in Lyemde GHEERTIE JAN AELBERTS SOENS dochter van erftalen gheyffent xlv s.

1387/ BOSCH’ PROTOCOL  BP 1178 f73v / door dr. Geertrui van Syngel
Dirck Buc, zoon van wijlen Godeschalk  van der Sporct, man en wettig voogd van Eesse, zijn vrouw, en Hendrik Buc, zoon van Dirck Buc, man en wettig voogd van Elisabeth, zijn echtgenote, dochters van Hendrik van Uden, verwekt door Hendrik en Hadewich, hebben een hoeve genaamd t Goet te Velde (afkomstig) van wijlen Bartholomeus, gelegen in de parochie van Boxtel  in de plaats Liempde, samen met alle aangehorigheden van het genoemde goed, alsmede uit (op de fotocopie niet duidelijk of hier het woord de staat, wat uit betekent, of dat het doorgestreept is. Dit is van belang voor de interpretatie: in het ene geval wordt de hoeve met 18 bunder in erfpacht gegeven, in het andere geval bestaat de hoeve uit 18 bunder) 18 bunder land in dezelfde plaats genaamd Liempde gelegen en grenzend [mogelijk staat hierna nog een onleesbaar woordje] aan Hendrik Pauli, zoon van Hendrik genaamd @ en Hendrik Boudekenssoen en Fyssia van den Berze, zoals daar de 18 bunder gelegen zijn. Zij (Dirck Buc, Henrik Buc, Eesse en Elisabeth)  hebben de hoeve genaamd 't Goet te Velde in erfpacht gegeven aan Arnold/Arnoud van den Dike en Wellinus Wellenssoen van Acht, door hen erfelijk te bezitten voor alle onraet, die wijlen Bartholomeus en Berthold, zijn broer (of zijn zoon, moeilijk te lezen op fotocopie), jaarlijks rechtens gewoon waren te betalen, alsmede voor een erfpacht van zestien en een halve mud rogge Bossche maat, erfelijk op Lichtmis te geven. Genoemde Dirk en Hendrik Buc hebben zeven bunder van wijlen Bartholomeus, zoon van Dirk, gelegen in de parochie van Boxtel op de plaats genaamd Liempde, tussen het erfgoed van Willem van de Velde enerzijds en het weiland van Arnold van den Perre anderzijds (hierna staat nog iets bovengeschreven dat ik op de fotocopie niet kan lezen), tegen een erfcijns gegeven aan Wellinus Wellenssoen van Acht, door hem erfelijk te bezitten voor alle onraad daaruit jaarlijks te voldoen alsmede voor een erfpacht van 4 mud rogge Bossche maat, erfelijk te geven op Lichtmis.

1388, / BOSCH’ PROTOCOL
BP 1178 fol. 217v / door dr. Geertrui van Syngel
Henrick Buc, zoon van Dirck Buc, zoon van wijlen Dirck Buc  heeft de helft die hem toekomt in een erfpacht van vier mud rogge (Bossche maat) erfelijk te  voldoen uit 7 bunder die van Bartholomeus was, zoon van wijlen Dirck, gelegen in de parochie van Boxtel  op de plaats Liempde, tussen het erfgoed van Willem van den Velden enerzijds en tussen het erfgoed van Arnold Van der Perre anderzijds, Welke 7 bunder Henrick Buc en Dirck Buc, zoon van wijlen Godfried  van der Sporct, in erfpacht gegeven hadden aan Willem Willemszoon van Acht, namelijk voor alle lasten daaruit jaarlijks te voldoen alsmede voor de voornoemde erfpacht van vier mud rogge.

1388, / BOSCH’ PROTOCOL BP 1178 fol. 225v / door dr. Geertrui van Syngel
Henrick, zoon van Willem van de Velden heeft drie bunder weiland in de parochie van Boxtel onder de jurisdictie van Liempde op de plaats genaamd in Wychmansbroeck [Wichmansbroek] overgedragen aan Jan, zijn broer.

1389 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1178 f254 / door dr. Geertrui van Syngel
Gertrudis, dochter van wijlen Walter genaamd Coelborner, weduwe van Hendrik Priem, met haar voogd, en haar zoon Walter, hebben een erfcijns van vier gouden penningen genaamd gulden hellingen en zes penningen genaamd oude plakken ook hellingen, die Engelbertus, zoon van wijlen Lambert van Eertbruggen gewoon was aan  Gertrudis en haar zoon Walter te betalen op Sint-Maarten uit een stuk weiland/beemd, gelegen in de parochie Boxtel  op de plaats genaamd Liempde op de plaats genaamd Vellaer, gelegen tussen het erfgoed van de heer (met kleine letter) van Boxtel een de ene zijde en Nicolaas Coelborner aan de andere zijde, welk stuk land Gertrudis en Walter  in erfcijns gegeven hadden aan genoemde Engelbert (zoon van Walter van Eertbruggen) voor twee oude groten en voor een kwart van een oude groot aan de heer van Boxtel daaruit te betalen,  alsmede voor een erfcijns van 4 gulden en 6 plakken nieuw daaruit te betalen, alsook uit een erfpacht van 1 mud rogge Oirschotse maat die Jan van Helmond gehouden was erfelijk te betalen op Lichtmis aan genoemde Engelbert (zoon van Walter van Eertbruggen) uit erfgoederen in de parochie Oirschot op de plaats genaamd Best, naast het erfgoed van Godfried van der Hoeven, welke pacht van 1 mud rogge genoemde Engelbertus samen met het genoemde stuk weiland voor de aflossing van de cijns als onderpand had gesteld, zoals in de schepenoorkonde staat, verkocht aan Nicolaas van Beerze en overgedragen met schepenoorkonden en het recht. Zij (Gertrudis en Walter) hebben  de erfcijns (van vier gouden penningen genaamd gulden hellingen en zes oude penningen genaamd oude plakken ook genaamd hellingen die Engelbrecht zoon van Walter van Eertbruggen gewoon was aan  Gertrudis en haar zoon Walter te betalen) verkocht aan Nicolaas van Beerze

1389  / BOSCH’ PROTOCOL BP 1178 f279v / door dr. Geertrui van Syngel
Elisabeth, dochter van wijlen Arnoud van Westfalen, met haar voogd, heeft een erfcijns van 10 pond en 1 oude Tourse groot uit een erfcijns van 32 pond, welke cijns van 32 pond de heer Willem van Boxtel, ridder, zoon van wijlen heer Hendrik van Boxtel, ridder, op Sint-Maarten moest voldoen uit de bunders land genaamd De Weijboenre [weibunder zie boek Frits Beelen], gelegen in de parochie van Boxtel op de plaats genaamd Lyemderwout, tussen de gemeint van Sint-Oedenrode richting het oosten aan de ene kant, achter de kerk van Oirschot richting het westen aan de andere kant, grenzend met het ene eind aan de gemeint van Liempde, welke cijns van 10 pond Elisabeth verworven had van Jan Janszoon van Hees, schoonzoon van Willem van Mynnemeer, overgedragen aan Mette Vilt, zoon van wijlen Hendrik Vilt.

1389, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS
  door W.A. Fasel datum: mei 30
Gheryt Hesselsoen, Joseph van Casteren, Coel Wantgerssoen, Lambrecht van den Ecker, Jan van der Laerscot en Jan Lobken, schepenen van Liempde, verklaren, dat Jan Claessoen van der Laerscot verkocht heeft aan Jan Roetart, natuurlijke zoon van wijlen Jan van Gunterslaer, alle beemden en groes, die hij heeft onder de dingbank van Liempde.

1390  / BOSCH’ PROTOCOL BP 1178 f270 /  door dr. Geertrui van Syngel
Hendrik Buc, zoon van Dirk Buc, zoon van wijlen Dirk Buc, man en wettig voogd van Elisabeth, zijn vrouw, en Hendrik van Uden, door diezelfde Hendrik van Uden en Hadewich, wijlen zijn vrouw, dochter van wijlen Bartholomeus, zoon van Dirk, verwekt, hebben een erfpacht van 4 mud  en 1 sester rogge Bossche maat uit de helft die hem toekomt in een erfpacht van 16,5 mud rogge, erfelijk op Lichtmis te betalen uit een hoeve genaamd 't Goet te Velde van wijlen Bartholomeus, gelegen in de parochie van Boxtel  in de plaats Liempde, en uit alle aangehorigheden van die hoeve,  alsmede uit 18 bunders land in dezelfde plaats Liempde geheten gelegen, naast het erfgoed van Paulus, zoon van [niet leesbaar in zwart van de fotocopie] genaamd die Man, Thomas genaamd Boudekenszoen en Fyssia genaamd van den Berge, [***] , welke hoeve met haar aangehorigheden en 18 bunder land genoemde Hendrik Buc en Dirk Buc, zoon van wijlen Godschalk, [zwart op fotocopie], man en wettig voogd van Eesse, zijn vrouw, dochter van Hendrik van Uden en wijlen Hadewich, in erfpacht hebben gegeven aan Arnoud van den Dijke en aan Wellinus genaamd Wellenssoen van Acht voor de lasten genaamd onraet, die Bartholomeus en [zwart], zijn broer, jaarlijks uit die hoeve met haar aangehorigheden en uit de 18 bunder land rechtens gewoon waren te betalen, erfelijk verkocht aan Rodolf van den Perre.

1390  / BOSCH’ PROTOCOL BP 1178 f279 /  door Jan Toirnkens
Heer Willem van Bucstel, ridder, zoon van wijlen heer Henrick van Bucstel, ridder, beurde een cijns van 32 pond uit die Weijboenre in Lijemderwout. (dus NIET vergeldt zoals ik vroeger heb opgegeven!)

1390  / BOSCH’ PROTOCOL BP 1179 f10 /  door Jan Toirnkens
Lyemde, een stuk land "die Zitart" (daaruit: 5 ½ penning cijns aan de heer van Pereweys)

1390 / SCHOUTSREKENINGEN ARA BRUSSEL, inv. nr. 2790 door Henk Beijers
LYEMDE
item LIJSBET EMONS van eenre dore die hare ontwildicht/ont-weldicht was die si weder nam sonder orlof van den here gheyffent om vii gulden

1390 / Dorpsbestuur Sint-Oedenrode BHIC 7633 Dorpsbestuur Sint-Oedenrode, inv. nr. 16 (of 899), datum 11 augustus 1390
De gebroeders Willelmus en Theodoricus, kinderen van wijlen Gerardus van den Leemputten, hebben gekocht voor Gerardus van Vladeracken en Willelmus Scilder, schepenen van 's-Hertogenbosch, van Everardus, zoon van wijlen Johannes van der Vallen: een erfpacht uit een huis, erf en tuin en erfgoederen in Sint-Oedenrode op Holaer en uit een kamp in dezelfde parochie op Elde en uit een wei in Boxtel op Wedehuse. Deze erfpacht hebben zij doorverkocht aan Johannes van Bladel, bakker. De gebroeders hebben een vierde deel van de erfenis van hun beide nog levende ouders in onderpand gegeven, bestaande uit een huis en hofstad genaamd ten Leemputte, met toebehoren en gelegen in Boxtel op Casteren [Kasteren].

1391 Spechtboek (1374-1440) 16 mei 1391 (RA BrusseT I 333 nr. 625)
Ende vrouwe Jehanne, de hertoghinne van Brabant, gaf den vorzegde heren Willem de hoge herlichheit tot Liemde in beternisse syns leens, sijne leefdage lang ende niet langer. Des heeft hi brieven.

Inv. des chartes et cartul. des Duches de Brabant et de Limb. et des pays d'Outre-Meuse. Troisieme partie. Chartes origin. et cartul. T I (1383-1396) / A. Verkooren (inleiding en tafels door A. Grunzweig) 625

Du mardj es festes de la pentecouste M CCC IIIIxx et XI. Mention des lettres patentes de cette date, par lesquelles la duchesse Jeanne de Brabant donna à Guillaume de Meerhem, seigneur de Boxtel, en récompense de ses services et en augmentation du fief qu'il tenait d'elle à hommage, la haute et basse justice de Liempde en, en la mairie de Bois-le-Duc, pour en jouir sa vie durant. Henri de Ranst, seigneur de Boxtel en eut la jouissance plus tard. 1391, 16 mai.

1391  / BOSCH’ PROTOCOL BP 1179 f33 5 januari /  door Jan Toirnkens
broeder Jan van Arkel, prediker (O.P.) zoon van wijlen Henrick Rode van Bucstel, verpacht aan Jan Moerken een stuk beemd in die Rubeemt (Rauwbeemd?) in de parochie Bucstel voor 14 lopen rog. Willem en Baudewijn doen afstand daarvan ten bate van hun broer Jan.

1391  / BOSCH’ PROTOCOL BP 1179 f107 op Severijnsdag /  door Jan Toirnkens
Henrick Janz die Moelner van Bucstel verkoopt aan Henrick die Wit, schoonzoon van wijlen Jan Wilgeman, een pacht van 2 mud rog uit een stuk land "dat Berckerot" op Onrode in Bucstel tussen Willem Mijnnemeer en Aelbrecht vanden Dijc; uit een beemd in 't Hilsbroec aldaar tussen Willem Mijnnemeer aan beide zijden; uit een stuk land, een hof en een wei aldaar aan elkaar gelegen tussen Willem Mijnemeer en Elisabeth vanden Everbossche; en uit een akker op Zelissel tussen Hozen-kijnderen van Casteren [Kasteren] en de kinderen van Lambrecht van Hoelt. ( de panden zijn belast met een grondcijns, ¼  meyeverken, een maatje wijn en 1 zester  gerst).

 

1391  / BOSCH’ PROTOCOL BP 1179 f111 op 2 november /  door Jan Toirnkens
Goosewijn Moedel zoon van wijlen Bertout Dircssoen verkoopt aan Ghijsbrecht Wouters vanden Berghe, Zebrecht Laureijnsz vander Hamsvoert en Jan Bathen soen vander Laerscot al het hout genaamd "doefhout"  (behalve het wilgenhout) staande binnen het hek van een veld behorende bij 't goed "te Bychelaer" in Lyemde. Voor begin mei moeten zij "te was" hakken en voor eind mei dat hout verwijderen.


1391  / BOSCH’ PROTOCOL BP 1179 f224 op donderdag na Letare /  door Jan Toirnkens

Wautgher van Casteren [Kasteren] verkoopt aan Jan van Holaer een cijns van 50 schillingen uit 12 lopense  gerstland op Zavendonc in de parochie Bucstel.

1392, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: januari 31
Gherart Kesselssoen, Ghevart van den Venne, Coel Wantgherssoen, Willem van Bichgelaer, Jan Meydensvoert, Henric Mutssart en Laurens van Autmolen, schepenen van Liempde, verklaren, dat Arnt Janssoen van den Orsse heeft opgedragen aan Lambrecht den Monyc Jan Monycssoen, Arnt Heymanssoen, Wouter Arntssoen van Essche en Beerten, dochter van Willem Henrics van der Vlasvoert, het goed die Brake, breder omschreven in de gevidimeerde schepenbrief van 2 mei 1360.

1392, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: maart 31.
Jan Meydensvoert, Ghevart van den Venne, Gherart Hesselssoen, Coel Wantgherssoen, Willem van Bychghelaer, Henric Mutsart en Laurens van Autmolen, schepenen van Liempde, verklaren, dat Gheertruyt, dochter van wijlen Jan heer Aelbrechtssoen, verkocht heeft aan Jan Roetart van Liempde, de helft van een stuk land, gelegen in de Heerlaersche eckere { Hezelaarse akker?] achter het ven, tussen de koper en Heyne van Bychghelaer.

1392  / BOSCH’ PROTOCOL BP 1179 f377 5 januari /  door Jan Toirnkens
Henrick Godevaerts Dicbier verkoopt aan Mechtelt Gerits Berwout een cijns van 7 aude scilde, half op St. Remeys, half op Pasen, uit een hoeve van verkoper in Essche en uit huis en hof in Den Bosch aan de Zile; alsmede uit een pacht van 16 mud rog, welke hij beurt uit "'t goet ten Acker"  in Lyemde en uit een veld in Eilde [Bodem van Elde]. ( Jan van Derentheren, Jan, Willem en Geryt zonen van voornoemde Jan van Derentheren, Wouter vanden Stoel en de voornoemde Henrick Dicbier hadden het voorschreven goed verpacht aan Reyner Jansz van Vinckenscoet voor 16 rog..), verder uit "die Hezeacker"  in Vechel en uit 3 stukken beemd in Vechel. De hoeve in Essche is belast met een grondcijns en met 2 mud rog pacht.

 

1392  / BOSCH’ PROTOCOL BP 1179 f391 donderdag na Misericordia /  door Jan Toirnkens
Jan, natuurlijke zoon van wijlen heer Eligius genaamd Loy vanden Aker, priester; Henrick Machielssoen, Godevaert Godevaert Vos, Corstiaen Pauwels van Lyemde en Jan Godevaerts van Broechoven verkopen aan Ghijsbrecht Jan Ghibensoen een stuk land in Essche tussen de straat en Jan Arnts Buckinc. Wouter Mathessen keurt deze verkoping goed.

 

1392  / BOSCH’ PROTOCOL BP 1179 f393 donderdag na Jubilate /  door Jan Toirnkens
Henrick Machielssoen, Corstiaen Pauwelssoen van Lyemde, Jan natuurlijke zoon van wijlen heer Eligius genoemd Loy vanden Aker, priester, Jan Godevaert van Broechoven en Godevaert Godevaert Vos verpachten aan Loy Alautssoen vanden Berghe  voor 7 jaar na kerstmis eerstkomend alle erfenissen van voornoemde Eligius in Lyemde voor een pacht van 6 oude groten en 3 ½ mud rog. Deze brief worde overhandigd aan Henrick Machielssoen.

 

1392  / BOSCH’ PROTOCOL BP 1179 f487 /  door Jan Toirnkens
Lyemde,   in Alsenre beemde

1393, BOSCH’ PROTOCOL BP 1179 fol. 532 / door dr. Geertrui van Syngel
Arnold/Arnoud van den Dijke heeft de helft (erfpacht: staat er niet) die hem toekomt in een zekere hoeve genaamd t Goet te Velde van wijlen Bartholomeus, zoon van Dirk, gelegen in de parochie van Boxtel op de plaats genaamd Liempde met de aanhorigheden van die hoeve op welke plaats dan ook gelegen, alsmede de helft die hem toekomt in 18 bunder land gelegen in de plaats genaamd Liempde, grenzend naast het erfgoed van Paulus, zoon van Hendrik die Man, Thomas Boudekenszoen en Fyssia genaamd van den Berge,  welke hoeve met haar aangehorigheden en 18 bunder land Arnoud en Wellinus genaamd Wellenszoen van Acht van Dirk Buc, zoon van wijlen Godschalk van der Sporct en Hendrik Buc, zoon van Dirk Buc in pacht verworven hadden, zoals in schepenoorkonden, erfelijk verkocht aan Jan genaamd Zaest. Jan van Zaest de koper, heeft beloofd 4x 50 Hollandse gulden aan Arnold/Arnoud van den Dijke, de verkoper, te betalen. 

1393, BOSCH’ PROTOCOL BP 1179 fol. 635 / door dr. Geertrui van Syngel
[*] Van Uden heeft een jaarlijkse erfpacht van vier mud rogge en 1 sister rogge Bossche maat uit de helft die toekomt aan Henrick en Dirck Buc, in een erfpacht van 16 mud op te brengen  uit een zekere hoeve genaamd t Goet te Velde, van wijlen Bartholomeus, gelegen in de parochie van Boxtel in de plaats genaamd Liempde, en uit de aanhorigheden van die hoeve, alsmede uit [gevlekt] bunder land in Liempde onmiddellijk naast het erfgoed van Paulus, zoon van [gevlekt], 
Van Uden heeft/hebben dat in erfpacht gegeven aan Arnout van den Dijke en aan Wellinus genaamd [gevlekt]
[De transactie is hier moeilijk te bepalen, omdat de tekst gevlekt is. Als Van Uden in erfpacht geeft, dan zou er niet dedissent kunnen staan. Dus mogelijk ontbreekt hier de eigenlijke rechtshandeling door de vlekken of loopt de tekst nog door op de volgende folio.]

1394??, BOSCH’ PROTOCOL BP 1175 fol. 52v/ door Jan Toirkens

Groetlyemde,   ter plaatse Vlassprey

 

1394??, BOSCH’ PROTOCOL BP 1175 fol. 150 / door Jan Toirkens

Lyemde  rogland, dat "Huffelt"


1394, BOSCH’ PROTOCOL BP 1180 fol. 252 / door Jan Toirkens

Groter Liemde,   land “Hezenroet

 

1394, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 3r, d.d. 7 februari 1394
36 Jan Wasmoet en diens zwager Henrick zoon van Philips van Helmont, verhuren aan Jan Merc een stuk land gelegen te Liempde, genoemd de Westacker, belendend Heijlwigen Roefs, Jacop van der Hamsvoert. Hieruit jaarlijks een halve Coelsche en een oort aan de heer van Boxtel te betalen op St. Maartensdag, verder 6 lopen rogge per jaar, maat van Den Bosch op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag. Datum 7 februari, getuigen A. van Hal en Art van den Ors. (1394)

 

1394, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 6v, d.d. 1394
94 Peter van Casteren zwager van Joseph van Casteren verkoopt (=belooft) aan Aernt van den Ors onze medeschepen een jaarlijkse pacht van een mud rogge, maat van Boxtel binnen de bruggen te leveren, steeds op Maria Lichtmisdag, op onderpand van al zijn bezit. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de pacht. Datum op het feest van St. Jan, getuigen Arnoldus van Hal en Jan Andriessen. (1394)

 

1394, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 6v, d.d. 1394
95 Genoemde Peter (van Casteren) mag de pacht altijd aflossen op St. Jans Baptistdag over 3 jaar tegen betaling van 20 goede oude guldens of ander goed geld. Actum als voor. (1394)

 

1394, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 7r, d.d. 12 juli 1394
97 Bouden Joseph van Casteren en diens zuster Belen, samen en hoofdelijk, verder Lambrecht de Bont, Peter van Casteren zwager van Joseph van Casteren en verder Jan Wautgarts verkopen (=beloven) aan Jan Andriessen onze medeschepen een jaarlijkse pacht van 2 mud rogge maat van Boxtel, steeds te leveren op Maria Lichtmisdag in het huis van Jan Andriessen. De schuldenaars beloven zulks na te komen. Datum 12 juli, getuigen Ghiben Sartor en Gerit de Wolf. (1394)

 

1394, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 8v, d.d. 1394
123 Coel Hannen verkoopt aan Aernt van de Beerselaer al zijn rechten en delen van een beemd genoemd die Rubent gelegen nabij Casteren bij de molen, zoals wordt gewisseld met Laureijs van den Hamsvoert en met Jan Vos. De verkoper belooft alle lasten daarin af te handelen, behalve 3 oude zwarten aan de heer van Boxtel. Datum op St. Judas en Simonsdag anno 1393 (attentie jaartal!, 28 oktober), getuigen Giben Sartor en Gerit de Wolf.

1395, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 9r, d.d. 1395
125 Willem genoemd Wautgaerts van Casteren verkoopt aan Peter Jan Scuermans zoon van Hal een ploegrecht op de gemeijntes van Campinne en van Elle die wijlen Jacob die Cuester eerder in eigendom had. Willem belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum op St. Pauwelsavond anno 1395. (attentie jaartal!, St. Paulusdag= 25 januari )

 

1395, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 10r, d.d. 7 maart 1395
141 Henrick van Tuijthese en diens zoons Robbrecht en Willem verkopen aan onze lieve heer van Boxtel (=Willem van Meerhem) een huis met alle toebehoren, gelegen te Boxtel aan de Strijpt, belendend het huis van Heijlen Lemkens, het huis van Minnemeers, de kinderen van heer Jacob, welk huis Henrick had gekocht van de heer van Boxtel voor 15 oude groten jaarlijks en 10 hoenderen volgens de schepenbrief van Boxtel. Nog verkoopt hij de helft van een beemdje gelegen achter dit huis van hiervoor, belendend de kinderen van heer Jacob, zoals de verkoper dat had verkregen van de kinderen van heer Jacob Custers zoon van Jan van Boxtel (?), verder van Loij Janszoon van Casteren als man van Lijsbeth en van Lieveraerden dochter van Jacob Cuesters, alles volgens de schepenbrief van Boxtel. Genoemde Henrick, Robbrecht en Willem doen er afstand van en dragen de twee schepenbrieven daarvan over en beloven alle lasten af te handelen. Datum 7 maart, getuigen Aert van den Ors, Gerit de Wolf en Dirck Scut. (1395)

1395, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: juni 6
Ghevart van den Venne, Gheryt Hesselssoen, Heynryc Mutsart, Lauwerens van Autmolen, Willem van Bychghelaer, Jan Tay en Willem van Meyensvoert, schepenen van Liempde, verklaren, dat Lambrecht den Monyc aan Aleyt, weduwe van Jan Scyman, en aan Katheryne en Mechtelt haar dochters, heeft afgelost een vierendeel van een voeder tiendhooi, dat hij jaarlijks uit zijn erve te Liempde placht te geven.

1395, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: juni 29
Ghevart van den Venne, Gheret Hesselssoen, Heynric Mutsart, Lauwerens van Anemolen, Willem van Bychgelaer, Jan Tay en Willem van Meyensvoort, schepenen van Liempde, verklaren, dat Heynryc en Peter, zonen van wijlen Henryc die men hiet van Scoet, en Mathys, zoon van wijlen Heynric Vyjans, hun zwager, verkocht hebben aan Jan Roetart van Liempde, een stuk land, gelegen op Vrillekover acker onder Liempde, tussen Willem van den Velde en Aleyt van den Berghe.

1396 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1180, f428 / door dr. Geertrui van Syngel
Dirck Buc, zoon van wijlen Godschalk  van der Sporct, man en wettig voogd van Eesse, zijn vrouw, dochter van wijlen Hendrik van Uden, door Hendrik van Uden en Hadewich, dochter van wijlen Bartholomeus, zoon van Dirk, verwekt,  heeft een erfpacht van 4 mud  rogge en 1 sester rogge die Dirk toekomt uit een erfpacht van 16,5 mud rogge, welke pacht van 16,5 mud rogge genoemde Dirk Buc en Hendrik Buc, zoon van Dirk, zoon van wijlen Dirck Buc, gewoon waren te betalen op Lichtmis en in Den Bosch te leveren uit een hoeve genaamd t Goet te Velde van wijlen Bartholomeus, gelegen in de parochie van Boxtel  in de plaats Liempde en uit de aangehorigheden van die hoeve waar dan ook gelegen alsmede uit 18 bunder gelegen in Liempde, gelegen tussen het erfgoed van [Paulus], zoon van wijlen Hendrik die Manne, en Thomas Baudekenszoen en Fyssia van den Berge, welke 18 bunder Dirk Buc en Hendrik Buc in erfpacht gegeven  hadden aan Arnoud van den Dyke en Wellinus Wellenssoen van Acht, alsmede voor de onraet die genoemde wijlen Bartholomeus, zoon van Dirk, en Bartholomeus jaarlijks uit die hoeve  met aangehorigheden en uit de genoemde 18 bunders moesten betalen, erfelijk overgedragen aan Ludolf, zoon van wijlen Ludolf van Boemel.

1396, Sint-Jan Bouwloods 's-Hertogenbosch nr. 1205 (2318). Datum 18-12-1396
Gerardus de Wiel en Arnoldus Heyme, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Ghevardus Castoren, aan Johannes, zoon van Johannes Hoester de Luyssel, verkocht heeft een erfpacht van een halve mud rogge, waarvan de eerste betalingstermijn zal zijn vanaf het eerstvolgende feest van Kerstmis na het verstrijken van het jaar uit:
1) halve bunder beemd in de parochie Bucstel in het rechtsgebied van Lyemde [Liempde] op de plaats Die Vloet [De Vleut] op de plaats Die Hamsvoert tussen het erfgoed van de kinderen van wijlen Laurentius van der Hamsvoert aan de andere zijde,
2) huis en erf op de plaats Die Vloet, tussen het erfgoed van die kinderen van wijlen Laurentius aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde,
3) 1,5 lopenzaat rogge in het rechtsgebied van Lyemde tussen het erfgoed van wijlen Gerardus Vosse aan een zijde en het erfgoed van Willelmus de Byechaelaer aan de andere zijde.

1396, BOSCH’ PROTOCOL BP 1180 fol. 573 / door Jan Toirkens

Groet Lyemde  op Beeclake

 

1396, BOSCH’ PROTOCOL BP 1180 fol. 587, maandag na Maria- Geboorte / door Jan Toirkens
Gerit Baliart en zijn zoon Gerit dragen op aan Jacob van Berze van der Horst alle beesten op de hoeve in Bychelaer, Liemde, voor 3 jaar.

 

1396, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 14r, d.d. 1396
184 Jan natuurlijke zoon van Willem Jacobs belooft aan Henrick en Jan als zoons van Wouter van de Vlasvoert en aan Heijlwig dochter van Wouter van de Vlasvoert, dat de jaarlijkse pacht van 4 lopen gerst die steeds aan genoemde kinderen werd betaald op onderpand van een stuk land gelegen onder Liempde, belendend Katarina dochter van wijlen Jan Rutgers, verder belendend Mees zijnde de broer van Katerina, dat hij daarin zo zal handelen dat er geen lasten voor hen ontstaan en als hij zonder wettig nageslacht sterft, dat die gerstpacht dan versterft op genoemde Henrick, Jan en Heijlwig.

1396, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 19v, d.d. 1396
247 Aert Ruelen Biederinnen(?), verkoopt aan Jan van Leemputte een stuk land gelegen te Casteren, belendend Aleijten Wautgerts, heer Henrick Cuesters, Jan de Clinckaert, genoemde Aleijt. De verkoper belooft alle lasten af te handelen. Datum op het feest van ... (?), getuigen Giben Sartor en Johannes Rijckes.

 

1396 BOSCH’ PROTOCOL  door Stan Ketelaars BP 1180 p 650v 08 za 23-12-1396
Godefridus zvw Henricus Posteels, gemachtigd door zijn moeder Gertrudis Posteels, en Ywanus van Gravia, gemachtigd door Beatrix gnd Loden wv Matheus Posteels, maanden 3 achterstallige jaren van een erfcijns van 5 pond geld, die Johannes van Casteren timmerman beloofd had aan Godefridus Posteel, een helft te betalen met Sint-Jan en de andere helft met Kerstmis, gaande uit een erfgoed, 21 voet lang en 22 voet breed, in Den Bosch, over de Visbrug, tussen erfgoed van Ghibo Scape visser enerzijds en erfgoed van voornoemde wijlen Godefridus Posteel anderzijds, welke cijns nu aan voornoemde Gertrudis en Beatrix behoort.

 

1396, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 23r, d.d. 3 oktober 1396
284 Lambrecht zoon van Gijsbrecht die Bont belooft aan Willem van de Velde ten behoeve van diens broer Johannes van de Velde, een pacht van 2 mud rogge per jaar, maat van Boxtel, steeds te betalen onder Lutger Lijempde op het goed van Johannes genoemd ten Eende (=Ten Eijnde). steeds te betalen op St. Remiusdag, op onderpand van 14 lopenzaad land gelegen te Casteren, belendend Gijsbrecht Snijders, Jan zoon van Wautgaerts van Casteren. Nog op onderpand van anderhalve bunder broekland gelegen in Eelde in een veld genoemd den Hueschen Camp, verder uit ander bezit van Lambrecht uit de molen van Casteren. Nog uit een huis, tuin en hofstad etc. van Lambrecht gelegen onder Casteren, belendend de kinderen van Joseph van Casteren, de gemeenschappelijke straat. De schuldenaar belooft de onderpanden on goede staat te houden voor de pacht en alle lasten daarin af te handelen, behalve een pacht van 5 en een half mud rog en 3 en een half mud gerst. Datum 3 oktober (1396?), getuigen Giben Sartor en Johannes Rijkens (of Cijkens?).

 

1397, SA Vonnisboeken (door Stan Ketelaars) VB 1799 f 116r 14, d.d. 05-02-1397
Item Art Hoernken gelijc als hi verboden heet anderwerf huijs ende hof ende enen camp gelegen in die prochi van Bucstel ter stat geheijten Liemde heet hi nu verboden derdewerf.

 


1397, SA Vonnisboeken (door Stan Ketelaars) VB 1799 f 116v 03. ma 05-02-1397.
Item
Reijner van Mechelen gelijc als hi verboden heet anderwerf enen beemt geheijten die Beren Beemt gelegen in die prochi van Bucstel in den gericht van Lijemde bi die sluijze van Casteren [Kasteren] heet hi nu verboden derdewerf.

 

1397, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 46r, d.d. 4 mei 1397

519 Bauden Gevarts van Casteren die men ook wel noemt van den Dueren (?) belooft als schuldenaar op onderpand van zijn persoon en bezit aan Didderick Jan Diddericks van Lucel en Bauden Janssen onze medeschepen ten behoeve van Didderick zoon van genoemde Didderick, 16 en een halve Wilhelmus Hollandse guldens of ander goed geld te betalen op de laatste dag van mei over 3 jaar. Omdat Bauden geen eigen bezit heeft in de dingbank van Boxtel, belooft hij hierbij dat hij geen verzet zal plegen tegen deze betalingsbelofte en zal handelen zoals iemand die hier wel *buikvast* is. Datum 4 mei anno 1397, getuigen Bauden Janssen en Jan van Lucel.

 

1397, BOSCH’ PROTOCOL BP 1180 fol. 726 / door Jan Toirkens

Lyemde    land "dat Broecloect"  neven de erfenis der kinderen genoemd "hondert pondert ponts kijnderen"

 

1397, BOSCH’ PROTOCOL BP 1181 fol. 21, 09-08-1397 / door Jan Toirkens

Willem zoon van wijlen Willem Mijnnemeer verkoopt aan zijn broer Arnt 1/5e deel geerfd van zijn vader en te erven van zijn moeder Katherijn, in ´t goet " Ten Assche", Bucstel en in 3 buunder beemd die Zijldonc in Vellaer en in een beemd bij Hoggendonc. Lasten : o.a. 1 mud rog aan Dirck van den Valchuze.

 

1397, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 25v, d.d. 11 april 1397
310 Jan van Leemputten belooft aan Aert van den Ors een jaarlijkse pacht van een mud rogge, maat van Boxtel, steeds te Boxtel binnen te betalen op Kerstavond, op onderpand van bezit in het Smaelbroeck, zoals hij heeft verkregen van Johannes Rijkens (of Tijkens?). Verder nog uit een zesterzaad land gelegen te Casteren aan het Winckel, belendend heer Henrick Cuesters, wijlen Woutgers van Casteren, genoemde Art zelf. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de pacht en alle lasten daarvoor af te handelen. Datum 11 april, getuigen Aert van Hal en Jan Andriessen. (1397?)

 

1397, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 27v, d.d. 1397

328 Bauden Josephs van Casteren, Lambrecht de Bont, Aert Minnemeer, Willem van Broeckhoven en Jan Wautgers, beloven samen aan Gerit zoon van heer Gerits van Boxtel ten behoeve van de heer van Boxtel 40 mud roge en 50 mud gerst en 24 Bossche ponden te betalen en wel 3 jaar lang vanwege de korenmolen die ze hebben gepacht, de helft ervan te betalen op St. Mathijsdag en de andere helft met St. Bartholomeusdag en het eerste jaar ervan zal zijn St. Bartholomeusdag anno 1396. Als men deze rog etc. niet betaalt en er daardoor schade voor de heer ontstaat, dan zijn ze daarvoor aansprakelijk. Datum de dag na St. Jans Onthoofding (30 augustus, 1397?), getuigen Gerit Wolf en Giben Sartor.

 

1397, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 27v, d.d. 1397

329 Bauden (van Casteren), Lambrecht (de Bont) en Aert (Minnemeer)van hiervoor beloven aan Willem van Broeckhoven en aan Jan Wautgers dat ze die zullen vrijwaren voor de belofte uit de vorige akte. Datum op St. Jans Onthoofdingsdag, getuigen als voor. (St. Jan Onthoofding = 29 augustus, 1397)

 

1397, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 28r, d.d. 1397

338 Gijsbrecht Snijder vererfpacht aan Henrick Voet zoon van Giben Voet een half huis met toebehoren zoals Gijsbert is toebedeeld van zijn zwager Wautgher van Casteren, gelegen te Boxtel aan de straat, belendend Aleijt Wautgerts en haar kinderen, Henrick Moleners, een gang daar zoals is afgepaald. De pacht bedraagt een half mud rogge per jaar, maat van Boxtel steeds op Maria Lichtmisdag te Boxtel binnen de bruggen te leveren ten huize van Gijsbrecht,verder een chijns van 2 en een halve schilling aan de Broederschap van O.L. Vrouw in de kerk van Boxtel, jaarlijks aan de kapelaan van Boxtel, verder jaarlijks 12 deniers te voldoen. Henrick Voet mag die helft van dat huis niet afbreken van het andere huis. Afspraak is ook dat Jan, Gijben en Willem als zoons van Wautgart (van Casteren) en Hillen, Lisbeth en Aleijt als dochters van Wautgart die de andere helft van dat huis hebben, die helft niet af zullen breken zonder toestemming van Henrick. De verkoper belooft alle lasten af te handelen, behalve de genoemde 2 en een halve schilling per jaar en het malder rogge en de 12 penningen. ( de akte is doorgestreept)

 

1397, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 28v, d.d. 1397
340 Gijsbrecht Snijder verpacht aan Henrick Voet zoon van Giben Voet een half huis met toebehoren zoals Gijsbert is toebedeeld van zijn zwager Wautger van Casteren, gelegen te Boxtel binnen aan de straat, belendend Aleijt Wautgerts en haar kinderen, Henrick Moleners, een gang daar zoals is afgepaald.De pacht bedraagt jaarlijks 2 en een halve schilling te betalen aan de broederschap van de O.L. Vrouw in de kerk van Boxtel, steeds op Maria Lichtmisdag, zoals eerder Willem Snijder die heeft vermaakt, verder 12 penningen aan de kapelaans in de kerk van Boxtel op Maria Lichtmisdag en tegen een half mud rogge per jaar, maat van Boxtel steeds op Maria Lichtmisdag te Boxtel binnen de bruggen te leveren ten huize van Gijsbrecht. Verder krijgt Henrick een pad van 4 voet breed naast de genoemde gang van Aleijt Wautgerts en haar kinderen tot aan de sloot daar achter. De verkoper belooft alle eerdere lasten af te handelen. Henrick als koper belooft die helft van dat huis niet af te zullen breken tenzij met goedkeuring van Aleijt Wautgherts en haar kinderen. Afspraak is ook dat Jan, Gijben en Willem als zoons van Wautgart (van Casteren) en Hillen, Lisbeth en Aleijt als dochters van Wautgart die de andere helft van dat huis hebben, hun helft niet af zullen breken, zonder toestemming van Henrick.Actum als voor. (1397)

1398, BHIC, 221 Provinciaal Genootschap. datum 18 april februari 1398
Akte van verlening, verleden voor Arnoldus van Vladeracken en Engelbertus Ludinc Pijnappel, schepenen van 's-Hertogenbosch, door Johannes Henricuszn Hencenszn van Rode Sint-Ode, aan Andries van Ouderichem, van grondrente uit land onder Boxtel "Borselaer" [Bordelaar, Liempde?], en uit huis met erf, in Sint-Oedenrode "Onlant".

1398, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 28v, d.d. 2 januari 1398
343 Jan en Gijsbrecht kinderen van wijlen Wautgerts van Casteren en hun zwager Dirck van de Beerselaer beloven aan Jan zoon van Jan Coliemans een jaarlijkse pacht van 10 lopen rogge, maat van Boxtel binnen de bruggen te leveren op Kerstavond op onderpand van een perceel genoemd de Weedehaghe, gelegen te Casteren op de Hoogstraat daar, belendend heer Henrick Cuesters, Wouter Colen. De schuldenaars beloven het onderpand in goede staat te houden en alle lasten af te handelen, behalve 40 schillingen Bosch geld, verder de genoemde 10 lopen rogge per jaar. Datum 2 januari 1398 getuigen Giben Sartor en Jan Andriessen. (jaartal 1398 is hier duidelijk genoemd)

1398, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 29v, d.d. 21 januari 1398
354 De schuldenaars (van Casteren) mogen de pacht aflossen per de dertiende dag (6 januari) in de komende 2 jaar tegen betaling van 25 gouden peters of ander goed geld. Datum de dag na St Fabiaen en Sebastiaen, getuigen als voor. (St. Fabiaen =20 januari, 1398)

1398, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 29v, d.d. 1398
353 Wouter zoon Wouter Gijsbrechts van Casteren, verder Bauden zoon van wijlen Gevaerts van Casteren beloven aan Willem van de Velde ten behoeve van diens broer Jan een jaarlijkse pacht van 2 mud rogge maat van Boxtel, steeds te betale te Lutgher Lijempde op het goed van deze Johannes, op onderpand van een akker genoemd de Zeept waar men 6 lopen gerst op pleegt te zaaien, gelegen op Zavendonck, belendend Jan Wautgerts, Jan van Leemputten. Nog op onderpand van een stuk land gelegen onder Casteren ter plaatse genoemd dat Nu lant, belendend heer Henrick Cuesters, de kinderen van Willem Josephs. Nog op onderpand van een stuk land genoemd de Dorenacker en uit een beemd genoemd Put gelegen aan de gemeenschappelijke pad daar te Casteren, belendend Matheeus van de Maede, de pad, genoemde Johannes. De schuldenaars beloven de onderpanden in goede staat te houden voor de betaling van de pacht en alle lasten af te handelen behalve jaarlijks een oude grote op St. Maartensdag uit de genoemde Doerenacker en behalve de vermelde 2 mud rogge. Datum op St. Sebastiaen en Fabiaensdag, getuigen Giben Sartor en Dirck Scuts.(1398)

1398, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 30r, d.d. 1398
357 Bauden zoon van Gevaerts van Casteren draagt aan Wouter zoon van Gijsbrechts van Casteren een vordering over van 25 hollandse guldens, die genoemde Wouter en diens broers Gijsbrecht en Jan en hun zuster Lisbeth nog aan Bauden schuldig waren vanwege diens huwelijk. Bauden doet er afstand van en zal alle lasten daarin afhandelen. Datum in het vigilie van Sebastiaen en Fabiaen, getuigen Giben Sartor en Dirck Scuts. (1398)


1398, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),
 inv. nr. 53, pag. 32v, d.d. 1398

382 Genoemde Gijsbrecht en Jan (van Casteren) mogen het mud rogge aflossen per a.s. Maria Lichtmisdag over 2 jaar tegen betaling van 25 Gelderse guldens die men Strampraetsche guldens noemt, samen met de rogpacht zelf. Datum op het feest van St. Joris, getuigen als voor.

 

1398, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 32v, d.d. 1398
381 Gijsbrecht en Jan zoons van Gerit Gijsbrechts van Casteren beloven samen aan Peter zoon van Gerit Heijlen een mud rogge per jaar, maat van Boxtel en te Boxtel binnen de bruggen te leveren op Maria Lichtmisdag, op onderpand van een bunder broekland gelegen te Casteren in de Wedehaghen, belendend Matheeus broer zijnde van genoemde Jan. Heijlwig Joden en haar kinderen. De schuldenaars beloven het onderpand in goede staat te houden voor de pacht en alle lasten daarin af te handelen behalve een oude grote als grondchijns aan de heer van Boxtel en het genoemde mud rogge zelf. Datum in het vigilie van St. Joris, getuigen Giben Sartor en Jan Andriessen.

 

1398, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 33v, d.d. 3 mei 1398
396 Aernt van den Berselaer draagt aan Alijt zijnde de wettige vrouw van Wautgarts van Casteren al zijn rechten en deel over van bezit dat Aert had verkregen in een schepenbrief van Boxtel inzake een pacht van een mud rogge dat Aert en Willem Gobbelens van de Wiele hadden gekocht van Wouter zoon van Wouter Gijsbrchts van Casteren volgens die schepenbrief. Aert belooft de overdracht gestand te doen en alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum 3 mei (1398) , getuigen Aert van Hal, Didderick Scuts en Jan van Lucel.

 

1398, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 53, pag. 48r, d.d. 1398
441 Wouter zoon wijlen Wouter Gijsbrechts van Casteren verkoopt aan Aleijt wettige dochter van Wautgart van Casteren een half mud rogge per jaar, maat van Boxtel, steeds te Boxtel binnen de bruggen te leveren met Kerstavond, op onderpand van een bunder broekland genoemd de Braken gelegen te Casteren, belendend de kinderen van Willem Josephs, Henrick Henrick Cuesters, de gemeenschappelijke straat. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de pacht en alle lasten af te handelen, behalve twee oude groten aan de heer van Duffel. Datum in het vigilie van (Kerstmis?), getuigen ...., Dirck Scuts.(1398)

 

1398, BOSCH’ PROTOCOL BP 1181 fol. 100, 14-10-1398 / door Jan Toirkens
Broeder Herman van Porta Celi en Willem. zonen van wijlen Willem Mynnemeer, Jan Janssn. van Hees man van Lijsbeth Willem Mynnemeer en Jan Wauterssn. van Brakel man van Margriet Willem Mynnemeer, hebben opgedragen aan hun broer Arnt Willem Mynnemeer 1/5e deel dat Mechtelt Willem Mynnemeer geerfd had van haar vader Willem en zou erven van haar moeder Katherijn in de hoeve ´t goet "Ten Assche", Bucstel, Cleijn Lijemde en in een buunder broekland "die Zijldonc" bij Vellaer en in een beemd bij de Hoge Vonder.

 

1399, BOSCH’ PROTOCOL BP 1181 fol. 89, 03-01-1397 / door Jan Toirkens

Jan nat. zoon van wijlen heer Willem heer van Bucstel, geeft in erfpacht aan Willem van Dormalen een beemd in Groter Lyemde met de helft van de oude sloot of gracht, om ½ mud rog Bossche maat op Lichtmis en 2 aude groten grondchijns.
Lambrecht van Luyssel ziet af van vernadering.

 

1399-1400 STADSREKENING ‘SHERTOGENBOSCH, inventarisnummer 1349 (door S.J.M.M. Ketelaars)
Item des donredagen na sinte Katelinen dach (do 27-11-1399) gecoft tegen Kerstiaen Pauwels soen van Liemde [Liempde] een voeder houts om XLV pl

...,. sc 45 pl

14.., BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: december 16.
Akte van .. voor schepenen van 's-Hertogenbosch, waaarbij Arnoldus Deris van den Cloet en zijn vrouw Sophia aan .... opdragen (?) het vierdedeel in een beemd 'op den Run' onder de parochie Boxtel, maar de jrusidictie van Liempde, loco dicti Munsel, en een wei geheten 'die Voertbeemd

1400  / BOSCH’ PROTOCOL BP 1186 fol. 88v / door dr. Geertrui van Syngel
Ludolf, zoon van wijlen Ludolf van Boemel, heeft een erfpacht van vier mud rogge en 1 sister rogge, Bossche maat, die aan Dirck Buc, zoon van wijlen Godfried  van der Sporct, toebehoorde, in een erfpacht van 16,5 mud rogge, erfelijk te voldoen op Lichtmis uit een hoeve genaamd  t Goet te Velde gelegen in de parochie van Boxtel op de plaats genaamd Liempde en uit de aangehorigheden van diezelfde hoeve en uit 18 bunder land gelegen in Liempde , welke pacht van vier mud rogge en 1 sister rogge Ludolf verworven had van Dirck Buc, zoon van wijlen Godfried van der SporctLudolf, zoon van wijlen Ludolf van Boemel, heeft de erfpacht overgedragen aan Willem Bac, zoon van Mathias van den Molengrave.

1400, BOSCH’ PROTOCOL BP 1182 fol. 69, 08-07-1400 / door Jan Toirkens

Lambrecht Ghijben zoen die Bont verkoopt aan Willem Willems van den Velde t.b.v. Jan Willems van den Velde ¼ e deel in de watermolens, Lijemde, Casteren [Kasteren], ¼ e in 2 bunder beemd Casteren [Kasteren] in den Wert rondom in de Dommel. ¼ e in een erf met houtwas in Luttellijemde en ¼ e in de watermolen in Alsel (watermolen huidige Meulekensweg), Lijemde. Lasten : 40 schillingen payment en 4 mud rog en 4 mud gerst uit het ¼ e.

1400 Tafel van H. Geest van 's-Hertogenbosch door Ton Kappelhof. Deel V. pag. 4., 1274b, datum: 17 augustus 1400
Testament Henricus van den Cloot c.s. Erfcijns goederen Liempde en erfpacht goederen Oss.
Voor: notaris Theodoricus Heym van Vechel, clericus Luik
Van: Henricus van den Cloot, poorter en gehuwd met Agnes dochter van wijlen Franco Hoefslegher. Zij zijn gezond van lichaam en geest.
Betreft:
1. Een legaat aan de Tafel van de Heilige Geest namelijk een erfcijns van 10 pond te vestigen op de goederen geërfd of nog te ervan van zijn ouders.
2. Henricus van den Cloot heeft de helft van de onder 1. vermelde goederen vermaakt aan zijn natuurlijke dochter Sophya, mocht zij overlijden zonder wettig nageslacht na te laten, dan vervallen deze goederen aan de Tafel van de Heilige Geest, maar in dat geval vervalt legaat 1.; Agnes voornoemd heeft het vruchtgebruik van deze goederen.
3. erfpacht van 2 mud rogge uit goederen gelegen in het dorp [villa] Oss minus 1/3 mud rogge vermaakt aan de Tafel van de Heilige Geest.
Plaats: in het huis [domum seu hospitium] van de Tafel van de Heilige Geest, waarin zij thans wonen in een / de nederkamer [camera bassa]; zij plegen daar te slapen.
Getuigen: Arnoldus zoon van wijlen Arnoldus van Dijk, Albertus zoon van Lambertus van Dynter, Johannes zoon van Luytgardis Hannensoen, Arnoldus zoon van Crispianus.
In dorso: 10 pond goederen te Liempde; wat later van de abdij van Averbode [Hoeve c.s. Ten Kerckhove te Liempde]
N.B.: de datering geschiedt volgens de stijl van het hof van Luik.

1400 Tafel van H. Geest van 's-Hertogenbosch door Ton Kappelhof. Deel V. pag. 7. datum: 30 oktober 1400
Aanvulling testament Henricus van den Cloot erfpacht ligging onbekend.
Voor: notaris Paulus Borchardis van Zulichem, priester Luik
Van: Henricus zoon van wijlen Arnoldus van den Cloot rector sue provisor van Tafel van de Heilige Geest. Hij is gezond van lichaam en geest.
Betreft:
Een legaat aan de Tafel van de Heilige Geest van een erfpacht van 2 mud rogge te vestigen op al zijn goederen; al zijn overige niet reeds gelegateerde goederen vermaakt hij aan zijn natuurlijke dochter Sophya, verwekt bij Katherina dochter van wijlen Jordanus van der Vloet van Oerscot; mocht zij overlijden zonder wettig nageslacht na te laten, dan vervallen deze goederen aan de Tafel van de Heilige Geest.
Hij wenst begraven te worden bij de minderbroeders.
Bijzonderheden: Hij herroept alle eerdere testamenten behalve dat, wat gemaakt is ten overstaan van notaris Theodoricus Heym van Vechel, met instemming van wijlen zijn echtgenote Agnes.
Plaats: in het woonhuis van de Tafel van de Heilige Geest, in de bakkerij van dat huis
Getuigen: Johannes van Scijndel, de bakker en zoon van Luytgardis Hannen soen; Arnoldus zoon van Christiani van Nuenrebeke; Arnoldus zoon van wijlen Arnoldus van Nuenen; Rodolphus zoon van wijlen Ghibo Vette; Johannes zoon van wijlen Henricus Voet van Schindel; Elijsabeth dochetr van Noutdonis; Oda dochter van Walterus Bul; Agnes dochetr van Nycolaus Reynkini; Arnoldus zoon van wijlen Arnoldus van Dijk, Albertus zoon van Lambertus van Dynter, Johannes zoon van Luytgardis Hannensoen, Arnoldus zoon van Crispianus.
In dorso: 2 mud rogge uit het goed van Averbode te Liempde [Hoeve c.s. Ten Kerckhove te Liempde]

1400-1401 STADSREKENING ‘SHERTOGENBOSCH, inventarisnummer 1351 (door S.J.M.M. Ketelaars)
Item gecoft op sente Severijns avont (vr 22-10-1400) tegen Korstiaen (dg: -s) Pauwels soen van Liemde [Liempde] III vierdel eijkenre rijs om IIII sc

1401, BHIC, 1232 Illustre lieve vrouwe broederschap in 's-Hertogenbosch, (1291) 1318 - 2005, datum 1401-06-28.
In vigilia Beatorum Petri et Pauli apostolorum
Mechteld, dochter van Hendrik, zoon van Jordaan van Oirschot, heeft verkocht voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Jan Vynninc, goudsmid, voor de broederschap:
erfpacht uit Den Groten Acker in Liempde in Boxtel en uit andere goederen daar en in Den Houwe.

1402, BOSCH’ PROTOCOL BP 1182 fol. 417v, 08-05-1402 / door Jan Toirkens
Gerit van der Aa verpacht voor 6 jaar vanaf Pinksteren a.s. aan Willem Wautghers van Casteren [Kasteren] de hoeve "tguet ter Aa ", Bucstel om 15 mud rog Bossche maat,  op Lichtmis en 10 kapoenen, 2 zesteren raapzaad en 4 steen vlas, tot hekelen bereid. Pachter krijgt de helft van de opbrengst van ´t eerste jaar en aan ´t eind der pachting de helft van ´t koren van het 6e jaar. Pachter moet een roede moer uitsteken, naar Gerits huis in Den Bosch brengen. Last : een grondchijns. 

1402, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: augustus 20
Ghevart van den Venne, Jan Colensoen, Willem van Bychelaer, Willem van Meydensvoert, Jan Godevarts Crommensoen, Jan Wantgerssoen en Henric Enghelensoen, schepenen van Liempde, verklaren, dat Jacop van Vrillekoven  [Vrilkhoven] verkocht heeft aan Lambrecht den Monyc, een beemd, geheten die Tyentbeempt, gelegen te Vrillekoven onder Liempde, tussen Jan Parman Loyen Luntenssoen en Pauwel Jan Coppenssoen.

1403, Tafel van H. Geest van 's-Hertogenbosch door Ton Kappelhof. Deel V. pag. 19. datum: 9 juni 1403
Overdracht erfcijnzen-pachten Sint-Oedenrode-Vressel, Helvoirt, Liempde onder Boxtel, Oirschot, Aarle, Berlicum, Rosmalen, Boxtel-Lennisheuvel.
Theodoricus Buc en Nycolaus genaamd Coel zoon van wijlen Wynricu Screynmaker.
Aan: Theodoricus van den Hoevel zoon van wijlen Lambertus en gehuwd met Agnes en aan Henricus van den Zande gehuwd met Gertrudis beide dochters van Godefridus Visscher en Heiligis natuurlijke dochter van wijlen Johannes Slotel.
Van: de helft van de volgende goederen:
1. de erfcijns van 5 ponden
2. erfcijns van een oude schild
3. erfpacht van 1 mud rogge
4. erfpacht van 5 mud rogge
5. erfpacht van een halve mud rogge
6. erfpacht van 4 mud rogge
7. erfpacht van 4 mud rogge
uit:
1. een huis in de straat die loopt van de Hinthamerstraat naar de Windmolenberg
2. huis c.a. en aangelgen erfgoederen in Sint-Oedenrode in Veretsel [Vressel] aan drie zijden grenzend aan de gemeijnte en uit een beemd in Onstaden.
3. een stuk land in Helvoirt in Ghesel
4. het stuck c.a. Te Laer in Arle [Aarle]
5. een stuk land gelegen in Berlicum en in Rosmalen An Die Audee Moelen
6. de hoeve van wijlen Henricus Paep in Oirschot in Noetellen [Notel] en uit een erfpacht van van 2,5 mud rogge, Oirschotse maat uit een huis, schuur en hof, grenzend aan aan Daniel van der Noetellen, priester, en uit een beemd in Oirschot naast de Langendyck en nog uit een erfpacht van een halve mud rogge, Oirschotse maat uit een stuk land met zijn gebouwen en uit een beemd genaamd Jan Bollaerts Beemd en uit een beemd aldaar genaamd Die Blaecbeemt en nog uit een erfpacht van 10 l. uit een stuk land naast de kerk van Oirschot en ten slitte uit vier lopense rogland grenzend aan het erfgoed der Joffrouwen Erfgenamen Van der Noetellen en nog uit een akker in Boxtel in Lenneshovel [Lennisheuvel]
7. Zeven bunder erfgoed in Boxtel in Lyemde [Liempde].
Deze renten zijn gekocht door de transportanten in hun kwaliteit van executeurs van het testament van wijlen Johannes Slotel met het geld gekomen van de huizen van Johannes voornoemd in de Zadelmakersstraat.
Voorwaarden: Mochten Agnes en Gertrudis streven zonder wettig nageslacht na te laten, dan vervallen deze goederen zoals bepaald in het testament van Johannes Slotel voornoemd aan de Tafel van de Heilige Geest

1403, Tafel van H. Geest van 's-Hertogenbosch door Ton Kappelhof. Deel V. pag. 20, nr. 1325a, datum: 12 juni 1403
Overdracht goederen  Theodoricus van den Hoevel zoon van wijlen Lambertus en gehuwd met Agnes en aan Henricus van den Zande gehuwd met Gertrudis beide dochters van Godefridus Visscher en Heiligis natuurlijke dochter van wijlen Johannes Slotel.
Aan: Henrius Matheeus ten behoeve van Tafel van de Heilige Geest.
Van: 1/5 deel van de op 9 juni 1324 genoemde goederen [zie hierboven] [O.a. Zeven bunder erfgoed in Boxtel in Lyemde [Liempde]

1403, BOSCH’ PROTOCOL BP 1181 fol. 205, 12-10-1403 / door Jan Toirkens
Lambrecht Ghijsbrechts die Bont heeft opgedragen aan Boudewijn Josephssn. van Casteren de helft van de helft van de molens (van wijlen Willem Willems Cortroc van Casterle) in Casterle {Kasteren], verder ¼ e deel van land en houtwas, Boxtel, Lutgherlyemde aen die Vorst. Lasten : ¼ e deel der lasten uit de molens aan de heer van Bucstel, ½ mud rog aan Henrick Pauweter.

 

1403, BOSCH’ PROTOCOL BP 1181 fol. 208v, 24-10-1403 / door Jan Toirkens

Jan Wautgerssn. van Casterle [Kasteren] verkoopt aan Willem Willems van den Velde t.b.v. diens broer Jan van den Velde, den Nennensacker, Lyemde, Casterle [Kasteren], land "dat Schildeken"aldaar, een streep land aldaar en 1/8ste deel in drie molens in Casterle [Kasteren]. Lasten grondchijnsen uit de landerijen, pachten en cijnzen aan de heer van Bucstel uit 1/8ste deel van de drie molens.

 

1403, BOSCH’ PROTOCOL BP 1183 fol. 89, 15-02-1403 / door Jan Toirkens

Jan nat. zoon van heer Willem, heer van Bucstel, geeft in erfpacht aan Willem van Dormalen een beemd in Groter Lijemde.

 

1403, BOSCH’ PROTOCOL BP 1183 fol. 105v / door Jan Toirkens
Jan Perman nat. zoon van wijlen Eligius geheiten Loy Luntenssoen, man van Lijsbeth Zeghers van der Heyden (Lijemde).

 

1404-1406  / SCHOUTSREKENINGEN ARA BRUSSEL, inv. nr. 12990 door Henk Beijers
van DIRC VAN LYEMDE die JONG ALEITEN VOSS ten Bosch ontscaicte daer mede waren GHERYT VANDEN LAER, JAN HERMANS ZOEN, JAN VAN WABRAKEN (?), JAN VAN STRYEN ende GOESWIJN VAN ELEKEM DIE JONGHE ende vuerdense met hem tot Arlebeke in DIRCS ROVERS heerli¬cheit ende om dat sy anxt hadden dat sy daer aen ge¬broect hedden als die scoutheit meynde dat sy deden, soe werden sy daer om vluchtich uten lande van Brabant, mer om dat arme gesellen waren, soe heeftse die scoutheit laten punten om beden wil van goeden luyden om lxviii licht gulden valent v l. ii s. gr. linkermarge [dubieuze interpretatie]: doorslagen om dat onredelic is ende heeft Roeloeft sijn brie¬ven weder gecrigen vanden selven lieden soe dat si staen op hoer vorste voers. alst blijct by brieven van geloefte des voirs. Roelof hem overgegeven dair inne geloeft dat .........¬.... brieven vanden .....in mijne heerlicheit verwaert ende sijn heerlicheit in mijns heren hant geset van welken somme DIRC VAN LYEMDE voirs. gevangen was ende opten HUZE TOT RIXTEL gelevert ende is by nacht utghebroken

Van JAN GHYSBRECHTS SOEN van Lyemde, GOESSEN natuerlic soen MOELS VAN DER DONC, AERT ARNTSSOEN VAN IECKENDONC, GHERT GHERTSSOEN VANDER LAER, AERT WILLEMSSOEN ende HENRIC AERTSSOEN die van live ter doot bracht hadden JAN PETER CLAESSOEN in enen gevechten mids ongevalle met enen boge geschoten tot Lieshout in dronckescape, dair om sy vlochtich slants worden ende selver egheen goet achter en lieten ende onder HER DIERC DEN ROVER tot Aerle wonende waren mer metten lantrecht bedwongen worden, also dat sy metten wederpertien soenden also datse die schouteit oec met hem heeft laten poenten ter bede ende by rade sHEREN VAN HELMONT, GOESSEN VAN BERKEL, MOEL VANDER DONC ende vele goeden manne om clviii arnems guldenen valent xxviii l. xix s. iiii d. gr.

1405, BOSCH’ PROTOCOL BP 1184 fol. 106v, 2 april / door Jan Toirkens

Erembrecht Lodewijckssoen vander Scoervoert, man van Katherijn Jan vanden Callenberch verkoopt aan Willem vanden Velde ten bate van diens broer Jan vanden Velde  een voer tiendhooi uit die Haverbeempt in Lyemde tussen die Dommel en die gemeyn Beemt. (dat hooi moest daaruit vroeger  geleverd worden door wijlen heer Eligius geheten Loy vanden Aker, priester, wijlen Eligius geheten Loy Luntenssoen en wijlen Eligius geheten Loy vanden  Bergess aan Jan vanden Callenberch

 

1406, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 284 Sint-Oedenrode (284-17, blz. 4, folio 19) Cijnsregister 1406-1421
Johannes filius Walterus de Vrijllenbrake de veteri VIII denarii ex hereditate Eligius de Spanct de domistadio Ada de Casteren quondam Margareta de Beke

 

1406, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 284 Sint-Oedenrode (284-14, blz. 3, folio 1 v,) Cijnsregister 1406-1421
Arnoldus filius Petrus de Fonte de novi VI denarii et de veteri I ob et ort ex hereditate quondam Godefridus Fennen

Idem de novi IIII denarii ex hereditate quondam Udela

Idem de novi XVIII denarii ex hereditate in Elde quondam liberi Ghybonis de Casteren

Idem de novi XVIII denarii et de veteri II denarii I ort ex bonis Tonlande quondam Henricus de Merlaer

 

1406 RCHe 12063 Heerlijkheid Helmond-284 cijnsregisters Liempde 1406-1420

Cijnsregisters Liempde (door Jan Toirkens)

Census in Lijemde crastino beate remigii mane solvendis.

 

======================22-r======================

1406.001. Agnes filia Everardi de Meyelsfoert ex hereditate Willelmus Coelborner junior dictam Wilhelmi de Meyelsfort, III den. novo (=nieuwe en latere bijschrijving)

1406. 002. (21) Primo Arnoldi filius Johannis de Meijelsvoert ex hereditate quondam Henrici Sporbossche, X ½ den. nov.

 

1406. 003. (19)  Aleijdis filia Wilhelmi de Meyelsvoert, XII den.nov. et ex hereditate Johannes de Bruxella, IIIII den. vet.

 

1406.004. Arnoldus fi Goswini Octoms (Octonis?) de bonarium quondam Henrici Reghenberch, XII den. nov.

 

1406.005. Idem ex hereditate quondam Arnoldi der Kinder, XVI den. nov.

 

1406.006. Arnoldus fi Johannis Mercs  de ....., I den. nov. et II den. vet. .....

 

1406.007. Aleijdis filia Ioseph de Casteren ex hereditate relictam et liberorum Henrica fi de Boextel ex bonarium Clynkardi in Elde, II ½ sol. nov.

 

1406.008. Arnoldus filius Henrici de Rilant ex bonis Nijkoli Sartoris et de Vlasspreijen et ex orto dito rect... ortim Turnouts

 

1406.009. (39) Agatha fi Johannes Monachi ex hereditate quondam ... de Keysers quondam ... Cocs (?), I ob. nov

 

1406.010. Arnoldus filius Godefridi Kemps ex parte Wilhelmi de Dormalen, I sol. nov. et XI den

 

1406.011. (17) Albertus fi Zeberti de Collenberch de patris suis juxta Hamsfoort, I den. nov.

 

1406.012. Idem de domistadis ten Collenberch, VII den. vet.

 

1406.013. Idem ex hereditate Agnes fi Everardi de Meyelsfort, III den. nov.

 

1406.014. (18) Bartholomeus fi Johannes Mogghei de domo et orto, II den. nov.

 

1406.015. (26) Baudewinus filius Thome, ex hereditate sita in Vlasspreijen, VIII ½ den. nov I ort.

 

1406.016. Bertholomeus fi Henrici Collarts de agro quondam Johannis de Meyelsvort, I den. nov.

 

1406.017. Idem ex hereditate liberorum Gerit de Loe quondam relicte Baldewini de ..... (?), III den. nov.

 

1406.018. Idem ex hereditate liberorum Gerit de Loe quondam .... fi Gerit de Loe, III den. nov.

 

1406.019. (19) Dominus Marcelius fi..... temporalis colonus mortalis Altare hosptalis in Rode, presbiter, de domistadie Mette Roveri (?), V den. nov.

 

1406.020. (6-45) Dominus Rudolphus dictus Vosse et Johannis dictus Vosse fratri ipsum, VIII sol. nov.

 

1406.021. Idem ex aliis suis bonis in Lyemde sitam, X sol. nov. VII den.

 

1406.022. (2?) Elisabeth filia Johannis de Rielant, ex domo et orto patris suis, IX den. nov.

 

1406.023. (8) Elizabeth fi Johannis de Piro dictim Perre et liberi, ex hereditate relictem et liberorum Johannes filii Arnoldi de Piro, VI den. vet. et III den. nov.  

 

======================22-v======================

1406.024. (20) Elisabeth filia Laurencii fi Johannis de Antiqua Mola relicta Johannes fi Delis, de hereditate Laurencij predictam de bonarium in Hamsvort,  XII den. nov.

1406.025. Eva de Uden dictam Eeffken et Elizabeth soror eius, IX den. vet eadem XXI den. nov.

1406.026. Elisabeth filia quondam Baldewini de Liemde relicta Gerit fil. Hesselmi ex domistadio et orto Ghevardi, IX den. vet.

1406.027. Eadem ex bonis Johannis de Hoemborch I den. nov. et ex palude Gerit de Aa XVIII den. nov.

1406.028. (55) Ermgardis fi quondam Arnoldi dictam Viri, ex hereditate quondam Johannis, V den. nov. et I den. vet.

1406.029.(55) Eadem ex domistadio Aleidis de Vrilichoven, VII den nov. et ex hereditate quondam Arnoldi van den Ors, quondam Heilwigis de Vrilichoven VI den. nov.

1406.030. Everardus fi. Johannis de Laerscont, ex orto mole quondam Johannis fi Johannes Josephus, VI den. nov.

1406.031A. Gerardus fi Johannes Mennekens dictus Hulsbosch, ex domo novo liberorum Johannes Mennekens, VI den. nov.

1406.031B. Idem ex eadem hereditate necnon ex agro dictam dat Ruet, sita juxta hereditate Lamberti de Agro, ex  ... et Johannes filiu Wilhelm de Biechlaer ex altera... ..ex agro   .... propio agro ... plateam, IIII sol. nov.   

1406,032. (32) Goswinus de Lapidea via de Buscho, de bonaroim Clijnkardi ...... Goeskinus, XV den. nov. et III sol. nov.

1406.033. Gerardus fi Ghevardi de Venne, ex hereditate Elizabeth filia Baldewini, VIII den vet ½ orth.

1406.034. (24) Gerardi fi Gerard Baliaert de hereditate quondam Batholomeus de Meghen de bonis suis, IX sol. nov.

1406.035. (21A) Godefridus fi Lamberti nepos Baudekini de Liemde, de palude Gerit de Aa, IIII den. nov.

 

1406.036. (21B) Idem ex domo Johannis de Hoemborch, I den. nov. 

1406.037. (31) Gerardus fi Gerardi filii domino Albertis, ex hereditate Jacobi Lichtwegge quondam Gerarde Zegers, VI den. nov.

1406.038. Godefridus fii Henricus de Valant (?) ex Baudewinus Sartoris ... Vlasspreijden...., IIII den. nov.

1406. 039. Gerardus fi Everardi de Dumo, de bonis Johannes de Hoemberch quondam liberorum Thome fi Boudekini, I den. nov.

 

1406.040. Godefridus fi Lambert Keijser, ex hereditate Elizabeth Baldewini, III ½ orth.

======================23-r======================

1406.041. Henricus dictus Scutken van Zebert Loect, VIII den. nov.

1406.042. Idem ex Rekendonc, II ½ sol. nov.

 

1406.043. Henricus filius Johannis de Biechlaer ex hereditate Johannis de Bruexella, IIII ½ den. vet.

 

1406.044A. Idem ex hereditate Johannis de Bruxella olim Willem de Biechlaer, IIII den vet.

1406.044B. Idem ex hereditate Johannis de Bruxella olim Petri Jacobi de Hamsfort, III ½ den. vet.

 

1406.045. (25) Henricus fi Hesselini de Liemde de petia terre dictam Vlasspreijde, VI den. nov.

 

1406.046. Henricus (et Elizabeth Piro) Goijari Crommen ex hereditate in Vrillichoven, V den. vet,

 

1406.047. Idem ex bonis Theodori de Vrilichoven III den. nov. Idem II den. nov. II orth.

 

1406.048. Idem ex domo orto et agro quondam Johannis Taijen, II den. vet II orth.

1406.049. (128) Henricus fi Elisabeth de orto quondam Elizabeth filie Alberti de Hoemborch, IIII den. nov.

1406.050. (117) Henricus fi Henrici filii Enghelberte, I den. nov.

1406.051. (11) Henricus fi Godefridi Crommen de hereditate quondam
Johannis fi Arnoldi Taijen van den Wadendonc, XI den. nov.

1406.052. Henricus Moerkens de hereditate Johannes Crispine quondam Eliz. Moerkens, VI den. nov.

1406.053. Idem ex hereditate quondam Heilwigen Moerkens, XIII den. nov.

1406.054. (61)  Henricus fi Johanns Mathie et Elizabeth filia eius, ex hereditate liberorum Elizabeth de Vrilichoven, III den. nov.

1406.055. (77) Henricus Maes Boudekens soen ex hereditate Jacobi de Monte, III den. vet.

1406.056. (26) Heilwigis et Yda fiie Gerardi filii dominum Alberti ex hereditate sita juxta Vlasspreijde de Willem de Capel, IIII den. nov.

1406.057. (33) Henricus fi Arnoldi Mercs de bonis Pauli Textoris, III den. nov.

1406.058. (98) Henricus fi Petri de Piro, ex hereditate Johannis fi Liscij de Piro qundam patris sui, III den. nov.

1406.059. Heijliwigis fi Gerit fi Alberti, ex palude Gerit de Aa qundam Elisabeth Baldewini, XIII½ den. nov.

1406.060. Idem ex palude Gerit de Aa quondam Elizabeth Baldewini, III ½ den. nov.

1406.061. Henricus fi Henricus Jonkers (?), ex Rekendonc quondam patris sui, XII den. nov.

1406.062. Idem ex hereditate Rekendonc quondam Henrici dictam Scutkens, II½ sol.nov.

1406.063. Hermanus fi Henricus Appels, II den. vet, ... III den. nov.

1406.064.  lius Godefridi Scutkens ex hereditate Rekendonc quondam Henrick Scutkens, II½ sol. nov.

1406.065. Henricus Bloks fi Jacobi Pauli ex hereditate Petri Balle (?) III ½ den. nov.

1406. 066. Idem ex hereditate Jacobi de Hamsfort dictam Regenmortel olim Johannes de Piro, XV den. nov.

======================23-v====================== 

1406.067. Johannis Roetart ex tertia partem trium bonarum et sexta parte bonarum quondam Henrici de Fine olim Johannes Lobken, I sol. nov . I den.

1406.068. Johannes dictam van den Acker, ex hereditate Jacobi Lichtwegge quondam Gerardi Zegers

1406.069. Johannis de Zeelst fi Johannis Zaest, ex hereditate Eve dictam Eefken et Elizabeth sororis eus, IX den. vet., idem XXI den. nov.

 

1406.070. (96) Johannis fi Johannis filii Zeberti de Collenberch, van Oeden Bosschelken, I den. vet.

 

1406.071. (112+ 111) Johannes fi Reijneri. ex hereditate Henrici Viri, quondam Johannes Monchi, V den. nov et I den. vet.

 

1406.072. (59) Jacobus de Manso, VII½ den. nov.

 

1406.073. (21) Jacobus de Hamsvoert de hereditate Alberti dictam Reghenmortel, XV den. nov.

 

1406.074. (42 en 125)  Johannes fi Delie de hereditate puerorum Mechtildis de Leemputten, XXII den. nov.

 

1406.075. (42 en 125) Idem ex hereditate quondam relicte et liberorum Gevardi de Casteren patris predictam Johannis, III den. nov. et II den. vet.

1406.076. (101) Johannes dictus Perman fi. Eligii, uten Crommen Streep te Vrilichoven, IIII den. vet

1406.077. Idem van enen Uitfange uit Rewieren Geloect quondam Johannes Monchi, VII den. nov.

1406.078. (65) Jacobus fi Jacobi de Vlasspreide, de domo et orto in Vrillichoven, III den. vet.

 

1406.079. (102) Idem de hereditate Johannes Centum (?) liberorum, III den. vet.

 

1406.080. Johannes fi Arnoldi Drinchellinc de domo VII den. nov. et de hereditate Goijart Henrici Collaert.(?) II den. vet.

1406.081. Johannis der Laerscot fi Everardi dictam Lichtwegghe, VI den. vet.

1406.082. (132) Jutta, Elizabeth et Sophia filie Arnoldi flii Arnoldi fi Reijneri, de hereditare Goswini de Regenmortel, III den. nov.

 

1406.083. Johannes dictus Merck, ex hereditate Goesswini de Reghenmortel, ...., III den. nov.

 

1406.084. Johannes dictus Merck ex hereditate predicta Johannes Gibonis de Collenberch, IIII den. vet.

1406.085. Idem de ....., VI den. nov.

======================24-r======================

1406.086A. Jacobus fi Henricus Engelen, ex hereditate in Vrilichoven, V den. vet.

1406.086B. Idem Godefridi ....... ex bonis Theodorici de Vrillichoven olim Petri de Krabbendonc, IIII den. Nov

1406.087. Johannes et Petrus liberi Gearrdi van den Loe, de hereditate Elizabeth quondam fi Henrici de Loe, II den. nov.

1406.088. Johannes fi Heilwigis uxoris Boudekini de Agua, van den Hoenredonk, XV den. nov. 2 orth.

1406.089. (72) Johannes fi Walteri de Bruggen, VI den. vet. et  III ob. nov.

1406.090. (137) Idem de hereditate Johannis filii Henrici de Achel, XII den. nov.

1406.091. (138) Johannes dictus Snoec, ex orto ... , I den. nov.

1406.092. Johannes fi Crispianus Arnoldi, ex quarta parte de orto de Valle, olim Johannes Lobken,  I ½ den. nov.

1406.093. (59) Johannes Apes, de orado Arnoldi Olle, quondam Baldewini fi Goijardi, IIII den. nov.

1406.094. (66) Jacobus de Meyensvort de hereditate liberorum Jucte de Vrilichoven, VI den. nov.

1406.095. (91) Johannes fi Johannis filii Goswini, de Hoenredonc, XVI den. nov.w

1406.096. (78) Idem ex orto Mole, VI den. nov.

1406.097. (52) Johannies Lobken fi Elisabeth Arnoldi, ex tribus bonarium et tertia parte bonarium quondam Henrici de Fine, III sol. nov.

1406.098. Idem de orto de Valle, VI den. nov.

1406.099. Idem de herditare relicte et liberorum Arnoldi ..... X den. nov.

1406.100. Johannes fi Wilhelmi de Loe, ... de bonis Metke Joseph quondam Wilhelmi predicti, V den. vet.

1406.101. Johannes fi Laurencij van Luden Valewinkel, quondam Zebert de Collenberch, XVIII den. nov.

1406.102. Johannes fi Everardi de Meijelsvoert, ex hereditate Johannes de Bruxelle, II den. vet. et I ob. nov.

1406.103. Johannes fi Henrici Scutkens ex Rekendonc quondam patris suis, XVIII den. nov.

1406.104. Idem van Zebert Loect, quondam hereditate patris suis, VIII den. nov.

1406.105. Johannes fi Arnoldi de Meijelsfort, ex hereditate quondam Henrici Sporbosch, XI den. nov.

1406.106. Johannes fi Petri de ..... ex hereditate Jacobi de Hamsvoert dictum......, XV den. nov.

1406.107. Idem ex hereditate Walteri Coelborner junior, olim Wilhem de Meyelsfort, VI den. nov.

1406.108. Johannes fi. Goesewinus, ex hereditate ..... fi Aleid ...., V den. nov. et I den. vet.

1406.109. Johannis fi Arnoldi de Meyelsfoert et Johannis fi Petri de Piro, VI den. nov, ex hereditate Walteri Coelborner junioris quondam Wilhelmi fi Johannes de Meyelsfoert

======================24-v======================

1406.110. (126) Katharina filia Johannis fi Rutgheri, de hereditare quondam Johannis Monchi. V den. nov. et I den. vet.

1406.111. (127) Katharina filia Johannes de Tilia et liberi de ultimo thoro ex hereditate Henricus Mertemanus, VI den. nov.

1406.112. Katharina fi Henrici Scutkens ex Rekendonc quondam patris sue, XVIII den. nov.

 

1406.113. Katharina fi Johannes Ruthgheri ex hereditate Lamberti Monchi, V den. nov. et de hereditate Henrici fi Henricus dictam Vrilhoven ,V den. nov. 1 den.vet 

1406.114. Liberi quattor Henrici fi Henrici Scutkens ex Rekendonc quondam Henrici predictam, VII sol. nov.

1406.115. Liberi Johannis de Bijchlaer de hereditare  ohannis de Bruxella, XI den. vet.

1406.116. Iidem et eadem hereditate, XI den. vet.

1406.117. (5-29) Liberi Johannes filii Noijen et liberi Odianis sorora Johannis predictam, ex de bonariun juxta Hamsvort, XII den. nov.

1406.118. (28) Liberi Johannis de Meyelsvoert, de agro quondam Johannis de Meyelsvoert, I den. nov.

 

1406.119. (73) Liberi Johannis Chrispianus de hereditate Johannis fi Chrispianus XII den. nov.

 

1406.120. (122) Lambertus filius Monchi, de Merica, II sol. nov.

 

1406.121. (122) Idem ex hereditate Johannis fi Rutgeri quondam Helie de Vrilichoven, III den. nov.

 

1406.122. (122) Idem de hereditate .... Johannes Monchi, I den. nov.

 

1406.123. (122) Idem de hereditate liberorum Johannis fi Arnoldi van den Ors nondonis quondam Helie de Vrilichoven, II½ den. nov.

 

1406.124. Liberi Johannis Menneken de domo et orto, VII den. nov.

 

1406.125. Idem ex parte Helie de Vlasspreijde, VBI den. nov.

 

1406.126A. Idem ... Gerit de Platea, II sol. nov.

 

1406.126B. Iidem de palude Geit de Aa, III sol. nov.

 

1406.127. (37) Liberi III Arnoldi de Piro junior, II den. vet. et II ½ den. nov.

 

1406.128. Liberi Thome fi Boudekini de Liemde, de bonis Johannis de Hoemborch, I den. nov.

 

1406.129. (113) Iidem de palude Gerit de Aa, XVII den. nov.

 

======================25-r======================

1406.130. (9) Liberi Arnoldi Coppelmans de quartem (?) parte bonarum siti juxta altare plateam, III den. nov.

1406.131. (25)  Liberi Wilhem de Campo, ex hereditare Arnoldi fi Arnoldi de Piro, I den. nov. et II den. vet.

1406.132. (74) Liberi Jacbi de Monte pro Hermano Cleijnale de hereditare in Laerscot, VII½ den. nov. et III den. nov.

1406.133. Liberi quinquam Elisabet filie Godefridi de Woensel, ex bonis Ny (=Nicolaes?) Sartoris, III ob. nov.

1406.134. (7) Idem van den Vlasspreijden, VI den. nov. et III den. nov. ex orto sito retro ortum Turnouts

1406.135.(34+54+6) Liberi II quondam Wilhelmi filii Arnoldi de Piro ex bonis Merte Joseph, XI den. nov.

1406.136. (34-54-6) Iidem ex hereditate quondam Eve et Elisabeth de Uden dictam te Culen, XIIII den. nov.

1406.137. Liberi Nycolai de Beerze ex hereditate quondam Elizabeth uxori Gijbonis de G... ina (?)

1406.138. (100) Liberi Johannis Roetart ex bonis suis in Liemde Godescalci de Bladel, XV den. nov.

1406.139. (100) Iidem ex prato quondam Everardi de Larscot, III den. nov.

1406.140. (100) Idem ex orto de Valle VI den. nov. et ex hereditate relicte et liberi Arnoldi Puerorum, III½ den. vet. et XI den nov.

1406.141. (104-116) Liberi Rodolphi dictam Roefken fi. Wilhelmi, de hereditate Godescalci de Bladel in Liemde, XV den nov.

1406.142. Liberi quondam Johannis Drinckhellinc de domo VII den. nov., de hereditate quondam Henrici Collaert III den. vet. 

1406.143. (93) Lambertus die Bont ex hereditate quondam relicte et liberorum Henrici Rufi de Boxstel ex bonarum Clynkardi in Elde, II½ sol. nov.

1406.144. (44) Lambertus de Agro, ex hereditate Eligij de Monte, I den. vet. et I den. nov.

1406.145. Michael fi Wilhelmi de Campo ex hereditate liberorum Boudekini de Liemde de palude Gerit de Aa, XVII den. nov.

======================25-v======================

1406.146. (126) Magister Jacobus Groy de hereditare Godefridi Baldewini quondam Johannes Monchi, V den. nov. et I den. vet.

1406.147. (61) Margareta relicta Mathie et liberis eius, de hereditate liberorum Elizabeth de Vrilichoven, XI den. nov. et I den. nov.

1406.148. (61) Iidem de domo et orto in Vrillichoven, IIII den. nov.

1406.149. (50) Matheus fi Gerit Ghiben de Casteren ex orto in Casteren
temporalis colonus mortalis presbitorum de Boextel, V½ den. vet.

1406.150. Mathias fi Govardi Clercke..  (?) ex palude Gerit de Aa quondam ..Baldewinus, III½ den. vet.

1406.151. Margareta fi. Henrici Scutkens ex Rekendonc quondam patris suis, XVII½ den. nov.

1406.152. Nycolaus van der Hoert, I ob. nov. (in alio... ,  zie hierna 153)

1406.153. (96) Nycolaus van der Hoert. I ob. nov,

1406.154. (96) Oda filia Arnoldi Symonis de Liemde (?) ex hereditate conventa (?) Doradis

1406.155. (96) Eadem ex orto Monchi, VII den. nov.

1406.156. (96) Eadem pro Gerit fi Thome II den. nov. et por L..... (?) II den. nov.

1406.157. (96) Eadem pro Henrico de Erkel II den. nov. et ex heredite ... Everardi Hulsmans, III ob. nov.

1406.158. Petrus filius Jacobus de Hamsfort ex hereditate Johannis de Bruxelles, IIIII den. vet.

1406.159. Pettrus fi Johannes de Collenberch, ex prato Wijscamp (?) Loect, olim liberorum .... (?) IX den. nov.

 

1406.160. Petrus fi Gerit de Loe, de hereditate liberorum Gerit de Loe, III den. nov.

1406.161. (129) Petrus fi Aleijdis de hereditate Jacobi fi Lamberti de Vrilichoven, V den. nov. et I den. Vet

1406.162. (123) Petrus Henrici de Veken (Beken?) de bonis suis, XXII  den. nov. (de verwijzing naar 123 is onjuist?)

 

1406.163. Paulus fi Ghevardi Sporbos, ex hereditate dictam Laerscot, VI den. vet. et III ob. nov.

1406.164. Petrus Roetart , ex tertiam partem ex tertiam (?), trium bonarium et sexta parte bonarium quondam Henrici de Fine, olim Johannes Lobkens,  I sol I den. nov.

1406.165. Idem ex medietate de orto de Valle, olim Johannes Lobkens, III den. nov.

1406.166. Idem ex hereditate reliacta et liberorum Arnoldi Puerorum, olim Johannes Lobkens, III den. vet et X den. nov.

======================26-r======================

1406.167.  (88+98) Petrus et Abertus liberi Johannes de Piro, de hereditate Johannis fi Lijsen de Piro, V den. nov.

1406.168. (65) Petrus filius Jordani ex herditate Johannis patris sui, II den. vet.

1406.169. Petrus fi Egidiij de Crabbendijc, ex hereditate in Vrilichoven quondam Govardi Crommen, V den. vet

1406.170. Idem ex bonis Theodorici de Vrilichoven, IIII den. nov.

1406.171. Idem. II den II ort. nv.

1406.172. Idem ex domo et orteo et agro quondam Johannis Taijen, II den. II ort. vet.

1406.173. Relicta et liberi Godefrido de Gheldrop, ex piscaria, I  den. nov.

1406.174. (103) Relicta Gerit fi Gerardi filii Henrici Sporbosch, ex hereditate Henrici predictam, XI den. nov.

1406.175. (114) Rutgherius filius Moedelim, unium nigra

1406.176. (136) Relicta Wolteri Duutis (?) et liberi eius, ex hereditate Wilhelmi Mathei, V½ den. vet.

1406.177. (33) Relicta Pauli fi Henrici Viri et Jacobus filius suus, de hereditate Petri Hille, IIII den. nov.

1406.178. (30+119) Relicta et liberi Ghijselberti de Laerscot, ex hereditate Ghijselberti predictam, VI den. vet et III ob. nov.

1406.179. (102) Relicta et liberi Wilhelmi filius Mali Abi, II den. vet.

1406.180. (9) Rutgherius fi Henrici Voskens gener Eligij, de hereditate Godefrridi Schenkel, quondam Everardi de Acht (?)

1406.181. (29) Relicta et VII liberi Henrici Mutsarts ex domo et orto ten Collenberch, II den I ort nov.

1406.182. (29) Idem ex hereditate Wilhelmi de Campo, III den. nov.

1406.183. (115)  Relicta Johannis filii Zeberti, van Oeden Bosschelken, I den. nov.

1406.184. Relicta Eligij de Monte, de hereditate in ...(?), I  den. vet et I den. nov.

1406.185. (70) Relicta et liberi Chrispianus fi Arnoldi Puerorum ex hereditateChrispianus predictam, II sol. IIII den. nov.

1406.186. Rodolphus fi Wilhelmi de quarta parte de orte de Valle, olim Johannes Lobkens, I½ den. nov.

======================26-v======================

1406.187A. (118A). Relictam Baldewini fi Elizabeth de Rielant et filia sua, de hereditate Baldewini de Rielant quondam Goswini de Reghenmortel, III den. nov, d

1406.187B. (118B) Iidem ex hereditate liberorum Gerit de Loe, III den. nov.

1406.188. (119B) Relictam et liberi Henrici Berten de Vlasvort de hereditare liberorum Johannis Arnoldi de Ors quondam Heilwigis de Vrilichoven, VI den. nov.

1406.189. Relicta Petri de Casteren ex hereditate Wautgherie de Casteren, XVIII½ den. nov.

1406.190. Idem ex hereditare Wautgherie de Casteren quondam Woltherie Ghiben, XVIII½ den. nov.

1406.191. (43) Relicatam quondam Johannis de Ven et liberi, ex hereditate liberorum Ghevardi de Ven, III½ den. nov.

1406.192. (92) Secretarius spectionis de Boextel, Johannes Forestarius ( =Johannes de Halle) de Boextel, temporalis nuncius mortalis, IX den. vet.

1406.193. Severinus fi Laurencij Candelator (=Kersmekers) et Mechtildis fi Johannes nondonis,  ex herdeditate Johannes Ghibonis de Collenberch, IIII den. vet. Idem de bonarium VI den. nov.

1406.194. (28) Sijmon fi Johannis Moens de domo et orto Johannis maritus (?) Mechtildis quondam Johannis de Collenberch, IIII ½ den. nov.

======================27-r======================

1406.195. Theodoricus fi Johannes Roetarts ex Ludensvels Winckel quondam Zebertus de Collenberch, VI den. nov.

1406.196. Idem teritam partem ex tertia parte tertium bonarium et sexta parte bonarium quondam Henrici de Fine, I sol I den. nov. 

1406.197. (51) Theodoricus de Hezelaer, III den. nov.

1406.198. (120) Theodoricus filius L. (=Lambertus) Roetarts de hereditate Elizabeth de Piro, VI den. vet.

1406.199. (120) Idem de hereditate Wilhelmi filii Conegundis, III den. nov.

1406.200. (84) Theodoricus filius quondam Godefridi Crommen ex domo et agro quondam Johannis Tayen, IIII½ den. vet I ort

1406.201. (84) Idem IIII½ den. vet I ort

1406.202. Wilhelmus fi Johannes de Laerscot, de bonis Merte Joseph quondam Wilhelmi de Loe, V den. vet, 2 ort.

1406.203. Idem ex hereditate quondam Eve et Elizabeth de Uden dictam den Culen quondam Wilhelmi de Loe, XIIII den. nov.

1406.204. (95) Wilhelmus fi. Aleidiis de Bijchlaer, de hereditate quondam Henrici Sporbossche, XI den. nov.

1406.205. Idem ex hereditate Johannis de Bruxella, IIII den. vet.

1406.206. (123) Wilhelmus fi. Henrici Spruijt, de hereditate patris sui, VI den. nov.

1406.207. Wilhelmus fi Wilhelmi de Campo, ex hereditate Johannis fi Henrici de Acghel quondam Johannis de Brugghen, XII den. nov.

1406.208. Idem ex hereditata sita juxta Vlaspreyden, II den. nov. Idem de palude Johannis Mennekens, I½ sol. nov.

1406.209. Wilhelmus fi Rodulphi, de dimidio prato juxta Hamsfort quondam Zeberti de Collenberch, quondam Gerardi de Aa, I den. nov.

1406.210. (11) Walteris Coelborner junior, ex hereditate Merte de Rodenburch, II den. nov.

1406.211. (31) Wilhelmus fi Johannis de Meyelsvort de Reghenmortel, ex hereditate Walteri Coelborner junior quondam Alberti filii, XV den. nov.

1406.212. (69) Idem de hereditate Johannis filii Henrici de Achel, XII den. nov.

1406.213. (81) Woltherius fi Arnoldi de Essche, de hereditate Johannis fi Arnoldi van den Ors, quondam Heilwigis de Vrilichoven, VI den. nov.

1406.214. Woltherius fi Wolteri fi Ghiben ex hereditate Wauthgheri de Casteren, XVIII½ den. nov.

1406.215. (53) Willems de Dormalle ex palude Gerit de Aa, II sol. nov.

1406.216. (85) Idem ex eadem palude, XI den. nov.

======================27-v======================

1406.217. (135) Vicine de Lijemde, ex palude quondam Johannes de Beke, XXX sol. nov., IX den.

 

1406.218. Waltherus fi Johannis de Brugghe, ex hereditate Johannes predictam, IIII den vet.

 

1406.218. Idem ex hereditate Johannis predictam, II obool. nov.

 

1406.219. (126) Zacharias fi Roetarts, de hereditate Lamberti Monchi, V den. nov.

 

1406.220. (Idem) de hereditate Henrici filii Henrici dictam Vrilichoeven, V den. nov.

 

1406.221. Zebertus de Collenberch van Ludens Velswinckel, XII den. nov.

 

1406.222. Idem de eadem hereditate XII den. nov. Idem de prato sito juxta Haemsvort I den. nov

 

1406.223. (110) Idem de domistadio ten Collenberch, VII den. vet.

 

1406.224. (130) Zebertus filius Henrici de Collenberch ex dimidio bonarum prope Haemsvort, VI den nov.

 

1406.225. Zebertus fil. Johannes  de Collenberch de Haemsdonc quondam Johannes fi Goeswini, XVI den. nov.

 

1406.226. Idem ex hereditate Johannis de Bruxella IIII½ den. vet.


1406 / BOSSCHE ENCYCLOPEDIE
Betalingsbelofte erfpacht er erfcijns goederen Liempde
door: Wijchmannus Mesmaker zoon van Nycholaus Wijchmans soen en
Sophia natuurlijke dochter van wijlen Henricus van den Cloot (DE GLOBO)
aan: Eustacius van Hedichusen t.b.v. de THG
betreft: een erfcijns van £ 10 en een erfpacht van 2 m. vermaakt aan de THG (zie nr. 1274b)
uit: al zijn goederen geërfd van zijn ouders
voorw.: zij staan garant voor de betaling van deze renten; de THG zal niet meer eisen
In dorso: Liempde 2 m. rogge uit het goed van Averbode
[Hoeve c.s. Ten Kerckhove te Liempde]
Nr 1413a | 23 september 1406

1407, BOSCH’ PROTOCOL BP 1185 fol. 211, 26 september / door Jan Toirkens
Heer Willem van Meerhem, heer van Bucstel, verkoopt aan Gerit Bathensoen een cijns van 8 gulden peter op St. Lambrecht, uit al zijn molens, tienden, renten, cijnzen en pachten in zijn dorp en heerlijkheid Bucstel en in Lyemde en uit al zijn andere goederen. (Willem kan die cijns binnen 6 jaar lossen met 324 gulden peter.)

 

1407, BOSCH’ PROTOCOL BP 1185 fol. 244, 9 december / door Jan Toirkens
Everart en Lijsbeth, kinderen van Aert van Casteren [Kasteren], timmerman, en van wijlen Yda Aelbrecht Heynendochter, verkopen aan Jan Bont 1/6 deel geerfd van hun grootmoeder Yda, weduwe van Aelbrecht Heynen, in een huis en erf, Bucstel, binnen de bruggen, tussen een erf van 't Gasthuis in Bucstel en Jan Bont, strekkende van een straat tot een beemd van de heer van Bucstel. (last: 6 cijnshoenderen uit heel 't huis)

Gerit Brugman, man van Aleyt Gerit Brugman verkoopt aan Jan Bont 1/3 deel en 1/6 deel in dat huis.

 

1407 of 1408,  BOSCH’ PROTOCOL BP 1185 fol. 077 of 177 of 277 of 377, door Jan Toirkens

Conrart van Lyemde heeft opgedragen aan Aert vander Heyden, bakker, een huis en erf, Bucstel aan die Strijpt tussen Sophie van die Cloet en Yda Dircs. (Conrart had dat huis gerechtelijk gekocht van Pauwels Henricss van Geffen, bakker. (Niet gepasseerd)

 

1408, BOSCH’ PROTOCOL BP 1185 fol. 433, 6 september / door Jan Toirkens
Willem, zoon van wijlen Willem Bastart van Bucstel heeft opgedragen aan Aert en Willem van Meyelsvoirt, broers en hun schoonbroer Henrick Engelensoen de helft in 5 ½ buunder beemd min 10 roeden Lyemde in Wijchmansbroec. (de andere helft is van Gerit Hessels van Lyemde) en een kamp in Groter Lyemde (die Willem in erfpacht gekregen had van Katherijn, weduwe van Jan Houbraken c.s.)

1409, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: juni 8.
Jan Colensoen, Willem van Meydelsfoert, Jan Wantgerssoen, Henric Enghelensoen, Henric van den Perre, Peter Jacopssoen en Arnt Goeswynssoen, schepenen van Liempde, verklaren, dat Boudewyn, zoon van wijlen Maes Boykenssoen, verkocht heeft aan Dirc Jan Rotartssoen, een cijns van 2 oppers hooi, gaande uit de Roesbeempt [Roesbeemd], gelegen te Liempde tussen de koper en Meuws Jan Rutgherssoens soen.

1410, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: februari 27.
Jan Colensoen, Willem van Meydensvoert, Henric Enghelensoen, Henric van de Perre, Arnt Goeswynssoen en Peter Jacobssoen, schepenen van Liempde, verklaren, dat Jan, zoon van wijlen Jan Rutgherssoen, verkocht heeft aan Dirc Janne Rotarts, Meuws Jan Rutgherssoen en Laurens E......... Coelburressoen, de hooitiende, die hij heeft uit een erve onder Liempde.

1410, BOSCH’ PROTOCOL BP 1187 fol. 26v, 27 november / door Jan Toirkens
Lambrecht die Bont verkoopt aan Willem Petersz van Casteren [Kasteren]

-  ¼  deel in een watermolen, Lyemde, Casteren [Kasteren] en in de watermolen van Audsel (watermolen huidige Meulekensweg)

- ¼  wei ( voorzover toebehoord hebbende aan de heer van Bucstel)

- ¼  bos in die Vorst te Bucstel en

- ¼  oliemolen in Lyemde

Willem belooft aan Lambrecht 10 franse kronen en 2 mud rog te betalen op Kerstmis over een jaar.

1412 Archief Groot Ziekengasthuis door H.J.M. van Rooij, datum: 7 november 1412
Willem van Meydensvoert, Jan Woutgherszoon, Dyrc Roc...., Peter Crabbe, Willem Roefszoon, Henric van Bychghelaer en Laureyns van Leemputten, schepenen in Lyemd [Liempde], oorkonden dat Heylwich, wettige dochter van wijlen Gherats Heren Aelbrechtszoon; Maes, haar natuurlijke zoon, en Willem van Pot , als man van Katharina, dochter van Heylwich voorschreven, aan Andries de Scoteldreyer van Boxtel hebben verkocht een erfpacht, groot 8 lopen rogge 's jaars, Boxtelse maat, te leveren binnen de twee bruggen aldaar, verschijdende op 1 november en gevestigd op een stuk beemd gelegen onder de dingbank van Lyemde, ernerzijds naast het erf van Willem van Doermalen, anderzijds naast het erf van Michfgiel van den Velden. 

1413, Tafel van H. Geest van 's-Hertogenbosch door Ton Kappelhof. Deel V. pag. 40. datum: 27 september 1413
Betalingsbelofte en erfpacht en erfcijns goederen Liempde.
Door: Wijchmannus Mesmaker zoon van Nycholaus Wijchmans doen en Sophia natuurlijke dochter van wijlen Henricus van den Cloot [de Globo]
Aan: Eustachius van Hedichuseen ten behoeve van de Tafel van de Heilige Geest
Betreft: een erfcijns van 10 pond en erfpacht van twee mud rogge; deze goederen waren door Henricus van den Cloot vermaakt aan de Tafel van de Heilige Geest.
Uit: Al zijn goederen geërfd van zijn ouders
Voorwaarden: Zij staan garant voor de uitbetaling van deze renten, de Tafel van de Heilige Geest zal niet meer eisen
In dorso: Liempde 2 mud rogge uit het goed van Averbode  [Hoeve c.s. Ten Kerckhove te Liempde]

1414
ARA Brussel Rekenkamers toegang I 008. Inv. nr. 45089 Jaar 1414  (door Hein Vera)

Foto P 1220173

Census domini nostri ducis in lyemde

recipientes in Rode in die beati Dionisii

 

Delia relicta quondam Zeberti de Collenberch et liberi IIII

de dimidio bonario et quinque virgatis vutfangh vel circiter

recepto de communitate de Lyemde anno LXIX per litteris

consensis domini ducis sito juxta molendinum aquatile

dictum die Antselse moelen penes hereditatem suam ibidem VI d 1.2 poit nov

            marge .. post obitum Henrici, Andreae et Delie liberiorum

            ad opus Joannis fratris

 

            liberi VI, Paulus filius Everardi filii Johannis Everits

Everardus filius Johannis Everardi de quarta parte unius

bonarii vutfangh vel circiter recepto de communitate de Lyemde

anno LXIX per litteris consensis domini ducis sito ad locum

dictun aen Hoenborch III d nov

marge Elisabeth, Mechtildis et Everardus  liberi Everradi

            resignaverunt parte ipsorum[?] aliis IIIbus liberis

 

            Elias filius Laurens Spoirbosch 
            Johannes filius Johannis de Hethem [Bethem?]
Gevardus filius Gerardi Gevarts de dimidio bonario
vutfangh vel circiter recepto de communitate de Lyemde anno
LXIX per litteris consensis domini ducis sito ad locum
dictum Elair VI den nov

 

Aleydis relicta et liberi II, Hesselo filius
Henricus filius Hesselonis de Loe de uno bonario
vutfangh vel circiter recepto de communitate de Lyemde anno
LXIX per litteris consensis domini ducis sito ad locum
dictum die Vloet penes aquaductum dictum sherenweteringe XII den nov

Foto P 1220174

 

            Aleidis relicta et III liberi

Johannes filius naturalis Johannis Coppens de iiibus quartis partibus

unius bonarii vel circiter recepto de communitatie de

Lyemde anno LXIX per litteris consensis domini ducis sito ad

locum dictum Oyendonck IX den nov

marge post obitum trium liberorum Jo ad opus

            eorum matris

 

Johannes de Dessel de XCVI virgatis vutfangh vel circiteer

recepto de communitate de Lyemde anno LXIX per litteris consensis

domini ducis sito al locum dictum die Vluetstraet

penes heridatem suam ibidem II den III 1/2 poit nov

 

                                    de primo thoro                                                                 Ida relicta

            liberi III, Henricus filius de primo thoro,         Henricus filius Godefridi de Hedel
Johannes Molyman alias dictus Bredebaert de quarta
parte unius bonarii vutfangh vel circiter recepto de communitate

de Lyemde anno LXIX per litteris consensis domini ducis
sito ad locum dictum aen dat Mosvenne penes

heridatem ibidem III den nov

marge           liberi iii Johannis de primo thoro

                        censum post mortem patris liberi duo

                        predicti resignaverunt Henrico fratri

 

Petrus filius Laurencii Gerits de VIIII virgatis vutfangh
vel circiter recepto de communitate de Lyemde anno LXIX
per litteris consensis domini ducis sito ad locum dictum
Mosvenne juxta hereditatem Lodovici Permans[?] ex
uno latere et alias circumquaque juxta communitatem 1 den ob 1/2 poit nov

 

            Heilwigis relicta et liberi II
Roverus filius Rodolphi Lodovici de XXXVI virgatis
vutfangh vel circiter recepto de communitate de Lyemde anno
LXIX sito ad locum dictum Mosvenne penes hereditatem
suam ibidem I den 1/2 poit nov

 

Foto P 1220174

Vicini de Lyemde de certis quantitatibus communitatis ex

eorum chartris jacentidus quibus utebantur absque consensu

domini ducis et quibus aliis privilegiis et libertatibus

eis per litteris donini ducis  anno LXVIII concessum tenentis

solvent ipso  domino duci XX gros vet

Johannes filius Henrici dic Hoesch de XL virgatis vutfangh
vel circiter recepto de communitate de Lyemde anno LXX
per litteris consensis domini ducis sito ad locum dictum die

Laerschot penes hereditatem suam ibidem I den poit nov

 

            Henricus filius, Katharina relicta et Heilwigis filia

Rodolphus filius Henrici Reyniers de Coc XXVI virgatis

vutfangh vel circiter recepto de communitate de Lyemde anno

LXX sito ad locum dictum die Laerschot penes hereditatem

suam ibidem III d III 1/2 poit nov


            Jutta filia naturalis Petri Michiels
            Mechteldus relicta et liberi III
Johannes filius Henrici Liben de LXXIX 1/2 virgatis vutfangh
vel circiter recepto de communitate de Lyemde anno LXX
per litteris consensis domini ducis sito ad locum dictum
aenden Bleeck penes hereditatatem Lamberti Aben
et alias circumquaque ad communitatem II den ob nov

marge ... post Henricus unius liberorum [Jutta]

                        filiae naturalis

            liberi VIII Henrici filii Petri Goirts
Henricus,Arnoldus et Paulus liberi Henrici Bloys
de XXX virgatis vutfangh vel circiter recepto de communitate
de Lyemde anno LXX per litteris consensis domini ducis
sito in Lyemde penes hereditatem earum ibidem I den nov

Foto P 1220175

                                                           Aleidus filia

                                                           Agnes relicta et libid VI
Wilhelmus filius, Wilhelmus filius Boudewini Josphs

                                                                                   et III liberi
Wilhelmus filius Alberti Zeben de dimidio bonario vuytfangh
vel circiter recepto de communitate de Lyemde anno LXX per
litteris consensis domini ducis sito ad locum dictum Elaer
penes hereditatem heredum Wilhelmi vanden Velde cum uno latere
et alias inter communem[?] plateam circumquaque adiacentibus VI d nov

 

            Johannes filius Antonii Ruelens
            liberi IIII de primo thoro et Aleydis relicta de 2o thoro
Theodorus filius Wouteri Arts de Esch de quinquaginta
virgatis vutfangh vel circiter recepto de communitate de Liemde
anno LXX per litteris consensis domini ducis sito ad locum

dictum Vrillichoven penes hereditatem suam ibidem 1 den ob nov

1415, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: januari 25.
Jan Coelensoen, Willem van Meydensvoert, Jan Wantghers, Arnt Goeswijnssoen, Henrick van Bychghelaer en Peter Crabbe, schepenen van Liempde, verklaren, dat Katheryne, dochter van wijlen Steven van der Steghen, verkocht heeft aan Dyrck Roetart, de helft van een beemd, geheten Smallaer, gelegen te Liempde tussen de erfgenamen van Heer Vlecken, ridder, en een erve geheten die negene geswade, strekkende aan de Dommel.

1416, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 54, pag. 2v, d.d. 1416
16 Laureijs (?) natuurlijke zoon van heer Henrick Costers verkoopt aan Yden wettige vrouw van Claes Lambers een pacht van een malder rogge maat van Boxtel, steeds te Boxtel binnen de bruggen te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis en tuin gelegen te Onroij waar de schuldenaar woont, belendend ... van Vucht en haar kinderen, de gemeenschappelijke straat. Nog op onderpand van een eeuwsel genoemd het Wehaghe (Wedehagen?), gelegen onder Casteren, belendend .... Baudewijn Josephs, de kinderen van Lonijs ... Vuchts, De schuldenaar belooft de onderpanden in goede staat te houden voor de pacht en alle lasten daarin af te handelen, behalve een malder rogge en behalve de grondchijns en nog 20 lopen rogge uit het huis . ... Den Bosch. Datum op St. Valentijnsdag (1416), getuigen Zuermont en ....

1416, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 54, pag. 4v, d.d. 3 april 1416
31 Gerit wettige zoon van Gerit van Kasteren verkoopt aan zijn wettige broer Jan het vierde deel van een stuk land ... (genoemd?) het Hoij Hemmeneijnt (?), belendend Jan van Nergenae, Danckolf, Nog het vierde deel van een stuk land genoemd de Ernttuijn gelegen onder Tongeren, belendend Danckolf, de kinderen van Willem (?) Nijs Scoenvoets. Nog verkoopt hij het vierde deel van een ploegrecht op de gemeijnte van Kempen. De verkoper belooft alle lasten af te handelen, behalve de grondchijns. Datum 3 april (1416), getuigen Zuermont, Zeben en Wolf.

1416, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 54, pag. 7v, d.d. 1416
57 Jan Willems van de Molengraef verkoopt aan Jan Coppelmans ten zijnen behoeve en ten behoeve van diens zwager Dirck Gerit Arnts, een pacht van 11 lopen rogge per jaar maat van Boxtel, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag ten huize van genoemde Gerit, op onderpand van een huis met tuin etc. gelegen te Tongeren, belendend gerit Arnts, Jan Gerits van Kasteren. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de pacht en alle lasten af te handelen behalve de chijns aan de heer en 2 en een half Bosch pond paijment aan diegene die daar recht op heeft. Datum op Maria Ontvangenisdag, getuigen Emmen en Zeland.

1416,
BOSCH’ PROTOCOL BP 1189 fol. 271, 23 januari / door Jan Toirkens
Willem Peters van Casteren [Kasteren] geeft in erfpacht aan zijn broer Jan Peters van Casteren [Kasteren]

- ¼  deel in een watermolen, Casteren [Kasteren], Lyemde;

- ¼  deel in een de watermolen van Autsel (watermolen huidige Meulekensweg) aldaar

- ¼  deel van een oliemolen aldaar

- en ¼  wei en ¼  bos bij die Vorst

om 2 mud rog Bossche maat op Lichtmis. ( Willem had die vierde delen verkregen van Lambrecht die Bont.)

1417, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: maart 7 . Jan Coelensoen, Willem van Meydensvoert, Jan Wangers, Peter Crab, Heynric van den Per en Jan Arntssoen, schepenen van Liempde, verklaren, dat Jan Reynerssoen, Lysbeth zijn zuster, met Aelbrecht die Steerre haar man en Jan Jutten Reynesdochter soen verkocht hebben aan Dyrck Roetart, hun mede-schepen, 2/3 van 1 1/2 geswade beemds, gelegen in Smallaer tussen de erfgenamen van Jan Vossen en de koper.

1417, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: december 2.
Rodolphus Berwout en Johannes die Lu, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Johannes, zoon van wijlen Gerardus zoon van wijlen Johannes van Casteren verkocht heeft aan Willelmus, zoon van wijlen Willelmus van den Velde, een erfpacht van een half mud rogge, gaande uit een stuk land, gelegen in de parochie Boxtel onder de dingbank van Liempde, tussen wijlen Henricus Mu(t)sart en wijlen Laurencina van der Andermolen, alsmede uit een halve bunder heide, gelegen mede aldaar tussen Theodericus Roetart en Paulus Jan Coppensoen.

1419, BOSCH’ PROTOCOL BP 1191 fol. 146, 13-07-1419 / door Jan Toirkens
Jan zoon van wijlen Henrick Mutsart, Goyart van der Spanc man van Aleijt Henrick Mutsart, en Gerit van den Kerkchove man van Luytgard Henrick Mutsart, geven in erfpacht aan Henrick Henrix Mutsart 3/5e van huis, erf, hof (van wijlen Henrick Mutsart in de parochie Bucstel in 't gericht van Lijempde om 10 lopen rog Bossche maat, te betalen half aan Jan, en half aan Goijart op Lichtmis en de lasten.

Henrick zet als pand  : de helft van de beemd " Autsel (watermolen huidige Meulekensweg)"

1420, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: maart 8.
Godefridus Berwout em Henricus van den Borchacker, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Petrus Loeckart verkocht heeft aan Theodericus, zoon van wijlen Johannes Roetart, het derde deel van een stuk land, geheten Reylantbeemdeken, gelegen in de parochie Boxtel onder de dingbank van Liempde in Smallaer, tussen het erve van wijlen Johannes Vos en de abt van Averbode, [ Hoeve Ten Kerckhove] strekkende van de Dommel tot aan Lambertus van den Acker.

1421, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: juni 19.
Godefridus Smeds en Godefridus de Dommelen, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Theodoricus, Rodolphus en Arnoldus, zonen van Lodewicus de Bladel, alsmede Henricus Boerman, man en momber van Elysabeth, Daniel Janssoen, man en momber van Luytgard, dochter van Lodewicus voornoemd, Ghiselbertus de Dorhout, man en momber van Godescalus de Bladel, Jacobus Oedensoen, man en momber van Elysabeth, dochter van wijlen Anna, dochter van wijlen Gerardus Vos, hebben opgedragen aan Theodericus, zoon van wijlen Johannes Roetart, een stuk land gelegen onder de dingbank van Liempde int Smaller, tussen de koper aan beide zijden, strekkende aan de Dommel, alsmede een stuk land, gelegen als voren tussen Theodericus Hoet en de Dommel, met Lambertus van den Aker aan beide einden.

1421, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 285 Schijndel (Fiche 64, blz. 4) Cijnsregister 1421-1446
Relicta et liberi Wautgherus filius Johannes de Casteren ex hereditate Wautgherus predictus de novi VI dinarii in marge: post relicta ?? ?? ?? ?? in Boxtel et ?? in Casteren prope Liemde

1421, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 286 Sint-Oedenrode  (blz. 5, folio 20 v) Cijnsregister 1421-1446
Liberi II Johannes filius Walterus de Vyllenbraken ex hereditate Eligius de Spanct et domistadio Ada de Casteren quondam Margareta de Beke de veteri Viii denarii

1421, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 286 Sint-Oedenrode  (285-35, blz. 6, folio) Cijnsregister 1421-1446
Daniel filius Johannes de Weechgreijden ex parte liberum Arnoldus filius Emondus Lanten ex hereditate dicta Bemelken de veteri IIII denarii ort

1421, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 285 Schijndel (Fiche 64, blz. 4) Cijnsregister 1421-1446
Rodolphus filius Petrus de Spina Reynerus filius Reynerus de Casteren pro liberis Petrus Johannes de Spina de veteri IIII dinarii ex hereditate Aelbertus de Dynter Idem Rodolphus

1421, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 285 Schijndel (Fiche 64, blz. 2) Cijnsregister 1421-1446
Yda filia Hnericus filius quondam Arnoldus Egonis Mathias et Yda liberi Henricus filius Arnoldus Egonis ex hereditate patris eorum quondam ?? weels et hereditate Hermannus Ferbitoris? de veteri IIII dinarii ort in marge: Libertus filius Johannes Libertus habentis? Idem ex hereditate predicta de novi I dinarius Idem ex bonis Rijsborch de veteri IIII dinarii III ort / II dinarii II ort Idem ex hereditate dicta Cloetken de veteri I dinarii Mathias filius Henricus Egonis habentis? Idem ex bonis Mathias filius Henricus Novi Coloni quondam Heylwigis de Houthem de veteri VI dinarii Idem ex hereditate Mathias predictus sitis in Hermalen de novi II stuivers Liberi natuiralis Henricus Egonis heredes Idem ex bonis Arnoldus de Beke et liberi eius de novi VI dinarii Mathias filius Henricus Egonis habentis? Idem ex bonis Aleydis Hilla de veteri VI dinarii et ort

1421, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 285 Schijndel (Fiche 64, blz. 3) Cijnsregister 1421-1446
Reynerus de Casteren et Rodolphus de Spina habentis? Petrus filius Johannes de Spina ex hereditate Albertus de Dynter et liberi eius de veteri VI dinarii in marge: post mortem Johannes unus liber Idem ex hereditate Henricus filius Mathias de Hermalen de novi II dinarii Idem ex hereditate Henricus predictus quondam Henricus Vetermans de veteri V dinarii Idem ex hereditate Henricus predictus quondam Johannes Zonnemans de novi V dinarii Idem ex hereditate Henricus filius Johannes de Schoet quondam Henricus de Eijck de veteri II dinarii minus septem parte dinarius

1421, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 285 Schijndel (Fiche 64, blz. 3) Cijnsregister 1421-1446
Katharina filia Gherardus de Casteren ex parte Kathrina relicta Matheus Gueden ex domo et orto quondam Goeswinus de Woensel de novi II dinarii In Schijndel

1422, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: april 26
Jan Colensoen, Jan Wantgerssoen, Willem Roefssoen, Henric die Taye, Gevart Ghevarts, Reyner van Vynckescoet en Goessen Janssoen van der Laerscot, schepenen van Liempde, verklaren, dat Lambrecht, zoon van wijlen Jacob Lambrechtssoen van Vrillinkoven, verkocht heeft aan Laureyns van Leemputten ten behoeve van Arnt Weerners, een erfpacht van 12 lopen rogge, gaande uit een beemd, gelegen in Wychmansbroeck [Wichmansbroek]  tussen Willem van Meydensvoert ter ene zijde en Willem van den Velde en Rombout Janssoen van den Velde ter andere zijde, strekkende van de jonckeren van Boxstel tot aan de steeg.

1422, BOSCH’ PROTOCOL BP 1192 fol. 447v, 17 mei / door Jan Toirkens
Peter Steenwech, man van Christijn Hugo van Wije (weduwe van Willem van Bucstel), zoon van wijlen Willem Bastart geeft aan Mechtelt dochter van wijlen Willem Bastart een pacht in Liemde.

1422, BOSCH’ PROTOCOL BP 1193 fol. 218, 17 mei / door Jan Toirkens
Wouter Henrix van Lyer heeft opgedragen aan Michiel van den Velde ¼ e deel afkomstig van Rombout Janssn. vanden Velde in de watermolens van Casteren [Kasteren] en Liemde, in 2 buunder beemd inden Weert in Casteren [Kasteren] rondom tussen die Dommel en in een erf met hautwas in Luttel..., alsmede ... (rest valt weg in rand)

1422, Sint-Jan Bouwloods 's-Hertogenbosch nr. 338 (327). Datum 01-08-1422
Henricus Steenwech en Arnoldus Wolphardi, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, Franco, Adam en Ghibo, kinderen van wijlen Ghibo Heester, en Delyana en Aleidis, hun zussen dochters van Ghibo, Petrus natuurlijke zoon van wijlen Arnoldus Zegers soen, wettige echtgenoot van Margaretha, dochter van Ghibo, aan Henricus Heester, zoon van wijlen Johannes Heester, overgedragen hebben elk deel en alle rechten die zij bezaten in een erfpacht van 1/2 mud rogge uit:
1) Halve bunder beemd in de parochie Bucstel in het rechtsgebied van Liempde [Liempde] op de plaats Die Vloet op de plaats die Hamsvoirt tussen het erfgoed van de kinderen van van wijlen Johannes Nonden aan een zijde en het erfgoed van de kinderen van wijlen Laurencius van der Hamsvoirt aan de andere zijde,
2) een huis en erf op de plaats Die Vloet tussen het erfgoed van de kinderen van wijlen Laurencius aan een zijde en de openbare weg aan de ander zijde,
3) 1,5 lopenzaat rogge in het rechtsgebied van Liemde tussen het erfgoed van wijlen Gerardus Vos aan een zijde en het erfgoed van Willelmus de Byechelaer aan de ander zijde
welke pacht Johannes, zoon van Gerardus Heester de Luyssel, van Johannes, zoon van wijlen Gerardus de Casteren, gekocht had.

1422, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel, datum: november 19.
Henricus Dicbier en Goeswinus Moedel van der Donc, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Johannes, Margareta en Digna genoemd Dingen, kinderen van wijlen Willelmus, zoon van wijlen Theodericus de Dormalen, alsmede Willelmus van den Hove, man van Elisabeth, Johannes Willemsoen, man en momber van Agneta, en Quirinus Kareynwreynsen, man en momber van Bile, allen dochters van wijlen Willelmus voornoemd, verkocht hebben aan Theodoricus, zoon van wijlen Johannes Rotart, de helft van een akker, geheten Heerschenecker, gelegen onder de dingbank van Liempde tussen de erven van wijlen Arnoldus de Meyelsvoirt en de erven van wijlen Henricus van de Biechelaer, strekkende van de gemene weg tot aan de erve van wijlen Henricus Hesselssoen, welke helft de verkopers is aangeërfd van wijlen Johannes Rotart.

1423? BOSCH’ PROTOCOL BP 1192 fol. 438 / door Jan Toirkens
de helft der molens in Casteren [Kasteren] is van Willem Willemss Cortroc.

1423 BOSCH’ PROTOCOL BP 1194 fol. 47v, 14 december / door Jan Toirkens
Henrick Hermanss Brant heeft opgedragen aan een sekretaris ten behoeve van zijn natuurlijke kinderen Henrick en Lijsbeth, verwekt bij Katherijn vanden Berge, een mud rog uit grond in Lyemde, Casteren [Kasteren] en uit ¼  deel van die Hovebeempt aldaar aan die Dommel; Henrick had die pacht gekocht van Aleyt Josephs van Casteren [Kasteren]); 33 lopen rog uit erven in die Vloet (transcribent:= Vleut) en Gunterslaer in de parochie Oirscot. (Henrick had die pacht verkregen van Gerit Wouters die Snijder van Bucstel en diens kinderen; Jan Aertss van Gunterslaer had die pacht beloofd aan Gerit Wouters die Snijder).

1423, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel, datum: september 26
Jan Colensoen, Jan Wantgherssoen, Henric Taye, Willem Roefssoen, Peter Crabbe en Goessen van der Laerscot, schepenen van Liempde, verklaren, dat Peter Jan Roetartssoen bekend heeft schuldig te zijn aan Dyrck zijn broeder, een erfpacht van 4 1/2 lopen rogge, gaande uit het huis c.a. van wijlen Jan Roetarts, gelegen in Liempde tussen Willem Roefssoen en de strate.

1423, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel, datum: september 30.
Jan Colensoen, Jan Wantghers, Henric Taye, Willem Roefssoen, Dyrc Roetart, Peter Crabbe en Goessen van der Laerscot, schepenen van Liempde, verklaren, dat Jacob, zoon van wijlen Korstiaen Jan Roetartssoen, verkocht heeft aan Gherart Henric Hesselssoenssoen, de helft van een stuk land, geheten de Heerschenecker, gelegen onder de dingbank van Liempde tussen Arnt van Meydenvoerts erfgenamen en Henric van de Bychelaers erfgenamen, strekkende van Henric Scutkens erfgenamen tot aan de gemene weg, alsmede de helft van een beemd, gelegen in Andsel [Antsel] onder Liempde, tussen Henric van den Perre en Jan Arntsoen ter ene zijde en Henric Mutsarts erfgenamen ter andere zijde, strekkende aan de gemene weg.

1424, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel, datum: april 1.
Jan Colensoen, Jan Wantghers, Henric Taye, Willem Roefssoen, Dirc Roetart, Peter Crabbe en Goessen van der Laerscot, schepenen van Liempde, verklaren, dat Peter Jan Roetartssoen verkocht heeft aan Gerart Henrick Hesselssoen, 1/6 van Bredebeempt, vroeger toebehoord hebbende aan Ghevart van den Venne; 1/6 van een beemd, gelegen aan Brede Eyke tussen Willem van Meydensvoert en Jan Scutkens erfgenamen; 1/6 van die Tiendebeempt, gelegen tussen Jan Colensoen en Lambrecht van den Ecker; 1/6 van een beemd, gelegen in Andsel [Antsel] tussen Arnd Goessenssoen en Jan van den Perre; 1/6 van een beemd, geheten die Hogendonc, gelegen tussen Willem van den Velde en Herbrecht Colensoen; 1/6 van een beemd, gelegen voor de Hogendonc.

1424 / BOSSCHE ENCYCLOPEDIE
Overdracht erfcijns erfgoed [Schilderstraat]
Petrus Becker zoon van wijlen Petrus Becker
aan: Petrus zoon van wijlen Jacobus van Groterliemde [Liempde]
van: erfcijns £ 3
uit: een stukje erfgoed uit een zekere hofstad en een straatje dat loopt van de Hinthamerstraat naar de MANSIO van wijlen Henricus Schilder en grenst aan het erfgoed van mr. [MAGISTER] Arnoldus Buc, CYRURGICUS.
Nr 1678 | 29 mei 1424

1425 BOSCH’ PROTOCOL BP 1195 fol. 152, 2 februari / door Jan Toirkens|
Joseph Lambrechts die Bont heeft opgedragen aan Jan en Boudewijn, zonen van wijlen Peter van Herentham, zijn deel en het deel van Jan en Aleyt, kinderen van wijlen Lambrecht die Bont, in ¼  deel van de molen van Casteren [Kasteren] (Jan vanden Velde had vroeger van Lambrecht die Bont een Bossche schepenbrief ontvangen over dat 3/4e deel; Willem vanden Velde had die brief ten behoeve van Jan vanden Velde verkregen.

Als Jan en Aleyt mondig zijn, zal Joseph hen afstand laten doen.

1425 BOSCH’ PROTOCOL BP 1195 fol. 123v, 5 juli / door Jan Toirkens
Joost Reyneers van Vinckenschoet heeft opgedragen aan Josep Bandewijn Josephs van Casteren [Kasteren]  zijn deel in de watermolens (vroeger van Willem Cortroc) in Vasterle [Kasteren] en in land en houtwas in Bucstel, Lutgherliemde in die Vurst en in erf "die Weert". (Joost had dat deel verkregen van  Mychiel de jonge natuurlijke zoon van wijlen Michiel van Halle (man van Luytgart Boudewijn Joseps van Casteren [Kasteren]

1425?? BOSCH’ PROTOCOL BP 1196 fol. 152, / door Jan Toirkens
Jan Peters van Herenthem belooft de kinderen van Lambrecht die Bont schadeloos te stellen wegens die belofte van afstand doen.

(Lambrecht die Bont had vroeger verkocht aan Willem Peters van Casteren [Kasteren] ( zie ook R 1195 fol123v en 152) ¼  deel van de watermolen van Casteren [Kasteren] in het gericht Liemde en ¼  deel van een oliemolen en ¼  deel van wei en houtwas bij die Vorst.)

 

1427 BOSCH’ PROTOCOL BP 1196 fol. 79, 7 november / door Jan Toirkens
Heer Gielis Voegel, pitancier ( JT: persoon in klooster die er voor moet zorgen dat elke religieus zijn rantsoen krijgt) van Everbode (Averbode), verpacht voor 4 jaar vanaf Pinksteren laatstleden aan Jan Wautgers van Casteren [Kasteren] de hoeve "tguet ten Keirckhove" te Liemde bij de kapel om 26 arnems gulden op Lichtmis, (te betalen op de wissel te Diest of naar believen van de pitancier elders in Brabant) - en de lasten-; de pachter moet

-  jaarlijks 100 willigenpoet planten

-  eykenpoet, die 't klooster levert, planten in die 4 jaar

-  6 vimmen stro dekken in nieuw dak.

Alle beesten zijn van de pachter. De opbrengst in het 4e jaar is half van de pachter  en half van verpachter; de pachter hoeft in het 4e jaar de 26 gulden niet te betalen.

1429, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: januari 10.
Jan Colensoen, Jan Wantgerssoen, Dirc Roetart, Henrick Taye, Peter Crabbe, Willem Roefssoen, schepenen van Liempde, verklaren, dat Goeswyn van der Laerscot hun medeschepenen, verkocht heeft aan Rutgherus Dirc Roetartssoen, 4 lopen rogge per jaar uit een akker, geheten Willem Duffelmans hove, gelegen tussen de gemeint van Liempde en Jan van der Bruggen, welke erfpacht de verkoper is aanbestorven van Jan, zijn vader.

1429 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1200, f149 31 okt 1429 / door dr. Geertrui van Syngel
Hendrik die Weker, zoon van wijlen Dirk die Weker, en Albert, zoon van wijlen Arnold Minnemer, hebben erfelijk verkocht aan Elias, zoon van wijlen Jan van Luyssel, een erfpacht van 1 mud rogge Bossche maat, te voldoen op de eerstkomende Sint Maarten in de winter voor de eerste betaaltermijn uit een stuk weiland genaamd die Hoedert [is die plaatsnaam correct of bekend?] en een klein stukje land hiertoe behorend gelegen in de parochie van Boxtel op de plaats genaamd aan Veller [Velder, Liempde] , gelegen tussen het erfgoed van de heer van Boxtel enerzijds en tussen het erfgoed van Egidius, zoon van [Peter] Heijmericszoon anderzijds, grenzend met ene eind aan het erfgoed van Peter Coppenzoon en met het andere eind aan erfgoederen het erfgoed van Jan Colenzoon, alsmede te betalen uit een huis en tuin en andere aangrenzende erfgoederen daartoe behorend, gelegen op de plaats genaamd Lennensheuvel (Lennisheuvel), tussen de gemene plaats enerzijds en tussen een zekere [XX] daar anderzijds

1430 BOSCH’ PROTOCOL BP 1200 fol. 72v, 12 maart/ door Jan Toirkens
Jan Dirx van Halle en Henrick Enghelenzoen man van Lyemde, H.Geestmeesters van Bucstel.

 

1430 BOSCH’ PROTOCOL BP 1200 fol. 148, 31 oktober/ door Jan Toirkens
Jonker Dirck van Meerhem, heer van Bucstel, verkoopt aan Wouter Dirx Godescalx een rente van 166 ½ oude groten, die hij (Dirck) beurt op St.Marten uit 27 3/4 buunder land "die Scheeyck"  in Liemde, strekkende van een gemeynt van Rote tot een weg in die Vluet. Deze rente of cijns staat "te bueten ende te gewyn".

Gerit Herman Brant ziet af van vernadering van die rente.

1431, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: juni 2.
Reynerus Loden en Gerardus Balyart, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Lambertus, zoon van wijlen Jacobus te Vrillichoven verkocht heeft aan Elysabeth de Zonne, weduwe van Johannes de Zonne, een erfpacht van 1 mud rogge, gaande uit 2 bunder moerasland, gelegen in de parochie Boxtel onder de dingbank van Liempde, tussen het erve van het Huis van Boxtel en Laurencius Sporbosch, strekkende van de gemene weg tot aan Hesselonus van de Loe, onder voorwaarde, dat de verkoper de pacht na dode van de koopster en haar zoon Johannes mag lossen.

1431, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: augustus 31.
Johannes de Erpe en Gerardus Balyart, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Johannes die Wuest van Knechtsel, gehuwd met Mechteld de oudere, en Waltherus Spierinc, gehuwd met Mechteld de jongere, natuurlijke dochters van wijlen Willelmus Voet, priester, hebben opgedragen aan Theodericus, zoon van wijlen Johannes Roetart
a. 3 lopense land in de parochie Boxtel onder de dingbank van Liempde in de Bredenacker, tussen Johannes Troestkens ter ene zijde en Godefridus Dunrox en Petrus Goutsmyt ter andere zijde, strekkende van de gemene straat tot aan Johannes de Laerscot;
b. 1 lopense land aldaar tussen Ludovicus Luttensoen ter ene zijde en Godefridus en Petrus voornoemd ter andere zijde; 
c. 1 lopense land aldaar, met Ludovicus voornoemd en de kinderen Van der Laerscot aan beide zijden, strekkende van de Hoelstraat tot aan de kinderen van wijlen Ludovicus van Essche
d. 1 lopense land aldaar, tussen wijlen Marcelis van Collenberch en wijlen Johannes van Homberch
e. een aandeel in twee weiden op die Tangel bij der Runnemoelen
f. enige tienden uit de Bredenbeempt, uit het huis Hezelaer [Hezelaar], uit het Coppelke en het huis ten Kerckhove.

1432 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1203, fol. 117 (112 stempel onder) / door dr. Geertrui van Syngel
Hendrik Steenweg, man van vrouwe Margareta, dochter van wijlen Willem Bac, zoon van wijlen Mathias van den Molengrave, heeft een erfpacht van vier mud rogge en een sister rogge, Bossche maat, uit de helft die aan Dirk Buc, zoon van wijlen Godschalk van der Sporct toebehoorde in een erfpacht van 16,5 mud rogge, erfelijk te voldoen uit een hoeve genaamd  t Goet te Velde, gelegen in de parochie van Boxtel op de plaats genaamd Liempde en uit de aangehorigheden van dezelfde hoeve en uit 18 bunder land gelegen in Liempde , alsmede een erfpacht van vier mud rogge en 1 sister rogge uit de helft die Dirk Buc, zoon van wijlen Godschalk van der Sporct, toebehoorde, [ hierna hele passage gevlekt en onleesbaar, er wordt nog een pacht genoemd] welke genoemde pachten die aan Hendrik Steenwech toegevallen waren door de dood van zijn vrouw, hij erfelijk overgedragen heeft aan Dirck van Rode, koopman, zoon van wijlen Jacob Smeeds van Rode. (naam Roelof Coenen staat ook nog in de aant. van Ferdinand Smulders)

1432 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1203, fol. 144 (145 stempel onder) / door dr. Geertrui van Syngel
Dirck van Rode, koopman, zoon van wijlen Jacob Smeeds van Rode heeft een erfpacht van vier mud rogge en een sister rogge, Bossche maat, die aan Dirck Buc, zoon van wijlen Godfried  van der Sporct, toebehoorde, in een erfpacht van 16,5 mud rogge, erfelijk te voldoen uit een hoeve genaamd t Goet te Velde gelegen in de parochie van Boxtel op de plaats genaamd Liempde en uit de aangehorigheden van dezelfde hoeve en alsmede uit 18 bunder land gelegen in Liempde; alsmede een erfpacht van vier mud rogge en 1 sister rogge die aan Dirck Buc, zoon van wijlen Godfried  van der Sporct, toebehoorde, (in de genoemde pacht van 16,5 mud rogge), welke pachten van 4 mud en 1 sister en 4 mud en 1 sister Dirck van Rode, zoon van wijlen Jacob Smeeds van Rode, verworven had van Hendrik Steenwech, man en wettig voogd van vrouwe Margareta, zijn echtgenote, dochter van wijlen Willem Back, zoon van wijlen Mathias van den Molengrave,  en die Dirck van Rode erfelijk overgedragen heeft aan de stadssecretaris van Den Bosch ten behoeve van Margaretha, dochter van wijlen Hendrick van Broekhoven. 

1432 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1202, fol. 213 door G. Beelen (?)
Gerardus zoon van wijlen Gerardus Coppen, gehuwd met en voogd van zijn echtgenote Jut, gehete Bele, natuurlijke dochter van Nicollas geheten Coel, zoon van wijlen Daniel van Vrillichhoven draagt op een stuk land, genaamd Rondenberch (Rondenborch) gelegen in de parochie van Boxtel en in de jurisdictie van Liempde ter plaatse Vrillichoven (Vrilkhoven), beledingen: de straat, de erfgenamen en kinderen van Bartholomeus van Vrillichoven, aan de andere zijde strekkend van de straat tot aan de erve van Johannes Avenysoen, zoon van wijlen Henricus Abenysoen. Het stuk land wordt erfelijk verkocht aan de eerdergenoemde Johannes Avenysoen, uitgenomen een cijns aan de heer van Helmond.

1432,  BHIC 1245, Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653)  door dr. Jan Sanders, datum: 1432-06-18.
Heilwigis, dochter van Christianus Roesen, heeft verkocht voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Petrus, zoon van Petrus de Herenthem, een akker land geheten Den Dorenacker met een weitje en 2 strepen land in Liempde, gerecht van Boxtel.

1432, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: december 1.
Godefridus de Erpe en Rutgherus de Geldrop, schepenen van s'-Hertogenbosch, verklaren, dat Lambertus, zoon van wijlen Jacobus Lambrechtssoen van Vrilichoven verkocht heeft aan Theodericus, zoon van wijlen Johannes Henrixsoen, een erfpacht van 4 lopen rogge, gaande uit een weide, gelegen onder de dingbank van Liempde in Wychmansbroec [Wichmansbroek], tussen Willelmus de Meydensvoert ter ene zijde en de erfgenamen van wijlen Willelmus van de Velde en de erfgenamen van wijlen Egidius Heymerixsoen ter andere zijde, strekkende van de heer van Boxtel tot aan de steeg, alsmede uit een kamp heide, gelegen aldaar tussen Henricus van der Perre en Willelmus de Meydensvoirt ter ene zijde en de gemene straat ter andere zijde.

1433 BOSCH’ PROTOCOL BP 1204 fol. 4v en 9v, / door Jan Toirkens
Jan die Vorster natuurlijke zoon van wijlen heer Willem, heer van Bucstel, had vroeger een mud rog beloofd aan Jacob en Fissie, kinderen van Jacop vanden Berghe, uit land "Goessensbuenre" (Goossenbunder)  in Liemde.

1433 BOSCH’ PROTOCOL BP 1203 fol. 150v, 17 januari/ door Jan Toirkens
Gerit Gerit Bathensoen heeft opgedragen aan een secretaris ten bate van jonker Dirck van Meerhem, heer van Bucstel, een cijns van 18 peters op St. Lambrechtsdag. ( Heer Willem van Meerhem, heer van Bucstel, ridder, had die cijns verkocht aan Gerit Bathen (vader van voornoemde Gerit) uit zijn hoeven, molen, tienden, renten, cijnsen en pachten in zijn dorp en heerlijkheid Bucstel en in Liemde en Os en uit al zijn andere goederen.)
Jan Bathensoen ziet af van vernadering van die cijns.
Gerit Gerit Bathensoen heeft opgedragen aan Jan Bathensoen het deel van Lambrecht Jan Bathensoen en de voornoemde cijns; (dat Gerit van Lambrecht verkregen had): en de tocht van broeder Jan Gerit Bathensoen van Porta Celi, in 1/3 deel van die cijns, Gerit had die tocht verkregen van broeder Jan.)

1433 BHIC 245, inv. nr 112 Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653), nr 71 d.d. 19 juni 1433
71 1433-06-19. Willemus geheten Willegeman, zoon van Henricus die Wyt, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Johannes van Buttel, zoon van Mattheus van Bottel, een erfpacht van 1 mud roge uit een pacht van 3 mud rogge en 3 mud gerst en 3 steen vlas uit goederen in Kasteren onder Boxtel, te weten 2 kampen land, Wedehage en Die Nuwebuenre geheten, 4 stukjes land daar, een halve streep in Die Nuwebuenre, Den Dorenecker en 2 aanliggende weilanden, een akker land op Die Brake en toebehoren, Dat Voertken, een stukje roggeland, een halve wei en de helft van een hoeve in Boxtel op Tzavendonck.

1433 BOSCH’ PROTOCOL BP 1203 fol. 184v, 16 april / door Jan Toirkens
Wouter van Lier, weduwnaar van Margriet Jan vanden Velde, heeft opgedragen aan zijn zoon Jan: zijn vruchtgebruik in een voer tiendhooi uit de beemd "dat Haverlant", Lyemde aan die Dommel. (Willem vanden Velde had dat tiendhooi t.b.v. Jan vanden Velde, zijn broer, verkregen van Erembrecht Lodewichss vander Scoervoert)
(Jan van Collenberch beurde dat tiendhooi vroeger; dat Haverlant was vroeger van heer Eligius, geheten Loy vanden Aker, priester, Eligius geheten Loy Luntenssoen en Eligius vanden Berghe)
Jan Wouter van Lier geeft die levering van een voer tiendhooi over aan Michiel, natuurlijke zoon van wijlen Michiel van Hall en van Lijsbeth Berneers.

1433 BOSCH’ PROTOCOL BP 1203 fol. 91v, 9 juni / door Jan Toirkens
Lijsbeth, weduwe van Mychiel vander Velde, geeft aan haar zoon Willem;
- haar vruchtgebruik in ¼  deel in de watermolens van Casteren [Kasteren], Lyemde
- in ¼  deel in 2 buunder beemd  Casteren [Kasteren], in den Weert,rondom tussen die Dommel
- ¼  deel in een erf met houtwas in Luttellyemde
- ¼  deel in de watermolen in Alsel (watermolen huidige Meulekensweg)
(Mychiel had die vierde delen verkregen van Wouter Hannen van Lyer)
Willem Michiels vanden Velde geeft die vierde delen over aan Aert Henrix Werner.

1433 BOSCH’ PROTOCOL BP 1204 fol. 6, 22 oktober / door Jan Toirkens
Aert Henrix Waerneer heeft opgedragen aan Jan Peters van Herenthom

- ¼  deel (afkomstig van wijlen Michel vanden Velde) in de watermolens van

   Casteren [Kasteren], Liemde;

- ¼  deel in 2 buunder beemd in den Weert, Casteren [Kasteren], rondom tussen die Dommel

- ¼  deel in een erf met houtwas in Luttelliemde

- ¼  deel in de watermolen in Alsel (watermolen huidige Meulekensweg)

(Aert Waerneer had die vierde-delen verkregen van Willem Michiels vanden Velde)

 

1434 BOSCH’ PROTOCOL BP 1204 fol. 278, / door Jan Toirkens
heer Willem van Bucstel, ridder, zoon van wijlen heer Henrick van Bucstel, ridder, beurde vroeger een cijns van 32 pond oud uit "die Weybuenre" in Lyemderwaut, tussen gemeynt van Rode in het oosten en een gemeynt van Oirschot in het westen en strekkende met een eind aan de gemeynt van Lyemde.

1434, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: februari 20.
Danccolf Henric Zeland, Matys Molener, Deric van der Horst, Arnt Rulenssoen, Henrick Peter Heymericssoensoen en Arnt de Smit, schepenen van Boxtel, verklaren, dat Henric, Jan en Lysbet Henricskinderen van der Laer verkocht hebben aan Gerrit Henric Hesselssoenssoen, hun drie gedeelten van een stuk land, geheten die Streep, gelegen te Mulsel tussen Meeus Geritssoen en Henric Jans Hoefschensoen; drie delen in de Langestreep, gelegen op Savendonck [Savendonk, Liempde] tussen wijlen Jan Wantgerssoen aan beide zijden; 3 delen van een bunder broekland, gelegen in Bordelaer tussen Henric Mutsaers en Deric Janssoen van den Wyel; drie delen van een heytveld, gelegen in Bordelaer tussen het wederdeel van Henric Jan Hoefschensoen en de kinderen van wijlen Bauden Grietensoen; drie delen van een beemd, geheten het Loe, gelegen te Cleynre Lyemd tussen wijlen Alaerd van Emmichoven en Wouter van Desschel; voorts het derdedeel van een ploegrecht in de gemeint van Kempen.

1434, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: mei 26.
Arnoldus Ghiselberti Monix en Johannes Nolleken, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Gerardus, zoon van wijlen Henricus Hesselssoen, heeft opgedragen aan Reynerus, zoon van Reynerus van Vynckenschoet, een stuk land, gelegen in de parochie van Boxtel onder de dingbank van Liempde in Casteren [Kasteren], ter plaatse geheten den Nennensecker, met aan beide zijden Johannes Wantgerssoen, strekkende van Henricus, zoon van wijlen Johannes sHoefschen tot aan de steeg tegen een erfpacht van 1 1/2 lopen rogge, met 2 1/2 lopen uit landen, welke Reynerus eerder verkregen heeft, tesamen 4 lopen erfpacht.

1435, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: november 5
Peter Bollant, Dirc Roetart, Peter Crab, Jan Arntssoen, Roelof Loywichssoen, Jan Peterssoen en Henric Bloeys, schepenen van Liempde, verklaren, dat Willem Dirc Roetartssoen beloofd heeft aan Gherart Henric Hesselsoen, dat deze het 2/3 part van 24 lopen rogge uit geen ander onderpand zal beuren dan uit de helft van een bunder beemd, gelegen in 's Heren Buynre onder Liempde, tussen Geertruyd van Reytsel en Baudewijn Maessoenssoen, welke erfpacht Dirc Jan Roetarts placht te geven uit dit land en uit het stuk land, geheten 's Monycsstuc.

1435, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: november 5
Peter Boelant, Dirc Roetart, Peter Crab, Jan Arntssoen, Roelof Loywichssoen, Jan Peterssoen en Henric Bloeys, schepenen van Liempde, verklaren, dat Dirc Dirc sWyttensoen, man van Marie, natuurlijke dochter van Dirc Roetarts, heeft opgedragen aan Gherit Henric Hesselssoen, het derde part van een erfpacht van 24 lopen rogge, gaande uit Vrillichover ecker [Vrilkhoven], gelegen onder Liempde tussen Willem van den Velde ter ene zijde en Willem Arnts van Meyelsfoert en Aleyt Loyen wijf ter andere zijde.

1436 BOSCH’ PROTOCOL BP 1206 fol. 28, / door Jan Toirkens
Heer Willem van Bucstel, ridder, zoon van wijlen heer Henrick van Bucstel, ridder, beurde (vroeger) 32 pond payment op St Marten uit die Weybuenre in Liemderwout in de parochie Bucstel tussen de gemeynt van St Oedenrode en een gemeynt van Oirscot en strekkende tot de gemeynt van Liemde.

 

1437 BOSCH’ PROTOCOL  1 febr. 1437 (fol. 42v) door dr. Geertrui van Syngel

Jan Loyt zoon van wijlen Aart Loyt verkoopt aan Goijaert Gijben van der Sporct een erfpacht van

·        half mud rogge (Bossche maat) te leveren op Pasen.

·        Levering van twee tonnen appels bestaande voor de helft uit POETAPPEL en voor de andere helft uit CRUIJSAPPEL op de H. Remijs (1 oktober) in Den Bosch te leveren

Het e.e.a te leveren uit elf lopense land en een wei daarbij in Kasteren te Liempde en uit de wei “Bemerken” met een stukje land.

1437,  BHIC 1245, Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653)  door dr. Jan Sanders, datum: 1437-05-04
Reynerus, zoon van Reynerus de Vynckenschoet, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Ghiselbertus Kesselman, zoon van Johannes, het vierde deel in een erfpacht van 2 mud rogge uit een stuk land van 10 lopenzaad gerst, geheten Nennens Ecker, in Liempde onder Boxtel, ter plaatse geheten Zavendonc, een stukje wei in Bordelaer en een kamp in Boxtel geheten Wedehage.

1437, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: juli 22.
Peter Boelant, Dirc Roetart, Jan Arntssoen, Roelof Loywichssoen, Jan Crab, Jan Mecus en Peter Crab, schepenen van Liempde, verklaren, dat Dirc Segherssoen van der Heyden verkocht heeft aan Jan Dircs sMoenixsoen, een visserij met de dijken dwars door het veld in de Mortel, met de verkoper aan beide zijden, strekkende van Dirc Roetart tot aan Ermgart Korstkens, gelegen onder de dingbank van Liempde.

1438, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: mei 15.
Arnoldus Ghyselbertssoen Monicx en Willelmus Johanssoen Dicbier, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Lambertus, zoon van wijlen Jacobus de Vrilichoven, verkocht heeft aan Theodericus, zoon van wijlen Johannes Roetarts, een stuk weiland, gelegen in de parochie Boxtel onder de dingbank van Liempde in Wychmansbroeck [Wichmansbroek], belend ter ene zijde Hesselonus, zoon van wijlen Henricus Hessels, ter andere zijde Laurentius, zoon van wijlen Gerardus Sporbosch en de erfgenamen van wijlen Arnoldus, zoon van wijlen Henricus Engelensoen, strekkende van het erve den Perrick tot aan het huis van Boxtel en de gemene steeg alsmede een stuk bouwland, gelegen alsvoren in Vrilichoven, tussen Johannes, zoon van wijlen Godefridus die Cromme en Johannes Arntssoen de Meyensvoert, strekkende met beide einden aan de gemene weg. Lasten : 2 oude groten aan de Heer van Boxtel en 28 lopen rogge aan diverse niet nader genoemde personen.

1438, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: mei 15.
Arnoldus Ghyselberti Monix en Willelmus Johannis Dicbier, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Johannes, zoon van Theodericus Monix, voor schepenen heeft bewezen, dat hij op grond van vernaderingsrecht de wederkoop heeft van een stuk weiland, gelegen in de parochie Boxtel onder de dingbank van Liempde in Wychmansbroec [Wichmansbroek], alsmede van een stuk bouwland, gelegen in Vrilichoven, welk land Theodericus, zoon van wijlen Johannes Roetarts, gekocht heeft van Lambertus, zoon van wijlen Jacobus van Vrillichoven. Theodericus heeft dit recht erkend en doet afstand van de koop.

1438, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: juni 9.
Peter Boelant, Dirc Roetart, Jan Arntssoen, Roelof Loywichssoen, Peter Crab, Loywich Korstiaenssoen en Jan Peterssoen, schepenen van Liempde, verklaren, dat Arnt Peter Roetartssoen, Lysbeth zijn zuster, Jan Jan Achttemanssoen en Agnes zijn vrouw, alsmede Hube Ghenen Ghevartssoenen en Margriete zijn vrouw, tesamen kinderen van Peter Roetart, hun moederlijk versterf gedeeld hebben, waarbij aan Arnt Peter Roetartssoen is toegevallen een stuk beemd, gelegen tussen Andries, natuurlijke zoon van Dirc van der Lake en Pouwel Berten, strekkende aan de gemeint; nog een stuk land, gelegen tussen Dirc van der Loe en de gemene waterlaat, strekkende aan Jan Arken; nog een stuk land, gelegen tussen Jacop van Hamsvoirt en Hube voornoemd; alsmede een stuk land, gelegen tussen Hube voornoemd en Hesel van Loe, strekkende aan de gemene weg, onder voorwaarde, dat hij de cijns van 4 1/2 oude grote en 1 loop rogge daaruit gaande, zal betalen.

1438, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: juni 9
Peter Boelart, Dirc Roetart, Jan Arntssoen, Roelof Loywichssoen, Peter Crab, Loywich Korstiaenssoen en Jan Peterssoen, schepenen van Liempde, verklaren, dat Arnt Peter Roetartssoen, Lysbeth zijn zuster, Jan Jan Achttemanssoen en Agnes zijn vrouw, alsmede Hube Ghenen Ghevartssoen en Margriete zijn vrouw, tesamen kinderen van Peter Roetarts, hun moederlijk versterf gedeeld hebben, waarbij aan Lysbeth is toegevallen de helft van een beemd, geheten de Odendonc, gelegen onder Liempde tussen de erfgenamen van Willem van Meyelsvort en Jan Gholen; een stuk land, geheten de Veltacker, gelegen tussen Roef Pelmans en Jan Gholen; een stuk land, geheten de Steltacker, gelegen tussen de erfgenamen van Willem van Meyelsvort ter ene zijde en Jan Parre en Hein Bloeys ter andere zijde; alsmede een stuk land bij de gemeint, tussen Willem Roefs erfgenamen en Henniken Korstkens, onder voorwaarde, dat Lysbeth gelden zal het vierendeel van 8 1/2 lopen rogge, het vierendeel van de cijns in het boek van Helmond, 7 lopen rogge uit de beemd, alsmede de grondcijns.

1439,  BHIC 1245, Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653)  door dr. Jan Sanders, datum: 1439-01-14
Petrus, zoon van Petrus de Herenthem, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Nycholaus de Deyl Den Dorenecker met een weilandje en drie strepen aanliggend land in Liempde in Boxtel.

1439, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum:  februari 19.
Godefridus de Erpe en Johannes de Oude Willelmi,schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Theodericus, zoon van wijlen Johannes Henrixsoen, heeft opgedragen aan Johannes, zoon van Theodericus Roetaert. de erfpacht van 4 lopen rogge, welke hij gekocht heeft van Lambertus, zoon van wijlen Jacob Lambrechtssoen van Vrilichoven, gaande uit een stuk land, gelegen onder de dingbank van Lyemde [Liempde] in Wychmansbroec [Wichmansbroek], tussen Willelmus de Meydensvoert ter ene zijde en Hendricus, zoon van wijlen Willelmus van der Velde en Hendricus Egidius Heymericssoen ter andere zijde.

1439  / BOSCH’ PROTOCOL BP 1210, fol. 90 / door dr. Geertrui van Syngel
Michael senior, natuurlijke zoon van wijlen Michael, zoon van wijlen Michael van Halle, heeft een erfpacht van twee mud rogge, Bossche maat,  erfelijk te voldoen uit 2/5 delen die aan Arnoud, zoon van wijlen Willem Mynnemeer, toebehoorden in het goed Ten Assche in de parochie van Boxtel en de aangehorigheden van dit goed, alsmede in drie bunder beemd genaamd die Zyldonc, gelegen op de plaats Vellaer [Velder, Liempde] alsmede in een stuk weiland naast de plaats genaamd Hoggendonk, welke pacht Michael senior verworven had van Michael, zoon van wijlen Michael van Halle, en Michael senior heeft deze erfpacht erfelijk overgedragen aan Dirk die Weker, zoon van wijlen Dirk die Weker. Dirk (die Weker) heeft beloofd dat hij aan Michael senior een lijfrente zal geven van drie mud rogge, elk jaar uit al zijn erfgoederen.

1439, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum:  maart 27.
Johannes Bathensoen en Henricus de Arennest, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Johannes, zoon van Theodericus Roetart de Vrillichoven, heeft opgedragen aan Lambertus, zoon van Chrispianus de Doernen, de erfpacht van 1 mud rogge, welke hij verkregen heeft van Elyzabeth, dochter van wijlen Arnoldus Wouterssoen de Wemel, gaande uit een huis, erf en hof met een weiland, gelegen in Vrilichoven [Vrilkhoven] onder de dingbank van Liempde, tussen Peter Crabben en Petrus Coppensoen.

1439, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: maart 27.
Marcelus die Lu, Godefridus de Erpe, Johannes Bathensoen en Petrus de Erpe, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Godefridus van der Spanck heeft verkocht aan Johannes, zoon van wijlen Theodericus.Roetart, een akker land, geheten die Stoeracker, gelegen in de parochie Bucstel in de jurisdictie van Lyemde [Liempde], in Vrilichoven [Vrilkhoven], met aan beide zijden Jacobus en Willelmus, kinderen van wijlen Johannes de Meyel, alsmede 2 bunder beemd, gelegen in de parochie alsvoren bij de "perric" van Bucstel in Wychmansbroec [Wichmansbroek], tussen Willemus de Meyelsfoirt en de erfgenamen van wijlen Wolterus Mariensoen, strekkende tot aan de "perric" voornoemd, welke landen de verkoper verkregen heeft van Theodericus zoon van wijlen Jan henricssoen, die ze verkreeg wegens gebrek aan betaling van een pacht van 11,5 malder rogge, welke pacht Jacob van Vrilichoven bij acte van 17 augustus 1396 gevestigd had ten behoeve van Dirck Uyttenvalckhuijse.

1440, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: februari 20.
Danclof Henric Zeland, Mathys de Molner, Arnt Ruelensz, Henric Peter Hemericz, Tieleman van der Meer en Arnt Smit, schepenen van Boxtel, verklaren, dat Lizebeth Arnt Woutersdr.van Wemel heeft opgedragen aan Jan Dirc Roetartsz van Vrilichoven, een schepenbrief van Boxtel, sprekende van 1 mud rogge, die zij gekocht heeft van Lambrecht Jacopsz van Vrilichoven, gaande uit een huis, hofstad en beemd te Vrilichoven [Vrilkhoven]onder Liempde

1440 BP 1211, fol. 199r, 10 mei 1440 / door dr. Geertrui van Syngel
Susanna, dochter van wijlen Jacob Wisseleers, met haar voogd, heeft het hele recht en levend bezit daar haar toekomt een erfpacht zolang dat ze zolang ze leefde bezit in een erfpacht van vijf mud rogge, Oirschotse maat die Jan, zoon van wijlen Wouter Bruijstenszoon beloofd had erfelijk te zullen geven aan genoemde Suzanne uit huizen en tuinen en de erfgoederen die daar aan grenzen, gelegen op de plaats Heerbeeck in de parochie van Oirschot, gelegen tussen het erfgoed genaamd Vellaer enerzijds en tussen het erfgoed en met het ene eind naast de gemene gronden en met andere eind aan het erfgoed van Jan van Boert, zoals in de schepenbrieven van Oirschot staat. Ze heeft dit recht dat zij bij leven heeft, overgedragen aan mij, Ghiselbert Roesmont de stadssecretaris met de schepenbrieven en het recht, en deze Ghiselbert Roesmont draagt dit weer erfelijk over aan Susanna [aparte schepenoorkonde]

1440, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: mei 13
Henricus Dicbier, Rodolphus Lonys, Richmannus de Spina en Henricus Beerwout, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Godefridus van der Spanck verkocht heeft aan Theodericus Roetart, 2 bunder land, gelegen in de parochie Bucstel, in de jurisdictie van Lyemde [Liempde], welk land de verkoper is aangekomen van Petrus Michiels, procurator en rector van de H. Geest Tafel te Bucstel, die het samen met 3 bunder heide verkregen had wegens gebrek aan betaling van een pacht van een half mud rogge, welke pacht magister Martinus de Zoemeren behoeve van genoemde Tafel gekocht had van Lambertus, zoon van wijlen Jacobus de Vrilichoven

1440 BHIC 2006, Mechelse aanwinsten van het Bisdom Den Bosch 1330-1791, inv. nr. 44, regest 44 d.d. 18 juni 1440
Notaris Johannes Gruyter oorkondt dat, in aanwezigheid van deken Petrus Crom en het kapittel van Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, jonkvrouw Katherina, weduwe van Johannes Hoernkens, en haar zoon Gerardus, meester in de kunsten, inwoners van 's-Hertogenbosch, een vicarie of kapelanie gesticht hebben in de Sint-Jan aan een nog te bouwen altaar in het schip van de kerk achter de preekstoel aan de rechterzijde in zuidelijke richting, waar ze ook hun grafplaats kiezen, ter ere van de Heilige Drie-eenheid, de Maagd Maria en de heiligen Filippus, Anthonius en Agnes. De minstens 24-jarige rector moet wekelijks vier missen lezen, bij verwaarlozing waarvan hij boete moet betalen aan de schrijver, de koster en de roededrager van het kapittel. Hij moet de canonieke uren met het kapittel meevieren, voldoende geschoold zijn in de zangkunst, verwant zijn aan de stichters en geen ongeoorloofde omgang met vrouwen hebben. Na de dood van de stichters komt de collatie toe aan deken en kapittel en aan de bezitter van een kamp land in Meerwijk in Polsbroeck. Uit deze kamp komt een erfcijns toe aan deken en kapittel die hiervoor een jaargetijde moeten houden voor de twee stichters, Arnoldus Hoernkens en Gerardus de Eyck en zijn vrouw Heylwigis. Hiervan krijgt de plebaan of vicepastoor een deel om hun namen zondags af te lezen. Voor deze kapelanie schenken ze een deel van een erfcijns die heer Wilhelmus de Boxtel, ridder, zoon van heer Henricus de Boxtel, ridder, vroeger moest betalen uit goederen geheten Die Weyeboenre in de parochie Boxtel ter plaatse geheten Lyemderwalt tussen de gemeint van Sint-Oedenrode in oostelijke richting en de gemeint van Oirschot in westelijke richting, grenzend aan een zijde aan de gemeint van Liempde. Ze presenteren als eerste rector heer Theodericus Nobell, meester in de kunsten, die deken en kapittel zullen benoemen na wijding van het altaar. Gedaan in de kapittelzaal met als getuigen de notarissen Rutgerus de Arkel en Johannes Pels.

1441  / SCHOUTSREKENINGEN ARA BRUSSEL, inv. nr. 12992 door Henk Beijers
van JANNE VANDEN DIJCK van SCHIJNDEL want hy gestolen hadde tot LYEMDE vier ossen ende ter merckt vercoft welke sijn niet en waeren ende dair nae ten Bosch quam ende die scouthet dede hem op die poert leggen ende want hy mynre vrouwen ondersete was van HOESHSTRATEN [vgl. Hoechstraten] ende gheen goet onder mynen genedigen heer en hadde mer onder mynre Vrouwen voirs. lyet hem die scouthet syn poyntinge maken om veertich gulden rijns qui valent x l.

1441, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: januari 26.
Gerardus de Vladeracken en Arnoldus Beerwout, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Theodoricus, zoon van wijlen Johannses Henricssoen, heeft opgedragen aan Henricus, zoon van wijlen Johannes Henricssoen, een erfpacht van 12 lopen rogge, gaande uit een stuk weiland, gelegen in Wychmansbroeck [Wichmansbroek] onder de dingbank van Liemde [Liempde], tussen Willelmus de Meyensvoirt ter ene zijde en Willelmus van den Velde en Romboldus Janssoen van den Velde ter andere zijde, welke hij verkregen heeft van Arnoldus Veerners

1441, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum:  april 11.
Petrus de Erpe en Henricus de Arennest, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Lambertus, zoon van Chrispianus de Doernen, heeft opgedragen aan Ghiselbertus Roesmont ten behoeve van Johannes, zoon van Theodericus Roetart van Vrilichoven, de erfpacht van 1 mud rogge, hem aangekomen van Theodericus Roetart voorn., gaande uit een huis, erve en hof met een weiland, gelegen onder de dingbank van Liemde [Liempde] in Vrillichoven [Vrilkhoven] tussen Peter Crabben en Petrus Coppensoen

1442, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum:  mei 17.
Arnoldus de Erpe en Martinus Goeby, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Woltherus, zoon van wijlen Willelmus zoon van wijlen Willelmus van den Velde, heeft opgedragen aan Elysabeth, weduwe van Reynerus Loenman, messemaker, een erfpacht van een half mud rogge, gaande uit een stuk land, gelegen in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde [Liempde]_tussen Henricus Mutsart en wijlen Laurencius van der Andermolen, alsmede uit een halve bunder heide, gelegen mede aldaar, tussen Theodericus Roetart en Paulus Jan Coppensoen, welke pacht wijlen Willelmus voorn. gekocht heeft van Johannes, zoon van wijlen Gerardus zoon van wijlen Johannes van Casteren

1442-1443 BP  BP 1213 fol. 144v door dr. Geertrui van Synghel (12 juni 2015)
Hendrik,  zoon van wijlen Jan Moeys, heeft erfelijk verkocht aan Jan, zoon van Paul Coppensoen, een stuk weiland van Jan Beekman naast de plaats genaamd Vellaer, tussen het erfgoed van de heer van Boxtel enerzijds en het erfgoed van Gerard Balyart anderzijds, strekkend vanaf het erfgoed van Jan Arntssoen van Meyensvoert naar het andere erfgoed van Hendrik met de tussenliggende gracht samen met de gehele voornoemde gracht, zoals genoemd stuk weiland daar gelegen is, samen met het recht om te gaan vanaf het stuk weiland door het genoemde erfgoed van genoemde Jan Arntsoen tot aan de gemene plaats. Hij heeft beloofd te vrijwaren, behalve voor de helft van anderhalve oude groot grondcijns en de hooitiend uit genoemd stuk weiland, en met de toegevoegde voorwaarde dat de verkoper vanaf zijn erfgoed mag gaan door het stuk weiland op de kortste manier en dat de koper het zal omheinen.


1444 RHCe 15240 Schepenbank Helmond, 1396-1810, inv. nr. 3793, akte 246 d.d. 19 oktober 1444
Aert, Jan, Goesswijn, Henric + Yden kn. v. Aert van Ieckendonck Aert Schoermans man v. Yden dr. v. Aert v. Ieckendonck hebben erflic gedeilt in 5 delen die gueden van hun vaeder en moeder 1)Aert huys hofstat + hoff met enen beemde gecocht tegen Willem Noens (?) van Gemert gelegen op griende (Beek) 2)Jan - een rille beempts in die rietbeemde (Helmond) die Aert van Ieckendonck aengestorven was van Doeden Aerts Andries soen sijns wijfs (Margriet) vaeder -een stuc lants bij die voertbrugge (Beek) dat 1/4 van 6 mudden utter hoeve ter vorst 3)Goesswijn 1/2 vanden huysse schueren etc. daer Aert van Ieckendonck in plach te woenen inder prochie van Aerle bij erfenis v. Heer Claes van Liemde vykeris van Aerle (vgl. vicaris?) 4)Henric die ander helft van den huyse fol. 105. blz. 168 5)Aert Schoermans man van Yden -een stuc lants bij die coude maeze (Aarle) Aert van Ieckendonck aengestorven deels van Heilwich van Rut zijn moeder deels van Ermgart vr. v. Diric Joerdaens en tegen Joerden haeren zoene ende tegen Lijsbetten van Rut Jans dr. -een stuc beempts te Aerle in die nuwe beemde (Aarle) gecocht tegen Lijsbet + Yden dr's. v. Henric Kosters volgens een schepenbrief van Aarle -een stuc lants voer dat goet ten eijnde (Aarle) Jan broer van Aert van Ieckendonck volgens een Bossche schepenbrief -een stuc lants in die coppel (?) (Aarle) -een stuck lants geheiten dat beerstuc gecocht tegen (volgens schepenbrief van Aarle) Jan nat. zn. v. Jan van den Vijfeijken W. Eijndhouts - schepen Peter Machiels - schepen 19 oktober 1444 met latijns onderschrift!, 1443/1448

 

1444, Inventaris van het Oud-Archief van het "Zinnelooshuis" te 's-Hertogenbosch door J.M. van Rooij, pag. 146. Datum: 01-12-1444
Schepenen in 's-Herogenbosch oorkonden, dat Mejuffrouw Katherina, weduwe van wijlen Johannes Hoernken, dochter van wijlen Arnoldus aan Lambertus van Doerne, Crispinszoon, ten behoeve van het gasthuis gesticht door wijlen Reynerus van Arkel aldaar, overdraagt eenen erfelijken cyns, groot twintig schellingen 's jaars, verschijdende op 2 februari en gevestigd op land, genaamd die Putacker, gelegen in de parochie van Boxtel onder de Dingbank van Liempde, ter plaats genaamd op Zavendonk  [Savendonk], tusschen erf van Joseph, molenaar, van Casteren [Kasteren], eenerzijds en dat van Wautger van Casteren en Gerardus van Leemputte anderzijds, alsmede gaande uit land, gelegen alsvoor, ter plaatse genaamd Casteren.



1444 BOSCH’ PROTOCOL BP 1214 fol. 3v, 14 februari / door Jan Toirkens
Reyner Wouters van Vynckenschoet heeft opgedragen aan Peter Willem Peters van Herentham 1/6 deel (van Reyner en zijn zuster Luytgart) in een watermolen van wijlen Peter van Herentham, Lyemde, Casteren [Kasteren].

1445 SAB Bossche protocollen, inv. 1216, fol. 269v
Henrick Henrix van Arkel bezit een hoeve in Casteren in Zavendonk. De armen in Reijneer Arkels gasthuis in Den Bosch

1446, Inventaris van het Oud-Archief van het "Zinnelooshuis" te 's-Hertogenbosch door J.M. van Rooij, pag. 147 nr. 59. Datum: 16-09-1446
Schepenen in 's-Hertogenbosch oorkonden, dat Henricus van Arkel, zoon van wijlen Henricus, heeft beloofd te geven en te betalen aan meester Arnoldus van Weilhusen, ten behoeve van de armen van het gasthuis, gesticht door wijlen Reynerus van Arkel, zoon van wijlen Henricus aldaar een erfelijke pacht, groot negen en een halven zester rogge 's jaars, Bossche maat, verschijdende op 2 februari en gevestigd op een hoeve,  gelegen in de parochie van Boxtel onder de Dingbank van Liempde, ter plaats genaamd op Casteren [Kasteren] op Zavendonck [Savendonk].

1446, Inventaris van het Oud-Archief van het "Zinnelooshuis" te 's-Hertogenbosch door J.M. van Rooij, pag. 147 nr. 60. Datum: 16-09-1446
Schepenen in 's-Hertogenbosch oorkonden, dat Henricus van Arkel, zoon van wijlen Henricus, heeft beloofd te geven en te betalen aan meester Arnoldus van Weilhusen, ten behoeve van de armen van het gasthuis, gesticht door wijlen Reynerus van Arkel, zoon van wijlen Henricus aldaar heeft verkocht eene erfelijke pacht, groot een half mud rogge 's jaars, Bossche maat, verschijdende op 2 februari en gevestigd op een hoeve,  gelegen in de parochie van Boxtel onder de Dingbank van Liempde, ter plaats genaamd op Casteren [Kasteren] op Zavendonck [Savendonk].

1447, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum:  april 3.
Roloff Loywichssoen, Goyart: Wouterssoen, Loywich Korstiaenssoen, Peter Goyartssoen, Dirc Roetart, Marten jan Danensoenssoen en Michiel Peter Boelantszoen, schepenen van Liemde [Liempde], verklaren, dat Gherit Henric Hesselszoen, man van Agnese, Jan Pauwelssoen, man van Heilwig, beiden dochters van Dirc Roetart voorn., laatstgenoemde tevens voor Yde, dochter van zijn zoon Jan Roetart, alsmede Luytgard Jan van Bekersdyck, hebben gedeeld de nagelaten goederen van Aechte, in leven vrouw van Dirc Roetart voorn., alsmede de goederen, welke Dirc zal komen na te laten

1447 / BOSCH’ PROTOCOL BP 1217, fol. 401, 27 april 1447/ door dr. Geertrui van Syngel
Lambert, zoon van Dirkx Roetart, Jan zoon van wijlen Lambert van den Acker, Nicolaas, zoon van wijlen Willem Colenzoon, Jacop, zoon van wijlen Jacop van der Hamsvoirt, en Hubert, zoon van Gerard Gerartszoon, hebben onverdeeld beloofd aan Lodewijk, zoon van wijlen Erenbert Lodensoen 27 beyerse gulden met Lichtmis te betalen.
Lodewijk, zoon van wijlen Erenbert Lodenzoon[1] heeft alle  eikenbomen, aanwezig bij en op de hoeve genaamd Ten Velde, in de parochie van Boxtel in de jurisdictie van Groter Liempde,  zoals die daar gemerkt zijn, erfelijk verkocht aan Lambert, Nicolaas en Hubert
[1] deze informatie staat  niet in deze registratie, maar in de vorige.

1447 BOSCH’ PROTOCOL BP 1217 fol. 171, 1 juni / door Jan Toirkens
Reyner Wouters van Vynckenschoet heeft opgedragen aan Jan Wouters van Lyer: ¼  deel (dat vroeger van Jan Wouters van Lyer was) in de molen van Casteren [Kasteren] te Casteren [Kasteren] in de parochie Bucstel. (Reyner had dat ¼  deel in erfpacht gekregen van Jan Wouters van Lyer)

1447 BOSCH’ PROTOCOL BP 1217 fol. 282v / door Jan Toirkens
Bucstel, Cleynreliemde, beemd "die cleyn Hoydock" bij erf "die Zijldonc en bij Vellair (dit is  Velder!)

1447, Inventaris van het Oud-Archief van het "Zinnelooshuis" te 's-Hertogenbosch door J.M. van Rooij, pag. 149 nr. 64. Datum: 22-11-1447
Schepenen in 's-Hertogenbosch oorkonden, dat Henricus van Arkel, aan Rutgerus van Arckel  ten behoeve van de arme gasthuis, gesticht door wijlen Reynerus van Arkel aldaar heeft verkocht een erfelijke pacht, groot een mud rogge 's jaars, Bossche maat, verschijdende op 2 februari en gevestigd op een hoeve,  gelegen in de parochie van Boxtel ter plaats genaamd op Casteren [Kasteren, Liempde] op Zavendonck [Savendonk]

1447, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum:  december 7.
Ludolphus Buck en Merselius de Uden, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Gerardus, zoon van wijlen Henricus Hessels, heeft opgedragen aan Johannes, zoon van wijlen Johannes de Zonne, een stuk weiland, gelegen in de parochie Bucstl onder de dingbank van Lyemde [Liempde] in die Pranghe, tussen de erfgenamen van wijlen Johannes Arts de Meyensfoert en de erfgenamen van wijlen Johannes de Biechlaer ter ene zijde en Johannes, zoon van Paulus Coppensoen en een weiland, genaamd de Roesbeempt [Roesbeemd] , ter andere zijde, strekkende van Lambertus Meeussoen tot aan Yda, dochter van wijlen Johannes Roetart, tegen een erfpacht van 5 pond, stellende tot onderpand een huis, erve en hof, gelegen alsvoren in Vrillichoven [Vrilkhoven], tussen Lambertus Meeussoen en de gemene strate, strekkende van Martinus Anemyoens tot aan de gemene strate

1447, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 286 Schijndel (Fiche 110, blz. 6) Cijnsregister 1447-1465
Roedolphus filius Petrus de Spina ex hereditate Reynerus filius Reynerus de Casteren quondam liberum Petrus Johannes quondam Albertus de Dinter de veteri IIII dinarii Idem ex hereditate Albertus de Dinter quondam liberum Petrus de Spina de veteri II dinarii

1447, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 286 Schijndel (Fiche 110, blz. 2) Cijnsregister 1447-1465
Relicta et III liberi Mathias filius quondam Johannes de Laet Relicta et liberi Rutgherus de Zavendonc nepotis liberum Petrus ex hereditate quondam Wautgherus de novi VI dinarii ex hereditate Casteren et Zavendonc

1447, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 286 Schijndel (Fiche 109, blz. 4) Cijnsregister 1447-1465
Liberi V Wautgherus filius Johannes de Casteren ex hereditate relicta et liberum Wautgherus predictus de novi VI dinarii

1447, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 286 Schijndel (Fiche 108, blz. 4,) Cijnsregister 1447-1465
liberi IIII-or Ida filia Henricus filius quondam Arnoldus Egonis ex parte Mathias et Yda liberorum Henricus filius arnoldus Egonis ex bonis Tijsbosch de veteri III dinarii in marge: Ghijsbertus filius Henricus de Kessel ?? ?? Johannes unus liberi ad hinc ?? ?? Rycoldus unus liberi ?? ?? obitum Henricus unus liberi ad opus relicta et unus X liberorum Eadem ex hereditate dicta Cloetken de veteri I dinarius Eadem ex bonis quondam Mathias filius Henricus Novi Coloni siti in Hermalen de novi II stuivers

1447, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 286 Schijndel (Fiche 108, blz. 5) Cijnsregister 1447-1465
Katharina filia Gerardus de Casteren ex parte Katharina relicta Mathias Gueden ex domo et orto quondam Goeswinus de Woensel de novi II dinarii Eadem ex hereditate predicta quondam Goeswinus filius Johannes de Voert de novi II dinarii

1447, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 286 Schijndel (Fiche 106, blz. 8) Cijnsregister 1447-1465
Katharina filia Gerardus de Casteren heres Goeswinus filius Johannes de Voert ex XII parte trium bonariorum quondam Aleydis filia Johannes de Kith? de novi II dinarii

1447, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 286 Sint-Oedenrode  (286-66, blz. 8, folio 4, no) Cijnsregister 1447-1464
Daniel filius Johannes de Merkstheijden? ex parte liberum Arnoldus filius Emondus Lonten ex hereditate dicta Bemelken de veteri IIII denarii et ort

1447, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 286 Sint-Oedenrode  (Fiche 106, blz. 8) Cijnsregister 1447-1464
Mathias filius naturalis quondam Joannes Multoris / Arnoldus filius quondam Johannes Custodis Liberi duo Joannes filius Wolterus de Villenbraken ex parte patris ex hereditate Eligius de Spanc et de domistadio Ada de Casteren quondam Martinus de Beke de veteri VIII denarii

1447, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 286 Sint-Oedenrode  (286-69, blz. 2, folio 19,) Cijnsregister 1447-1464
Mercelius filius Petrus Piscatoris de Bocxtel op Zavendonc quondam Lambertus filius Ghijsbertus Bonten de veteri XII denarii
in marge: Dominus Ludolphus de Aqua heres

1447, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 286 Sint-Oedenrode  (fol 45, item nr 136 (scan 00089) Cijnsregister 1447-1464
Wilhelmus filius Reineri Horkens (Willem Hoerkens?) ex parte Matthei filio Wolteri de Moy quondam liberorum Wolteri Duuts, V½ den. vet.

1447 RCHe 12063 Heerlijkheid Helmond-286 cijnsregisters Liempde 1447-1464

cijnsregisters Liempde 1447-1464 (door Jan Toirkens)

======================34-v======================

1447.001 . Bertholomeus filius quondam Bartholomei Crommen ex I ½ bonarium prati sitam apud locum dominus Goeswinus Buijnre quondan Thome de Campo, XVIII den. nov.

1447.002. (87) Agata fi Godefridi fi Lambert Keyser ex hereditate Godefridi predictam quondam Elizabeth Baldewini, III½ ort. vet.

 

1447.003. Johannes Breijbart de Buscho ex duobus bonarijs sitam in Rekendonc quondam Wilhelmi fi Ro. Rodolphi , II sol. III den. nov.

 

1447.004. (26) Boudewinus filius Thome ex hereditate sita in Vlasspreijde, VIIIII ½ den. I ort. nov.

 

1447.005. Boudekinus filius Thome ex hereditate sitam juxta Vlaspreyden quondam Yde filie Gerardi fi dominus Alberti, II den. ½ ort. nov.

 

1447.006. (13) Dominus Ludolphi de Aqua ex hereditate Arnoldi de Fine (?) quondam Petri de Casteren, XVIII ½ den. nov. Idem ex eadem hereitate qundam Wolteri Ghibonis XVIII½  den. nov,

 

1447.007. Ermigardus relictam Wilhelmi filia Rodolphi ex hereditate quondam Godschalci de Bladel, dictam Heyligenbuner, VII ½ den. nov.

 

1447.008. (67) Elizabeth filia Henrici de Bichlaer ex parte patris ex hereditae quondam Johannes (vervolg 35recto) de Bruxella, IIII½ den. vet.

 

1447.009. Eadem ex hereditate predictam et hereditate quondam Wilhelmi de Bichlaer III den. vet (zie 35 recto)

 

1447.010. Eadem ex hereditate predictam quondam Petri fi Jacobi de Hamsfort, IIII½ den. vet (zie 35 recto)

 

======================35-r======================

1447.011. (131, is fout, moet zijn 132). Edigius filius Edigii Crab ex hereditate quondam liberorum Arnoldi fi Reneri, III den. nov.

1447.012A. (9A). Eligius dictis Loy Hillen, ex quartam parte bonarium sita juxta altari plateam quiodam liberorum Arnoldi Coppelmans, III den. nov.

1447.012B. (9B) Idem ex parte relictem et liberorum Rutgera fi Henrici Voskens quondam Godefridi Schenkel, III den. nov.

1447.013. Gerardus filius Gerardi Baliaert ex hereditatem quondam Bartholomei de Meghen de bonis suis, IX sol. nov.

1447.014. (27) Gerardus filius Everardi de Dumo ex bonis de Homberch quondam liberorum Thome filie Boudekini, I den. nov.

======================35-v======================

1447. 015. (16+94) Gerardus filius Henrici Hesselini ex hereditate quondam Rodolphi Vosse et Johannes fratris eius videlis, ex tribus pratis site in loco dictam Andel, II½ sol. nov.

1447. 016. (40) Goeswinus filius Johannis de Laerschout, ex hereditate Wilhelmi fratris sui, V den. nov.

1447.017A (83A) Godefridus filius Henrici fi Godefridi Croex ex hereditatem in Vrilichoven quondam Godefridi filius Henricis predictam, V den. vet.

1447.017B.(83B).Idem ex bonis Theodorici de Vrilichoven IIII den. IV den. et I ½ ort nov.

1447.017C. (83A) Idem ex domo et orto quondam Johannes Tayen de Crabbendijck, II den. I ½ ort vet.

1447.018A (84A). Idem ex domo et orta quondam quondam Theodorici filius Godefridi predictam, IIII ½ den. I ort nov.

1447.018B (84B) Idem ex domo agro quondam Theodori predictam , III½ den nov. et II ort.

1447.019. (54) Gerardus fi Johannis fi Wilhelmi de Loe ex parte patrem y mater ex bonis quondam Mette Joseph, V den. vet et I ort vet.

1447.020 (68) Gevardus filius Paulus Sporbosch, ex I ½ bonarium prati sitam in Rekendonc ... Wilhelmi filii Rodolphi quondam dominus Rodolphi Rodolphi Vos, 1 sol nov. III den

1447.021.(17) Idem ex prato sito in de Hamfort, quondam liberorum Alberti fi Zebert de Collenborch, I den. nov.

======================36-r======================

1447.022. (48) Henricus filius Renier ex parte Rodolphi Pelmans ex dimidio prato juxta Hamfort quondam Wilhelmi Rodolphi, I  den. nov.

1447.023. (25) Hesselinis filius Henrici fi Hesselinia de Leyemde ex petia terre dictam Vlasspreyde, VI den. nov.

1447.024. (69) Idem ex Wilhelmo fi Johannis de Meyelsvort, XII den. nov.

1447.025. (98) Henricus filius Petri de Piro, ex hereditate Johannis fi Lysen de Piro, II½ den. nov. ex orto de Homberch

1447.026. (85A) Hwenreicus fikius Giverdi Scutkens ex Rekendoncquondam henrici NScutkens, II½ den. nov.

1447.027. (85B) Idem pro liberi Katarine Scutkens ex Rekendonc, VI den. nov.

1447.028. (33A) Henricus Blois filius Jacobi Pauli ex hereditate Petri Hille, IIII den. nov.

1447.029. (33B) Idem pro Henrica fi Arnoldi Maes ex bonis Pauli Textor, III den. nov.

1447.030. (49) Henricus filius Johannis Carpentator ex parte relictem quondam Johannis fi Henrici Scutkens ex Rekendonc, XII den. nov.

======================36-v======================

1447.031.(25A) Hesselino  filius Henrici Hesselmi ex hereditate Arnoldi filii Johannis Mercs, I den. et  I½ den. nov.

1447.032. (61) Heijlwigis filia Catharina fi Henrici Mathie pro Henrico fi Mathie ex hereditae liberorum quondam Elizabeth de Vrilichoven, III den. nov.

1447.033. (77A) Henricus filius Henrici Thome ex hereditate Henrici Maes Boudekens son, III de vet.

1447.034. (77B) Idem ex hereditate librorum Henrici Scutkens, III den. nov.

1447.035. (77C) Idem ex hereditate Theodori fi Katarina Scutkens ex Rekendonc,  III den. nov.

1447.036. (131) Henricus filius Henrici Reyneri ex hereditatem qundam liberorum Rodolphi dictam Roefken fi Wilhelmi dictam Heyligen Buynre,  VII½ den nov.

1447.037. (116A) Henricus filius Henrici Reinier ex hereditate quondam liberorum Rodolphi dictam Roefken fi Wilhelmi dictam Heylgen Buynre, VII½ den. nov.

1447.038. (116B) Henricus filius Reni ex domistado Johannes Drinckhellinc III den. vet.

1447.039. (77D) Henricus et Theodori liberi Johannes Timmermans ex Rekendonc quondam Marte.. (?)  filii Henrici Scutkens,  XVIII den, nov.

======================37-r======================

1447.040. (96A) Henricus filius Nijcoli van der Hort ex hereditare patri quondam Ode fi Arnoldi Symonis de Heedel, I ob. nov.

1447.041. (96B) Idem ex hereditate quondam Odradis, VII den. nov.

1447.042. (96C) Idem ex orto Monachi, VII den. nov.

1447.043. (96D) Idem ex parte prati ex hereditate quondam Gerardi fi Thome, II den. nov. II den. (?)

1447.044. (96E) Idem ex hereditate quondam Henrici de Eerkel, II den. nov.

1447.045. (96F) Idem ex herditate Everardi Hulsmans, III ob. nov.

1447.046. (77F) Henricus filius Henrici Thome ex Rekendonc quondam relicte Johannis fi Johannis Scutkens ex Zelen Loect quondam relictem Johannis predictam, VIII den. nov.

1447.047. (34) Hubertus filius Wilhelmi de Laarscot ex hereditate patris quondam Mette Joseph, V den. et I ort. vet.

1447.048. (32) Henricus filius Nycoli fi Goeswinus de Lapidea via de Boscho, ex bonus Clinckardi, XV den nov. et II½ sol. nov.

1447.049. (108) Henricus filius quondam Hermanus Daems, ex Rekendonc quondam liberorum Everardi de Casteren, XI den. nov.

1447.050. (35) Johannes filius Toomaes de Oerscott pro Wilhelmo fi Johannis Laarscot, I den. vet

======================37-v======================

1447.051. (134A).Jacobus filius Henrici Engelen ex hereditate in Vrilichoven, quondam Godefridi Crommen, V den. vet.

1447.052. (134B). Ijdem ex bonis Theodoricus in Vrilichoven quondam Petri de Crabbendijck, IIII den. nov.

1447.053. (134C). Ijdem per Arnoldo van den Cloet, Sophia sorore eius et liberis Zanne soror dictam Arnoldi, ex hereditate quondam Arnoldi Voss et Johannis, sororis eius dictam Rekendonc, 1 sol. IX den.nov.

1447.054. (38) Johannes fi Crispiani Arnoldi ex quarta parte orto de Valle quondam Johannis Lobken, I ½ den. nov.

1447.055. (3A). Johannis fi Petri de Piro ex hereditare Wolteri Aelbert (?) quondam  Wilhelmi de Meyelsfort, VI den. nov.

 

1447.056. (3B). Ijdem pro parte Johannes Arnoldi de Meyelsvoert VI d. nov.

 

1447.057. (28) Johannes filius Wilhelmi de Meyelsfort pro Bartelomeo fi Henrici Collaerts ex agro qundam Jhannis de Meyelsfort, I den. nov.

 

1447.058. (71A) Idem ex hereditate liberorum Gerardi de Loe quondam relicte Baldewini de Rilant, III den. nov.

1447.059.(71B) Idem ex hereditate liberorum Gerardi predictam quondam Petri fi Gerardi de Loe, III den. nov.

1447.060. (53A) Johannes filius Wilhelmi de Dormale de palude Geerardi de Aa, 1 sol nov.

1447.061. (53B), (de vermelding 86 is onjuist) Idem et eadem palude, I den.

======================38-r======================

 1447.062. (58) Jacobus de Manso III ½ den. nov.  

1447.063. (59) Johannes Apes de ortulo Arnoldi Olle quondam Baldewini fi Godefridi, IIII den. nov.

1447.064.(44A) Johannes filius Lambert de Agro pro Sophia er liberi Zanne liberorum Arnoldi de Cloet ex hereditare dominum Rodolphi et Johannes dictam Vos, II sol. nov.     

1447.065. (37A) Johannes filius Bartholmei de Vrilichoven pro Hermano filio Henrici Appels, II den. vet et II½ den.nov.

1447.066. (29) Idem pro Henrici filio Henrici Mutsarts, II den. et I ort. nov.

1447.067. (37B) Idem pro Arnoldo fi Goeswini Ottonis ex bonarium quondam Henrici Regenbergh, VI den. nov.

1447.068. (37B) Idem pro Arnoldi predictam ex hereditare quondam Arnoldi der Kinder, V den. nov.

1447.069. (37B) Idem ex du bonarium quondam liberorum Everardi de Casteren, VI den. nov.

1447.070. (39) Johannes Pauli, gener Theodori Rotarts ex parte Aghate filie Johannes Monachi, I ob. nov.

1447.071. (18) Johannes filius Johannes de Zonne ex domo et ortum quondam Bartholomei filii Jhannes Rutgeri, II den. nov.

1447.072. (101) Johannes filius Johannis Perman utem Crommen Strepe te  rilichoven quondam patris, IIII den. vet.

1447.073. Idem ex domo et orto Wilhelmi fi Wilhelmi Mali Aben, II den. vet.

1447.074. Bartholomeus filius quondam Barttholomei Crommen ex I½ bonarium prati de palude Gerardi de Aa, quondam Johannes fi Wilhelmi de Dormalen, IX ½ den. nov.

1447.075. Idem ex eadem palude quondam Mathie fi Jacobi Kemps, IX ½ den. nov.

======================38-v======================

1447.076.(36) Johannes ilius Henrici de Biechlaer ex ortum van den Honredonc quondam Johannes filius Heijlwijgen uxor Boudekini de Aqua, VII ½ den ½ ort nov.

 

1447.077. (72) Johannis filius Goswini ex hereditate quondam Johannis filius Everardi nde Meylsfort, II den. vet et I ob. nov.

 

1447.078. (60A) Johannes filius Petro de Piro ex hereditate Johannis fi Nycolai dictum Coel van der Sceeken quondam dominum Rodulphi Vos, 1 sol. nov.

 

1447.079 (60B) Idem ex Honredonc quondam Johannes filus Heilwigis de Aqua, VII ½ den.et ½ ort nov. 

1447.080.(44) Johannes filius Lamberti de Agro, ex hereditate patrem quondam Eligij de Monte, I den. vet et I den. nov.

 

1447.081. (29) Johannes filius Bartholomei de Vrilichoven ex prato Wijsdonx Loect, quondam Petri filii Petri de Collenberch, IX den. nov.

 

1447.082. (15)  Johannes de Heel ex parte liberorum naturalis dominum Theodori de Geldrop, ex pisceria. I den.nov.

 

1447.083. (70)  Johannes filius Crispiani filii Arnoldi Puerorum, ex  hereditatibus patris, II sol. IIII den. nov..

 

======================39-r======================

1447.084. (43) Johannes filius Johannis ven den Ven ex hereditate liberorum Gerardi de Ven, IIII½ den. vet.

1447.085. (72) Johannes filius Goeswini pro tertia parte et Aleydis filia Johannis de Bobbelaer pro alijs  duabus partibus ex hereditate relictem et liberorum quondam Wolteri filii Johannes de Bruggen, III den. vet. et I den. nov.

1447.086. (92B) Ida filia quondam Petri  de Veken (of Beken?), ex hereditate in de Loect prope Vloetstraat, quondam Spiritus Sancti de Boixtel, IX den. vet.

1447.087. (5) Johannes filius Wilhelmi de Meyelsvort ex bonarium juxta Hamsvort, quondam Severini fi Laurenti Kersmeckers, XII den. nov.

1447.088. (82) Jacobus filius Paula Johannes Jacobi ex I ½ bonario prati sitam in Rekendonc, .... Wilhelmi filii Rodolphi quondam dominum Rodolphi Voss, I ½ sol et III den. nov.

======================39-v======================

1447.089. (88) Katherina filia Aben filius Johannis W.. (?) van  der Par ex hereditate Johannis filii Lizen de Piro, II½ den. nov.

1447.090. (2) Katharina filia Godefridi de Rielant ex domo et ortu quondam Baudewini de Eesche, III den. nov.

1447.091. (61+63) Katherina filia Wilhelmi de Laerscot ex hereditate patris quondam Eve et Aghate Uden, XIIII den. nov.

1447.092 (73) Liberi Johannis filie Chrispine ex hereditate Johannis fi Chrispine, XIII den. nov.

1447.093. (74) Liberi Jacobi de Monte pro Hermanno Cleake (?) ex hereditate in Laerscot, X den. nov.

1447.094. (109) Liberi duo Everardi filii Arnoldi van Casteren ex bonarium quondam Arnoldi filii Goeswini Ottonis, VI den. nov.

1447.095. (108) Idem ex parte Arnoldi predictam ex hereditare quondam Arnoldi der Kindere, XI den. nov.

======================40-r======================

1447.097.(23) Laurentius filius Govardi Spoirbosch ex bonus Arnoldi filii Henricii Rilant et de Vlasspreii et ex orto sita retro ortum Turnouts, II et tertiam parte den. nov.

1447.097. (17) Liberi II Alberti filii Zeberti de Collenborch, ex prato sito juxta Hamfort I den. nov. Idem ex domistadio Ten Colleborch, VII den. vet.

1447.098. (110) Idem ex hereditate patris quondam Agneta filie Everardi de Meylsfort, III den. nov.

1447.099. (123) Liberi II Henricxi Collaerts ex hereditate Henrici filii Johannis quondam Aleijdis et Gertrudis liberorum Wilhelmi filii Henrici Spruit, VI den. nov.

1447.100. (20) Liberi quattor Wilhelmi Wandelaers ex bonarium sito in Hamfort, quondam Elizabeth filie Laurentii filie Johannes de Antiqua Mola, XII den. nov.

1447.101. (123B) Liberi II Henrici Collaerts ex hereditate Henrici filii Johannes de Vloet, XI den. nov.

1447.102.(123C) Idem ex hereditate Bartoldi filii Henrici Collarts, XI den. nov.

1447.103.(97) Lambertus filius Johannis filio Johannis Zeberti de Collenborch, van Oden Boschelken, I den. vet.

1447.104. (111+112) Liberi quinquam Johannes Reineri ex parte patris ex hereditate quondam Henrici Viri, V den. nov. et I½ den. vet.

======================40-v======================

1447.105. 200 (42+43+115). Liberi II quondam Johannes Delien ex parte patris, ex hereditate quondam liberorum Mechtildis de Leemputten, XXI½ den. nov.

1447.106. 201 (42+43+115).Idem ex hereditare quondam relictam er liberorum Gevardi de Casteren, III½ den. nov. et II den. vet.

1447.107. (124) Ludovicus filius Johannis Perman, van enen uutfange uit Rewiten Geloect quondam patrem sui, VII den. nov.

1447.108. Liberi duo Everardi de Casteren pro Johanni filio Gevardi van den Venne, quondam Jacobi filii Jacobi de Hamfort, III den. vet.

1447.109. (4) Laurencius filius Zeberti ex hereditate quondam Laurencij, IX den. nov.

1447.110. (87) Liberi duo Gevardi filii Johannes Delien ex hereditate quondam Johannes Laurencij, XI den. nov.

1447.111A. (21) Lamberftus filius Johannes Arnoldi ex herediate quondam Johannies filii Arnoldi de Meylsfort et postea Wolteri fi Wolteri de Hezeacker XI den. nov.

1447.111B. Idem ex hereditate dictam Regenmortel quondam Wolteri predictam, XV den. nov.

======================41-r======================

1447.112A. (126) Liberi III johannis ilii Wilhelmi de Biechlaer, et Johannis naturalis Wilhelmi Jacobi ex hereditate Katerine fi Rutgeram, V den. nov et I den. vet

1447.112B. (126)  Idem ex eadem hereditarie, V den. nov. et ex hereditarie predictus Henrici de Vrelichoven V den. nov. et 1 den vet.

1447.113. (127)  Liberi III Katarine filii Johannes de Tilia, de ultimo thoro, ex hereditate predictam quondam Mette Manus VI den. nov.

1447.114.(63) Liberi duo Katherine fi Henrici Scutkens sito juxta ex Rekendonc, IX den. nov.

1447.115.(28) Laurencius filius Zeberti Laurentii ex domo et orta quondam Henrici fi Henrici, IIII½ den. nov.

1447.116.(120) Lambertus filius Theodori Rotaerts ex partem liberorum ex Theodori Rotaerts, VI den. vet.

1447.117.(120) Idem ex eadem hereditate quondam Wilhelmi fi Conegondis, III den. nov.

1447.118.(113) Liberi duo Aelberti fi Zeberti de Collenborch ex parte patris ex hereditate quondam Michaeli fi Wilhelmi de Campo, ex palude Gerardi de Aa, XVII den. nov.

1447.119.(50) Liberi duo Mathei fi Gerardi Ghiben de Casteren ex orto in Caste.. (?) ... colonus mortalis... presbitorum de Boixtel, V½ den. vet.

======================41-v======================

1447.120.(126) Liberi III Johannis filius Wilhelmi de Bichlaer ex parte patris ex hereditate quondam magister Jacobi Groy, V den. nov. et I den. vet.

1447.121.(78) Lambertus filius Aben de Pyro, ex ortum Molo quondam Nycolai filii Henrici de Bichelar, VI den. nov.

1447.122.(41) Liberi duo Petri fi Gerardi van den Loye ex hereditate patris, quondam Henrici de Loye, II den. nov.

1447.123.(103) Laurentius fikiusa Gevardi Sporbosch ex hereditate patris, quondam Henrici Sporbosch, XI den. nov.

1447.124. (64) Laurentius filius Johannis Arnoldi, de bonarium quondam relicte et liberorum Johannis dictam Mark, VI den. nov.

1447.125. (10) Liberi quattor Zeberti filii Laurenti tanquam coloni mortales Altari Hospitale in Rode ex domistadio quondam patris et Mette Reineri (?), V den. nov.

1447.126. (130) Liberi IIi Zeberti filii Henrici de Collenberch, ex dimidio bonario prope Hamfort, quondam patris, VI den. nov.

 

======================42-r======================

1447.127. (86+89) Mathias filius Jacobi Keijmps ex palude Gerardi de Aa, quondam Arnoldi fi Gerardi Keijmps, I sol. et X ½ den. vet.

1447.128. (79) Martinus filius Wilhelmi de Campo, ex palude Gerardi de Aa, quondam Johannes filius eius et Johannis Mennekens, IX den. nov.

1447.129. (11A) Martinus filius Johannis filii Henrici Avenioen ex parte patris quondam Henrici fi Goijardi Crommen, XI den. nov.

1447.130. (61C) Matthias filius Arnoldie Mathei ex hereditate quondam Martine relicte Matie et liberorum eius quondam liberorum Elizabeth de Vrilichoven , XII den. nov.

1447.131. (61D) Idem ex domo et orto in Vrilchoven IIII den. vet.

1447.132. (11B) Martinus filius Johannis de Avenioen ex parte patris ex hereditate quondam Nycoli dictam Coel filius Daniel van den Bongart, II den. nov.

1447.133. (75) Martinus filius Johannis de Avenions ex parte Petri Rotaerts ex preditam prati dictam Rekendonck quondam Johannis dictam Lobkens, XII den. nov.

1447.134. (90A) Mathias filius Jacobi de Meyslvort ex Rekendonck, quondam relictem et liberorum Henrici Scutkens, et postea Lamberti Tilmanni (?), XII den. nov.

1447.135. (91A) Michael et  Johannes liberi Petri fi Theodori fi Michael de Halle, ex Hoenredonc quondam Zeberti fi Johannes de Collenberch, XVI den. nov.

1447.136. (91B) Idem ex hereditare Zeberti predictam quondam Johannis de Bruxella, IIII ½ den. vet.

======================42-v======================

1447.137. (80A) Niclaes dictus Coel filius Wilhelmi, ex hereditate quondam Martini filius naturalis Henrici Morkens, VI den. nov.

1447.138.(80B)  Idem et eadem hereditate quondam Heilwigis Morkens, XIII den. nov.

1447.138. (99) Petrus Rotart ex tertia parte trium bonarium quondam Henrici de Smede, 1 sol. nov.

1447.140. (100A) Idem ex dim.. (?) de orto de Valle quondam Johannis Lubkens, I den. nov.

1447.141. (100B) Idem ex hereditate relicte et liberi Arnoldi Puerorum quondam Johannes Lubkens, IIII den. vet.

1447.142. (105) Paulus filius Johannis Reneri ex domo et ortu Gevardi filii Johannes Mennekens, VI den. nov.

1447.143. (106). Idem ex eadem hereditate et agro dictum dat Ruet sitam juxta hereditate Lamberti de Agro et ex uno ... agro prope plateam, III ½ sol. nov.

1447.144.(128) Petrus filius Judoci Reyneri ex orto quondam Henrici filii Henrici Elizabeth, IIII den. nov.

1447.145. (107) Paulus filius Johannis Reneri ex parte hereditate fi Johannis Monneken ex hereditate Johannis predictam quondam Helye de Vlaspreyde, et Gerardi de Aa, ex palude, VI den. et ½ sol. et II den. nov.

======================43-r======================

1447.146. (100C) Petrus filius Jo. Rotarts ex bonis in Lyemde quondam patris sui et Godeschalci de Bladel,  XV den. nov.

1447.147.(100D). Idem ex prato quondam patris et Everardi de Laerscot, III den. nov.

1447.148.(100E) Idem ex orto de Valle II½ den. vet

1447.149.(100F). Idem ex hereditate relicte et liberi Arnoldi Puerorum, X ½ den. nov.

1447.150.(95) Relicta Wilhelmi filia Aleydis de Bijchlaer, Wilhemus et Laurentius filii Wilhelmi de Bigelaer ex hereditate quondam Henrici Sporbosch, XI den. nov.

1447.151.(76) Rodolphus filius Waltheri ex quarta parte orto de Valle, quondam Johannis Lubkens, I ½ den. nov.

1447.152. (114) Rutgerus filius Modelini, unum nigera

1447.153. (116) Relicta Johannis filii Zeberti van Oeden Bosselken, I den. nov.

1447.154. (32) Rodolphus filius Lodewici de Bladel, pro liberi Lodewici preditam et Ghibo de Dorhaut, ex domistadio quondam dominus Rodolphi Vos et Johannis fratris, I ½ ort. nov.

======================43-v======================

1447.155. (93) Relictam et duo liberi Gerardi filii Hermanni Eckers pro Lamberto die Bont quondam relicta en liberorum Henrici Rufi de Buxtel ex bonario Clinckardi in Elde, II½ sol. nov.

1447.156. Relicta et tres liberi Henrici filii Gerardi Sporbosch ex hereditate Gerardi filii Gevardi de Venne, VIII den et ½ ort. vet.

1447.157. (121A) Rudolphus filius Lodevici de Bladel ex palude Gerardi de Aa, quondam Gerardi filii Lamberti nepos Boudekini de Leyemde, IIII den. nov.

1447.158.(121B). Idem ex parte Govardi predictam ex bonis quondam Johannis de Homborch, 1 den. nov.

1447.159. (7A) Relicta et quinquam liberi Godefridi filia Henrici de Rijlant ex bonus Nycolai Sartoris et Vlaspreyde et ex orto retro ortum Tornouts quondam patris, III½ den. nov.

 

1447.160. (7B). Idem pro Arnoldo fi de Rilant, ex hereditare et alia parte et ... (?) 4 denarii et duas terceras partes den. nov.

 

1447.161. (12A) Rodolphus filius quondam Wilhelmi Rodolphi, ex domo et orto quondam Johannis filii Johannis Lippen et patris Arnoldi Rilant, III den. nov.

1447.162. (12B) Idem ex domo et orto predictam quondam Johannis filii Henrici de Rilant, III den. nov.

1447.163. (65A) Relictam et quinquam liberi Jacobi filii Jacobi de Hamfort, ex domo et orto sita in Vrilichoven quondam patris, IIII den. vet.

 

======================44-r======================

1447.164. (119A) Relictam et quinquam liberi Pauli filius Gevardi Sporbosch ex hereditate dictam Laerscot, quondam patris, III den. vet et I ½ ob. nov.

1447.165. (119B) Idem ex parte relicte et liberorum Henrici Berten ex hereditate quondam Johannis fi Arnoldi van den Ors, VI den. nov.

1447 166.(65) Relictam et quinquam liberi Jacobi filii Jacobi de Hamfort, ex parte patris ex hereditate quondam Petri filii Jacobi Jordani, II den. vet.

1447.167. (46A) Relictam et quinquam liberi Everardi filii Eremberti ex parti patris ex hereditate quondam relicte et liberorum Johannis  de Zeelst, IV den. vet.

1447.168. (46B) Idem et eadem hereditate quondam Eve dictum Eeffken et Elizaberh soror eius, XXI den. vet.

1447.169.(47A)  Relictam et liberi sex Baldekini filii Baudewini Josephs ex hereditate sita juxta Vlaspreyden quondam Wilhelmi filii Wilhelmi de Campo, II den. et ½ ort. nov.

1447.170.(47B) Idem ex palude Gerardi de Aa quondam Wilhelmi predictam IIII ½ den. nov.

1447.171. (61A) Rodolphus filius Wilhelmi Rodolphi ex duobus bonarijs sita in Rekendonc, ...  Wilhelmus patris eius quondam Rodolphi Vos et Johannes, II sol. nov. et III den. nov.  

1447.172. (133) Idem ex hereditate quondam Rodolphi Vos, ½ sol. nov.

======================44-v======================

1447.173. (138) Relictam et quattor liberi Marcheli (of Mathei?) filii Henrici de Bichelaer ex orto patris quondam Zanne fi Johannes dictum Snoec, I den. nov.

1447.174. (118A) Simon de Campo ex parte Aleijdis quondam Ode Driepont ex hereditate relictem et liberorum dictam Johannes Merck, III den. nov.

1447.175. (118B) Idem et eadem hereditate quondam Ghibonis de Collenberch, IIII den. vet.

1447.176. (81) Theodoricus filius Wolteri filii Arnoldi de Esche ex hereditate patris quondam liberorum Johannes fi Arnoldi van den Ors, VI den. nov.

1447.177 (122A) Theodoricus filius Johannis Rotaerts ex Ludens Velswinkel, quondam Zeberti de Collenberch, VI den. nov.

1447.178.(122B). Ijdem ex tertia parte trium liberi quondam Henrici de Fine, 1 ½ sol. nov.

1447.179.(122C). Ijdem pro Lamberto filio Monachi de Merica, II sol. nov.

1447.180.(122D). Ijdem ex hereditate Johannes fi Rutgeri quondam Helie de Vrilichoven, III den. nov.

1447.181.(122E). Idem ex hereditate Johannis Monachi, I den. nov. et I den. vet

1447.182.(122F). Ijdem ex hereditate liberi Johannes filius Arnoldi van den Ors, nondonis quondam Helie de Vrilichoven, II ½ den. nov.

1447.183. (51) Theodorus de Heseler, III den nov.

1447.184. (55A) Theodorus filius Zeger de Merica ex herditate Ermigardus fi quondam Arnoldi de Viri, V den. nov. et 1  den. vet.

1447.185. (55B).  Idem ex domistadio Ermigardus predictam quondam Aleydis de Vrilichoven, XIII den. nov.

1447.186. (57) Thomos filius Wilhelmi  de Campo ex palude Gerardi de Aa quondam Heilwigi fi Aelberti, XIII ½ den. nov. Idem ex eadem hereditate, III ½ den. nov.

======================45-r======================

1447.187. Wilhelmus filius Wilhelmi van den Velde pro Baudewino filius Baudewini ex prato dictum Goessenbonre, III ½ den. nov.

1447.188. (102) Wilhelmus filius Wilhelmi filij Mali Abi pro relictam  et liberi Wilhelm filii Mali Abi, II den. vet.

1447.189. (135) Vicini de Leyemde ex palude quondam Johannis de Beke, XXXIII sol. IX den. nov.

1447.190. (52A) Wilhelmus filius Henrici van den Hove ex tertia parte trium bonarium et sexta parte bonariorum quondam Johannis Rotart , 1 sol. 1 den et tertia partem den. nov.

1447.191. (52B) Idem ex sexta parte bonariorum quondam Theodorici et Petri liberi Johannes Rotaert, II den. et duas teratias partem den. nov.

1447.192. (66) Wolterius filius Wolteri Rostenberch ex hereditate Jacobi de Meylsvort, V½ den nov.

1447.193. (129A) Wolterius filius Gerardi Collars ex hereditate Johannes filius Goewini, V den. nov. et I den. vet.

1447.194. (129B) Idem ex Westerkern, quondam Johannes filius Johannes Goswini, ½ sol. nov.

1447.195. (56+62) Wilhelmus Hinkart et liberi Merceli de Beerze ex parte relicte Mercelij Luwen quondam Johannes fi Mercelij de Beerze, II½ sol. III den nov.

1447.196. (136) Wilhelmus filius Reineri Horkens ex parte Matthei filio Wolteri de Moy quondam liberorum Wolteri Duuts, V½ den. vet.

1447.197. (62) Johannes dictam van Dessel, filius quondam Johannis Grieten, gener Godefridi filius quondam Wolteri Roestenberch ex hereditate dat Rilant, quondam Godefridi predictam, I den. nov.

======================45-v======================

1447.198. (137) Wilhelmus filius Aelberti fi Zeberti de Collenberch ex hereditate quondam Wilhelmi filii Wilhelmi de Campo, XII den. nov.

 

1447.199. Zebertus filius Theodoroci de Hall ex hereditate Henrici filii Henrici Engelbertus, I den. nov.

 

1449 BOSCH’ PROTOCOL BP 1220 fol. 173, 11 december / door Jan Toirkens
Michiel Aert Michielssoen van Hall, Henrick Reynerssoen van Vinckenschoet en Jan Henrixsoen die Wise, H. Geestmeesters in Bucstel, geven erfpacht aan heer Lud(olf) vander Water, kanunnik in Den Bosch, "sheiligengeestecker" Lyemde [Liempde] Casteren [Kasteren] om 12 lopen rog jaarlijks. (en de last: 1 oude grote) ( Ludolf kan binnen 10 jaar die pacht lossen met 30 peters) (NB Ludolf van der Water koopt volgens

-  folio 165 ( R 1220 fol 165) op 8 november 1449 een hoeve in Ollant

-  folio 169 ( R1220  fol 169) op 24 november 1449 een hoeve en landerijen in Casteren [Kasteren]

   ( Liempde)

-  folio 173 ( R1220 fol 173) op 11 december 1449 land in Casteren [Kasteren] , Liemde en

-  folio 193 ( 1220 folio 193) op 7 februari 1450 tgoet "ten Acker" in Lyemde [Liempde]

 

1450 BOSCH’ PROTOCOL BP 1220 fol. 232, 22 juni / door Jan Toirkens

Aleyt, natuurlijke dochter van wijlen Dirck van Westphalen, heeft opgedragen aan Mr Marten van Zoemeren, kanunnik in Den Bosch, haar tocht in 9 pond oud frans geld uit 10 pond van Mechtelt Henrix Vilt in een cijns van 32 pond, welke heer Willem van Bucstel, ridder, zoon van wijlen heer Henrick van Bucstel, ridder, vroeger beurde op St. Marten uit die  Weybuenze in Lyemderwout tussen den gemeynt van St. Oedenrode en een gemeynt van Oerschot. Metta (= Mechtelt) Henrix Vilt had 10 pond daaruit verkregen van Elisabeth Henrix van Westphalen.

 

1451 BOSCH’ PROTOCOL BP 1221 fol. 282v / door Jan Toirkens
Bucstel, heiveld "Geerlaer" (De Geelders) bij die  Cromvolder in Eilde [Bodem van Elde] ( samen met een huis in Olland gekocht door heer Lud(olf) vanden Water !)

 

1451 BOSCH’ PROTOCOL BP 1222 fol. 232, 8-12-1451 / door Jan Toirkens
Corstiaen Matthijss. Haze heeft opgedragen aan Giselbrecht Jans van Coelen ¼ e deel in de Casterse molen, Casteren [Kasteren] in de parochie Bucstel. Corstiaen had dat ¼ e deel verkregen van Jan Wouters van Lyer.

 

1451 BOSCH’ PROTOCOL BP 1222 fol. 232, 17-12-1451 / door Jan Toirkens

Ghiselbrecht van Coelen geeft dat ¼ e deel van de Casterse molen over aan Willem Aerts van Rode.

 

1452 BOSCH’ PROTOCOL BP 1223 fol. 19 / door Jan Toirkens
Kathelijn, dochter van wijlen Henrick Henrick Manssoen van Lyemde, weduwe van Jan Ghijsselen (kinderen: Jan, Gijsbrecht, Henrick, Kathelijn en Geertruyt echtgenote van Corstiaen Coenen)

 

1453 BOSCH’ PROTOCOL BP 1223 fol. 46v / door Jan Toirkens
Lyemde ,  land "Bekelaec"

 

1453 BOSCH’ PROTOCOL BP 1223 fol. 320v / door Jan Toirkens
Lyemde,  beemd "Smaellaer" en die Berenbeempt  aan de Dommel, bij land van de  "hoeve te Wedehamer"

 

1453,  BHIC 1245, Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653)  door dr. Jan Sanders, datum: 1453-02-20

Johannes, zoon van Ghiselbertus Kesselmans, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Jacobus Cuper, zoon van Egidius, het vierde deel van een erfpacht van 2 mud rogge uit een stuk land van 10 lopenzaad gerst, geheten Nennens Acker, in Liempde onder Boxtel ter plaatse geheten Zavendonc, uit een stukje wei in Liempde ter plaatse geheten Boudelaer en uit een kamp daar op een plaats geheten Wedehaghe.

1453,  BHIC 1245, Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653)  door dr. Jan Sanders, datum: 1453-02-23

Johannes en Elisabeth, kinderen van Theodericus Stijnen soen, hebben verkocht voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Simon, zoon van Willelmus van den Velde, het vierde deel van een wei, geheten Die Ruwebeemt in Liempde onder Boxtel ter plaatse geheten Kasteren, en een wei geheten Braendonck in Boxtel

1453 BOSCH’ PROTOCOL BP 1223 fol. 105v, 16 juli / door Jan Toirkens
Heer Gielis Vogels van Maeseyck, pitansier des convents van Everbode, heeft verjairpacht aan Jan Meeus van Vrellichhoven: een hove in groter Liemde bi der capellen voor 6 jaar vanaf Pinksteren jongstleden tegen 24 Willelmus-scilde jaarlijks, te betalen half op Kerstmis, half op St. Jan. en de lasten.
Jan

- moet"den heykamp" opmaken, bevreden  en met berken bepoten op kosten van 't klooster;

- moet op de huysinge 8 vymmen gedreven daecks dekken,

- moet elk jaar 25 willigen poten zetten en poten op de hoeve

- moet om die myssen vander hoven maken een gelijndt van planken

- moet als  'seynde" elk jaar in 't klooster leveren vyer vette ganse, vier vette capuyn,

 - twee boterweggen elc van thien ponden en twee groet tootweggen van enen zester

   terwenblomen,

-  moet dat duyfhuys opter hoven toemaken en beeselen ende opgemaect ende gebeselt laten

-  in sinen afsceiden mag bij zijn heengaan geen messe of ruwaer meenemen

-  moet den pitansier de kost geven als die op de hoeve komt

- en mag slechts 3 roeden bleckelincs slaen op de heycamp elk jaar.

1454 BOSCH’ PROTOCOL 6 juli 1454 / door Geertrui Van Synghel
Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Willem Hinckart, man van vrouwe Gizenrade, dochter van wijlen Leonius van Erp, zoon van wijlen Jan, door Leonius en vrouwe Postuluna, dochter van wijlen Gerard van Beerze, zoon van wijlen Nicolaas van Beerze, verwekt, en vrouwe Hadewich, weduwe van Nicolaas van Beerze, zoon van wijlen Gerard van Beerze, een jaarlijkse erfpacht van 1 mud rogge, die Wouter, zoon van Godfried Roestenberch beloofd had te geven aan Willem Hinckart, voor de ene helft en aan vrouwe Hadewich voor de andere en te betalen uit 2 bunder weiland in de parochie van Boxtel, in de plaats Liempde, tussen het erfgoed van Nicolaas Coel van der Linden enerzijds en het erfgoed van Lambert, zoon van wijlen Deenkin van den Ecker anderzijds, welke 2 bunder nu gelegen zijn tussen de gemene weg enerzijds en tussen het erfgoed van Godfried Colenzn. en enkele andere mannen anderzijds, en die Wouter, zoon van Godfried van Roestenberch van Willem Hinckart, vrouwe Hadewich en Emond Rover in pacht verworven had, wettelijk en erfelijk hebben overgedragen aan Dirk Hoeghe, zoon van wijlen Arnoud. Willem Hinckart en vrouwe Hadewich hebben verdeeld beloofd als hoofdschuldenaars, namelijk elk voor de helft, dat zij Dirk Hoege over deze erfpacht de verschuldigde waarschap zullen bieden en dat zij ervoor zullen zorgen dat de onderpanden voor de lossing van de pacht voldoende zullen zijn.
Getuigen zijn schepenen van ’s-Hertogenbosch: Jan Waerloes, zoon van Jan, en Gozewijn van Beeck.

1454 BOSCH’ PROTOCOL BP 1225 fol. 4v, 17 oktober/ door Jan Toirkens
Meeus Gerits de Momber verkoopt aan heer Lud (olf) van den Water, kanunnik in Den Bosch en Jacop Jacops Cuper een visserij, strekkende van 't goed van Henrick van Achel tot in Ollande beneden die Brugge (d.i van bij de Liempde kapel tot de Bubnagelse brug). De verkoper kan zolang hij leeft daarin vissen. Last 12 oude groten aan Jacop van Geffen. De helft van die visserij moet lands- en geburenlasten betalen.

1455, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: januari 9.
Petrus Steenwech en Johannes Spiker, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Martinus, zoon van Henricus de Elmpt, heeft opgedragen aan Lambertus, zoon van wijlen Theodericus Roetart:
a. 1,5 lopense bouwland in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde [Liempde], tussen Lambertus voorn. en Rodolphus, zoon van wijlen Lodovicus de Bladel, strekkende van Wouter Corstiaenssoen tot aan Lambertus voorn.
b. 1 lopense bouwland, gelegen alsvoren, tussen de erfgenamen van wijlen Paulus zoon van wijlen Johannes Coppensoen en Petrus van de Perre, strekkende van Willelmus van den Assch tot aan Lambertus voorn.
c. een stuk bouwland, gelegen alsvoren tussen Lambertus voorn. en Rodolphus de Bladel, strekkende van Henricus en Baudewinus, zonen van wijlen Baudewinus Maessoen tot aan het huis, geheten die hoeve te Wederhamer.
d. een stuk weiland, gelegen alsvoren tussen Johannes, zoon van wijlen Johannes Promans,en meer anderen t.e.z. en de Dommel t.a.z., strekkende van de erfgenamen van wijlen Zebertus de Collenberch tot aan de erfgenamen van wijlen Lambertus de Collenberch.
e. 1/9 van 2 weilanden, gelegen alsvoren tussen de Dommel t.e.z. en de erfgenamen van wijlen Johannes de Cremer en Wolter Corstiaenssoen t.a.z., strekkende van Rodolphus de Bladel tot aan het huis die hoeve te Wederhamer.
f. 1/4 en 1/8 van een weiland, gelegen alsvoren tussen de gemene strate en Petrus de Perre en meer anderen, strekkende van Hessel en Gerardus, zonen van wijlen Henricus Hesselssoen tot aan Gerardus, zoon van wijlen Henricus Hesselssoen, en meer anderen;
g. 1/4 en 1/2 van een tiende uit 2 stukken land, genaamd de Coppelken en den Bredenbeempt;
h. 1/4 en 1/8 van een tiende uit 2 stukken land genaamd Vossenbeempt en Bredenbeempt
Tegen een erfpacht van 1 mud rogge.

1454, VONNISBOEKEN VAN DE RAAD VAN BRABANT ARA BRUSSEL inv. nr. 527 fol. 174 d. 26 juni 1454 door Henk Beijers
De GEBUEREN van GROOT LYEMDE in een kwestie met die van LEMMENSHOEVEL [vgl. Lennisheuvel] en LUYTGER LYEMDE (vgl. Luttel of Klein Liempde)

1455 BOSCH’ PROTOCOL BP 1226 fol. 3v, 8 oktober/ door Jan Toirkens
Willem nat. zoon van Dirck nat zoon van wijlen heer Willem van Meerhem, heer van Bucstel, geeft in erfpacht aan Aleijt weduwe van Dirck Zegers soen en haar zoon Zeger, den Perrenbeempt, Lijemde, Vrillichoven om 2 mud rog op Lichtmis. Willem had die beemd verkregen van Marten Jan Avenyoen.

1457,  BHIC 1245, Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653)  door dr. Jan Sanders, datum: 1457-04-04
Symon, zoon van Willelmus van den Velde, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Arnoldus Stamelaert, handelaar, het vierde deel in een wei, geheten Die Ruwenbeempt, in Kasteren in Liempde in Boxtel en een wei, geheten Die Braendonck, in Boxtel.

 1459 BOSCH’ PROTOCOL BP 1229 fol. 269, 29 maart / door Jan Toirkens
Heer Peter Geroncssoen van der Heijden, pitanzier des convents van Everbode (Averbode) heeft namens dat convent verjairpacht aan Jan Meeus van Vrillichoven een hoeve (="tguet ten Keirckhove") in Groter Lyemde bij der capellen voor 5 jaar vanaf Pinksteren aanstaande om 23 rijnsgulden op Pinksteren etc. etc. Als de pachter hout nodig heeft voor timmering moet hij dat vragen aan Dirck Jannis. Men geve deze brief aan Dirck Jannis.

1459 BOSCH’ PROTOCOL BP 1229, 12 januari 1459
50 Goijaert Claess van Deil heeft opgedragen aan heer Ludolf van den Water uit Den Bosch verscheidene erven uit Kasteren (aan die Hogestraete en bij die Wedehage etc.) ende heeft een hoeve op Zavendonk.

1459 BOSCH’ PROTOCOL BP 1229,
fol. 120v d.d. 10 mei 1459
Peter, zoon van wijlen John Peterssen van Herentham (Crabbe), over een stuk land akker geheten Dat Cloetken, gelegen in de parochie van Boxtel in de jurisdictie van de genoemde dingbanck van Liempde ter plaatse Casteren, met inbegrip van de nalatenschap van Johannes genaamd Crabben aan de ene zijde; Ludolph van den Water, en tussen de erfenis van de heer, kannunik in Den Bosch, aan de ander zijde trekken in de richting die we gaan op naar de erfgoed van Katherine, weduwe van wijlen John Peterssen, Ook, in en op het stuk van de weide land een droge plaats, in de parochie en in het rechtsgebied van de bovengenoemde, op de plaats die dag, op Hoybeempde, onder de erfenis van Henry Bloys van den Aker, van het ene einde, en Dan onder de erfdelen van Hubert van de Loo aan de andere kant van het zich uitstrekt van de generaals van de weilanden in de dezelfde plaats op de plaats genaamd Den Moelenbosch, Ludolphus de eigenaar van een stuk grond en weiden, waarin ik werd geroepen om Johannes, de zoon van de genoemde overleden John Peterssen van de Herentham, het zei Peter, zijn broer, zijn verworven vee, lijkt het in deze brief op de Buscoducis die zouden zijn vervat, uit de Ludolphi om een erfdeel te geven door de wet voor het werk dat hij wordt genoemd, en maakte rapport. Veelbelovende boven alles wat ze hebben de verplichting om een geldige claim voor de rol van geweld en Rudolph te houden, aldus Van Doren, zoon Soms sororii zei Peter, en hun erfgenamen en opvolgers van de regen. Getuigen bovenstaande

1460 / SCHOUTSREKENINGEN ARA BRUSSEL, inv. nr. 13005 door Henk Beijers
HENRIC PETERSSOEN VAN LYEMDE

146*, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: februari 21.
Johannes Steenwech en Johannes Neve, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Johannes, zoon van wijlen Paulus zoon van wijlen Johannes Coppensoen,heeft opgedragen aan Martinus van Elmpt, visser, een stuk land, genaamd den Roesbeempt [Roesbeemd], gelegen in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde [Liempde] in Vrilichoven [Vrilkhoven], tussen Aleydt, weduwe van Martinus Anensoen en haar kinderen en Martinus de Elmpt voorn. ter ene zijde en Johannes de Zonne, Johannes, zoon van wijlen Henric Lybensoen, Willelmus van den Hulzen en Johannes de Biechelaer ter andere zijde, strekkende van Johannes de Zonne tot aan de kinderen van wijlen Zebertus Laureynssoen

1465, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: februari 9.
Johannes de Arkel Peterss en Lucas Pieck Jacobss, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Johannes van den Pas, zoon van wijlen Johannes Laurencius Zebensoen en Elisabeth, dochter van wijlen Aelbertus van den Dyck, hebben opgedragen aan Martinus de Elmpt, visser, hun aandeel in een kamp land, hen aangekomen van Johannes Wreynsen, gelegen in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde [Liempde] in Vrilichoven [Vrilkhoven],, tussen Laurencius Zebensoen en Martinus de Elmpt

1465, pag. 104v, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Verschenen is Henrick Goijaerts van Weert, verder Jacop Henrick Jacops van Strijp, Herman Aert Vos en Willem Dircks van Hagelaer en hebben hoofdelijk zowel als samen beloofd om aan Gijsbrecht Pauwels van Liempde en aan Lambrecht Jan Aerts en aan aan Lijsken en Hadewijch gezusters en kinderen van wijlen Dirck Wilneven, die 31 peters te zullen betalen, tegen 19 stuivers voor elke petyer gerekend,  de helft ervan per a.s. O.L. Vrouwendag te 'later" (?) en de andere helft per a.s Maria Lichtmisdag. Actum als boven. Voetrnoot : Genoemde personen zullen elkaar voor deze belofte vrijwaren.

 

1465, pag. 107r, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Verschenen  zijn hier heer Dirck de Crom, priester en Willem Vos de jonge onze collega-schepen, beiden als kerkmeesters en hebben  beloofd aan Gijsbrecht Pauwels van Liempde (Vlemmincks?, JT) en aan Lambrecht Jan Aerts en aan Lisbeth en Hadewich, gezusters en kinderen van wijlen Dirck Wilneven, die  47 peters van elk 18 en een halve stuiver te gaan betalen, de helft ervan per a.s. O.L. Vrouwedag te .... ( er staat nog iets achter dat ik niet thuis kan brengen, JT) en de andere helft per a.s. Maria Lichtmisdag. Datum als boven, getuigen Jan in Heerbeeck, Henrick de Crom en Huijskens.

 

1466 Bosch Protocol 1466-1467, fol. 53v
Jan Dirx van den Marselaer bezit huis en hof op Savendonc onder Casteren.
Heer Ludolf van de Water

1466,  BHIC 1245, Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653)  door dr. Jan Sanders, datum: 1466-04-23
Johannes van den Dael, zoon van Johannes Thijssoen, heeft verkocht voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan heer Ludolphus van den Water, priester, een erfcijns van 2 pond uit 4 lopen land in Kasteren in Liempde onder Boxtel, op een plaats geheten Int Broeck.

 

1467, pag. 171v. (16v) , Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Verschenen zijn de groep personen met hun voogden etc. en verkopen nu aan genoemde Jan (waarschijnlijk betreft het de voor-voorgaande akte zie Jan Jan Rolofs van der Ameijden, JT) die een pacht van een half mud rogge, maat van Oirschot, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een perceel beemd gelegen hier in Oirschot onder Erdbruggen achter de Vleesslag daar, b.p. de kinderen van Peter Janssen, Gerart Jan Coppens van Liempde, de gemeenschappelijke straat, het erf dat eerder van Willem Rutgers van Oudenhoven was. Datum 1 april 1467,

1467, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: april 14.
Martinus de Rode en Symon de Gheel, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Johannes, zoon van wijlen Johannes de Zonne, vruchtgebruiker van een stuk weiland, geheten Roesbeempt [Roesbeemd] , en eigenaar van 1/4 deel, dit deel heeft opgedragen aan zijn zonen Johannes en Adrianus, mede ten behoeve van zijn dochters Elisabeth en Mechteld, zoals het gelegen is in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde [Liempde], tussen Martinus de Elmpt en Willelmus Hessels, strekkende van Johannes Molyman alias Bredebaert en meer anderen tot aan Godefridus van den Huls

1467, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: april 14.
Martinus de Rode en Symon de Gheel, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Johannes en Adrianus de Zonne, gebroeders, Godefridus de Yngen, man van Elisabeth de Zonne, en Johannes de Wyntelre, man van Mechteld de Zonne, hebben opgedragen aan Martinus de Elmpt, 1/4 van een stuk weiland, geheten Roesbeempt [Roesbeemd] , gelegen in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde [Liempde], tussen Martinus voorn. en Willelmus Hessels.

1467, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: april 14.
Martinus de Rode en Symon de Gheel, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Mr. Arnoldus Doremans, chirurgijn, voor schepenen bewezen heeft dat hij op grond van vernaderingsrecht de wederkoop heeft van 1/4 van een stuk weiland, geheten Roesbeempt [Roesbeemd], gelegen in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde [Liempde], dat door Johannes en Adrianus, zonen van Johannes zoon van wijlen Johannes de Zonne, Godefridus de Yngen en Johannes de Wyntelre is opgedragen aan Martinus de Elmpt. Martinus voorn. erkent dit recht en doet afstand

1467, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum:  april 14.
Martinus de Rode en Symon de Gheel, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Mr.Arnoldus Doremans, chirurgijn, voor schepenen bewezen hebbende, dat hij op grond van vernaderingsrecht de wederkoop heeft van 1/4 van de Roesbeempt [Roesbeemd] onder Lyemde [Liempde]  (zie vorig regest), zijn recht heeft overgedragen aan Martinus de Elmpt

1468, BHIC, 7633   Dorpsbestuur Sint-Oedenrode, (1232) 1315-1811, datum 1468-08-08
Karel (de Stoute), hertog van Bourgondie Lotharingen, Brabant etc., oorkondt dat gedeputeerden van Oirschot, Sint-Oedenrode en Liempde in 1465 met zijn vader, hertog Philips de Goede, hebben onderhandeld over de verdeling en aankoop van een stuk gemeenschappelijke grond tussen de dorpen, bij welke gelegenheid die van Rode hun gedeelte hebben gekocht voor een bedrag van 150 Rijnse guldens en een jaarlijkse erfcijns van 20 oude Tournoois alsmede onder zekere gebruiksvoorwaarden. Hertog Karel heeft een akte van overeenkomst daartoe opgesteld hetgeen tot nog toe niet was gebeurd wegens drukte en verzuim, hoewel afspraken over het gebruik van die gronden wel gemaakt zijn en ook hebben gegolden. De goede luiden van Rode mogen die gronden gebruiken ten eeuwige dagen, maar daarvan verkopen slechts met toestemming omdat van elke doorverkochte bunder nog een oude groot zal moeten worden betaald aan de hertog, hetgeen in de chijnsboeken van de hertogelijke rentmeester van 's-Hertogenbosch moet worden geregistreerd.

1468, Scheeken d.d. 8 augustus 1468 (in dr. D. Th. Enklaar, Gemeene Gronden in Noord-Brabant in de Middeleeuwen, 1941, pag. 156)
88. Hertog Karel de Stoute wijst den goeden lieden van St. Oedenrode een stuk vroente, gelegen tusschen de gemeenten van Oirschot, St. Oedenrode en Liemde [Liempde], dat hertog Philips de Goede hun verkocht heeft, toe, stelt zich daarvoor borg, geeft hun het recht om voor hun erven boomen poten, veertig voeten de gemeente op, mits de houtschat betaald worde, de eikels gemeen zullen zijn en de wegen niet bellemmerd worden, en machtigt hen, door hun schepenen en gezworenen de gemeente te doen uitgeven tot twintig bunder, teneinde voorlijf en erfcijns te kunnen betalen.

1469, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: november 20.
Johannes Ghysselen Johanness en Willelmus de Busco, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Jacobus, zoon van wijlen Godefridus van der Heze, en zijn vrouw Aleyda, dochter van Henricus zoon van wijlen Reynerus Loenmans, messemaker, en Elisabeth, hebben opgedragen aan Martinus de Elmpt, een erfpacht van een half mud rogge, gaande uit een stuk land, gelegen in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde [Liempde] , tussen Henricus Mutsart en de erfgenamen van wijlen Laurencius van der Audermoelen, alsmede uit een halve bunder heide, gelegen mede aldaar, tussen Theodericus Roetart en Paulus Jan Coppensoen, welke pacht Elisabeth, weduwe van Reynerus Loenmans, verkregen heeft van Wolterus, zoon van wijlen Willelmus Willelmi van der Velde

1469, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 55, pag. 6v, d.d. 1469
14 Jan wettige zoon van Jan Haijwigen draagt aan zijn wettige broer Elias, de helft van een Bossche brief inzake een half mud rog over, maat van Boxtel, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag , welke pacht staat te betalen uit een akker genoemd de Veltakker groot 4 en en half lopenzaad, gelegen in de parochie van Boxtel in de dingbank van Liempde, belendend Mercelis die Lu, Bessels van den Loo, Zebrecht Laureijns. Nog verkoopt hij hem het derde deel van een malder rogge, welke pacht onze schepen Jan Elias van de Laerschot daarvan heft. De verkoper belooft alle lasten af te handelen. Getuigen Jan Elias en Willem Nicolaessen. Datum als voor.

1469, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 55, pag. 22v, d.d. 27 augustus 1469
57 Henrick wettige zoon van Henrick Hoessen verkoopt aan Lambrecht Dirck Ruetaerts een vierde part van een heiveld gelegen te Boxtel ter plaatse genoemd Velder en de Vorst, belendend de gemeijnte van Oetendonck, de erfgenamen van Henrick Mutsaerts, Gerit Jan Jacops. Nog een deel in hetzelfde heiveld, belendend Jan Moelimans, de erfgenamen van Henrick Mutsaerts, genoemde Gerit, de gemeijnte. De verkoper belooft alle lasten af te handelen, behalve de chijns. Getuigen Jan Elias en Jan Lucas. Datum op St. Agathedag in het octaaf van Assumtionis,

1470, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 55, pag. 33v, d.d. 20 februari 1470
88 Genoemde Gerit en Jan vanwege hun vrouwen (dochters van Gerit Lambrechts van Lucel), hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze hebben geerfd na dood van Gerit Lambrechts van Lucel. Genoemde Gerit krijgt de halve *hoevijnge* (hoeve) met de halve boomgaard en een akker, nabij het Huijsven en de helft in het weiland genoemd Van Het Vierdegedeelt, belendend genoemde Jan, de erfgenamen van Aelbrecht van Lucel. Nog krijgt hij een stuk weiland genoemd de Hofstad dat eerder van Jan Haijwigen was, rondom gelegen in de gemeijnte van Kempen. Nog krijgt hij een stuk land genoemd Vossenhoef, nog een stuk land gelegen in de Lucelsche Hoeve tot aan het huisven daar. Nog de helft van een stuk land gelegen in de Tongercamp, belendend Aert van Lijemdt. Nog een stuk land genoemd de Langenakker, nog de helft van een stuk land genoemd dat Haverlant, belendend de erfgenamen van Aelbrecht van Lucel. Nog een heidevelt nabij de Donck, nog de helft van een heiveld nabij het nieuwe land naast de erfgenamen van Jan Haijwigen. Nog een deel van een heiveld zoals daar is afgepaald naast de erfgenamen van Aelbrecht van Lucel. Nog een deel van een heiveld genoemd de Vijterste Heide tot aan het Lange ven, nog een beemd genoemd dat ven, nog d e helft van een beemd genoemd de Nepel gelegen achter Nergentna. Nog de helft van een beemd genoemd de Deemer, nog een beemd genoemd de Nuwenbeemd, nog de helft van een beemd gelegen in de parochie van Belveren, Nog krijgt hij een pacht van een malder rogge per jaar volgens schepenbrief van Den Bosch uit bezit onder Liempde. Nog de helft van 14 lopen rogge per jaar, die wordt betaald door de erfgenamen van Henrick van Weert. Nog krijgt hij een keuterrecht op Kempen. Jan doet afstand van aanspraken op het erfdeel van Gerit. De delers beloven deze deling gestand te doen en Gerit belooft voortaan anderhalf mud rogge te betalen aan diegenen die er recht op hebben en nog 12 oude groten min een halve penning , nog een braspenning aan het St. Geertruijdenaltaar te Oisterwijk. Als er op het bezit meer lasten blijken te drukken, zal men die samen betalen. Verder zal men elkaar overpad verlenen waar nodig. Ook zal elk de sloten omheinen zodat er geen schade voor de ander ontstaat. Verder krijgt Gerit van Jan nog 4 lopen rogpacht per jaar. Genoem de Jan krijgt een huis, tuin, hofstad etc. gelegen te Boxtel onder Lucel, waar Gerit Lambrechts van Lucel in gestorven is, met de helft van de tuin en de helft van het vierde deel van het weiland richting van Lucel naast die Banck. Nog een weiland genoemd de Donck, nog een stuk land genoemd dat Nulant met een heiveld er aan, nog een stuk land genoemd de Oude Brake, nog een stuk land genoemd dat Geerken, nog een akkertje genoemd dat Strijpken, nog een half stuk land genoemd het Haverlant, nog een stuk land de Midacker, een stuk land genoemd de Cloet, nog een stuk land genoemd de Casbrake, nog een stuk land gelegen in de Lucelsche hoeve, nog een stuk land genoemd de Acker bijt Huijs, belendend de erfgenamen van Aelbrecht van Lucel, Gerit van de Loo. Nog krijgt hij de helft van de grote heide daar, waarvan Gerit de andere helft heeft. Nog krijgt hij een stuk heiveld in de Bijterste heide waarvan Gerit ook de andere helft heeft. Nog krijgt hij een beemd aan de Belverse dijk, met het einde daar aan de brug. Nog een stuk beemd in het Kockelse broek, nog een stuk beemd genoemd den Eckers Puel, nog een stuk beemd genoemd de Wellensbeemd, nog een halve beemd genoemd de Nuwenbeemd waarvan Gerit de andere helft heeft. Nog een halve beemd aan Gheenheesackter waarvan Gerit ook de andere helft heeft. Nog een half ploegrecht op Kempen, nog 4 lopen rogge die worden betaald door Gerit van Weert dat wordt geheven te Helvoirt, nog de helft van 14 lopen rogge dat wordt betaald door de erfgenamen van Henrick van Weert. Uit dit erfdeel moet 2 mud rogge Bossche maat per jaar worden betaald, en daarvoor krijgt Jan van Gerit een vergoeding van 4 lopen rogge, verder te betalen 12 oude groten chijns min een halve penning, twee smal hoenderen en een vastenavondhen. Verder moet hij een stuk dijk onderhouden op de Belversdijck dat eerder van Gerit Lammens was. Getuigen Jan Lucas en Jan Elias. Datum 20 februari (1470).

1470, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 55, pag. 40v, d.d. 6 april 1470
104 Genoemde Steven belooft aan Willem van de Dijk op onderpand van zijn persoon en bezit om hem 7 peters te zullen betalen, elke peter van 18 stuivers per a.s. Maria Lichtmisdag over twee jaar, samen met een rente. En Henrick Peters van Liempde belooft aan de zelfde Willem 13 peters op de zelfde c ondities. Datum 6 april (1470)

1471, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 55, pag. 91r, d.d. 27 augustus 1471
249 Onze schout heeft daarop gezegd tegen de schepenen dat het hem bekend is dat Jan van den Heesakker rechten meent te hebben als erfgenaam en dat deze Antonis daarin niet wilde meewerken. Daarop heeft Antonis gewenst dat er recht zou worden gesproken en dat hij de aanspraken van Jan niet erkent omdat het bezit, roerend en onroerend hem bij testament door Luijtgaerd was vermaakt en hij is bereid dat testament te overleggen. Daarna heeft de schout opdracht gegeven aan de schepenen dat ze uitspraak zouden doen. We hebben uitgesproken dat Jan bij dit geding zijn bewijs zou overleggen omdat hij eisende partij is. Die heeft als geuigen Jan van Meijensvoirt en Lambrecht Aerts als schepenen van Liempde laten verschijnen en d ie zijn toegestaan hier getuigenis af te leggen waarbij die verklaren dat Luitgaert destijds de persoon van Henrick Boijens als voogd heeft gehad en de schepenen verklaren dat deze voogd indertijd door Luijtgaerd is aangesteld geweest om beheer over haar bezit te hebben omdat Luijtgaerd had gezegd zelf niet meer de zaken voor haar te kunnen afhandelen. Ze had gevraagd of hij haar voogd wilde zijn. Verder verklaren Willem Martens van de Velde en Henrick Peters van de Parse dat eerder Henrick Boijens en Jan van den Heeaacker bij elkaar waren gekomen en die hadden samen besloten dat Luijtgaert bij Henrick van den Heesacker in de kost zou komen en daar *haar eigen brood, vlees en boter * zou eten, maar dat Henrick Peters haar wel andere zaken zou geven (andere *spijse en ameningen*) en daarvoor zou hij een jaarlijkse pacht krijgen van 2 en een half mud rogge en van de betaling (van die pacht ) hadden deze Henrick Boijens en Jan van de Berselaer bewijs overlegd waarmee toen Henrick Peters (van de Parse) tevreden was. De genoemde schepenen hebben nog verklaard dat geen enkele vrouw afstand van haar vruchtgebruik kan doen anders dan met een voogd.  Verder verklaren Michiel Bolants, Goijaert Peters, Jan van Meijensvoirt en Lambrecht Aerts als schepenen dat Willem Martens van de Velde het bezit gekocht zou hebben van deze Luijtgaert en dat toen een zekere Ruijt Raymakers kwam die de koop *ontsloeg* (meer heeft geboden) en dat toen Willem (van de Velde) weer de koop *ontsloeg* (weer meer had geboden) zodat Willem het bezit had verkregen. Wij hebben toen horen zeggen dat deze Ruijt de persoon van Luijtgaerd had doen dagen voor diens slaggeld. Daarop is toen Willem Mertens gekomen en heeft geld in onderpand gegeven zodat als er iemand slaggeld etc. te vorderen had, dat Luijtgaerd daarvoor zou zijn gevrijwaard. Voor ons is verder verschenen Michiel Bolants als destijds schepen te Liempde en verklaart dat Thonis Crabben twee schepenen in diens huis had uitgenodigd te weten genoemde Michiel en nog Laureijs Aben en daarbij had Anthonis gezegd dat hij graag zou hebben dat Luijtgaerd hem Antonis machtiging zou geven om voor haar te handelen. Daarop had Michiel gezegd, dat mogen wij niet doen, daarvoor zijn 4 schepenen nodig en daarna heeft Anthonis de schepenen ongemoeid gelaten. Verder is er een schepenverklaring van Liempde waarin Jan van de Heesackers moeder en Luijtgards moeder, zijnde twee gezusters van elkaar, daarin worden vermeld, maar of Jan al dan niet een erfgenaam is van Luijtgaert dat is hen niet bekend. Verder verklaart Willem Martens van de Velde dat de moeder van Willem en Jan van den Heesacker met de andere broer en zusters als erfgenamen van Luijtgaerd... (wat staat er niet bij). Daarna heeft Antonis Crabbe het bewuste testament aan de schepenen voorgelegd met de volgende tekst (latijn). Vandaag 27 januari 1471 om 9 uur in de morgen verscheen voor mij notaris en getuigen, onder het pausschap van Paulus in de 4e indictie van diens funktie, de persoon van Luijtgaerd dochter van Dielis Crabben inwoonster van Boxtel en maakt haar testament op. Ze vermaakt daarin haar bezit aan Anthonis Crabbe en diens vrouw Elizabeth. Aldus opgemaakt in het huis van Anthonie en Elisabeth gelegen te Liempde in de parochie van Boxtel te Savendonck. Getuigen daarbij waren Aert de Necker , verder Joost en Zeben broers en zoons van genoemde Aert ,verder Peter Jan Peters, Everaert Janssen, Jacob Janssen zoon van Emont Goijaert Emonts van de Heesacker. Verder verklaren heer Johan van der Achter en Leonis Aert Kosters dat Aert Boekelmans ook wel genoemd Vrient, een openbaar notaris is voor het hof van Luik en dat die het testament dat door Antonis Crabbe is overlegd, zelf had geschreven en ook ondertekend. Verder verklaart Aert de Necker dat toen zij in het huis van Thonis Crabbe waren ontboden dat ze zagen dat Luijtgaert een doos met brieven aan deze Thonis overgaf en dat Luijtgaerd toen volledig bij haar verstand was. Of Jan van den Heescker al dan niet erfgenaam van Luijtgaerd is, weet hij niet. Verder verklaren de schepenen van Liempde dat zij er nimmer bij waren of erbij wilden zijn als Luijtgaerd bezit had willen overdragen zonder een voogd te hebben. Nog verklaart Aert de Necker met zijn beide zoons en nog Peter Crabbe een testament te bezitten waarin Thonis Crabbe een verklaring heeft laten vastleggen dat zulks zo is gebeurd en dat Luijtgaerd toen zij haar testament opmaakte wel bij haar volle verstand was. Schepenen van Liempde verklaren nog dat het gebruikelijk recht is dat geen enkele vrouw die geen man of voogd heeft, dan zelf haar voogd kan kiezen, maar dat ze dat alleen kan doen bij de heer van Liempde in het bijzijn van 4 schepenen en dat daarvan dan een vonnisbrief wordt uitgemaakt.
249a [VERVOLG AKTE] Michiel (vervolg 93 verso) Bolants en Henrick Bloijs als schepenen te Liempde verklaren dat Anthonis Crabbe destijds een oude grote heeft gegeven ten behoeve van de erfgenamen van Luijtgard direkt na haar dood te betalen om daarmee de kosten of schade te voldoen. Daarmee heeft Anthonis hier zijn bewijsvoering beeindigd. Beide partijen vragen nu aan de schout en heren schepenen uitspraak te willen doen. De uitspraak is dat Anthoni s Crabbe kwijting krijgt voor alle aanspraken die door Jan van de Heesacker werden gemaakt tot aan deze dag toe. Datum 27 augustus in bijzijn van alle schepenen. (1471)

1471,  BHIC 1245, Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653)  door dr. Jan Sanders, datum: 1471-12-13
Nadat Ludolpus van den Water, vroeger kanunnik van de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, in aanwezigheid van frater Walterus de Leend van het huis van de Heilige Maria van Bethlehem in Roermond en frater Arnoldus de Curia van het huis van Insula Regine Celi bij Wezel, prioren, de volgende hoeven en goederen geschonken heeft: een hoeve in Rode ter plaatse Olland, gedeeld met zijn broer Everardus; de hoeve daaraanliggend, die Ludolphus verkregen had van de kinderen van Gerardus Ceelen; zijn hoeve daar bij de plaats geheten Houthem, verkregen van Johannes van den Laer en zijn vrouw; zijn hoeve daar tegenover een plaats geheten Hermalen, vroeger van Johannes Hoernken en anderen; zijn hoeve in Boxtel, ter plaatse geheten Casteren [Kasteren], rechtsgebied van Liempde, samen met een eikenbos, verkregen van Johannes Spaeybaet; een hoeve in de parochie en plaats voorschreven, die Ludolphus verkregen had van Gerardus de Deyl en enkele anderen; een hoeve in Son ter plaatse geheten Aenschot samen met verscheidene erfpachten tot 15 mud en 1 zester rogge toe, en met erfcijnzen tot 44 pond en 4 schelling, die eerst uit die hoeve betaald moesten worden en later door Ludolphus verkregen en gelost zijn; een halve hoeve in Liempde op een plaats geheten Casteren, gekocht van Gerardus de Cymiterio; een akker bouwland, gelegen naast de genoemde halve hoeve, door Ludolphus verkregen van Adriana, dochter van Engbertus de Slaepbroeck; een kamp land deels bouwland, deels broekland, geheten Berendes Buenre, gekocht van Marcelius van den Langenborch; zijn hoeve geheten Die Hoeve aen die Heyde, deels in Gemonde, deels in Schijndel; zijn hoeve of 18 morgen land in 's-Hertogenbosch op Die Poeldonck, vroeger van Theodericus Wellens; zijn hoeve of 18 morgen ter plaatse geheten Eyckendonck in Den Dungen; zijn visrecht in Rode, beginnend bij de plaats geheten Beneden Bruggen alias Bubnagel, een mijl doorlopend tot het goed van Henricus de Achel, ongeveer tegenover de kapel van Liempde; met alles wat erbij hoort, met uitzondering van een kamp land in Schijndel, vroeger van Henricus de Arkel en gereserveerd voor heer Ludolphus; en wel aan de kartuizers Johannes de Monte, rector, en Thomas de Dryel, procurator van het nieuwe kartuizerklooster van Sint-Sophie [...] bij 's-Hertogenbosch ten behoeve van genoemd nieuw klooster, zoals blijkt uit een daarover gemaakt notarieel instrument, is heer Ludolphus van den Water verschenen voor onderstaande schepenen ter bekrachtiging van het voorstaande en heeft hij alle genoemde zaken overgedragen aan meester Willelmus de Busco ten behoeve van het nieuwe kartuizerklooster met uitzondering van 3 mud rogge erfpacht voor Johannes, zoon van Aelbertus Valkensoen, leerlooier, uit genoemde hoeve op Casteren in Boxtel, en 3 mud rogge erfpacht voor Goeswinus Heer, leerlooier, uit genoemde hoeve in Olland, en een lijfrente van 2 mud rogge en 4 pond geld voor Aleydis, dienstmaagd van Ludolphus, na zijn dood uit de 18 morgen op Die Poeldonck, en met uitzondering van de eerder gemaakte bepalingen en een lijfrente voor Ludolphus van 100 peter, die frater Johannes de Monte en Thomas de Dryel heden beloven hem te zullen betalen uit de hoeve in Son, uit de 18 morgen op Die Poeldonck en uit alle andere goederen van het klooster.

1472, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: maart 5.
Willelmus de Bochoven en Theodericus die Borchgreve, 'schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Johannes, zoon van wijlen Paulus Coppensoen, heeft opgedragen aan Martinus de Elmpt, de helft van 4 lopense land, gelegen in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde [Liempde] in den Herschenacker [Heersenakker], voorts zijn aandeel in de kampen land in de Bredenbeempt [Bredebeemd] in Andsel [Antsel], zijn aandeel in een heideveld, genaamd dien Stuelt, bij Goeswinus van den Velde, alsmede zijn aandeel in een kamp land, geheten Smalart [Smalder], gelegen bij de Dommel

1472 BOSCH’ PROTOCOL 1 april 1472 / door Geertrui Van Synghel
Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Jan, zoon van Paul genaamd Gevartszn., man van Heilwich, dochter van wijlen Jan Paimans, wettelijk en erfelijk verkocht heeft aan Jan van Meyelsfoirt, zoon van wijlen Willem, een jaarlijkse erfcijns van drie pond uit een stuk weiland met de omvang van drie vierde van 1 bunder in de parochie van Boxtel in de jurisdictie van Liempde, tussen het erfgoed van Lambert, zoon van wijlen Dirk Roetart enerzijds en van Hendrik van Tulden anderzijds, en met het ene einde, strekkend met het andere eind tot het erfgoed van Hendrik van der Hoerc.
Getuigen zijn de schepenen van ’s-Hertogenbosch: Hendrik Monix en Godfried die Lu.

1472 BOSCH’ PROTOCOL 31 juli 1489 / door Geertrui Van Synghel
Schepenen van Boxtel oorkonden dat Peter en Jan, broers, wettige kinderen van Peter van Broegel, wettelijk en erfelijk een schepenoorkonde van Boxtel d.d. 19 oktober 1446 verkocht hebben aan Hendrik Peterszn. van Liempde, waarin staat dat Katrien, wettige dochter van Jan Cattelaer, aan Peter van Broegell, wettige zoon van Peter van Broegel, een stuk land in de parochie van Boxtel heeft verkocht, geheten ‘Scuerwisbraect’, met meer percelen van erfgenamen,  maar dat Hendrik geen van de percelen mag gebruiken voor zijn eigen erfgenamen behalve het stuk land ‘Scuerwisbraec’ en een stuk land aan de Mijlstraat. Ter meerdere zekerheid heeft Jan de Momber Lucaszn. afstand gedaan van zijn recht op die twee percelen en heeft hj beloofd dit eeuwig zo te houden, behalve dat de koper de erfpacht van zes lopen rogge zal voldoen.

1472, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 55, pag. 117r, d.d. 31 mei 1472
328 Joerden Pauwels als man van Agnesen dochter van Aert Ruetaerts (ik twijfel een beetje, er kan ook staan Everaerts)verkoopt aan Jacop Aert Ruetaerts en aan Aerden Dierck Ruetaerts en aan Adriaen en Lisbetgh als kinderen van genoemde Dierck Ruetaerts, alle bezit dat ze onder Boxtel en Liempde hebben geerfd van Aert Ruetaert Didden en diens wettige vrouw Lisbeth. De verkopers beloven alle lasten af te handelen. Datum 31 mei (1472) getuigen Dierck Wouters en Aert van Vught.

1472, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 55, pag. 128v, d.d. 13 november 1472
369 Jan, Aert, Pauwels en Everaert wettige kinderen van Everaert Jan Everaerts, verder Thomaes Jan Pauwels als man van Lijsbeth wettige dochter van Everaert Jan Everaerts, Elias zoon van Laureijs Sporbosch als man van Machteld wettige dochter van genoemde Everaert Jan Evertaerts, hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze van hun vader Everaert en hun moeder Machteld dochter van Aert Ruelens hebben geerfd. Genoemde Jan krijgt een half stuk land gelegen in de parochie van Boxtel onder Liempde, genoemd de Westacker, belendend de erfgenamen van Jan Jan Coppens, daarvan gaat een zesterzaad en 9 roedes van zijn helft. Nog krijgt hij een stuk land aldaar gelegen genoemd de Crommenacker, nog de helft van een stuk beemd aldaar gelegen genoemd de Moerkensbeemd, belendend de erfgenamen van wijlen Henrick Reijnaers en meer anderen. Nog krijgt hij een stuk land gelegen onder Boxtel, ter plaatse genoemd Cleijnder Lijempde, genoemd de Beecke, belendend Peter van der Staet, Goijens van de Veken, zijn broer Everaert, de gemeijnte van het Mosven. Nog krijgt hij een stuk heide gelegen onder Kleijnder Lijempde, onder Boxtel in het midden van de Beecke, belendend Goijens van den Huls, genoemde Thomas. Nog krijgt hij een derde deel van een huis, tuin, hofstad etc. gelegen in de dingbank van Liempde, belendend Peter van den Perse, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt hij het derde deel van een stuk land onder Liempde genoemd de Hoenberchshof. Uit dit erfdeel de chijns te betalen aan de heer van Boxtel. (volgen de algemene voorwaardes bij een deling). Genoemde Aert krijgt een stuk land in de dingbank van Liempde, genoemd de Gheere, belendend Lambrecht Jan Aerts, genoemde Thomas, Nog krijgt hij een stuk land aldaar gelegen op de *Bijchelaersweg* daar, belendend Hendrick Adriaens van den Perse, de gemeenschappelijke weg. Nog krijgt hij een stuk land aldaar gelegen op de Vrillickhoven akkers, belendend Ghenen Pauwels, Lambrecht Diercks en meer anderen. Nog krijgt hij een stuk land aldaar gelegen in de Borendonck tot aan de sloot toe, belendend Jan van Meijensvoirt, Goeijens Heijen. Nog een beemd aldaar gelegen in de Wallare (?), belenden Adriaen van den Perse, de Goeijensheije. Nog krijgt hij het derde deel van een huis, tuin, hofstad etc. gelegen zoals voor, nog het derde deel van een stuk land genoemd de Hoenberchshof. Genoemde Pauwels krijgt een half stuk land gelegen in de dingbank van Liempde genoemd de Westaker en Pauwels krijgt daarvan 9 roedes land meer dan Jan en nog een zesterzaad dat van het deel van Jan wordt afgedeeld.Nog krijgt hij een stuk land aldaar gelegen aan de Laeckacker, belendend Jan van Dessal, Marten Moerkens. Nog krijgt hij een hooiveld gelegen in de Moerkensbunders, belendend de loop daar, Lambrecht Jan Aerts, Gijsbrecht Jan Meeus en meer anderen. Nog krijgt hij het derde deel van het huis, tuin en hofstad. Nogh het derde deel van het stuk land genoemd de Hoenberchshof, nog een stuk beemd met een heiveld onder Kleijnder Lijempde in de jurisdictie van Boxtel, belendend Goeijens van den Huls, Peter van Straten. Nog krijgt hij een heiveld onder Boxtel, belendend aan Goeijens van den Huls, Marien Avengoens. Nog een stuk beemd binnen een beemd gelegen te Boxtel , belendend een erf eerder eigendom van Goeijens van den Huls en meer anderen, genoemde Thomas, de loop van de beek daar. Nog krijgt hij de helft van het erf met de houtwas gelegen onder Kleijnder Lijempde in het midden van de Beek, belendend Goijens van den Huls. Nog krijgt hij een jaarlijkse pacht van 6 lopen rogge die nu wordt betaald door Jan Goessens van de Ven. Uit dit bezit moet hij zelf 6 lopen rogge betalen. Genoemde Everaert krijgt een stuk land gelegen onder Liemdpe ter plaatse genoemd de Hesellaersdoren, nog een stuk land genoemd de Velakcker eveneens onder Liempde. Nog een lopenzaad land daar, belendend Lambrecht Diercks, de erfgenamen van Hubrecht Gerit Gerits. Nog krijgt hij een hooiveld in SHeren Bunders in Velder in de jurisdictie van Liempde. Hieruit jaarlijks 4 oude groten te betalen aan de heer van Boxtel. Nog krijgt hij een stuk land genoemd het Haverlant, gelegen onder Liempde, belendend Henrick Jan Hessels. Nog krijgt hij een stuk land onder Kleijnder Lijempde onder Boxtel in de Beecke, belendend Godevaert van de Veken, Peter van de Straten. Nog krijgt hij een half erf met de houtwas ook aldaar gelegen in de Beecke, belendend Goijaert van de Veken, Peter van Straten, Marien Avengoens. Nog krijgt hij een keuterrecht op de gemeijnte van Kempen, nog een heiveld achter in de Beeck in de jurisdictie van Boxtel, belendend Peter van de Straten, Wouter van den Steen, het groesveld daar van Pauwels. Genoemde Thomas krijgt een akker gelegen in de jurisdictie van Liempde genoemd de Aertsacker, hieruit jaarlijkse een mud rogge te betalen, belendend genoemde Aert, genoemde Elias. Nog krijgt hij een stuk land gelegen in de jurisdictie van Liempde, genoemd de Scoeracker, nog de helft van de hofstad zoals is afgedeeld, richting van de erfgenamen van Bouwen Josephs. Nog krijgt hij een stuk beemd van de half Moerkensbunder achter aan in de jurisdictie van Liempde, belendend Lammen Aerts. Nog krijgt hij een akkertje onder Liempde, achter het schuurtje van Willem Hessels. Nog een jaarlijkse pacht van een half mud rogge die wordt betaald door de erfgenamen van wijlen Goossen Meeus. Nog krijgt hij een stuk beemd onder Kleijnder Lijempde jurisdictie van Boxtel in de Beeke, belendend Peter van Straten, de loop daar, Goijaert van de Veken en meer anderen. Nog krijgt hij een heiveld in de zelfde jurisdictie in het midden in de Beecke, belendend Peter van Straten, zijn zwager Jan. Nog krijgt hij 3 koterrechten op de gemeijnte van Kempen.

 

1472 BP 1241, fol. 338v, door dr. Geertrui van Synghel
Wouter en Engbert xxx , broer, kinderen van wijlen Christiaan van Eerdbruggen hebben een bunder weiland gelegen in de parochie van Boxtel op de plaats genaamd Kleinder Liempde, Aen Vellaer, tussen het erfgoed van de heer van Boxtel aan de ene kant en het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Hendriks Pauwels anderzijds, grenzend met het ene eind aan het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Godfried Engbrechs Wouter en Engbert hebben dat stuk weiland erfelijk verkocht aan Peter van Straten , belovend de verkoop van waarde te houden en elke verplichting af te doen met uitzondering voor een erfcijns van twee gouden Hollandse penningen en vier Hollandse plakken aan Willem, kramer daaruit eerst te betalen.

 

1473, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 55, pag. 153r, d.d. 1473
449 Boedeldeling van de kinderen van Willem Jan Coppens nadat de moeder afstand van haar vruchtgebruik heeft gedaan. Genoemde Jacop zoon van Willem Jan Coppens krijgt een stuk land gelegen onder Tongeren genoemd de Kerckbraken, belendend de kinderen van Engelbert van de Berselaer, Peter Jan Meeus en meer anderen, zijn broer Willem. Hieruit jaar anderhalve Leuvense penning te betalen. Nog zal Jacop door Engelbert diens *moer* laten gebruiken als dat *moer* is uitgeturfd op 4 roedes na en hem dat laten gebruiken en op zijn veld laten drogen. De genoemde kinderen van Willem Jan Coppens krijgen een stuk land gelegen onder Tongeren genoemd de Scuerhof, belendend Peter Elias van de Braken, Willem zoon van Willem Coppens. Nog krijgt hij een deel in de Sluijsbeemd aldaar gelegen. Hieruit een Coelse penning te betalen en anderhalve Leuvense penning, nog een een lopen rogge. Genoemde Willem Willem Jan Coppens krijgt een huis, tuin, hofstad etc. gelegen onder Tongeren, belendend de erfgenamen van Peter Beeckmans, de gemeijnte van Zelissel. Nog een stuk land met een weilandje eraan genoemd de Kerckbraek, belendend Dierck Jannis en meer anderen, Jan Vlemmincks. Nog een beemd genoemd de Scauvaertsbeemd aldaar gelegen belendend Michiel Gijsberts van der Aa, Adam Aelbrechts van den Broeck. Hieruit 11 Leuvense penningen te betalen, een lopen rogge en 2 hoenderen. Nog krijgt hij een stuk land genoemd de Kerckbraecks Loect, belendend de Peter Jan Meeus, de straat, Nog een stukje land aldaar gelegenm belendend Willem Jan Elias, de straat. Genoemde Peter Jan Meeus krijgt een beemd genoemd de Hoedonck, gelegen in de parochie van Boxtel onder de dingbank van Liempde, belendeend Gerit Jan Coppens, Jan Pauwen en meer anderen. Nog krijgt hij een stuk akker gelegen onder Tongeren, belendend genoemde Willem, Peter Elias. Hieruit jaarlijks een oude grote en een halve Leuvense penning te betalen. Genoemde Wouter krijgt een akker genoemd de Straetacker gelegen onder Brukelen, belendend Jan Peters en meer anderen, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt hij een deel van een perceel genoemde Voerhoede, nog een deel van Saerlbosch, nog een stuk land genoemd de Kuijlen, nog een stuk beemd genoemd de Pinxtelaer, nog krijgt hij een koterrecht op Kempen. Maar hij moet wel het deel van het hek onderhouden te Tongeren genoemd het Kerckbraeckshek. Uit dit lot moet hij een vierde deel betalen van een voeder tiendhooi. Alle bezit van Wouter is volgens overeenkomst in handen van Engelbert gegeven die daar het beheer over voert. Genoemde Engelbert krijgt een moerven onder Tongeren, belendend genoemde Willem en meer anderen, de erfgenamen van Jan van Houwescoets. Als dit moerveld is uitgestoken en uitgeturfd, behalve op 4 roedes na, zal Engelbert en zijn erfgenamen dat mogen gebruiken om zijn turf daar neer te leggen en te laten drogen en de weg loopt zowel op het erf van Jacop als van Willem ieder een gelijk deel. Nog krijgt hij een stuk land aldaar gelegen genoemd ´t Rullen. Hieruit zal hij 9 Leuvense penningen betalen. Datum op St. Lenaerstdag. Getuigen Jan de Momboir en Engelbert van de Berselaer. (1473)

1473 BHIC 2131 Clarissen Megen, regest 31 d.d. 1 april 1473
1 april 1473 (gedateerd volgens paasstijl, gehanteerd door de schepenbank van Den Bosch).
Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Jan, zoon van Paul Gevartszn., man van Heilwich, dochter van wijlen Jan Paimans, een jaarlijkse erfcijns van drie pond aan Jan van Meyelsfoirt, zoon van wijlen Willem, verkocht heeft uit een weiland van drie vierde van een bunder in de parochie van Boxtel, in de jurisdictie van Liempde, tussen het erfgoed van Lambert, zoon van wijlen Dirk Roetart, enerzijds en van Hendrik van Tulden anderzijds en met het ene einde, strekkend met het andere einde tot het erfgoed van Hendrik van der Hoerc.
Getuigen: schepenen van ’s-Hertogenbosch: Hendrik Monix en Godfried de Lu.

 

1473, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 55, pag. 188v, d.d. 11 maart 1473
575 Lambrecht Jan Wijsen verkoopt aan Laureijs zoon wijlen Engelbrecht van de Berselaer een schepenbrief van Boxtel waarin Jan Henricks van den Laer aan Jan de Wijse onze medeschepen ten behoeve van diens zoon Daniel, 3 malder rogge overdraagt maat van Boxtel, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag te Zelissel, welke 3 malders Jan Cheris van de Wiel die men ook wel Jan van de Laer noemt, had verkocht aan Jan Henriks van den Laer en aan Henrick en Lijsbeth wettige kinderen van Hendrick van de Laer, volgens de schepenbrief. De verkoper doet afstand van alle brieven daarvan hetzij van Boxtel of Liempde en belooft alle lasten af te handelen. Datum 11 maart 1473 (attentie jaartal !), getuigen Engelbrecht van de Berselaer en Goijaert Ruestenberchs (akte is doorgestreept en geannuleerd).

 

1473 Actuarium Crabbense pag. 31, nr. 50
Goeswinus de  Beke / Herenthom / Wedehage / loco dicto Zavendonck / Symoniss dicti de Leemputten

1473 pag. 177v Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen zijn Gijsbrecht Pauwels van Liempde (=Vlemmincks, JT) als man van Heijlwig dochter van Dirck Wilneven, verder Lambrecht Aerts als man van Aleijt dochter van genoemde Dirck en Wouter Thomaes van de Venne als man van  Hadewijch ook dochter van genoemde Dirck en verkopen met schepenbrief van Oirschot aan Korstiaen Henricks van de Velde ten behoeve van de tafel van de H. Geest te Oirschot, een pacht van 7 lopen rogge, maat van Oirschot, welke pacht Aert Joerdens van der Braecken met schepenbrieven van Oirschot had verkocht aan Didderick  Willem Wilneven en zij als echtgenotes van hun vrouwen van genoemde Dirck hadden geerfd. Die pacht had Henrick Heijman eerder aan Aert Joerdens van der Braeken beloofd, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag, op onderpand van een akker gelegen in herdgang Hedel, b.p. Henrick van Helmond, zoals dat bezit aan Aert was toebedeeld. Dat bezit had Henrick van genoemde Aert voor die 7 lopen rogge gepacht met schepenbrief van Oirschot. De verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen. Actum als boven.

1473 pag. 178r Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen is Lisbeth weduwe van Dirck van de Hagelaer met haar voogd en haar wettige zoon verwekt bij genoemde Dirck en verkopen met schepenbrieven aan Jacop van Dormalen  onze collegaschepen een stuk beemd groot ca. 2 bunders, gelegen in de gemeente Boxtel onder Liempde in de Braeck, genoemd het Wijchmansbraeck (of Broek?) [Wichmansbroek], b.p. de gemeijnte daar genoemd de Verdonk (of Beverdonck? Veerdonk), Willem van de Velde, de kinderen van Jan van de Velde, Jan de Kremer van Aerle, Everaerts van der Vloege. Dat perceel hadden Lisbeth en Dirck geerfd van wijlen genoemde Dirck, zijnde resp. haar man en zijn vader, en wijlen Dirck had het voor 1/8ste deel geerfd en de andere 7/8e delen had hij van zijn broers en zusters verkregen. De verkoopster belooft alle lasten van haar kant etc. af te handelen, behalve 2 oude groten in Boxtel te betalen en 16 lopen rogge per jaar, maat van Oirschot. Datum als boven, getuigen Jan Vos en Willem van Geldrop.

1473 pag. 205V Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen zijn Michiel Wilneven. Lambrecht Jan Aerts als man van Aleijt dochter van wijlen Dirck Wilneven, verder Gijsbrecht Pauwels van Liempde (=Vlemmincks, JT) als man van Heijlwig dochter van wijlen Dirck Wilneven, nog Wouter van den  Heesakker als man van Mechteld dochter van wijlen Jan Aerts van Meijensvoort, Henrick Herman Daems als man van Margriet dochter van genoemde Jan Aerts (=van Meijensvoort, JT), Jacop Jacop Keijmps als man van Johanna dochter van Henrick Pauwels en hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze na de dood van Jan Jan Wilneven hebben geerfd.

1473 pag. 210v Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen is Henrick Herman Daems als man van Margriet dochter van wijlen Jan Aerts (van Meijensvoort, JT) en verkoopt aan Jacop Jacop Keijmps die de 2 delen (lees twee derde delen, JT) van een vierdedeel van een beemd genoemd de Geerlicksbeemd, gelegen onder Best, b.p. de kinderen van Dirck van de Hagelaer, Gijsbrecht Pauwels van Liempde waarvan is afgedeeld, zoals hij een deel ervan had geerfd vanwege zijn vrouw en hem in de deling was toebedeeld samen met Wouter van den Heesakker en genoemde Jacop, en het andere deel had verkregen van genoemde Wouter, volgens de deelbrief ervan. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum 5 november 1473, getuigen Huijskens en Lieveld.

 

1473 BP 1243, fol. 294r, Geertrui 31 oktober 2014 en 9 juni 2015:
Hendrik van Erp, de schout van Peelland, heeft zijn weiland/beemd geheten Die Braexschbuenre gelegen in de parochie van Boxtel, in het rechtsgebied van Liempde tussen het erfgoed van Godfried Peterszoon enerzijds en het erfgoed van Rover Rolofsz.  anderzijds, grenzend aan de gemene plaats met het ene einde, verhuurd aan Christiaan Voermans, zoon van wijlen Willem, en aan Thomas, zoon van wijlen Joannes Pauluszoon, voor vier jaar voor vijf gouden Peters elk jaar aan Hendrik te betalen, onder de voorwaarde dat Christiaan en Thomas de grondcijnzen aan de heer van Boxtel en de hooitiend daaruit rechtens te voldoen, zullen betalen, zodat voor Hendrik aan hem en over hem en zijn weiland geen schade toekomt in de toekomst; ook zullen Christiaan en Thomas de bomen mogen omhakken de bomen die daar staan en groeien op het erfgoed genaamd Den Wall of Den Omloop [rondlopende wal van Velder?] en in deze bossen (of met dit hout) het genoemde weiland gemeenschappelijk maken wat in de volkstaal beheimen heet. Ook zullen Christiaan en Thomas gedurende de genoemde jaren tot hun eigen gemak het hout hebben en verwerven dat daar groeit, den werft genaamd , samen met de wilgen die daar niet langer groeien, genaamd doefwilligen, met uitzondering dat ze voor elk van deze wilgen zo door hen uitgeroeid daar opnieuw een nieuwe wilgenplant zullen planten.

 

1473, Inventaris van het Oud-Archief van het "Zinnelooshuis" te 's-Hertogenbosch door J.M. van Rooij, nr. 114.
Zinnelooshuis Anthonis Jan Peterss Crabbe bezit een huis in Casteren op Zavendonk.

 

1474, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 55, pag. 157r, d.d. 1 januari 1474
460 Jan, Engelbrecht, Elias en Willem, broers en wettige kinderen van Jan Elias van de Braken, hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze van hun vader en diens vrouw Aleijt Engelbrechts Gijben hebben geerfd. Genoemde Jan krijgt een stuk land aan de Roent, genoemd de Scendelt, belendend zijn broer Willem. Nog krijgt hij een stuk land gelegen op de Herendonck in het Ottenbosch. Nog een stuk beemd onder Tongeren genoemd de Langenbeemd, jaarlijks met een andere beemd te wisselen. Nog een stuk land gelegen aan de Laerbrake. Nog het derde deel in een beemd op Luttelaer, belendend Peter Stoets, nog het derde deel van een heiveld genoemd de Tongercamp achter Nergentnae. Nog een vierde deel van twee morgens beemd gelegen op het Oeteren. Nog krijgt hij een jaarlijkse pacht van 5 zesters rogge die wordt betaald door Gijben Jan Meeus te Liempde. Nog krijgt hij het derde deel van het recht dat hun vader had op de gemeijnte van Oetendonck. Uit dit lot zal Jan 6 oude groten en 4 penningen betalen, nog 2 en een half chijnshoen. Genoemde Willem krijgt het huis, tuin, hoifstad etc. met 11 lopenzaad land waarin hun vader is gestorven, gelegen aan de Roent. Nog anderhalf ploegrecht op Kempen, nog een hoefke ook aldaar gelegen, genoemd de Coelhof, nog twee akkers, de ene genoemd die Brake, de andere genoemd die Brakehoeve. Nog 2 stukken land de Hoeffe ook aldaar gelegen. Nog een stuk land genoemd dat Brekel en een stuk land genoemd de Coelkensbrake,welke percelen eerder eigendom waren van Gerit Gherit Molengrafs en de broers hadden dat van deze Gerit gekocht volgens schepenbrief van Boxtel. Nog krijgt hij een akker ook genoemd Coelkensbrake dat van hun vader was. Uit dit lot moet hij jaarlijks 4 lopen rogge betalen. Nog krijgt hij een stuk land in het Kleijn Vierddeel genoemd de Brede Eijke, nog een stuk land aan de Weetensbrug genoemd de Hogen acker. Nog een akker in de Ottenbosch genoemd Keerbraecksloeckt. Nog een akker aldaar genoemd de Middelraet, nog twee stukken land gelegen op de Naeckeren. Hieruit moet hij jaarlijks 10 lopen rogge betalen aan het klooster op de Baseldonck. Nog krijgt hij de 2 delen van een beemd gelegen aan de Vorst, waarvan zijn broer Jan het andere derde deel heeft. Nog een beemd genoemd de Langenbeemd, die wordt gewisseld met de beemd genoemd de Oude beemd eigendom vanb Aert Michiels. Nog krijgt hij een beemd genoemd de Haselbeemd aan de vijver gelegen daar. Nog een daarbij gelegen beemd genoemd dat Hoefken, nog een heiveld in de Heijbunder, nog een beemd achter Nergentnae genoemd de Aanrueck. Nog de twee delen van een heiveld genoemd de Tongercamp, nog de helft van 2 morgens beemd gelegen op het Oeteren, nog de twee delen van het recht dat hun vader had op de gemeijnte van Oetendonck. Hieruit moet Willem jaarlijks 12 en een halve oude grote betalen en 5 chijnshoenderen. Genoemde Engelbrecht krijgt een jaarlijkse pacht van een mud rogge te betalen in Boxtel die nu wordt betaald door Gijben Willems in Liempde. Nog een jaarlijkse pacht van een mud rogge die nu wordt betaald door Thijs Smolenaers. (1474)

 

1474, Inventaris van het Oud-Archief van het "Zinnelooshuis" te 's-Hertogenbosch door J.M. van Rooij, pag. 166 nr. 117. Datum: 21-02-1474
Schepenen in 's-Hertogenbosch oorkonden, dat Anthonius, zoon van wijlen Johannes Peterszoon Crabbe, aan Franconis van Langel ten behoeve van het hospitaal voor zinnelooze menschen aldaar, gesticht door wijlen Reynerus van Arkel, verkocht heeft eenen erfelijken cyns, groot vier pond 's jaars, verschijdende op 2 februari en gevestigd op een huis, erf en hof,  gelegen in de parochie van Boxtel onder de Dingbank van Liempde, ter plaats genaamd Casteren [Kasteren] op Zavendonck [Savendonk], tusschen het erf van Henricus van Arkel eenerzijds en dat van Gerardus van den Leemputten anderzijds, alsmede gaande uit land, gelegen alsvoor, genaamd den Rondenacker [Rondenakker], den Langenacker [Langenakker], die Smalle Strepe [Smalle Strepen] en het Bemerken.

 

1474 Actuarium Crabbense pag. 48, nr. 8
Willelmus filius Arnoldi Dirxens / Elisabeth / Stephani de Leemputten / Zavendocnk / Zavendoncksehen Akker / Anthoni Crabbe / Bemelken / kartuizers

 

1475 pag. 32v Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen is Woutera (Tswetters alias Wouter Hollen, JT) als weduwe van Jan Bruijstens die men ook wel van Heerbeeck noemt en haar zoon heer Daniel, priester en verder haar zoons Wouter en Jan, nog Daniel van Petershem als wettige man van Heijlwig dochter van Jan Bruijstens, voor henzelf handelend en voor hun andere broers en zusters en verkopen nu een pacht van 1 mud rogge, maat van Oirschot, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een stuk land groot 3 en een halve lopenzaad, gelegen onder Boterwijk hier, ter plaatse genoemd de Hesselsdijk, b.p. Jan Luijten Henricks (Aleijten, JT) van Liedeveld, Henrick van Liempde. Dat mud rogge had Henrick de Wetter eerder verkregen van genoemde Jan Luijten Henricks van Liedeveld volgens een schepenbrief van Oirschot. Ze verkopen de pacht nu aan Jan Peters de oude (Sannen = doorgestreept, JT). Datum 16 januari 1475, getuigen Haest en Crom. Voetnoot : Woltera belooft dat ze aan Jan een bedrag van 4 peters en 2 stuivers zal geven.

 

1475 pag. 38v Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen is Peter van Berckt en belooft aan Henrick zoon wijlen Jan Cremers te Liempde die per a.s. Maria Lichtmisdag een bedrag van 14 peters te gaan betalen, samen met een rente van een half mud rogge. Datum als boven, getuigen Gerit Huijskens en Crom.

 

1475 pag. 32r Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Verschenen is Dirck Willems van de Hagelaer en verkoopt Jacop van Dormalen het 4/8e deel van een beemd van 2 bunders, gelegen in de gemeente Boxtel, ter plaatse genoemd in het Wijchmansbroek [Wichmansbroek] onder Liempde nabij de gemeijnte daar genoemd de Veerdonk, b.p. de kinderen van Jan van de Velde.  Dat perceelsdeel had Dirck Dircks van de Hagelaer eerder van zijn broer Willem geerfd en die had het   weer van zijn moeder geerfd volgens schepenbrief van Oirschot. Datum 16 januari 1475, getuigen Huijskens en Geldrop.

 

1475, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: februari 9.
Johannes de Arkel en Lucas Jaobi Pieck, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Johannes, zoon van wijlen Johannes van den Pasch, heeft opgedragen aan Martinus de Elmpt, visser, een kamp heide, gelegen in de parochie Bucstel onder de dingbank van Leymde [Liempde] in Vrilichoven [Vrilkhoven], tussen Martinus voorn. en Aleyda, weduwe van Martinus Anemyous, strekkende van Martinus voorn. tot aan Laurencius Zebensoen

1475, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: augustus 3.
Ghiselbertus Haeck en Johannes Kanapert Johanss, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Johannes, zoon van wijlen Paulus Coppensoen, en zijn vrouw Heilwiga, dochter van wijlen Theodericus Roetarts, hebben opgedragen aan Martinus, zoon van wijlen Henricus de Elmpt, de helft van een stuk bouwland, geheten die Stoerecker, groet 3 lopense, gelegen in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde  [Liempde] , tussen Aleyda Martens en Arnoldus van der Perre ter ene zijde en Thomas, zoon van wijlen Johannes zoon van wijlen Paulus Coppensoen ter andere zijde

1475, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum:  augustus 3.
Ghiselbertus Haeck en Johannes Kanapert Johanss, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Johannes, zoon van wijlen Paulus Coppensoen,en zijn vrouw Heilwig, dochter van wijlen Theodericus Roetarts, hebben opgedragen aan Martinus de Elmpt:
a. 1/4 van een erfpacht van 4,5 lopen rogge, gaande uit een erve, gelegen te Lyemde tussen de gemene strate en Willelmus Roefssoen, alsmede uit een stuk land, geheten Heilwigs buenre, gelegen tussen de gemeint en Johannes van den Hoeve, welke erfpacht Petrus, zoon van Johannes Roetart, gevestigd had ten behoeve van zijn broeder Johannes, die hem overdroeg aan Gerardus, zoon van wijlen Henricus;
b. 1/4 van een erfpacht van van 8 lopen rogge, gaande uit een stuk land onder Lyemde [Liempde] , tussen.Wilelmus de Dormalen en Michaelus van den Velde, welke erfpacht Gerardus zoon van wijlen Henricus Hesselssoen, verkregen had van Theodoricus, natuurlijke broeder van wijlen Andreas Scoteldreyers de Bucstel en Arnoldus de Roesel, man van Katherine, natuurlijke dochter van Andreas voorn.
c. 1/4 van een cijns van 40 solidi, gaande uit 1,5 hont land, gelegen onder Lyemde tussen Willelmus de Engelen en Alardus Reymbouts, voorts uit 2 hont land tussen het erve van de abt van St.Truiden en Hubertus Claessoen, welke erfpacht Gerardus, zoon van wijlen Henricus Hesselssoen, verkregen had van Sophia, dochter van wijlen Henricus Roeskens, zoon van wijlen Franciscus Roeskend, van Johannis, zoon van wijlen Henricus Libensoen, Johannes de Aerle en Rutgherus, zoon van wijlen Henricus Hessels

1475, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 55, pag. 201r, d.d. 1475
620 Hillegont dochter van Dirck Valcks verkoopt aan Peter natuurlijke zoon van Dirck Bastaerts een schepenbrief van Boxtel waarin heer Roelof van Hijndert, priester te Boxtel aan Hillegont wettige dochter van Dierck Valcks van Ghastel een schepenbrief van Den Bosch overdraagt waarin Aleijt Sciemans en haar dochters Katarijn en Machtelt aan Aleijden Reijners een hofstad met toebehoren hebben verkocht, gelegen te Boxtel op de Borchacker, volgens de brief van Boxtel. Nog draagt Hillegont een brief over waarin Aleijt Reijner Jacops van Lijmpde aan Aleijt wettige dochter van Gherit van Bree een huis en hofstand verkoopt gelegen te Boxtel op de Borchackker voilgens de schepenbrief van Boxtel. Nog draagt Hillegont een brief over waarin Henrick zoon van Jan van de Roest als man van Aleijt dochter van Gerit van Bree aan Jan natuurlijke zoon van Peter Jan Deckens een huis met tuin etc. verkoopt dat Aleijt dochter van Gerit van Bree had verkregen van Aleijt Reijner Jacops van Liempde volgens de schepenbrief van Den Bosch. Thans is hier verschenen Jan natuurlijke zoon van Peter Jan Deckens en Willem wettige broer van Jan en dragen aan heer Roelof van Hijndert, priester te Boxtel de drie schepenbrieven over van Boxtel en de ene van Den Bosch. Ze doen er afstand van en beloven alle lasten van hun kant af te handelen. (1475)

1475, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),
 inv. nr. 55, pag. 203v, d.d. 30 augustus 1475
629 Michiel wettige zoon van Aert van Nergentnae verder zijn zusters Ida en Fije, nog Lisbeth weduwe van Willem Brants dochter van wijlen Aelbrecht Scheers, verkopen aan Engelbrecht Engelbrechts van de Berselaer de rogpacht die wijlen Laureijs Willems steeds betaalde in de dingbank van Oerle waarvan de brieven zijn verbrand en die nu wordt betaald door een vrouw genoemd Conegont Raijmakers. Nog een jaarlijkse pacht van een mud rogge die nu wordt betaald door Jan Lijbis te Liempde. De verkopers doen afstand van die rogpachten en beloven alle lasten van hun kant af te handelen. Daum 30 augustus (1475), getuigen Jan Haijwigen en Willem Henricks.

1475, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum:  september 28.
Ghiselbertus Haeck en Johannes Kanapert, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Petrus, zoon van wijlen-Johannes de Herenthom, en zijn vrouw Mechteld, dochter van wijlen Johannes de Zonne, hebben opgedragen aan Martinus de Elmpt, een akker, genaamd die Brake, groot 8 lopense, gelegen in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde [Liempde] in Vrilichoven [Vrilkhoven], met Martinus voorn. aan een zijde en aan een einde en Johannes, zoon van wijlen Paulus Coppensoen aan de andere zijde en aan het andere einde, tegen een erfpacht van 1 mud rogge, te betalen zolang zij leven en na hun dood aan Petrus, zoon van Petrus voorn. en wijlen zijn eerste vrouw Elisabeth, alsmede aan Petrus, zoon van Nycolaus Reynerssoen.

1475, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum:  september 28.
Giselbertus Haeck en Johannes Kanapert Johanss, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Martinus de Elmpt beloofd heeft te betalen aan Petrus, zoon van wijlen Johannes de Herenthom, en zijn vrouw Mechteld, dochter van wijlen Johannes de Zonne, een erfpacht van 1 mud rogge, gaande uit een akker, geheten die Brake, gelegen in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde  [Liempde] in Vrilichoven [Vrilkhoven], onder voorwaarde,' dat Martinus deze pacht mag lossen met 36 gouden peterskronen.

1476, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum:  februari 5.
Johannes de Os en Reynerus van den Hoevel, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Petrus, zoon van wijlen Johannes de Herenthom en zijn vrouw Mechteld, dochter van wijlen Johannes de Zonne, beloofd hebben, dat Martinus de Elmpt 8 mudden van een pacht van 11,5 mud rogge mag lossen, welke pacht gaat uit een huis, erve en hof, gelegen in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde  [Liempde] te Vrilichoven [Vrilkhoven], tussen Martinus de Elmpt en Johannes Pauwels, alsmede uit een stuk land, gelegen aldaar. De lossing moet binnen tien jaar geschieden met 18 goudgulden

1476, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 55, pag. 351r, d.d. 1476
1192 Aert Robben heeft beloofd aan Henrick van Erckelen om terecht te zullen staan per a.s. rechtzitting op straffe van 4 rijders aan de heer van Boxtel als men het te Liempde niet eens wordt.

1476, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum:  februari 5.
Johannes de Os en Reynerus van den Heuvel, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Petrus, zoon van wijlen Johannes de Herenthom, met zijn vrouw Mechteld, dochter van wijlen Johannes de Zonne, hebben opgedragen aan Martinus de Elmpt, een huis, erve en hof, gelegen in de parochie Bucstel onder de dingbank van Liemde [Liempde] in Vrilichoven [Vrilkhoven], tussen Martinus voorn. en Johannes Pauwels, strekkende van de gemene straat tot aan Johannes Maessoen, alsmede een stuk bouwland, gelegen 'aldaar tussen Johannes Maessoën aan een zijde en aan een einde en de gemene straat ter andere zijde, strekkende met het andere einde aan zeker land genaamd die Cluyse tegen een erfpacht van 11,5 mud rogge per jaar, zolang zij leven

1477, pag. 10v Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen zijn Aert zoon wijlen Aert de Smijt (Smeets, JT) , zijn broer Korstiaen, verder Heijlwig, Aleijt en Elisabeth gezusters en alle kinderen zijnde van wijlen Aert de Smijt met hun voogden en hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze van wijlen hun vader Aert en wijlen hun moeder Margriet hebben geerfd. Genoemde Aert en Korstiaen krijgen samen een huis, tuin etc. gelegen in herdgang Straten, b.p. Dirck de Hoppenbrouwer de jonge, de gemeenschappelijke straat, Willem Ceelen. Hieruit moeten ze jaarlijks een pons paijment betalen aan het altaar van St. Barbara, nog 6 stuivers aan Gerard  de Harnismaker, nog aan die van Postel (de abdij, JT) een rente van 9 stuivers en 3 lopen rogge, verder 1 vlaamsche als chijns aan de hertog, nog 10 lopen rogge in Den Bosch. Genoemde Heijlwig en Aleijt krijgen samen twee stukken land, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, waar tussenin een weg loopt, b.p. Adriaen van den Doeren met meer anderen, de erfgenamen van Henrick Daniels met meer anderen. Nog krijgen ze een stukje land genoemd de Castaert ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Jan van Best, Heijmerick Schepens. Hieruit moeten ze jaarlijks een pacht van 14 lopen rogge betalen aan heer Willem Vos, nog een half Bosch mud rogge in Den Bosch ook te leveren. Genoemde Elisabeth krijgt de helft van een stuk beemd genoemd de Oijendonk gelegen in de gemeente Boxtel onder Liempde daar, b.p. Heijlwig van Meijensvoort, Heijlwig Lucas, Bartholomeus van Beerwinkel, Jan van Hulst. Hieruit moet Lisbeth jaarlijks 3 ´budkens´ (boddedragers, JT) als chijns aan de joffrouw van Hoodonk betalenGenoemde delers beloven de gebruikelijke bepalingen bij een deling. Als er meer lasten op iemands erfdeel drukken zullen ze die samen betalen. Actum als boven.

 

1477 BOSCH’ PROTOCOL BP 1246 fol. 200, 5 mei / door Jan Toirkens
Heer Willem Becker, pitancier (persoon in klooster die er voor zorgt dat een ieder zijn rantsoen krijgt) van 't klooster Averbode (in Belgie zuid van Geel), en Wouter Henrixs Schuerman, commissaris hiertoe gemachtigd, hebben opgedragen aan Marcelis Goyart Byerkens van Weerde ( die reeds pachter was) 't goed "ten Kerckhove" in Lyemde. Hubrecht van Gemert had dit goed na opwinning in Den Bosch gekocht; het was eerst van Aert vanden Cloot. Hubrecht had het goed overgegeven aan aan heer Jan Blauwverver, prior van Averbode, ten behoeve van dat klooster).

(lasten: - 6 oude groten grondcijns aan de heer van Bucstel

             - 37 oude groten aan Mr Aert vander Cluyten

             - 5 cromstarden aan St. Odakapittel in Rode

             - 5 beierse gulden en 2 mud rog aan de H.Geest in Den Bosch

             - 2 pond oud geld aan deken en kapittel in Den Bosch )

Marcelis Goyart Byerkens en zijn broer Goyart en zijn schoonbroer Lucas Jan Stemkens beloven aan Averbode gedurende 4 jaar op St.Jan

- 24 rijnsguldens te betalen

- 180 rijnsguldens te betalen op St.Jan over 4 jaar

- 12 rijnsgulden St.Jan over 5 jaar

- 12 rijnsgulden St.Jan over 6 jaar

- en 12 rijnsgulden en 180 rijnsgulden op St. Jan over 7 jaar.

 

1477 BOSCH’ PROTOCOL BP 1246 fol. 230, 9 juli / door Jan Toirkens

Willem Scoeff van Mechelen verhuurt die Vlasstyende in Lyemde voor 4 jaar.

 

1477 BOSCH’ PROTOCOL BP 1246 fol. 299 2 januari / door Jan Toirkens

Brueder Thomas van Driell, procurator des convents vanden Carthusen, Vucht, verhuurt voor 8 jaar vanaf Pinksteren laatstleden aan Jan Sanders een hoeve, Rode, Ollant, metten Aecker ende cleynen hoefken om 17 pond payment, 5 steen vlas te hekelen bereet, 2 peters, en 100 eyer op Lichtmis (en de lasten). De huurder moet elk jaar 300 elsenpoeten en 100 willigen poeten zetten, en elk jaar 300 rijs houwen ende bijnden en naar Vucht brengen. Alle beesten op de hoeve, ook de ijmen oft bijen, en de vervaderinge daerraf, en 't gewas van 1000 hopkuylen en al 't oeft zal wezen halff ende halff. Mist ende andere ruwaer moet op de hoeve blijven. De laet kan aan 't eind der huur afvaren met halver scharen.

 

1477 BOSCH’ PROTOCOL BP 1246 fol. 255, 1 september / door Jan Toirkens

De Kartuizers van Vucht verkopen aan Anthonis Jan Peters:

- twee heivelden "die Laren" in Casteren [Kasteren], parochie Bucstel en

- de daarnaast liggende 3 strepen land "den Wuestenhoff" en

- een weiveld bij den Zoutcopersacker en bij ScHoesschenacker aldaar.

Anthonis belooft aan de Kartuizers 12 peters binnen 14 dagen te betalen alsmede 6 peters en 3 pond payment op Lichtmis aanstaande.

6 peters en 5 pond op Lichtmis over 1 jaar

6 peters en 4 pond op Lichtmis over 2 jaar

6 peters en 3 pond op Lichtmis over 3 jaar

6 peters en 2 pond op Lichtmis over 4 jaar

6 peters en 1 pond op Lichtmis over 5 jaar

 

1477 BOSCH’ PROTOCOL BP 1246 fol. 255v, 1 september / door Jan Toirkens

De Kartuizers van Vucht verkopen aan Andries Corstiaen Hellinx een  hoeve (vroeger van heer Ludolf vander  Water) in Ollant, parochie St. Oedenrode, nl een huis, erf, hof, schuur, scop, visserij, land "die Donck" , land "Jannes Hoernkens-hoeve", een beemd achter den Akar bij de Dommel, een beemdje bij de Dommel, een wei- en broekveld; een heiveld onder Gemonde Beerselaer.

(lasten: enige pachten en cijnsen)

Andries belooft aan de Kartuizers 177 peters, 7 ½ stuiver, 24 mud en 3 zesteren rog te betalen, verdeeld over 7 jaar.

 

1477, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 55, pag. 240v, d.d. 1477
752 Genoemde kinderen (Henricks) hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze van hun vader hebben geerfd. Genoemde Laureijs krijgt een halve beemd genoemd´t Hilbroeck waarvan zijn broer Henrick de andere helft heeft. Nog een half weiland genoemd de Boocum, waarvan Henrick de andere helft heeft. Nog een halve akker gelegen onder Tongeren genoemd de Kerckbrake. Nog een halve akker genoemd de Hophof gelegen op Ladonck waarvan Henrick de andere helft heeft. Nog een halkve akker ter zelfder plaatse gelegen bij het erf van Andries Salen waarvan Henrick ook de andere helft heeft. Nog de helft van een weiland daar nabij het erf van Jan Grauwen, welke percelen allen van zijn vader waren. Hieruit moet hij de helft van 4 en een halve oude grote en van een denarius chijns betalen, nog 14 lopen rogge, nog de helft van een pond paijment per jaar. Genoemde Henrick krijgt een huis, tuin, hofstad etc. gelegen te Boxtel binnen de bruggen genoemd *´t Wijlt Wercken* (het Wild Varken). Nog krijgt hij een akker gelegen op de Haechacker, nog de helft van alle percelen zoals in het vorige lot vermeld. Uit het huis jaarlijks een oude grote te betalen en 6 en een halve denarius paijment aan de heer en 16 schellingen aan de H. Geest in Den Bosch, nog 5 chijnshoenderen aan de heer, verder 14 lopen rogge uit de vermelde akker, nog 13 lopen rogge uit de andere vermelde akkers, verder de helft van alle kosten zoals vermeld in de brief van Laureijs. Genoemde Emont krijgt een huis, tuin, hofstad etc. gelegen te Boxtel binnen de bruggen aan de Strijpt, belendend de erfgenamen van Jan Visschers. Nog een stuk land achter Stapelen genoemd de Hamacker, nog een stuk beemd genoemd den Pinxtelaer die van zijn vader was. Nog een stuk beemd genoemd de Ruwebeemd gelegen in de jurisdictie van Liempde, waarvande andere helft eigendom is van de erfgenamen van Henrick Nennen. Nog krijgt hij jaarlijks een voeder hooi dat men aan zijn vader betaalde uit de Ruwenbeemd. Nog krijgt hij een stuk heide en weiland genoemd de Braeijendonck, gelegen in de gemeijnte van Kempen. Hieruit jaarlijks 2 oude groten te betalen, 2 Coelse penningen , nog een pond paijment, een kwart wijn en 3 chijnshoenderen uit het huis aan de Strijpt. Verder 14 lopen rogge, nog 4 vlaamschen uit de Braeijendonck aan de priesters hier, verder het tiendhooi voor zover bekend. Genoemde Willem krijgt een huis, tuin, hoftstad met een akker en weiland gelegen op Ladonck waarin zijn vader is gestorven, belendend Jan Momboirs, de gemeendschappelijke straat, Jan Grauwen, de erfgenamen van Margriet Vissers. Nog krijgt hij een hoefke met een bakhuis er op gelegen op Ladonk aan de oostkant van het huis en de hofstad. Nog krijgt hij een halve akker gelegen ter zelfder plaatse genoemd de Heijn Aertsakker, waarvan Michiel de andere helft heeft. Nog krijgt hij een halve veemd genoemd de Weert gelegen te Onroij aan de Dommel waarvan Michiel de andere helft heeft. Nog een halve beemd genoemd de Tastvonder gelegen achter Stapelen waarvan Michiel de andere helft heeft. Hieruit moet hij 7 oude groten en 3 penningen paijment betalen, nog de helft van 2 oude groten en 3 penningen, nog de helft van een *kleijken* aan de gezamenlijke priesters, nog 14 lopen rogge per jaar. Genoemde Michiel krijgt de andere helften van de percelen zoals vermeld in de brief van Willem. Hieruit jaarlijks 14 lopen rogge te betalen, nog de helft van 2 oude groten en 3 penningen, nog de helft van een *kleijken*. (1477)

 

1478, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 55, pag. 269r, d.d. 1478
865 Heer Jan Roelofs, priester, belooft aan Henrick zoon wijlen Henrick Scutkens, Willem van Weert als man van Agnesen,dochter van wijlen Henrick Scutkens, Jan Aerts Haijwigen als man van Margriet dochter van wijlen Henrick Scutkens, een jaarlijkse pacht van een half mud rogge, maat van Liempde en daar ook te leveren steeds op Maria Lichtmisdag, die nu wordt betaald uit het vierde deel van een akker genoemd de Hogenacker, gelegen onder Liempde en nog uit een hofstad aldaar gelegen die eerder van Heijn Scutkens was nabij het erf van wijlen Wouter Scutkens. Nog uit een bunder beemd ter zelfder plaatse gelegen aldaar, genoemd de Rijkendonck, belendend de gemeijnte, de Hertogelijke weg. Verder nog op onderpand van alle bezit van Jutten dochter van wijlen Henrick Scutkens zijnde de vrouw van Lambrecht Tielman de Vette. Dat bezit had Lambrecht als echtgenoot verkocht aan Gijsbrecht Christiaen Gijsbrechts volgens de schepenbrief van Den Bosch en deze pacht had heer Jan (Roelofs) gekocht van broeder Willem van Veerle, priester binnen het klooster van Korssendonck nabij Turnhout in het bisdom van Kamerijk, volgens de gezegelde brief van dat klooster. De verkoper belooft alle lasten af te handelen. (1478)

1478 BOSCH’ PROTOCOL BP 1247 fol. 287, 2 april / door Jan Toirkens

heer Boudewijn Evert Jan Erberts, priester, geeft in erfpacht aan zijn broer Henrick

- 1/3 deel in een hoeve (die afkomstig is van hun vader Erbert) in Groter Lyemde aan die Weghesceydingh tussen Thomas die Cort en Kathelijn, weduwe van Henrick Boyenssoen enerzijds en Rutger Rolofssoen van Bladel en Lambert Jans vanden Ecker, strekkende van de straat tot den gemeynen moelenwech

- 1/3 in 1/3 beemd "die Oyendonck" 3 buunder op Oyendock aldaar,

- 1/3 deel in  1/3 beemd (geheel 3 buunder)

- 1/3 deel in de Schelenbeempt in die Moerkensboeme

- 1/3 in beemd "die Wedehage"

-1/3 van bouwland in de akkers van Smadelaer

om een erfpacht van 2 mud 11 lopen rog aan Boudewijn, en de lasten.

1478 pag. 143r Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen is heer Willem van Geldrop, priester en zijn wettige broer Peter, kinderen van wijlen Willem van Geldrop en verkopen (verkopen hier in de betekenis van beloven) aan heer Henrick Belaerts, priester, ten behoeve van hemzelf en ten behoeve van zijn wettige zuster Heijlwig en Margriet, een jaarlijkse pacht van 8 lopen rogge, maat van Oirschot, steeds op Maria Lichtmisdag te betalen op onderpand van een stuk land gelegen in herdgang de Kerkhof, b.p. Vranken Mols, Peter Jacops van Esch, het erf eerder van Jan zoon wijlen Aert Heijlgheenen, Gijben Pauwels van Liempde (=Vlemmincks, JT). De schuldnaars beloven het onderpand in goede staat te houden. Datum 19 augustus 1478 getuigen Willem van Geldrop en Loij van Hersel. (naast twee Willemen van Geldrop in de akte hebben we ook nog een derde Willem van Geldrop als schepen, JT)

1478 BP 1247, fol. 216r, / door dr. Geertrui van Synghel 31 oktober 2014 en 9 juni 2015
Heer Bartholomeus en vrouwe Petra, zijn zuster, hebben een erfpacht van 4 mud rogge en 1 sister rogge Bossche maat uit 1) een erfpacht die aan Hendrick Buc zoon van Dirck Buc etc. toekwam in een erfpacht van 16,5 mud te voldoen elk jaar erfelijk uit de hoeve genaamd tgoet Te Velde, van wijlen Bartholomeus, zoon van Dirk gelegen in de parochie van Boxtel  in de plaats Liempde, samen uit alle aanhorigheden van de genoemde hoeve waar dan ook gelegen 2) Uit 18 bunder land gelegen onmiddellijk naast het erfgoed van Paulus, zoon van Hendrik. Thomas Boudewijnszoon en Fyssia van den Berghe. Ze (Bartholomeus en Petra) hebben deze erfpacht overgedragen aan de stadssecretaris ten behoeve van Sint-Geertruiklooster in ’s-Hertogenbosch. [Betreffende klooster staat in volgende akte genoemd]

1479, pag. 167v, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen is Jutta weduwe van Henrick vander Capellen met haar voogd en verkoopt (=belooft, JT) aan Aert Dirck Goossens (Neven, JT) een pacht van 1 mud rogge, maat van Oirschot, steeds op Maria Lichtmisdag te voldoen en voor de eerste keer na de dood van genoemde Jutten, op onderpand van een stuk land groot ca. 3 lopenzaad genoemd de Bittishoeve, met een stuk heide eraan dat tot land is gemaakt, gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. Henrick Heesters, Henrick Meeus van Liempde, de gemeenschappelijke straat, Jan Cuijpers. Voor het heiveld zijn de b.p. de kinderen van Gijben Everits, Henrick Heesters, Henrick Cremers, Henrick Meeus van Liempde. Nog op onderpand van een stuk land genoemd de Oijenbraeck, groot ca. 2 lopenzaad, b.p. Peter Francken, Wouter Rutten, Gerit Geerlicks, Henrick Heesters. Nog op onderpand van een stuk land genoemd de Philipsakker, b.p. de kinderen van Gijben Everits, Henrick van der Capellen genoemde Jutten. Nog op onderpand van een stuk land genoemd de Hoerkensakker, groot ca. 2 lopenzaad, b.p. Wouter van den Arennest, Dirck van Hoeven, de erfgenamen van Jan van der Capellen, Gijsbrecht Everits. Nog op  onderpand van een huis, tuin met schuur etc. b.p. Wouter Rutten, de gemeenschappelijke straat, Nog op onderpand van een stuk land genoemd de Winkelen (?), gelegen bij de steenoven van Gerit Cuijpers, b.p. de gemeenschappelijke straat, Henrick Beertkens. Nog uit een stuk land groot 1 lopenzaad, b.p. Willem Dolcks, de erfgenamen van Geertruid Gielis, Willem Haecks, de gemeenschappelijke straat. Nog op onderpand van een stuk land groot anderhalf lopenzaad, b.p. Wouter van den Arennest, genoemde Jutken, de Hoernkensakker, Gijsbrecht Everaerts. Nog uit een stuk beemd genoemd de Twaalf Bunders waarin het deel van Henrick van de Laeck in het midden ligt, met beide kanten de delen van Jutken, verder b.p. Jan de Cuijper, de gemeenschappelijke straat. Datum 10 dagen in de oogstmaand 1479, getuigen Ellaer en Spina.

1479 Archief Groot Ziekengasthuis door H.J.M. van Rooij, datum: 15 juli 1479
Willem van Meyensvoert, Goyaert Petersoon, Jan Eeverits, Maes Henricszoon, Jan van den Ven en Henrich (Hermans), schepenen in Liempd [Liempde], oorkonden, dat Jan en Arnt, gebroeders, kinderen van Everits Jan Eevritszoon, aan Pouwel, hun broeder, hebben overgedragen 2 delen van een stuk land, gelegen in het gerecht van Liemd, genaamd 'Homborchshof'.

1479, pag. 177r, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen is Jut weduwe van Henrick van der Capellen en belooft aan Jan van den Doeren ten behoeve van Aert zoon Dirck Goossen Neven die een jaarlijkse pacht van 3 mud rogge, maat van Oirschot, steeds op Maria Lichtmisdag te voldoen, op onderpand van een stuk land groot 3 lopenzaad genoemd de Bittishoeve met een stuk heide dat tot land is gemaakt, b.p. Henrick Meeus van Liempde, Henrick Haest, de gemeijnte, Jan de Cuijper. Het heiveld is b.p. de kinderen van Gijben Ervaerts, Henrick Haest, Henrick Cremers, Henrick Meeus van Liempde. Nog op onderpand van een stuk land groot 2 lopenzaad, genoemd de Meijenbreack, b.p. Peter Francken, Wouter Rutten, Henrick Heesters, Gerard Geerlicks van de Melcroth. Nog op onderpand van een stuk land genoemd de Philipsakker, b.p. de kinderen van Gijsbert Ervaerts, Henrick van der Capellen, genoemde Jut zelf. Nog op onderpand van een stuk land groot 2 lopenzaad, genoemd de Hoernkensakker, b.p. Wouter van den Arennest, Dirck van Hoerne, de erfgenamen van Jan van der Capellen, de gemeijnte, Gijsbert Ervaerts. Nog op onderpand van een huis, tuin etc. met de schuur daar, b.p. Wouter Rutte,de gemeijnte. Nog op onderpand van een stuk land genoemd dat Weijnkel bijde steenoven, b.p. Gerit de Cuijper, de gemeijnte, Willem Dolcks, Gerard Gielis, Willem Haecks, de gemeeijnte. Nog op onderpand van een stuk land van een half lopenzaad, b.p. Wouter van den Arennest, Jutta zelf, de Hoernkensakker, de kinderen van Gijsbert Everits. Nog op onderpand van een stuk beemd in de Twaalf Bunders, b.p. Henrick van der Haest die het middenstuk ervan heeft, genoemde Jutta zelf die de beide zijkanten heeft, Jan de Cuijper, de gemeenschappelijke straat. (geen datum en geen getuigen vermeld, akte is van 1478, JT)

1479, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 55, pag. 273v, d.d. 1479
882 Elias wettige zoon van wijlen Jan Elias van de Laerschot en Aert Gerit Avengoens als wettige man van Aleijt dochter van genoemde Jan Elias van de Laerschot, verder Lijsbeth en Ida wettige dochters van Jan Elias van de Laerschot, hebben een deling van hun bezit gemaakt. Genoemde Elias krijgt een half stuk land genoemd `t Rullen waarvan Aert de andere helft heeft gelegen aan de Roent, belendend Lambrecht Michiel Aerts en meer anderen. Nog krijgt hij een halve akker genoemd de Beeracker, ter zelfder plaatse gelegen waarvan Aert de andere helft heeft, belendend Henrik Gerits Avengoens de oude. Nog krijgt hij een zesterzaad land genoemd de Veltacker, belendend de erfgenamen van Laureijs Willems, Elias Ruelens Elias. Nog krijgt hij een halve beemd, waarvan Aert de andere helft heeft genoemd de Weerbeemd, belendend Michiel Avengoens,de erfgenamen van Peter Elias. Nog krijgt hij een huis, tuin, hofstad etc. met een akker aldaar ook gelegen, belendend Wouter Eijgens, Aert Gerit Avengoens, de erfgenamen van Godevaerts van Erpe en meer anderen, zijn wettige zuster Lisbeth. Nog krijgt hij de helft van een deel land dat Jan Elias eerder had in een beemd genoemd de Vaerbossche waarvan Aert de andere helft heeft. Nog krijgt hij een pacht van 9 lopen rogge die betaald wordt door Jan Pauwels Bertens. Nog krijgt hij het vierde deel van een heiveld waarvan Aert de andere helft heeft, genoemd de Heijhoeve. Verder mag Elias een deel van de dijk daar gebruiken richting de gemeijnte van Kempen, maar moet wel samen met Aert imheinen. Nog krijgt hij een koterrecht op op de gemeijnte van Kempen. Hieruit moet Elias jaarlijks een malder rogge betalen waarvoor hij een brief aan Aert zal geven die wordt betaald door Goessen van Romen, nog 2 oude groten en 6 peningen. Genoemde Aetrt krijgt een half stuk land genoemd ´t Rullen waarvan Elias de andere helft heeft, belendend Wouter Eijgens. Nog de helft van een akker genoemd de Breecaker, waarvan Elias de andere helft heeft, belendend de erfgenamen van Godevaert van Erpe, de waterlaat daar. Nog krijgt hij de helft van de Veltacker, belendend Jan Jan Elias van de Braken, de erfgenamen van Michiel Henricks. Nog een struk lan aldaar gelegen genoemd ´t Veltken, belendend genoemde Elias, de dijk daar. Nog krijgt hij het vierde deel van een heiveld genoemd de Heijhoeve, waarvan Elias de andere helft heeft. Nog een heiveld in een beemd genoemd de Sluijsbeemd, zoals Elias eerder gebruikte. Nog krijgt hij de helft van een deel dat wijlen Jan Elias had in een beemd genoemd de Zaerbossche, waarvan Elias de nadere helft heeft. Nog de helft van een beemd genoemd de Weerbeend waarvan Elias de andere helft heeft , belendend Michiel Avengoens, de erfgenamen van Peter Elias. Nog krijgt hij een malder rogge per jaar dat nu wordt betaald door Jan Elias van de Braken die men ook noemt * Krum Eelen*. Nog krijgt hij een deel van de dijk zoals hiervoor beschreven, belendend Godevaert van Erpe, genoemde Aert. Hieruit jaarlijks ca. anderhalve grote en 6 en een halve penning te betalen. Genoemde Lisbeth krijgt een akker gelegen bij het huis dat aan Elias toebehoort, belendend Aleijt Gerit Avengoens, genoemde Elias. Nog de helft van een stuk land genoemd op die Weeten, waarvan Ida de andere helft heeft, belendend de erfgenamenvan Godevaert van Erpe. Nog krijgt ze de helft van een stuk land genoemd op die Scaeffroede waarvan Ida de andere helft heeft, belendend Michiel Avengoens. Nog krijgt ze een weilveld genoemd de Hegge, belendend de erfgenamen van Michiel Henrick Wouter Habben. Nog krijgt ze de helft van een akker genoemd de Sluijsakker waarvan Ida de andere helft heeft. Nog de helft van een beemd genoemd de Grooten Weerbeemd, waarvan Ida de andere helft heeft, nog de helft van een deel van 2 beemden de ene genoemd de Voerbeemd, de andere genoemd de Brakkelwijnckel, gelegen onder Groot Liempde waarvan Ida de andere helft heeft. Nog krijgt ze een koterrecht op de gemeijnte van Kempen. Uit dit lot jaarlijks anderhalve oude grote en 6 en een halve penning te betalen. Genoemde Iden krijgt een akker genoemd de Veltacker belendend de erfgenamen van Laureijs Willems, de waterlaat daar. Nog een weiveld genoemd dat Loeckt, belendend genoemde Elias en Aert, Wouter Eggen en meer anderen. Nog een half stuk land genoemd op de Weeten waarvan Lisbeth de andere helft heeft, belendend Michiel Avengoens. Nog een half stuk land genoemd op de Scaeff Roede, waarvan Lisbeth de andere helft heeft, belendend Peter Molengraefs. Nog de helft van een stuk land genoemd de Sluijsacker, waarvan Lisbeth de andere helft heeft. Nog de helft van een beemd genoemd de Groten Weerbeemd waarvan Lisbeth de andere helft heeft. Nog de helft van twee beemdem waarvan Elias er een van heeft, de ene genoem de Werbeemd, de andere genoemd de Brukel Wijnckel gelegen onder Groot Liempde waarvan Lisbet de andere helft heeft. Uit dit lot moet Ida 4 lopen rogge per jaar betalen aan de erfgenamen van Jan van Meijensvoirt, Verder krijgt ze de twee delen van een malder rogge per jaar die nu wordt betaald door Laureijs van Houweschot. Verder hieruit 2 oude groten en 4 en een halve penning te betalen als chijns (1479).

1479, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 55, pag. 284r, d.d. 20 augustus 1479
924 Henrick Peters van Liempde verkoopt aan Meeus Simons Scoertels een schepenbrief van Boxtel, waarin Peter Matheeus van Vonselhoven aan genoemde Henrick belooft die de som van 19 en een halve peter te betalen, met de rente ervan etc. De verkoper belooft de verkoop te garanderen. Datum 20 augustus (1479), getuigen Engelbrecht en Aert Vughts.

147?, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 55, pag. 345v, d.d. 147?
1183 Jan Elias van Lucel, Michiel de Scoemeker, Jan Elias over de Aa, Engelbrecht van de Berselaer, verklarab dat Bertelmeeus de Momboir en Peter Crabben indertijd hun kwestie hadden opgelost over de oliemolen waarin was afgesproken dat Peter jaarlijks aan Bertelmees 500 raapkoeken zou leveren en het meest deel daarvan rond St. Maartensdag, of omtrent Maria Lichtmisdag, en wel voor detijd dat Peter de oliemolen in gebruik zou hebben. Als Peter door de heer het niet meer was toegestaan de molen te gebruiken, zou deze verlplichting zijn komen te vervallen. De genoemde 4 personen en Gerit Coppens als schepenen verklaren dat ze nadien overeenstemming hebben bereikt over de kwesties die er waren over de korenmolen vanwege het verteer en andere onkosten die er waren gemaakt met Brussel. Afspraak is nu dat genoemde Peter aan Gerit Coppens 12 peters zal betalen en aan Bertelmeeus 8 peters van de totaal 20 peters die Bertelmeeus Gerit Coppens schuldig was. En over de andere kosten en de raapkoeken is men het eens geworden. Genoemde 4 personen weten dat de eerste twist over de raapkoeken is opgelost omstreeks het jaar 1464 ongeveer met St. Bamisdag. Michiel Boelants, Henrick Boeijens, Jan Crabben, Willem Hoerkens weten dat die oliemoeln waarover de twist was tussen Meeus en Peter dat die nog in Casteren staat en dat Jan Peter Crabben daarmee nog steeds *slaat* (raapzaad wordt geslagen om de olie). Idem Jan Crabben en Willem Hoerkens weten dat Peter Crabben en diens zoon Jan bij elkaar wonen en samen de kost verdienen en dat ze de raapkoeken aan hun vee voeren hetgeen ook door hen beiden is verklaard. Het is de 4 eerste personen verder bekend dat Bertelmeeus kwijting aan Peter Crabben heeft gegeven op de twee eerste punten te weten voor de raapkoeken en van de moeder. De schepenen verklaren nog dat men geen schepenbankverklaringen teniet zal doen tenzij door schepenen. Verder verklaren de schepenen dat niemand van hen erbij was toen Bertelmeeus kwijting had gegeven aan Peter voor die 500 koeken of vanwege zijn moeder. Henrick Boeijen en Jan Crabben verklaren nog dat Peter Crabben aan Bertelmeeus de Momboir elk jaar 500 raapkoeken was verschuldigd zolang als Peter de oliemolen gebruikte. En als Peter werd ontzegd door de heer etc. om de olimoelen te mogen gebruiken, dat Peter daarin dan niet gehouden zou zijn voor die raapkoeken. Verder weten Jan Elias over de Aa, Engbrecht van de Berselaer, Jan Elias van Luijcel en Michiel de Schoenmaker dat alles inderdaad zo is. Verder verklaren ze nog dat als Peter de oliemolen mocht gebruiken dat Peter dan de oven aan Bertelmeus zou laten gebruiken voor de zelfde prijs dat een ander zou betalen. Zulks is verklaard oor Henrick Boijens en door Jan Crabben. Bertelmeus verklaart nog dat Peter de oliemolen heeft genomen in de staat van toen en dat Bertelmeus daarover beraad nam tot aan afgelopen halfvastentijd. Verder verklaart Michiel Boelans, Jan Peters en Lambrecht Jan Aerts en Willemk Hoerkens dat het hen bekend is dat Jan de Wolf voor Kerstavond was gekomen en heeft Peter Crabben aangemaand voor 36 peters die Peter schuldig was van die oliemolen maar omdat Peter niet kon betalen was afgesproken dat Jan de Wolf de molen toen voor 40 peters zou kopen want de molen was verbeterd en er was gezegd dat Peter de molen niet meer zou gebruiken en dat Jan Wolf de molen zou mogen ophalen tussen toen en Pinkstern erna en dat Peter die *stede* toen zolang heeft geleend gehad. Jan Elias over de Aa, Engbrecht van de Berselaer, Michiel de... (?) en Gerit Coppens als schepenen en Michiel Boelandt verklaren nog dat Bertelmeeus en Peter nadien tot overeenstemming waren gekomen over de twist die ze over de korenmolen hadden gehad over de verteerkosten maar niet over de raapkoeken en dat van de moeder. Verder is het de 5 personen bekend dat Peter aan Gerit Coopens dan 12 peters zou betalen en aan Bertelmeeus 8 peters, van de 20 die hij aan Gerit schuldig was. Gerit de Smit verklaart nog dat de verklaring van Henrick Marijnen z... is. Henneken Nulaet verklaart dat de verklaring van Lamken Wambiers, Dirck de Visscher en de verklaring van Jasper (lijkt een niet afgemaakt verslag van wat er in de rechtbank allemaal is vastgelegd over dit konflikt).

1480 BOSCH’ PROTOCOL BP 1249 fol. 70 / door Jan Toirkens

Lyemde,  aen die Wegesceide

 

1480 BOSCH’ PROTOCOL BP 1249 fol. 330, 20 januari / door Jan Toirkens

Jan Lambert Meeussoen, Lambert Jan Aertssoen en Gerit Jan Coppenssoen. H.Geest-meesters van Bucstel, gemachtigd daartoe door de bisschop van Luik, hebben opgedragen aan de secretaris ten behoeve van de Kartuizers van Vucht een pacht van 12 lopen rog, welke Lud. vanden Water, kanunnik in Den Bosch, beloofd had op Lichtmis te vergelden aan de H.Geestmeesters van Bucstel uit Sheyligengeestecker, Lyemde, Casteren [Kasteren] (welk land Lud vanden Water te pacht gekregen had van Michiel Arnt Michiels van Hall, Herman Reyners van Vinckenschot en Jan Henrick die Wijse, H.Geestmeesters van Bucstel).

 

1480 BOSCH’ PROTOCOL BP 1250 fol. 118, 2 januari / door Jan Toirkens

Herman Jan Hermanss vanden Berghe (transcribent: nazaat van Eligius vanden Aker), weduwnaar van Cecila, heeft opgedragen aan zijn kinderen Jan en Aert: zijn tocht in land in die Kerckacker, Lyemde, met 1 eind en 1 zijde aan een erf van die hoeve ter Wehamel. (Transcribent: Herman Jan Hermanss vanden Berghe had dat land verkregen van Kathelijn Jan Gevarts).

Jan en Aert dragen daarna op aan Laureijns Lambrecht Aben.

1480 Archief Groot Ziekengasthuis door H.J.M. van Rooij, datum: 19 november 1480
Henric Hermans, Goyart Petersoon, Jan van den Ven, Willem van Meyensvoert, Maes Henricxszoon, Lambrecht Jan Lambrechtszoon en Jan Zebenzoon van Collenberch, schepenen in Liempd [Liempde], oorkonden, dat er tussen Lambrecht en Jan, gebroeders; Heiliwich en Lysbeth, gezusters, kinderen van wijlen Jan Lambrechtszoon, benevens Heilwich, weduwe van Andries, zoon van wijlen Jan Lambrechtszoon en Arnt Willemszoon van den Velde, weduwnaar van wijlen Goedscuwe dochter van wijlen Jan Lambrechtszoon een scheiding en deling heeft plaats gehad van de goederen hen aangekomen van Jan Lambrechtszoon voornoemd, gelegen 'aan den Berg' in de dingbank van Liempde en in 'de Boxtelse Hoeve' in de parochie van Scynle.

1481 pag. 264v, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Verschenen is Jan Jan Leemans en heeft beloofd om aan Henrick Henrick Wouters van der Heijden die 15 peters te gaan betalen per a.s. Maria Lichtmisdag over 40 jaar, met onderwijl steeds een rente van 7 en een halve lopen rogge,m Oirschotse maat. Actum als boven. (er staat duidelijk over 40 jaar, maar het is de enige keer dat ik zo´n lange termijn tegenkwam in de protocollen, het komt me dus wat vreemd over, JT).  Daniel zoon wijlen Heijmerick Scepens (nee is onjuist, hij is de  zoon van wijlen Daniel Heijmerick Scepens, ook wel de Crom genoemd, JT) verkoopt aan Jan Damen van Berckt die het 1/4e deel van een stuk beemd genoemd de Buender op de Vloet (Vleut, JT), groot anderhalve bunder, b.p.de kinderen van Aert van Best, het erf eerder van heer Jan van Andel, de gemeijnte. De verkoper belooft alle lkasetn van zijn kant af te handelen, behalve het 1/4e deel van 9 oude groten als grondchijns. Datum de maandag na St. Mathijsdag, de voorlaatste dag van februari 1481, getuigen Huijskens en Meeus. Verschenen is Jan Damen van Berckt als man van Geertruid dochter van wijlen Daniel Scepens (in een andere akte is deze Geertruid de dochter van Heijmerick Scepens en er is dus verwarring hoe de vader heet, maar uit weer andere aktes blijkt dat Geertruid de dochter is van Daniel Heijmerick Scepens en op deze laatste versie  houden we het maar op, JT) en verkoopt nu aan Henrick van Esch (secretaris, JT) ten behoeve van Aernt, Henric, Claes, Goijaert en Lisbeth kinderen van genoemde Daniel, die de 3/4e delen van de helft van een stuk beemd groot anderhalve bunder zoals in de vorige akte is vermeld, waarvan hij de ene helft van de anderhalve bunder als echtgenoot van zijn vrouw heeft verkregen en de andere helft gekocht van zijn zwager Daniel Heijmerick Scepens. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen behalve het 3/4 e deel van 4 en een halve oude grote als grondchijns voor de helft van de genoemde beemd. Actum als boven.   Genoemde Jan Damen verkoopt nu aan ........ (niet vermeld, maar waarschijnlijk aan de kopers uit de vorige akte, JT) zijn erfdeel van 7 lopen rogge, dat ze samen ontvangen van Heijlwich Lucasen of van haar kinderen uit een pacht van 2 mud rogge, maat van Den Bosch, welke pacht Everaert zoon wijlen Henrick Everaerts had beloofd aan Willem Gijsbrecht Wellens van Acht op onderpand van de helft van 9 en een halve bunder ...gelegen in de gemeente Boxtel ter plaatse genoemd Liempde te Oetendonk, b.p. het erf genoemd de  Stadakker, Thomas Lonis Boijdekens, een vrouw genoemd Fissie, zoals zijn zwager (hier is bedoeld schoonvader?, JT) Heijmerick die pacht had verkregen van Gijsbrecht Aert van Straten. (geen datum en geen getuigen vermeld, JT) Nog verkoopt Daniel (Scepens, JT) aan Jan (Damen van Berckt, JT) de helft van een pacht van 8 lopen rogge te ontvangen van Henrick Mercks. (geen datum en geen getuigen vermeld, JT).

1481, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 55, pag. 317r, d.d. 1481
1081 Lijsbeth wettige dochter van Aert Huben verder haar zoons Aert, Meeus en Hubrecht en dochter Katarina, verder Meeus zoon wijlen Jan Meeus als man van Agnesen ook dochter van Aert Huben, nog Elias wettige zoon van Jan Haijwigen als man van Katarina dochter van Aert Huben, hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze hebben geerfd van Aert Huben en diens vrouw Geerborg wettige dochter van wijlen Emont Swolfs. Genoemde Lisbeth met haar kinderen krijgt de helft van een beemd genoemd de Vlemminckxbeemd, gelegen in de parochie van Esch aan de gemeijnte van Zelissel, Nog de helft van een weiland achter het hof van Stapelen waarvan Elias de andere helft heeft. Nog krijgt ze het derde deel van de Verstic(?) akker gelegen onder Tongeren, belendend Peter Elias. Nog het derde deel van de Scaepshuijsacker, belendend Elias Jan Haijwigen. Nog een jaarlijkse pacht van een mud rogge waarvan Margriet van Straten en Lijsken van de Steen de onderpanden hebben. Nog een jaarlijkse pacht van 7 lopen rogge waarvan Meeus Zuetericks de onderpanden heeft. Nog krijgt ze een koterrecht op de gemeijnte van Kempen, nog een jaarlijkse pacht van 1 mud rogge uit bezit van Lisbeth Claes Diercks. Nog een jaarlijkse pacht van een mud rogge uit bezit van Gijsbrecht Bernaerts, nog een pacht van een malder rogge op onderpand van Margriet weduwe van Dirck Emonts Wolfs, nog 13 lopen rogge op onderpand van de erfgenamen van Peter van Brogel, verder het derde deel van een heiveld onder Lucel, nog het derde deel van een beemd genoemd e Pinxtelaersbeemd onder Lennesheuvel. Hieruit moet Lisbeth jaarlijks het derde deel betalen van 14 stuivers en een oude grote. Men zal overpad aen elkaar verlenen etc. en met moet omnheinen. Verder zal Lisbeth geen aanspraken kunnen maken op het testament van Heijlwig dochter van Emont Wolfs behalve wat betreft een bed.  Genoemde Meeus Janssen krijgt de helft van een beemd genoemd de Vlemmincxbeemd, waarvan Lisbeth en haar kinderen de andere helft hebben, nog krijgen ze een tiende voeder hooiland te betalen uit een beemd genoemd de Rubeemd gelegen in de heerlijkheid Liempde. Nog krijgt hij een hoefke genoemd het Hackenhoefke, gelegen aan het einde van de St. Nicolaesacker, nog krijgt hij een jaarlijkse pacht van een lopen rogge uit bezit van de erfgenamen van Dirck Janssen op Ladonck. Nog krijgt hij het derde deel van een akker genoemd de Verstixakker, belendend Jan van der Hoeven. Nog het derde deel van een akker genoemd de Scaepshuijsakker, gelegen in het Middelt, waarvan Lisbet en Elias de andere delen hebben. Nog krijgt hij een jaarlijkse pacht van een mud rogge waarvan Aert de Necker de onderpanden heeft. Nog de helft van 12 lopen rogge waarvan Elias de andere helft heeft en wordt betaald door Gerit Smolenaers en door Michiel Smolenaers. Nog krijgt hij een half ploegrecht op de gemeijnte van Kempen. Nog krijgt hij het huis, tuin, hofstad etc. gelegen te Boxtel binnen de bruggen, belendend genoemde Elias, de H. Geest van Den Bosch, de rivier de Dommel. Hieruit jaarlijks 5 penningen Coels aan de heer te betalen, nog een halve oude grote aan het altaar van O.L. Vrouw te Boxtel, nog krijgt hij een malder rogge te ontvangen van Jan de Hoesche, nog een rente van een pond jaarlijks te ontvangen van Jutten van Helmont. Nog krijgt hij het derde deel van een heiveld gelegen onder Lucel waarvan Lisbeth en Elias de andere delen hebben. Nog het derde deel van een beemd genoemd de Pinxtelaer onder Lennesheuvel. Hieruit moet hij het derde deel betalen van 14 en en kwart stuiver. Genoemde Elias krijgt een deel van een beemd gelegen in Esch genoemd de Postel, zoals Aert Huben dat gebruikte. Nog krijgt hij de helft van het weiland waarvan Lisbeth en haar kinderen het andere deel hebben gelegen achter het Hof van Stapelen. Nog krijgt hij het derde deel van het *Middelt* (middenstuk) van de acker genoemd de Versticksacker gelegen onder Tongeren, nog het derde deel van de Scaepshuijsacker gelegen nabij het erf dat van Marcelis Vissers is. Nog krijgt hij een jaarlijkse pacht van een mud rogge waarvan Aeb Beelen te Lennesheuvel de onderpanden heeft. Nog de helft van 12 lopen rogge te betalen door de erfgenamen van Gerit Smolenaers en Michiel Smolenaers. Nog een half ploegrecht op Kempen. Nog het derde deel van een heiveld gelegen te Lucel waarvan de andere kinderen het andere deel hebben, nog het derde deel van een beemd genoemd de Pinxtelaer gelegen onder Lennesheuvel waarvan de andere kinderen een deel hebben. Nog krijgt hij een huis, tuin, hofstad etc. gelegeb te Boxtel binnen de bruggen waarin Aert Huben en Geerborg gestorven zijn, belendend genoemde Meeus, Roelof Michiel Smolenaers, de straat daar, de rivier de Dommel. Nog krijgt hij een oude grote die nu wordt betaald door Aert van Vught.Uit het huis moet hij 3 chijnshoenderen betalen en aan het altaar van O.L. Vrouw een oude grote. Verder uit het bezit het derde deel van 14 en een kwart stuiver chijns en het hooi uit de Postel. Datum als voor, getuigen Engelbrecht van de Berselaer, Aert van Vught en Wouter van de Loeck. ( 1481)

1481, pag. 265v. Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Verschenen zijn Daniel die voor hemzelf handelt, verder Aert, Claes en Goijaert broers, Elisabeth met haar voogd voor henzelf en voor hun broer Henrick en nog Jan Damen van Berckt als man van Geertruid, zijnde allen wettige kinderen van Heijmerick Scepens en hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze van hun vader Daniel (rara, heet hun vader nu Heijmerick of Daniel?, JT) en hun moeder Aleijt hebben geerfd. Genoemde Henrik, Aert, Goijaert en Elisabeth krijgen een huis, tuin etc., gelegen in herdgang Aerle, groot ca. 6 lopenzaad, b.p. Dirck Meeus Crommen, de kinderenb van Jan van de Maerselaer, de straat, een stuk land genoemd de Strepen dat eerder van Henrick Smeets was. Nog een stuk beemd genoemd de Oeijendonk [Ooiendonk], groot ca. een bunder gelegen onder Boxtel ter plaatse Liempde, b.p. de kinderen van van der Hulst, de kinderen van de Langeneep, Heijlwich Lucassen, Heijlwich van Meijensvoort. Nog krijgen ze een stuk beemd gelegen in herdgang Straten, b.p. de gemeijnte, de kinderen van Willem Cuijpers Meeus van der Rijt (hij is waarcshijnlijk kuiper, JT), Jan Bouwen Bouwmans. Nog een stuk beemd gelegen in herdgang Straten, genoemd ´t Maerselaer, rondom in de gemeijnte daar. Nog de helft van een stuk beemd groot ca. anderhalve bunder genoemd de Bunder gelegen in het Gunterslaer herdgang Verrenbest, b.p. de kinderen van Aert van Best, het erf eerder van heer Jan van Andel priester, de gemeijnte. Nog de helft van 3/4e bunder beemd genoemd de Elsbroek onder Ameijden hier in het Quinckerse Broek, b.p. Joerden Henrik Hoppenbrouwer, de gemeenschappelijke straat, Willem Goijaert Beckers, meester Aert van Weijlhuijsen. Nog een stuk land in de Achterste Castaert genoemd de Donk, groot ca. 1 zesterzaad, b.p. Dirck Hoppenbrouwers, de straat, de kinderen van Henrick van Best, Joerden Henrick Hoppenbrouwers. Nog krijgen ze een stuk beemd genoemd dat Cleijn Donksken, gelegen in herdgang Straten, b.p. Wouter van Herlaer, de kinderen van Jan Wolfs, de kinderen van Henrick van best. Nog een stuk beemd genoemd de Blakenbeemd, waarvan een deel tot land is gemaakt gelegen herdgang Straten, b.p. Jan de Crom, de kinderen van Henrick van Best, nog 2 stukken land aan elkaar gelegen, het ene de Grote Hoelt genoemd, het andere de Cleijne Hoelt, b.p. een perceel genoemd de Ertboer, Willen Goijaert Beckers, de weduwe en kinderen van Claes Lijmbeeck (Lijmborg?, JT), een stuk land genoemd het Haverland, de Blakenbeemd. Nog krijgen ze de helft van een stuk land genoemd de Ertboer, b.p. de Grote Hoelt, hun broer Jan en Jan Damen waarvan is afgedeeld, de Blakenbeemd, Wouter Claes Beckers. Nog krijgen ze de helft van een stuk land genoemd de Tiendeloze akker, b.p. Gijsbrecht Henrick Hoppenbrouwers, hun broer Daniel en Jan Damen, Gerart Jan Stijnen, de straat. Nog een stuk land genoemd de Paeijakker, b.p. Wouter Claes Beckers, de straat, Willem Wouters, hun broer Daniel en Jan Damen. Nog een stuk land groot ca. een half mudzaad, b.p. de gemeenschappelijke straat, de kinderen van Jan Crommen, Dirck van de Maerselaer, Jan Gijben Hoppenbrouwers. Nog krijgen ze een huis, en 2 lopenzaad land gelegen in herdgang Straten, b.p. Daniel en Jan Damen, Jan de Hoppenbrouwer, de gemeenschappelijke straat. Uit het huis en schuur moeten ze jaarlijks 2 lopen rogge betalen en 1 mud rogge aan Claes de Becker, nog 3 lopen rogge aan de H. Geest te Oirschot en 3 hollandse plakken aan het O.L. Vrouwenaltaar in de kapel en het St. Lucia-altaar in die kapel, nog een halve oude grote als chijns aan de hertog en 1 obool, nog alle grondchijns uit de genoemde percelen. Nog uit een stuk land eerder van heer Joerden Ansems, gelegen in herdgang de Kerkhof 14 lopen rogge, uit een stuk beemd genoemd dat Broekelijn nu eigendom van Claes van Lijmborg (?) 9 lopen rogge, aan Dries Aert Heijen 6 lopen rogge, nog aan Peter de  Raijamaker 2 mud rogge, nog uit de Groortdonksbeemd nu eigendom van Jan Damen van Berckt 2 lopen rogge die Jan verklaart ....... van Henrick de Smijt ...(?), nog 9 lopen rogge aan Henrick Gijben, nog aan Claes de Becker 6 lopen rogge, aan Aert Coppens, aan Heijlwich Smollers een mud rogge. Ieder zal zijn of haar deel hiervan betalen.  Daniel en Jan krijgen samen een huis, tuin etc.,et de schuur die ze later zullen afbreken, met 2 lopenzaad land, gelegen in herdgang Straten, b.p. Peter Loijen, Joest van Lievendael, de straat, Aert van Lievendael, het erf waarvan is afgedeeld. Hieruit zullen ze aan Claes de Becker 1 mud rogge betalen, aan de H. Geest 3 lopen en 7 Hollandse plakken en een halve oude grote als grondchijns. Nog krijgen ze een stuk beemd groot ca. 4 lopenzaad genoem de Par Hofstad, b.p. Wouter Claes Beckers, de straat, het erf genoemd de Waerakker, de andere erfgenamen. Nog krijgen ze de helft van een akker genoemd de .....akker, b.p. Gielis de Cremer, de genoemde andere kinderen waarvan is afgedeeld, Gerart Jan Stijnen, de straat. Nog krijgen ze de halve Ertboer, b.p. Ansem Henrick Loijen, het erf waarvan is afgedeeld, de Blakenbeemd, het erf van Meeus Jan Eessen genoemd de Ertboer. Nog krijgen ze de helft van 3/4e bunder genoemd de Elsbroek, b.p. Joerden Henrick Hoppenbrouwers, de straat, Willem Goijaert Beks, meester Aert van Weijlhuijsen. Nog krijgen ze de helft van anderhalve bunder genoemd de Bunderen gelegen in het Gunterslaer te Verrenbest, b.p. het erf eerder van heer Jan van Andel priester, de kinderen van Aert van Best, de gemeijnte. Hieruit zullen ze de grondchijns betalen, aan Heijlwich Lucas 13 lopen rogge, aan Henrick Mercks te Best 8 lopen rogge, aan Goijaert van Berckt 4 lopen rogge, nog 1 lopen rogge aan Willem Bliecks. Datum 12 maart 1481, getuigen Rutger Goessens, Gerart Mathijssen en Meeus Jan Eessen. Voetnoot : Jan krijgt 3 en een halve plak.

1482 ,pag. 317v, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen is Lodewijk van Herzel onze mede-schepen en verkoopt nu met een vonnisbrief aan Jan Gijsbrecht Pauwels van Liempde (=Vlemmincks, JT) het bezit dat was uitgewonnen en hij had verkregen van Henrick Jacops van Esch en Henrick op zijn beurt als gemachtigde voor Henrick van der Heijden had laten uitwinnen. Het bezit is gelegen in  herdgang Spoordonk, b.p. Jan de Gruijter, Jan van Dormalen, Jan van Meerwijck. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. (geen datum en geen getuigen vermeld, JT).
Komen is Henrick zoon wijlen Willem van der Heijden en staat aan Jan Gijsbrecht pauwels uit de vorige akte toe dat de 2 verschillende muddes rogge die hij jaarlijks heft uit bepaald bezit onder Spoordonk, welk bezit eerder eigendom was van Wouter van der Haestm en nu van deze Jan Gijsbrecht Pauwels (Vlemmincks, JT) , dat die de rogge binnen de tijd tussen a.s. Maria Lichtmisdag en 8 jaar verder kan aflossen, tegen betaling van 28 peters voor elk mud rogge, elke peter gerekend tegen 18 stuivers, mits hij een half jaar vooraf opzegt. Als hij niet binnen die 8 jaar aflost dan komt deze brief te vervallen en blijft de pacht permanent. Actum als boven.

1482 Actuarium Crabbense pag. 48, nr. 19 / Stadsarchief ’s-Hertogenbosch Bosch’ Protocol 1481-1482, fol. 168
Huis van Emonts Lueyts, in 1482 van Anthonis Crabbe (op Zavendonc).
Wilhelmus Filius Arnoldi / Stephanus Edmundi Lueyts nunc Anthonii Crabbe / Gerardi flii Stephani van den Leemputten / Celenstrepen

1482 Archief Groot Ziekengasthuis door H.J.M. van Rooij, datum: 2 oktober 1482
Michiel Bolant, Henric Hermans, Godevaert Peters, Jan van den Ven, Maes Henric, Jan Zeben en Wilhelmus van Leyelsfoert, schepenen in Lyemde [Liempde], oorkonden, dat Aert Peters Roeverszoon, als wettige man van Lysbeth, dochter van Henric Peterszoon van den Pars, aan Eeverardus, zoon van Everaert Janszoon heeft verkocht een halve heikamp, gelegen onder de jurisdictie van Lyemd, grenzend enerzijds aan het erf van Wouter van den Bersellare, anderzijds aan dat van Anthonys Henric Boyenzoon en strekkende vanaf de openbare straat tot het erf van de kartuizers van Vucht.

1482, pag. 329v, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen is Gijsbrecht Pauwels (van Liempde of soms ook Vlemmincks genoemd, JT) als man van Heijlwig, verder Lambert Jan Aerts als man van Aleijt, dochters van Dirck Wilneven en verkopen met schepenbrief van Oirschot aan Wouter Thomaes van de Ven hun 2/3e delen die ze hebben in een pacht van 1 mud rogge, maat Oirschot, welke pacht Gijsbrecht Gijsbrechts van der Dweert eerder had beloofd aan Aleijt dochter van Jan Wilneven ten behoeve van Dirck Jan Wilneven, steeds op Maria Lichtmisdag te voldoen op onderpand van een stuk land gelegen in herdgang Hedel, b.p. de gemeenschappelijke straat, Rutger Zeeben (van Kerkoerle?, JT). Nog op onderpand van een stuk land gelegen in herdgang Hedel, b.p. de erfgenamen van Dirck Seijkens, Jan van Creijelt en meer anderen, Henrick Timmermans. Nog op onderpand van een stuk beemd ter zelfder plaatse gelegen, b.p. Henrick van den Toeren (Toerkens, JT), Henrick van der Rijt, de gemeijnte. Dat mud rogge hadden ze als echtgenoten van hun vrouwen geerfd van hun zwager (=schoonvader, JT) Dirck Wilneven. De verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen. Datum 4 november 1482, getuigen Vlierden en Haest.

1482, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 56, pag. 1v, d.d. 22 januari 1482
Jan wettige zoon van Goossen van Halle als man van Adriana wettige  dochter van Hubrecht zoon wijlen Hubrecht Laureijns, verder Elizabeth en  Marie, gezusters en wettige kinderen van genoemde Hubrecht met hun voogden, hebben een deling gemaakt van het bezit afkomstig van hun  vader Hubrecht en hun moeder Margriet Huben. Boxtel.  Jan krijgt een huis, tuin, hofstad etc gelegen in Boxtel ter plaatse
genoemd op t Eghelsvoert waarin zijn vader Hubrecht is gestorven. Nog  een beemdje, nog een weiland daar aan gelegen, nog 9 lopenzaad land,  b.p. Elias Huben, de gemeijnte van Zelisel.  Nog krijgt hij een beemd  aldaar gelegen genoemd de Abroecjk, b.p. Lambrecht Michiel Aerts, Jan  Laureijs Huben de jongste, de gemeijnte van Zelisel, Elias Huben en meer anderen. Nog een dagmaat beemd genoemd Achter de Berg. Uit dit  erfdeel jaarlijks 4 stuivers en een half plak Bosch geld als chijns aan de heer te betalen en 1 mud rogge aan diegene die er recht op heeft. Elisabeth en Marie krijg en samen een stuk erf met een heiveld gelegen op  t Egelsvoert genoemd de Heijhove, b.p. genoemde Jan, de gemeijnte  van Zelisel.  Nog een zesterzaad land gelegen in de parochie van Esch  genoemd de Hugenbraeke, nog een stuk land in de parochie van Esch  groot ca. 4 lopenzaad genoemd de Stapecker. Nog 11 lopenzaad land in  de parochie Esch, b.p. Henrick Kreijten. Nog een dagmaat beemd in de  parochie van Esch genoemd de Ochell, die gewisseld wordt met de  erfgenamen van Goessen Heijms. Nog een halve morgen beemd gelegen op Gheen Ooteren bij Den Bosch. Nog krijgen ze een weiland gelegen in de parochie Boxtel bij de Egelvoert genoemd de Abroeck, nog een weiland genoemd de  Heijbuender, gelegen in de parochie van Boxtel tussen Lucel en  Nergentnae. Nog 1 mud rog per jaar dat wordt betaald door Jan Colen te Liempde, nog 1 malder rogge dat wordt betaald door de  Brugmanskinderen in de parochie Esch. Uit dit erfdeel jaarlijks 4 stuivers  en een halve plak Bosch geld te betalen als chijns aan de heer. Nog een  chijns die wordt betaald uit de Butenakker te Esch, nog de 2 delen van 1  malder rogge in Den Bosch te betalen. Nog de verplichting een tuin te houden voor de erven die erin gelegen zijn. (afrasteren?). Datum 22 januari, getuigen Wouter van den Loeck en Aert van Vucht.

1482, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 56, pag. 16v, d.d. 4 juli 1482
106 Meeus Zuetericks belooft aan Marcelis vanwege de kapel te Liempde die per a.s. Maria Lichtmisdag 8 peters min 4 stuivers te betalen. Datum 4 juli, getuigen Engelbert van de Berselaer, Jan de Momber en Jan Laureijs Huben.

1482, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 56, pag. 9v, d.d. 17 april 1482
61 Meeus Willem Zuetericke verkoopt aan Willem Hoerkens te Kesteren (Casteren, JT) een kapitaal van 10 peters met de rente, welk kapitaal Jan Jan Pauwels in een schepenbrief van Boxtel aan Meeus had beloofd. Datum 17 april, getuigen Engelbrecht van de Berselaer en Jan de Momber.

 

1483, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 56, pag. 39r, d.d. 3 april 1483
261 Godevaert Henricks van Strijpe als man van Margriet wettige dochter van Henrick Hermans verkoopt met alle brieven ervan aan Lambrecht Aerts anderhalve bunder broekland gelegen in de parochie van Boxtel, ter plaatse genoemd Vellaer, b.p. de kinderen van wijlen Jan Beeckmans, Engbrecht van Ertbruggen. (geen datum en geen getuigen vermeld, JT)

1483, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: februari 27.
Johannes Kanapert Johanss. en Bernardus Janssoen de Overmeer, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Petrus, zoon van wijlen Johannes de Herenthom, en zijn vrouw Mechteld, dochter van wijlen Johannes de Zonne, hebben opgedragen aan Martinus de Elmpt, de erfpacht van 11,5 mud rogge, welke deze beloofd had te zullen betalen zolang zij leven uit een huis c.a. en een stuk bouwland te Liemde  [Liempde] in Vrilichoven [Vrilkhoven]

1483, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: maart 27.
Johannes Kanapert en Bernardus Janssoen de Overmeer, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Petrus, zoon van wijlen Johannes de Herenthom, man van Mechteld, dochter van wijlen Johannes de Zonne, heeft opgedragen aan Martinus de Elmpt, al zijn recht op een erfpacht van 1 mud rogge (gaande uit 8 lopense land geheten die Brake [Braak, Liempde]), welke erfpacht Martinus beloofd had te betalen zolang zij leven en na hun dood aan Petrus, door Petrus de Herenthom gewonnen bij Elisabeth, alsmede aan Nycolaus Reynerssoen

1483, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 56, pag. 30r, d.d. mei 1483
198 Aert Jan Claessen met zijn vrouw Lisbeth dochter wijlen Marten Sleuwen, verder Goijaert Aert Goijaerts verkopen samen aan Bartholomeus Simon Schortels 2 lopenzaad land gelegen te Boxtel binnen de bruggen achter het huis, tuin, hofstad etc. dat eerder eigendom was van Jan Mertens Sleuwen wettige broer van genoemde Lisbeth, af te meten aan het achterste einde van het erf, b.p. de straat die naar Liempde loopt, dat Enge Water daar, de verkoper zelf, de erfgenamen van Willem Sceijmakers. De verkopers beloven de verkoop gestand te doen en alle lasten van hun kant af te handelen. Conditie is dat alle oude schepenbrieven die Meeus van het erf heeft, dat die altijd op verzoek zullen worden teruggegeven.

1483, pag. 356r, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen zijn Joerdaen zoon wijlen Goijaert Delien en Gielis Laureijs van Hulsel als man van Kartarina dochter van genoemde Goijaert Delien door deze Goijaert verwekt in wettig huwelijk met Ida dochter van Joerden Jonkers en hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze na de dood van hun ouders hebben geerfd. Joerden krijgt een huis, tuin etc., genoemd dat Groenland en het Heiligland, samen 6 lopenzaad gelegen in herdgang de Notel, b.p. een waterloop daar genoemd de Lerpt, Daniel de Metsere, Jan van Aerle als zwager van Dirck Neven, de gemeenschappelijke straat. Hieruit jaarlijks 1 mud rogge te betalen aan de erfgenamen van Korstiaen Peters van de Venne. Nog krijgt hij een rente van 2 rijnsguldens te Brussel te ontvangen, nog 7 lopen rogge maat van Oirschot in Straten te ontvangen van Peter de Raijmaker volgens de  brieven. Hieruit zal hij jaarlijks aan zijn zuster joffrouw Henrick te Rothem een pacht betalen van 16 lopen rogge en aan zijn zuster Geertruid in Marienwater 1 oude grote per jaar, zolang ze beiden leven en niet langer. ( joffrouw Henrick zit in het klooster in Rothem  zie 362-v haar zus komt er niet al te best af met die een oude grote, JT) Genoemde Gielis krijgt een stuk weiveld genoemd de Moest, gelegen in herdgang de Kerkhof, b.p. heer Willem van Geldrop, Merten Steemetsers, Jan Goijaerts, Jan Wilden. Nog krijgt hij een stuk beemd genoemd dat Heechbroek, b.p. Adriaen van den Doeren, Lisbeth Sbrouwers, Lich van Hersel. Uit de beemd jaarlijks een halve oude groet als grondchijns te betalen aan de hertog, nog een mud rogge maat van Oirschot aan Willem Dolks te Best, nog 12 en een halve stuivers per jaar te Liempde, nog 12 gulden aan Aert de Nagelmaker te Straten, nog anderhalf mud rogge aan Henrick Beerskens op ´t Dunne, nog een half mud rogge aan Jan Knoep te Boterwijk hier. Ieder van hen zal de lasten op het eigen erfdeel zo betalen dat het erfdeel van de andere daarvoor is gevrijwaard. Als er meer onvermelde lasten op enig bezit drukken zullen ze die samen betalen. Datum 30 mei 1483, getuiugen Lieveld en Jan Oemen.

1483, pag. 364r, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen is Baudewijn Jan Pauwels van Liempde als man van …. (niet ingevulde naam, JT) dochter van Goessen Thomaes van Oudenhoven en verkoopt met schepenbrief van Oirschot aan zijn zwager Goijaert zoon Goossen van Oudenhoven een stuk beemd genoemde de Goessen, gelegen onder Ameijden hier, b.p. Aert Bernts, de kinderen van der Bocht, de gemeijnte, volgens de schepenbrief. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve 14 lopen rogge, maat van Oirschot aan Claes Thomassen. Datum 30 september 1483, getuigen Dormalen, Dormalen en Ansems.

1484 BOSCH’ PROTOCOL BP 1253 fol. 256, 5 april / door Jan Toirkens

Heilwich, weduwe van Jan van Meyelsvoert, en Henrick Jan Tyelmans, beloven aan Gijsbert en joffrouw Willem (van Erpe) een pacht van 4 mud en 4 lopen rog, te betalen Lichtmis en te leveren in Den Bosch, uit 1 buunder beemd "Wijchmansbroeck"(van Heilwich) in Lyemde; en uit huis (van Henrick) in Lyemde. De belovers kunnen binnen 16 jaar die pacht lossen met 40 Peters per mud). Ze mogen die pacht ook betalen half in rog, half in geld, nl 2 peter per mud.

 

1484 BOSCH’ PROTOCOL BP 1253 fol. 256v, 5 april / door Jan Toirkens

Henrick Jan Tyelmans belooft aan Heilwich, weduwe van Jan van Meyelsvoert een pacht van 8 mud rog en een cijns van 8 Peters te betalen op Lichtmis en te leveren in Bucstel binnen de bruggen uit een huis in Lyemde en uit een beemd in Wijmansbroeck aldaar. (Henrick kan die pacht en cijns lossen met 40 Peter per 1 mud en per 2 Peter)

 

1484, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 56, pag. 51r, d.d. 9 april 1484

349 Aleijt weduwe van Elias van Lucel heeft zich beklaagd over een pacht van 1 mud rogge die twee jaar onbetaald is gebleven, maat van Oirschot, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag, welke pacht Dirck Gerits van Vucht eerder had beloofd aan wijlen Jan Vos zijnde de oom van genoemde Aleijt, op onderpand van een huis, tuin, hofstad etc. gelegen in de parochie van Boxtel ter plaatse Onrode genoemd aan de Hoechstrate daar, b.p. Elias van Lucel en zijn kinderen, Henrick Coppens. Nog op onderpand van 3 stukken land, het ene stuk gelegen in de zelfde parochie te Casteren, b.p. Peter Gheenkens, Bouwen Josepfs. Het andere stuk is gelegen te Onrode in de Brake, b.p. Marcelis Oven (?), de verkoper zelf. Het derde stuk genoemd de Bocum aldaar gelegen b.p. Peter Conen, Jan van Vucht, Elias van Lucel en zijn kinderen. Nog op onderpand van de helft van een beemd gelegen in de zelfde parochie in de Bucum, b.p. Jan van Vucht, Matten Geritsdochter. Nog beklaagt Aleijt zich over een pacht van een half mud rogge, te betalen op Maria Lichtmisdag te Boxtel binnen de bruggen, welke pacht Willem wettige zoon van Aelbrecht Smeets had verkocht aan Lisbeth wettige dochter van Elias van Lucel, op onderpand van 2 stukken land gelegen in genoemde parochie te Onrode aan de Hoechstrate. Het ene stuk b.p. Marcelis Willems Wandellaers, het erf van de verkoper. Het andere stuk land is ook daar gelegen, b.p. Henrick Coppens, Marie de vrouw van Daniel van den Wegescheijde en haar kinderen. De koop is gegund aan Aert van Vucht onze medeschepen voor de grondchijns die erop drukt, de pachten van anderhalf mud rogge en nog voor 2 pond per jaar aan de priesters te Boxtel. Datum 9 april 1484. (attentie jaartal, JT)

1484, pag. 43v, Boxtel vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Jan wettige zoon van wijlen Willem Hanen verkoopt aan zijn zwager Jan Willems die het 1/3e deel van een huis, tuin, hofstad gelegen te  Lennishovel, b.p. Dirck Wouters, de gemeenschappelijke straat. De
verkoper belooft de verkoop gestand te doen behalve 1/3e van een pond  en het 1/3e deel van de chijns aan de heer van Boxtel.  Genoemde Jan Willems als man van Heijlwig wettige dochter van Willem  Hanen verkoopt aan Jan en aan Dirck, broers en wettige kinderen van  Willem Hanen het 1/3e deel uit een jaarlijkse pacht van 1 mud rogge dat  wordt betaald door Lambrecht Jans van den Acker die in Liemde [Liempde] woont volgens de brief ervan. De verkoper belooft de verkoop gestand te doen en alle lasten van zijn kant af te handelen. Genoemde Jan Willems Hanen belooft dat hij zijn deel van het mud rogge dat aan hem en zijn broer is gevest (=verkocht) niet zal verkopen dan alleen met toestemming van zijn neef Emont Dirck Janssen. Als Emont komt te overlijden zal men iemand anders als naaste bloedverwant kiezen voor het toezicht daarop. Datum 2 maart, getuigen Engbrecht van de Berselaer en Wouter van den Loeck.

1484, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 56, pag. 44r, d.d. 1484
293 Genoemde Jan Willems als man van Heijlwig wettige dochter van Willem Hanen verkoopt aan Jan en aan Dirck, broers en wettige kinderen van Willem Hanen het 1/3e deel uit een jaarlijkse pacht van 1 mud rogge dat wordt betaald door Lambrecht Jans van den Acker die in Liemde woont volgens de brief ervan. De verkoper belooft de verkoop gestand te doen en alle lasten van zijn kant af te handelen.

1484, / BOSCH’ PROTOCOL BP 1234, fol. 188, / door dr. Geertrui van Syngel
Jan van Mulsen, zoon van wijlen Gerard van Mulsen, heeft een erfpacht van twee mud rogge, Bossche maat, te voldoen uit een weiland genaamd Den Roesbeempt [Roesbeemd] binnen de parochie van Boxtel op de plaats genaamd Vrillichoven [Vrillikhoven, Liempde], tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Martinus Aven[j]oens enerzijds en het erfgoed van Jan Gulten en de andere buren daar anderzijds, alsmede uit een weiland genaamd Die Hodonck [Hodonk], groot twee bunder,  in eerder genoemde parochie en plaats [Vrilkhoven], gelegen tussen het erfgoed van de erfgenamen van Martinus Aven[j]oens enerzijds en het erfgoed van Willem  Zuetrix anderzijds, alsmede uit een stuk  weiland genaamd Beeckmansbuenre [Beekmansbunder], gelegen in de genoemde parochie op de plaats genaamd Craendonc [Kraandonk] tussen het erfgoed genaamd Vellaer [Velder], dat tot de heer Boxtel behoort enerzijds en tussen het erfgoed van Gerard Balyaert anderzijds, welke pacht de voornoemde Jan van Mulsen gekocht had van Jan, zoon van wijlen Paul Jacopszoon, , heeft hij (= Jan van Mulsen) erfelijk overgedragen aan de stadssecretaris ten behoeve van Wolter van den Loeck, zoon van wijlen Petrus.

1484 434v, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen zijn Goijaert, Jan, Dirck en Bartholomeus, broers en kinderen van Henrick Jan Aleijten (van Tulden, JT) verwekt bij Katarina dochter van wijlen Goijaert Michiels (Beldekens, soms van de Velde, JT), waarbij Jan nog handelt voor zijn broer Aert en verkopen nu met schepenbrief aan Peter Janssen van der Bruggen die een huis, tuin etc., met eeuwsel en beemdjes, gelegen in de Vloetstraat hier (Verrenbest, JT), b.p.de Vloetstraat, Claes Thomaessen en zijn kinderen, Jan Henrick Vervloeten, het erf van de hoeve van Gunterstaler eerder eigendom van Willem Dicbier. Nog verkopen ze hem 3 stukken land en 2 beemden aan elkaar gelegen, ter zelfder plaatse als hiervoor, genoemd dat Grimme, b.p. het erf van de hoeve van Gunterslaer eigendom van Willem Dicbier met zijn kinderen, het erf van Beertken van de Spijker dat eerder van Goijaert Eckerman was, Meeus Maercolfs. Nog verkopen ze een stukje land genoemd de Gijsenakker, b.p. Mechteld van Gewanden, Jan Speecks. De koper moet hieruit jjaarlijks de grondchijns betalen en 1 mud rogge aan de erfgenamen van Jacop van Hal in Den Bosch te leveren, nog 4 lopen rogge in Liempde aan Mech…. Zeben of aan diegene die er recht op hebben, nog 4 mud rogge aan…. Henrick Aleijten, verder nog voor een jaarlijkse pacht van 10 mud en 10 lopen rogge aan genoemde Goijaert, Jan, Dirck, Bartholomeus en Aert, steeds op Maria Lichtmisdag. Datum op St. Nicolaasdag 1484, getuigen alle schepenen. Voetnoot : Geef de brief aan de kinderen van Henrick Rutger Belaerts.

1484 RHCe 15240 Schepenbank Helmond, 1396-1810, inv. nr. 3798, akte 498 d.d. 9 mei 1484 
Diryck Henric Smeets soen heeft overgegeven Jan zn. v. Diryck Snoecx 11 peters als den selven Diryck voirtijts overgegeven sijn van Henric van Liemd ende den selven Henric geloeft sijn van Henric Jan Claus soen schepenbrief van Aerle Hospitis - schepen Jan Spaen - schepen 9 mei 1484, 1481/1483

1485 BOSCH’ PROTOCOL BP 1254 fol. 336, 17 augustus / door Jan Toirkens

Jan van Deventheren en zijn zonen Jan, Willem en Gerit, en Wouter van Stael, man van Elisabeth Jan van Deventheren, en Henrick Goyarts Dicbier, man van Sophie Jan van Deventher, hadden vroeger in erfpacht gegeven aan Reyner Janss van Vijnckenschoet 't goed ten Acker in Lyemde (behalve de cijnzen en cijnshoenderen en 1 zester raapzaad daaruit en behalve 10 buunder min een dagmaat land in Eylde) om 16 mud rog en 2 zesteren raapzaad op Lichtmis en 20 steen vlas tot hekelen bereid op Allerheiligen en met deze voorwaarde  Reyner moet elk jaar in het land in Eylde graven 15 boemeroeden bleckelinck zolang er turf is in dat veld, en die turven moeten een hamervoet dik zijn, hij moet ze drogen en in Den Bosch leveren in het woonhuis van Jan van Deventheren

Als 't  veld uitgegraven is, is Reyner ook vrij van de verplichting om turf te graven, te drogen en te leveren. Jan Goyart Scilder, ook namens zijn moeder joffrouw Heilwich, weduwe van Goyart Willem Gijsbert vanden Pettelair, Goyart van Lancvelt natuurlijke zoon van Lennis van Lancvelt, namens zijn vader, Henrick Scilder natuurlijke zoon wijlen Willem Scilder, Goyart van Lancvelt voornoemd man van Lerya, natuurlijke dochter van wijlen Willem Scilder en Henrick Yewaars, man van Luytgart natuurlijke dochter van wijlen Willem Scilder, dragen op aan de Kartuizers van Vucht die voorwaarde over het het turf graven, drogen en leveren.

 

1485, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 56, pag. 57r, d.d. 1485
395 Gerit, Elias en Joest, broers en verder Henrick Goedschalk Kreijten als wettige man van Mechteld, alle wettige kinderen van Aert Neckers, hebben een boedeldeling gemaakt inzake het bezit van hun vader Aert en diens vrouw Lisbeth wettige dochter van Elias van Lucel, zijnde hun moeder. - Genoemde Gerit krijgt een stuk land genoemd de Berge, gelegen aan de molen te Casteren. Nog een stuk land aldaar genoemd de Casterschen Acker. Nog krijgt hij een zesterzaad land genoemd de Hofstad gelegen te Onroije. Nog een beemd genoemd de Brugbeemd gelegen bij de Assche. Nog een malder rogge met alle brieven ervan die nu wordt betaald door Reijner in Hermalen te Schijndel. Nog 2 erfponden die worden betaald door Jan Wouters te Schijndel. Uit dit erfdeel alle chijnsen etc. te betalen die erop drukken. - Genoemde Elias krijgt een weiland genoemd de Scenckelsbuender gelegen in de gemeijnte van Elle. Nog een beemd gelegen te Casteren genoemd ´t Cleijn Beemdken. Nog krijgt hij een akker te Onroij genoemd de Spapenacker. Nog een akker genoemd de Elsbroeckschen Acker gelegen in het Elsbroeck. Hieruit alle chijnsen te betalen die erop drukken. - Joost krijgt een weiland gelegen te Elle genoemd den Achtersten Camp. Nog een stuk land genoemd de Quade Brake gelegen te Onroije. Nog een stuk land genoemd ´t Hooch Munsel gelegen te Munsel. Nog een stuk land genoemd de Strepe met de houtopstand te Onroije. Nog krijgt hij een malder rogge maat van Peelland, met alle brieven ervan die nu wordt betaald door Jan Lubben te Roije. Hieruit jaarlijks 2 pond was te betalen aan de heer van Boxtel en de grondchijns. - Henrick krijgt een huis, tuin, hofstad met een akker genoemd de Smolenaersacker waarin hun vader Aert is gestorven. Nog een weiland genoemd de Bocum gelegen te Onroij. Nog een malder rog per jaar met alle brieven ervan dat nu wordt betaald door de erfgenamen van Peter Beeckmans. Hieruit jaarlijks de chijns aan de heer te betalen en 2 malder rogge aan diegene die er recht op hebben.

 

1485 BOSCH’ PROTOCOL BP 1254 fol. 336v, 17 augustus / door Jan Toirkens

Broeder Tyman Croeck, prior der Kartuizers te Vucht, belooft aan Heilwich, moeder van Jan Scilder gedurende 29 jaar 2 Peter te betalen op Lichtmis, evenveel aan Willem vande Pettelair, evenveel aan Goyart van Lancvelt ten behoeve van zijn vader Leunis; en evenveel aan Henrick Scilder, Goyart van Lancvelt en Henrick Ylivaens samen wegens de overgave van die turfplicht uit dat land, dat nu van de Kartuizers is.

1485, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: juni 10.
Michgiel Bolant, Gerart Peters, Jan van den Ven, Willem van Meyensvoert, Maes Henricksz, Jan Zebrechtszt van Collenberch en Jan Lucas, schepenen van Liemde [Liempde], verklaren dat Lysbet Aelbrechtsdochter verkocht heeft aan Marten van Helmont, het achtste deel van een beemd, geheten die Ruynen [Runne], gelegen aan de molen te Ansel [Antsel], tussen Lambrecht Dirck Roetartsz en die Voerbeempt [Voorbeemd], strekkende van Jan Zebrechts van Collenberch tot aan Arnt van den Pas

1486, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: februari 5.
Michgiel Bolant, Gerart Peters, Willem van Meyensvoert, Maes Henricksz, Jan Zebrechtszt van Collenberch en Jan Lucas, schepenen van Liemde, verklaren dat Lysbeth, weduwe van Thomas Jan Pauwelsz. met Jan jan Pauwelsz. haar momber, verkocht heeft aan Marten van helmont, een stuk land gelegen onder de dingbank van Liemde  [Liempde] aan Vrilichoven [Vrilkhoven], tussen Willem van Huls en Ariaen Pauwels van Akeren, strekkende aan Ghysbrecht Willemsz.

1486, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: maart 21. Michgiel Bolant, Jan van den Ven, Gerart Peters, Jan van den Ven, Willem van Meyensvoert, Maes Henricksz, Jan Zebrechtszt van Collenberch en Jan Lucas, schepenen van Liemde, verklaren dat Marten van Helmont gerechtelijk verwonnen heeft zeker stuk land te Liemde  [Liempde] tussen Ghysbrecht Willemsz. en Ghysbrecht Jan Meeuws, strekkende aan Ghysbrecht Jan Meeuws voorn., wegens een erfpacht van 1 molder rogge

1487, Inventaris van het Oud-Archief van het "Zinnelooshuis" te 's-Hertogenbosch door J.M. van Rooij, pag. 173 nr. 134. Datum: 07-06-1487
Schepenbrief, mentionerende van twee mud ende vier lopen rogghe, Bossche mate, uijt huys, erfve, hof in de prochie van Boxtel onder de Dingbank van Liempde, begynnende: Johannes en Wilhelmus broers ende eyndende.

1487/ BOSCH’ PROTOCOL BP 1256 fol. 100v / door dr. Geertrui van Syngel
Heer Hendrik van Ranst, tijdelijk heer van Boxtel en van Kessel heeft erfelijk verkocht  aan de stadssecretaris van Den Bosch ten behoeve van meester Marcus van [H]am die in de Raad van Brabant zit, een erfcijns van veertig Rijnse gulden, die betaald moet worden uit twee huizen, erven en tuinen in de Postelstraat  te Den Bosch tussen het erf van Martinus van xx en het erfgoed van Lambert Millinc bij de Dieze, en uit een zeker erfgoed of bos genaamd Veller [Velder, Liempde] gelegen in de parochie van Boxtel, met de daarin gelegen woningen en alle rechten en alle aangehorigheden die daarbij horen.

1487,  BHIC 1245, Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653)  door dr. Jan Sanders, datum: 1487-02-26
Notaris Jacobus de Fine oorkondt dat priester Willelmus Hals en zijn broer Herbertus, Bosschenaren, een schenking onder de levenden gedaan hebben aan broeder Tymannus Croeck, prior van de kartuizers in Vught, ten behoeve van het onderhoud van 1 monnik in dat klooster, bestaande uit: 8 pond erfcijns uit een huis met toebehoren in Oss in Die Cortvaert; 5 pond erfcijns uit een huis met toebehoren daar; 8 pond uit een huis met toebehoren in de Vughterstraat in 's-Hertogenbosch tussen de twee poorten; 1 mud rogge erfpacht uit een hoeve, vroeger van Johannes van den Velde, in Liempde onder Boxtel; 5 pond erfcijns uit een huis en erf in de Ridderstraat in 's-Hertogenbosch; 6 pond erfcijns uit een huis met toebehoren daar in Oudenhuls; 3 stukjes land buiten 's-Hertogenbosch bij Die Rundmoelen, jaarlijks 6 rijnsgulden en 4 stuiver opleverend; 10 schelling groten Tournoois erfcijns uit een huis en hofstad van Lemkinus van der Rijt in Vught en uit 2 stukjes land van hem, geheten Die Schiltberch en Die Ganspoell; 10 pond erfcijns uit een kamp land geheten Thonis Hoeveken in Schijndel; 1 mud rogge erfpacht van 5 mud uit 13 stukjes land in Schijndel; 3 pond erfcijns van 5 pond uit 1 zesterzaad land in Schijndel. Gedaan in het woonhuis van Willelmus en Hubertus in de Peperstraat in 's-Hertogenbosch.

1487, pag. 663, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Dirck Aert Seijkens belooft aan Aert Heijmericks die voortaan een rente van een rijnsgulden te betalen, elke gulden van 20 stuivers, steeds op St. Gielisdag op onderpand van een stuk beemd genoemd de Mortel gelegen onder Ameijden hier, b.p. Dirck Dirck Hoppenbrouwers, Boudewijn Pauwels van Liempde, Gijb Dircks. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente. Datum op St. Jansdag 1487, getuigen Mathijs en Dirck.De rente uit de vorige akte is aflosbaar tegen betaling van 15 rijnsguldens. (geen datum en geen getuigen vermeld, JT)

1487, pag. 89v, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Komen zijn Henrick en Goijaert kinderen van wijlen Willem Aelbrechts van Gheenen en hebben een boedeldeling gemaakt. Genoemde Henrik krijgt een huis, tuin etc. met 3 lopenzaad land, gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. de gemeenschappelijke straat, Henrick van Gheelst, Dirck van Beerwinkel. Nog krijgt hij een stuk land genoemd ´t Sonderen groot ca. 16 lopenzaad gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. Goijaert Dielis Janssen, Jan Beertkens, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt hij een stuk land genoemd ´t Blaeck Sonderen, groot ca. 4 lopenzaad, b.p. Jan Beertkens, Jacop van Dormalen, de gemeenschappelijke straat, Pauwels Henrick Pauwels. Nog krigt hij een stuk land genoemd de Hosstadt, gelegen in herdgang Verrenbest bij de St. Odulphuskapel, b.p. de gemeenschappelijke straat, de kinderen van Jan Peter Haecks. Nog een stuk land gelegen in herdgang Verrenbest genoemd de Broekakker, b.p. Jacop Willem Keijmps, de gemeenschappelijke kerkpad, Hap Goijaert Jacops. Nog krijgt hij een beemd genoemd de Blakenbeemd gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. de gemeenschappelijke kerkpad, Mathijs Janssen, Bertken Sbruijnen, Pauwels Henrick Pauwels. Nog krijgt hij een stuk beemd groot een halve bunder genoemd dat Cleijn Beemdeken, b.p. Dirck van Aerle, Luppen van Berse, de gemeenchappelijke straat, Jan Everaerts. Nog krijgt hij een stuk beemd genoemd de Oijendonk [Ooiendonk] gelegen in de gemeente Boxtel onder Liempde, b.p. de kinderen van Heijlken Back, de kinderen van Met Seben, Henrick Huijben. Nog krijgt hij een stuk beemnd genoemd de Boender gelegen onder Liemde bij het Veller, b.p. Henrick van de Maerselaer, Dielis Janssen, de kinderen van Aleijt Mertens. Uit dit erfdeel de pachten en chijnsen te betalen die er op drukken, nog 28 lopen rogge die ze samen aan hun broer Willem hebben beloofd in een schepenbrief van Oirschot. Genoemde Goijaert krijgt een huis etc., gelegen in herdgang Naastenbest, b.p. Jan Daniels, de kinderen van Wouter Keester, Michiel Metsers, de straat. Nog krijgt hij 3 lopenzaad land genoemd het Loo, b.p. de straat, Wouter Coelen (?), Nog een stuk beemd genoemd de Melcrothstege, b.p. Adriaen Smollers, verder rondom aan de de straat. Nog een stuk beemd genoemd de Noeijtenbeemd, b.p. Adriaen Smollers, Henrick van Best, de straat. Hieruit 4 philipsdenarii te betalen als grondchijns.  Ieder zal de lasten op het eigen erfdeel zo betalen dat de erfdelen van de anderen daarvoor gevrijwaard blijven. Datum 6 juli 1488, getuigen Claes Maes en Aert Vos.

1487 BOSCH’ PROTOCOL BP 1256 fol. 23 / door Jan Toirkens

Lyemde,  beemd  "Wijchmansbroeck" neven 't stroompje "Ryoel".

 

1487 BOSCH’ PROTOCOL BP 1256 fol. 96 / door Jan Toirkens

Lyemde, veld "Pranghe"

 

1487 BOSCH’ PROTOCOL BP 1256 fol. 224 / door Jan Toirkens

Lyemde,  aen die Collenberch

 

1487 BOSCH’ PROTOCOL BP 1256 fol. 494 / door Jan Toirkens

Lyemde, "die hoeve tot Wedehamel"

 

1487 Bosch’ Protocol 1486-1487, fol. 374v
Jan Henrix van Arkel en Aelbert en Jacob zonen van w. Evert van Arkel dragen op aan Gerit Aerts die Necker een hoeve in Casteren op Zavendonk (van w. Henrick van Arkel)

1488, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum: april 19. Gerart van Eyck en Johan Pynappel, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Barbara Henric Hesselssoendochter heeft opgedragen aan Marten van Elmpt, het vierdepart van een beemd, geheten die Rune [Runne], gelegen te Lyempde  [Liempde] in de Voerbeemd [Voorbeemd] bij de molen van Ansel [Antsel], tussen Lambert Theodoricus Roetartssoen en de Voerbeemd, strekkende van Johan Zeberts van Collenberch tot aan Arnt van den Parre en meer anderen

1488, Inventaris van het Oud-Archief van het "Zinnelooshuis" te 's-Hertogenbosch door J.M. van Rooij, pag. 174 nr. 137. Datum: 27-09-1488
Schepen Boschbrief, mentionerende van twee mud ende vier loepen rogghe, Bossche maat, uyt huys erfve, hof inde prochie van Boxtel onder de Dinghbank van Liempde, begynnende: Lambertus, Johannes, Wilhelmus, Henricus et Arnoldus ende eyndende.

1488 BOSCH’ PROTOCOL BP 1257 fol. 351 / door Jan Toirkens

Lyemde, beemd "Beecklaeck" Herzelaer, aan de Dommel.

Lyemde, Audschelbeemde

 

1488 BOSCH’ PROTOCOL BP 1257 fol. 394v / door Jan Toirkens
Lympde, beemd "die Runne" bij de molen van Ansel (nu Meulekensweg) naast die Voertbeempt

 

1488 BOSCH’ PROTOCOL BP 1258 fol. 38 / door Jan Toirkens
Willem Engbertss vanden Bersselaer en Elyas Janss vanden Laerscoet, dekens en provisoren van 't Barbara-gulde in de kerk van Bucstel, geven een pacht uit in Lyemde, aan Yda weduwe van (moeilijk leesbaar op foto, in vouw papier.??.Aert Gerits??)

1489,  BHIC 1245, Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653)  door dr. Jan Sanders, datum: 1489-04-09
Judocus die Necker heeft erkend voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan meester Godefridus de Dommelen ten behoeve van het kartuizerklooster bij 's-Hertogenbosch dat hij bepaalde lasten zal betalen uit een hoeve geheten Den Leemputt [Leemputten] in Liempde onder Boxtel en vooral uit een kamp land van 1 bunder in Sint-Oedenrode int Florijssen, vandaag verkocht aan meester Godefridus ten behoeve van het klooster.

1489 BHIC 2131 Clarissen Megen, regest 42 d.d. 31 juli 1489
Schepenen van Boxtel oorkonden dat Peter en Jan, broers, wettige kinderen van Peter van Broegel, een schepenoorkonde van Boxtel d.d. 19 oktober 1446 verkocht hebben aan Hendrik Peterszn. van Liempde, waarin staat dat Katrien, wettige dochter van Jan Cattelaer, aan Peter van Broegel, wettige zoon van Peter van Broegel, het stuk land ‘Scuerwisbraect’ met meer percelen van erfgenamen in de parochie van Boxtel heeft verkocht, maar dat Hendrik geen van de percelen mag gebruiken voor zijn eigen erfgenamen, behalve dit stuk en een stuk land aan de Mijlstraat. Ter meerdere zekerheid heeft Jan de Momboir Lucaszn. afstand gedaan van zijn recht op die twee percelen en beloofd dit eeuwig zo te houden, behalve dat de koper de erfpacht van zes lopen rogge zal voldoen.

1490 BOSCH’ PROTOCOL BP 1259 fol. 131, 20 maart / door Jan Toirkens
Gerit Willem Scordeels en heer Wouter Henrick Wouters, priester, voogden van Dirck, onmondige zoon van Wouter Willem Scordels en Barbara Dirck Wouters hebben opgedragen aan Jan, natuurlijke zoon van Jan Coppen huis, erf en hof "den Engel" (dat vroeger was van Gerit Florens (=van der Aa, JT), daarna van Jacob Pauwels vervolgens van Peter Wouters vanden Loeck, die het opgedragen had aan Wouter Scardeels) in Bucstel binnen bruggen tegenover Lijnde tussen Henrick van Lyemde en Wouter Janss die Cremer. Jan, wettige zoon van Jan Coppen behoudt de huur.

1491 BOSCH’ PROTOCOL BP 1260 fol. 210v / door Jan Toirkens
Lyemde, Audselsche beemde

1491 BOSCH’ PROTOCOL BP 1260 fol. 286v, 14 juni / door Jan Toirkens
Elisabeth Jan Henrix die Wijze, begijn in 't Klein Begijnhof in Den Bosch, heeft opgedragen aan Willem Willem van Ammichoven, man van Adriaen, natuurlijke dochter van Jan van Ranst van Bucstel, een pacht van 1 mud rog Bucstelse maat op Lichtmis (te aanvaarden na de dood van Elisabeth) uit ¼  deel van 2 buunder broek in Wijchmansbroeck in Lyemde bij den Ryoel; (Jan Hendrix die Wijze had die pacht verkregen van Peter Willem Peters van Herenthom) (na de dood van Elisabeth, Willem en Adriaen komt die pacht aan de kinderen van Willem en Adriaen); alsmede land aen die Hoechvonderen en een pacht van 1 mud rog op Lichtmis Bossche maat uit erven in Uden.

1491, Inventaris van het Oud-Archief van het "Zinnelooshuis" te 's-Hertogenbosch door J.M. van Rooij, pag. 176 nr. 143. Datum: 23-06-1491
Schepen Boschbrief, mentionerende van twee mud ende vier loepen rogghe, Bossche maat, uyt huys erfve, hof inde prochie van Boxtel onder de Dinghbank van Liempde, begynnendeAlzoe Jan ende Willem, gebruederen ende eyndende: Gegeven opten drye ende twentichsten dach der maent van Junio int Jaer ons Heeren duysent vierhondert een ende tnegentich.

1491, Inventaris van het Oud-Archief van het "Zinnelooshuis" te 's-Hertogenbosch door J.M. van Rooij, pag. 176 nr. 144. Datum: 14-10-1491
Schepenenbrief, wesenden constitutie ende tytel van vercrych van een mudde rogghe, begynnende:  Gerardus zoon van wijlen Arnoldus ende eyndende: [Pacht was gevestigd op onderpanden te Kasteren, Liempde]

1492, BHIC 5004  MANNENGASTHUIS  door W.A. Fasel datum:  mei 19.
Godefridus Grotart de Os en Yewanus- Bruyst, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Johannes, zoon van Lambertus Dirckss. van de Wegesceiden, heeft opgedragen aan Martinus de Elmpt, 1/7 part en een heel part van de weide, genaamd Roesbeempt [Roesbeemd], gelegen in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde [Liempde] in Vrillichoven [Vrilkhoven], tussen Martinus voorn. en Willelmus Martenssoen, strekkende van Elisabeth, weduwe van Thomas, zoon van wijlen Johannes Pauwelssoen en haar kinderen tot aan Laurencius Lathouwers

1492, pag. 315r, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Claes Stevens van der Donck verkoopt aan zijn vader Steven Henrick Stevens van der Donck die een jaarlijkse pacht van 9 lopen rogge, maat van (blanko gelaten, JT) uit een pacht van 18 lopen per jaar, welke pacht Steven nog heeft wat betreft vruchtgebruik en welke pacht Claes als zoon na diens dood zou erven. De pacht wordt jaarlijks geheven op de Smeedskinderen van Loon, zoals is vermeld in de boedeldelingsbrief ervan. Claes als verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum als boven, getuigen Esp en Ansems. Genoemde Steven belooft aan zijn zoon die per de eerste MAria Lichtmisdag na zijn dood, een bedrag van 10 peters te betalen, elke peter gerekend tegen 18 stuivers, samen met een rente van 5 lopen rogge. Als extra zekerheid van het genoemde bedrag en de rente, stelt Steven aan Claes een stuk beemd in onderpand gelegen onder Ameijden hier, b.p. Henrick Gerard Coppens, Jan Coppens te Liempde, de Heerstraat daar, het Quinckersche Broek. Actum als boven.

1492 BOSCH’ PROTOCOL BP 1262 fol. 84 / door Jan Toirkens
Joest de Necker, inwoner van Casteren [Kasteren], gemachtigd door de gebueren des gehuchts van Casteren [Kasteren] in een proces tussen Casteren [Kasteren] enerzijds en Bucstel, Rode, Scijndel en Gestel anderzijds ter cause vanden gebruyke eenre gemeynten aldair omtrent gelegen, substitueert brueder Henrick van Duvelandia, prior de cartisers in Antwerpen, en diens procurator (transcribent: vermoedelijk om te procederen voor de Raad van Brabant over het Kasterse deel van de bodem van Elde)

1492 Bosch’ Protocol 1491-1492, fol. 526v
Gerit Aert Gerits die Necker bezit een hoeve op Zavendonck Zinnelooshuis

1492 BOSCH’ PROTOCOL
BP 1262 fol. 298 / door Jan Toirkens
parochie Bucstel, Casteren [Kasteren], in de Moye

1493 BOSCH’ PROTOCOL BP 1262 fol. 65 / door Jan Toirkens
de
erfenis Vellair ( Velder, van de Heer van Bucstel) grenst aan land "die Heerbeeck" in Oerscot in de herdgang Aerle.

1493 BOSCH’ PROTOCOL BP 1262 fol. 356 / door Jan Toirkens
Lyemde, beemd "die Oyendonck" op Oyendonck
Lyemde, beemd in die Cloetsche buenre
Lyemde, den Schelenbeempt in die Moerkensbuenre
Lyemde, beemd "Wedehage"
Lyemde, land in die Smadelaer

1493 BOSCH’ PROTOCOL BP 1262 fol. 357 / door Jan Toirkens
Lyemde, ter plaatse Smaler

 

1493, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 56, pag. 171r, d.d. 27 februari 1493
1165 Katarina weduwe van Antonis Willem Joeden met haar voogd en verder Henrick van den Houthoer als wettige man van Barbara wettige dochter van wijlen Meeus Simon Schoerssels die deze Meeus bij genoemde Katarina had verwekt in wettig huwelijk, verkopen samen met alle brieven ervan aan meester Johan van Vinckenrode priester, een huis, tuin, hofstad met aanliggend erf akker- en weiland, eerder eigendom van wijlen Jan Martens Sleuwen, gelegen te Boxtel binnen de bruggen aan het oostwaartse einde, b.p. de gemeenschappelijke weg die naar Liemde loopt, het water de Dommel, de straat, Meeus Willem Henricks. Dat bezit was eerder met vonnis en recht van de schepenbank Boxtel aan genoemde Antonis de Joede verkocht. De verkopers beloven de verkoop gestand te doen en alle lasten af te handelen ook namens Antonis Joeden en diens erfgenamen, behalve door de koper vanaf nu een braspenning te betalen vanwege de tienden van Olmen, nog een erfpond per jaar aan het O.L. Vrouwenaltaar te Boxtel, nog 3 pond per jaar aan de H. Geest te Boxtel, nog 12 lopen rogge aan Jacop Aelbrechts van de Dijck, nog 8 lopen rogge per jaar aan de heer van Boxtel, nog 10 en een half pond per jaar die de verkopers daar zelf uit ontvangen.

 

1493 BOSCH’ PROTOCOL BP 1262 fol. 376 / door Jan Toirkens

Henrick Peter Goyart 'sHoessenzoon, weduwnaar van Ermgard Jacob Bloeys, draagt op aan Michiel Peters van Hall een pacht van 2 mud rog, welke Aleyt, weduwe van Dirck Zegers, en haar zoon Zeger beloofd hadden te vergelden aan Willem, natuurlijke zoon van wijlen heer Willem van Meerhem, voorheen heer van Bucstel, ridder, en op Lichtmis in Den Bosch te leveren uit den Perrenbeempt, Lyemde, Vrillichoven, uit beemd "die Kelre", uit hei en land bij Cleynre Lyemde; uit huis met 18 lopense land in Lyemde; en uit een wei of eeussel in Lyemde. (Mr gerit Boest had die pacht ten behoeve van de kinderen van Jacob Bloeys verkregen van Henrick Goyart Bartramssoen van Hedel).

1494 pag. 7r, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Dirck Seijkens belooft aan Willem Goijaert Beckers die voortaan een jaarlijkse pacht van 4 lopen rogge te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een beemd genoemd de Mortel groot ca. 5 vierde bunder, gelegen onder Ameijden hier, b.p. Dirck Hoppenbrouwers, Boijen Pauwels van Liempde, Agnees Crommen. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de pacht. Datum 12 februari 1494, getuigen Henrick en Beertram.

1494, pag. 9v, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Jan Aernden Baks, voor hemzelf handelend en als voogd over Ruelen zoon wijlen Gerart Arnden Baks, nog minderjarig zijnde, die hij later alsnog zal laten beloven afstand te doen, verder Willem Dirck van Dormalen als man van Aleijt, Jan Rutten Timmermans als man van Lisbeth, gezusters en dochters van genoemde Aernden Baks, hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze van Aernden Baks en diens vrouw Heijlwich na hun dood hebben geerfd. Bij deze deling krijgt Jan Aernt Baks een huis, tuin en een stuk land van 4 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. Aelbrecht van de Maerselaer, Merten Verloes, de gemeenschappelijke straat, Willem Stijnen. Nog krijgt hij een stuk land genoemd ´t Hagelaer, gelegen in herdgang Aerle, b.p, Jan natuulrijke zoon van Lambrecht van Berze, Wreijs Happen, Jan Houbraken, de Haegstraat daar. Daaruit moet hij aan het gasthuis van Oirschot jaarlijks 2 mud rogge betalen, nog aan Henrick van Hese 10 lopen rogge, nog 4 lopen rogge per jaar op Maria Lichtmisdag aan Willem Dircks van Dormalen en nog de grondchijns, nog 3 peters aan Jan Rutten Timmermans binnen nu en 3 jaar. Nog krijgt Jan ten behoeve van Roelof Gerart Backs, waarvan Katalijn de weduwe van Roelof het vruchtgebruik krijgt, een stuk land groot ca. een half mudzaad, gelegen in de Aerlesche Akkers, b.p. Alijden Brants, Jan natuurlijke zoon van Dirck Stockelmans, Heijn Goossens van der Achter. Hieruit moet hij jaarlijks aan Henrick Meeus Crommen een kroon per jaar betalen en de grondchijns. Genoemde Willem Dircks van Dormalen namens zijn vrouw krijgt een bunder land genoemd het Nuwe Rot, gelegen in hergang Aerle in de Hagelaeren, b.p., Henrick de Crom, de Haegstraat, Aert Celen. Daaruit moet hij aan Henrick de Crom een mud rogge per jaar betalen en een kroon en een derde van de grondchijns. Verder krijgt hij van Jan Aernt Baks een jaarlijkse pacht van 4 lopen rogge, maat van Oirschot uit het erfdeel van deze Jan. Jan mag die pacht van 4 lopen altijd aflossen tegen 9 peters, elke peter tegen 18 stuiversGenoemde Jan Rutten Timmermans als echtgenoot krijgt de helft van een beemd genoemd de Oijendonk [Ooiendonk], gelegen in de gemeente Liempde, in totaal za. 5 vierde bunder groot, die jaarlijks wordt geruild met Willem Bowens te Liempde die de andere helft heeft, b.p. de gemeijnte, genoemde Oijendonk, Met Seben te Liempde, een beemd genoemde de Neepschen Bunder. Hieruit zal hij jaarlijks aan Jacop Keijmps in Den Bosch twee Bossche zesters rogge betalen, nog de grondchijns en de tiende van het hooi aan de heer van Boxtel.Verder krijgt Jan van Jan Aert Backs per Maria Lichtdag over 2 jaar een bedrag van 3 peters en onderwijl steeds een rente daarvan ad 2 lopen rogge.  Datum 18 februari 1494, getuigen Joerden en Crom.

1494, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 57, pag. 12v, d.d. 25 maart 1494
79 Henrick Janssen als man van Johanna dochter van Joest Janssen van Herethum alias Crabben, verkoopt aan Willem Brant als rentmeester van de heer van Boxtel, een pacht van 6 lopen rogge per jaar welke pacht ze heeft geerfd uit een pacht van 3 mud rogge die heer Henrick van Ranst had beloofd aan Katarina weduwe van Jan Peters van Herethum volgens schepenbrief van Boxtel d.d. 5 november 1471(uit de molen te Casteren is doorgestreept). Genoemde Henrick en Johanna doen verder afstand van die rogpacht en beloven alle lasten van hun kant af te handelen. Getuigen Henrick Dircks en Peter Valckener, datum Maria Boodschapsdag, anno 1494 (attentie jaartal). Maria Boodschapsdag is op 25 maart.

1494, pag. 21r, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Willem Peter Keijsers en Gijsbrecht Jan Daniels als man van Margriet dochter van genoemde Peter Keijsers, en verder Katalijn en Janna, gezusters en kinderen van genoemde Peter Keijsers, hebben een deling gemaakt inzake het bezit dat ze hebben geerfd van Jutten dochter van wijlen Andries van den Laeck, zijnde hun moeder. Bij deze deling krijgt Willem een stuk land groot ca. 4 lopenzaad gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. zijn zuster Janna waarvan is afgedeeld, de straat, de kinderen van Willem van Dormalen. Daaruit moet hij jaarlijks aan de H. Geest van Vught en daar ook te leveren een half Bosch mud rogge betalen, nog 2 lopen rogge per jaar aan de rector van de St. Odulphuskapel, nog een lopen rogge aan de H. Geest van Oirschot en nog het vierde deel van 9 lopen rogge aan zijn tante Lisbeth van de Laeck zolang ze leeft, verder de grondchijns. Nog krijgt hij een beemdje genoemd de Oude Beemd, groot ca. een vierde bunder, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Jacop Willems, het erf van St. Petrus, de straat. Daaruit moet hij de grondchijns betalen en een half mud rogge per jaar danwel 11 peters. Gijsbrecht Jan Daniels als echtgenoot krijgt een pacht van een mud rogge per jaar, maat van Oirschot op onderpand van een stuk beemd genoemd dat Swermenveld, gelegen in de Vloet (de Vleut, JT). Nog krijgt hij een stuk land genoemd ´t Laer gelegen in herdgang Verrenbest, b.p.de kinderen van Willem van Dormalen, Kreen (Karijn, JT) Moijes, Peter Henricks, Peter Somakers. Hieruit moet hij jaarlijks 8 lopen rogge maat van Oirschot betalen. Nog krijgt hij de helft van een stuk beemd gelegen in de Vloet, b.p. het eeuwsel van Gunterslaer, Aert Berbiers, Goijaert Raijmakers, Jan Speeck, de Vloetstraat daar. Hieruit moet hij jaarlijks anderhalve stuiver betalen en het vierde deel van 9 lopen rogge aan Lijsken van de Laeck, nog de helft van 22 lopen rogge en een viedevat per jaar. Genoemde Katalijn krijgt een stuk land groot ca. 4 lopenzaad genoemd de Grootekker gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. Gerart van den Melcroth, de kinderen van Henrick van der Haest, Jan Cuijpers, Dirck van Beerwinkel. Nog krijgt ze een stuk beemd genoemd de Nijenbeemd, gelegen in herdgang Verrenbest, groot ca. een halve bunder, b.p. Jacop Willem Keijmps, de straat, Frank Vermeer, de kinderen van Coppen Jacops. Nog krijgt ze de heflft van een stuk beemd genoemd de Stillenbeemd gelegen in de Vloet, waarvan Jan en Peter Jan Scomakers de andere helft hebben, de totale beemd ca. anderhalve bunder groot zijnde, b.p. Aert Berbiers, Jan van den Velde te Liempde, Jan van Liempd, Jan Everaerts. Die helft zal ze aanvaarden na de dood van haar vader Peter en niet eerder. Uit dit erfdeel moet ze jaarlijks de grondchijns betalen, nog anderhalve rijnsgulden per jaar aan Margriet Belaerts, nog 6 lopen rogge aan het gasthuis van Oirschot, een mud rogge per jaar aan Jan Henrick Heijmans en een vierde deel van 9 lopen rogge aan Lijsken van de Laeck zolang ze leeft en niet langer. Genoemde Janna krijgt een stuk land groot ca. een zesterzaad, gelegen in herdgang Verrenbest, genoemd dat Cleijn Grootakkerken, b.p. de kinderen van Henrick Verhaest, de Somerweg daar, Meeus van Beerwinkel. Nog krijgt ze de helft van een stuk beemd waarvan Gijsbrecht Jan Daniels de andere helft heeft gelegen in de Vloet, b.p. het eeuwsel van Gunterslaer, Aert Berbiers, Goijaert Raijmakers, Jan Speecks, de Vloetstraat daar. Nog krijgt ze een schuur met een stukje land eraan groot ca. anderhalf lopenzaad gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. haar vader peter, haar broer Willem, de kinderen van Willem van Dormalen, de straat. Uit haar deel zal ze jaarlijks de helft van 22 lopen en een vierdevat rogge betalen, nog het vierde deel van 9 lopen rogge en anderhalve stuiver per jaar. Verder beloven de delers elkaar dat ze ieder de lasten etc. op het eigen erfdeel zo zullen betalen dat het erfdeel van de anderen daarvoor gevrijwaard blijft. Datum 12 juni 1494, getuigen Rutger, Henrick en Crom.

1494, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 57, pag. 1v, d.d. mei 1494
5 Jan wettige zoon van Boijen Maessen belooft aan Henrick Everts, onze collega schepen (in de lijst staat alleen een Henrick Dircks) een jaarlijkse pacht van een malder rogge, maat van Liempde en aldaar ook te leveren, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een akker aldaar gelegen aan de Wegescheijden, belendend de erfgenamen van Rutger Roelofs, de erfgenamen van Jan Roelofs, Willem Janssen van Meijelsfoert, de verkoper zelf. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de pacht, getuigen Willem van Meijelsfoert en Willem Laureijs. Datum de dinsdag na half mei. (1494)

1494,  BHIC 1245, Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653)  door dr. Jan Sanders, datum: 1494-10-22
Marcelius die Lu, prior, Lambert Vilt, supprior en Nicolaus Houtappel, kelwerder van het klooster van de Hemelse Poort of Bazeldonk bij 's-Hertogenbosch, draagt over aan de kartuizers te Vught een erfpacht van 2 mud en 2 zester rogge uit een kamp van 3? bunder in Boxtel in Zavendonk [Savendonk] en andere onderpanden, een erfpacht van 1? mud rogge uit een half mudzaad land in Houthem onder Sint-Oedenrode, een erfcijns van 3 kapoenen en een erfpacht van 1 mud gerst in Houthem onder Sint-Oedenrode, alle te betalen door de kartuizers, in ruil waarvoor broeder Tymannus Croeck, prior, Jan van Meeuwen, vicarius, Cyriacus van Alckmar, procurator, en Petrus van Westerscouwen, koster van het kartuizerklooster overdraagt aan het klooster van de Bazeldonk een erfpacht van 2 mud rogge, een erfpacht van 1 mud rogge uit een hoeve, vroeger van Jan van den Velde, in Liempde, en een erfpacht van 1 mud rogge in Oisterwijk. De kartuizers nemen bovendien de betaling over van 2? pond aan het kapittel van Sint-Oedenrode uit bepaalde gronden daar.


1495, pag. 19r,
Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Dirck Dirck Seijkens verkoopt aan Aernden Wouter Thijs Backs een beemd groot ca. een bunder genoemd de Mortel, gelegen onder Ameijden hier, b.p. Dirck Hoppenbrouwers en meer anderen, Boijen Pauwels te Liempde (is hij Boudewijn of is hij bode?, JT). Hieruit moet de koper jaarlijks een mud rogge betalen aan Margriet Belaerts in Oirschot te leveren en nog een oude grote als grondchijns. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum 26 juli 1495, getuigen Snepschuet en Belaerts.

1495 BOSCH’ PROTOCOL BP 1229 fol. 269, 29 maart/ door Jan Toirkens
Heer Peter Geroncssoen van der Heijden, pitanzier des convents van Everbode (Averbode) heeft namens dat convent verjairpacht aan Jan Meeus van Vrillichoven een hoeve (= tguet ten Keirckhove)  in Groter Lyemde bij der capellen voor 5 jaar vanaf Pinksteren aanstaande om 23 rijnsgulden op Pinksteren etc. etc. Als de pachter hout nodig heeft voor timmering moet hij dat vragen aan Dirck Jannis. Men geve deze brief aan Dirck Jannis.

1495 BOSCH’ PROTOCOL BP 1264 fol. 202, 6 augustus / door Jan Toirkens
Er is een geding in de Raad van Brabant tussen de inwoners van Casteren [Kasteren] en de Kartuizers enerzijds en Andries Corstiaens van Rode anderzijds over het gebruik van de gemeynte tussen Rode, Bucstel, Scijnle en Gestel. Akkoord.

1496, pag. 25r, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Gevart Janssen van Geldrop verkoopt nu aan Joerden Ansems van Liefveld onze collega-schepen, een pacht van een mud rogge, maat van Oirschot, welke pacht Gevaert zelf had gekocht van Wouter van Vrieselt, kanunnik te Oirschot en deze Wouter weer had verkregen van Bertelmeeus Zuetericks te Liempde, welke pacht jaarlijks wordt geheven op onderpand van een stuk land gelegen in herdgang de Kerkhof, b.p. Daniel Heijn Omen, de gemeijnte, de koper. Gevert belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum 20 november 1496, getuigen Jacop en Henrik. Wouter Willem Wouters voor hemzelf handelend en voor Willem Willems van der Schueren en voor Jan Lambrechts als man van Margriet dochter van wijlen Willem van der Schueren, nog Jan Willem Wouters die voor zichzelf handelt en ook nog namens Thomas Goossen Thomas van Oudenhoven, en voor Dirck de Raet als man van Marie dochter van wijlen Willem van der Schueren en voor zijn broers Willem en Jan en voor Eva en Dingen zijn zusters, die ook nog handelen namens Jan Gijsbrechts van der Lijnden en voor Jan Willems van der Schueren en nog vanwege Mercelis Matheeus van Croonenburg als man van Lisbeth, hebben samen een deling gemaakt van het bezit dat ze hebben geerfd van hun tante Aleijt, dochter van Jan van der Schueren. Bij deze deling krijgt Wouter Willem Wouters voor hemzelf en Willems Willems van der Schueren en voor Jan Lambrechts het vierde deel van een bunder beemd genoemd dat Maerselaer, gelegen in herdgang Straten, b.p. het erf eerder van Claes Beckers, Jan Willem Wouters, Aert Janssen van der Schueren, de gemeijnte. Nog krijgen ze samen een pacht van 4 lopen rogge uit een mud rogge, maat van Beers, dat jaarlijks wordt betaald door Roef Goijaert Loijen. Nog krijgen ze het derde deel van een stuk heiveld gelegen onder Eckensrijt. Nog een half pond paijment jaarlijks te ontvangen van Peter van Esp. Ze moeten hieruit jaarlijks de gronchijns betalen ieder naar rato van zijn deel ervan. Jan Willem Wouters, voor hemzelf en voor Dirck krijgt het vierde deel van een bunder beemd genoemd het Maerselaer gelegen in herdgang Straten,  zoals hiervoor al is omschreven. Nog krijgen ze een pacht van 3 lopen rogge  uit de pacht van een mud, maat van Beers, die wordt betaald door Roef Goijaert Loijen te Beers. Nog krijgen ze de helft van een akker genoemd de Castaert, gelegen in herdgang Straten, in totaal groot ca. 4 lopenzaad, b.p. het erf eerder van Dirck Mathijs Huijskens, Jan Willem Wouters, een pad daar, het erf eerder van Goijaert Slouwers. Nog krijgen ze het vierde deel van een stuk land genoemd dat Slouwers  Buchtken, b.p. de kinderen van Heijmerick Scepens, genoemde Jan waarvan eerder is afgedeeld. Nog krijgen ze ca. het derde deel van een stuk heiveld geleegn op Eckensrijt. Nog een half pond paijment te ontvangen van Peter van Esp. Uit dit erfdeel moet men jaarlijks een Bosch zester rogge betalen in Den Bosch te leveren aan de H. Geest en verder nog de grondchijns ieder na rato van zijn deel hierin. Aert Janssen van der Schueren voor hemzelf en voor zijn broers Willen en Jan en voor Ida en Dingen zijn zusters en nog voor Marcelis Matheeus, krijgen  samen de helft van een stuk land genoemed de Castaert, waarvan Jan Willem Wouters de andere helft heeft, zoals hiervoor al is beschreven. Nog krijgen ze het vierde deel van een stuk land genoemd dat Slouwers Buchtken waarvan Jan Willem Wouters het andere vierde deel heeft zoals hiervoor omschreven. Nog krijgt hij een akker genoemd de Reweijten akker, groot ca. 4 lopenzaad, met de weg daarbij gelegen in herdgang Straten, b.p. Aert Wouter Thijssen, Daniel Schepens, de kinderen van Heijmerick Schepens, Nog krijgt hij een deel in een stuk heiveld onder Eckensrijt, nog krijgt hij een pacht van 5 lopen rogge, maat van Beers uit een heel mud, te betalen door Roef Loijen te Beers. Uit dit erfdeel moet jaarlijks 14 lopen rogge worden betaald aan een altaar te Oirschot in de O.L. Vrouwkapel, nog een Bosch zester rogge in Den Bosch aan de H. Geest daar en verder de grondchijns. Genoemde personen beloven de deling altijd gestand te zullen doen en ieder zal de lasten op het eigen erfdeel zodanig betalen dat het erfdeel vav de ander daarvoor gevrijwaard is. Alle niet genoemde lasten zullen ze samen betalen. Datum 3 juli 1496, getuigen Joerden, Peter en Jacop.

1496, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 57, pag. 22v, d.d. 1496
139 Pauwels en Henrick, broers en wettige kinderen van Jan Hoesschen verder Herman Janssen van Eerdt als man van Lijsbeth wettige dochter van genoemde Jan Hoesschen, verkopen aan hun wettige broer Loijwijch hun geerfd bezit dat ze van hun vader Jan hebben geerfd (en van hun moeder Lisbeth dochter van Pauwels Korstkens = doorgestreept). Te weten een huis, tuin en erf gelegen in de parochie van Boxtel te Groot Liempde, belendend het erf genoemd Ruweent (?), de gemeenschappelijke straat. Nog een stuk erf en houtwas genoemd het Hulsselaer, nog een pacht van een mud rogge dat Korst van der Donck uit dat bezit ontvangt. Als deze Korst dat mud rogge aan de kinderen wil vermaken of bezetten zal dat alleen aan Loijwich toekomen zonder dat iemand daar bezwaar tegen kan maken. De verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen. (1496)

1496, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 57, pag. 25v, d.d. 10 mei 1496
159 Gielis wettige zoon van Willem Zuetericks en Pauwels Henricks als wettige man van Haijwigen wettige zuster van Gielis, verder Heijlwig, Beelen de oudste en Beelen de jongste en Johanna, gezusters en wettige dochters van Willem Zuetericks, hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze van hun vader Willem hebben geerfd en van hun moeder Aleijt. Genoemde Pauwels Henricks krijgt het huis, tuin en hofstad gelegen onder Cleijnder Liempde aan de gemeijnte van het Mosven, belendend de Cartuijzers van Vught en meer anderen. Nog krijgt hij een weiland ter zelfder plaatse aldaar genoemd bij Velder, belendend de gemeenschappelijke straat, Loijen Pauwels, de erfgenamen van Jan Bouwens. Hieruit moet hij een jaarlijkse rente van 2 pond paijment betalen, nog 15 lopen rogge , nog 6 lopen rogge, nog 3 chijshoenderen en de grondchijns. Men zal elk voor de helft de chijns betalen en als er meer lasten op iemands perceel drukken zullen ze dat verrekenen tegen de factor 30. Genoemde Gielis, Heijlwig, Beelen en Beelen en Johanna krijgen samen een stuk land onder Cleijnder Liempde, ter plaatse genoemd de Hoefackers, belendend de Nasstraat daar, Wouter van der Vlasvoert en meer anderen, de kerkpad daar. Nog krijgen ze een beemdje onder Groot Liempde op Sprokkelaer, belendend de gemeijnte, de erfgenamen van Gerit Jan Coppens en meer anderen. Nog een heiveldje aldaar naast de gemeijnte van Oetendonck achter Swartveldt. Hieruit zal men jaarlijks een mud rogge betalen, nog 2 rijnsguldens verder de grondchijns, elk van de delende partijen daarin de helft. Getuigen Henrick Diercks en Gerit Coppens, datum 10 mei (1496).

1497, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 57, pag. 34r, d.d. 22 februari 1497
213 Alle meningsverschillen tussen Christiaen Ruelens en diens vrouw ter ener zijde en Pauwels Henrick Pauwels ter andere zijde, zijn voorgelegd aan arbiters waarbij de schout een boete heeft bepaald van 50 bourgondische guldens voor diegene die de uitspraak niet nakomt. Als arbiters treden op Engelbrecht van de Berselaer en Jan de Brouwer namens genoemde Christiaen en zijn vrouw en verder Bartholomeus de Momber als schout te Boxtel en Henrick Diercks namens genoemde Pauwels, als overman wordt benoemd meester Christiaen van der Meijen kanunnik te Boxtel. Genoemde Christiaen krijgt nu direkt een akker genoemd de Lange Strepen, nog een stuk land genoemd de Brake, nog een stuk land en beemd gelegen te Groter Liempde, welk bezit eerder van zijn vader was. Dat betreft de Wolfskele en de Heijmaet is zulks is ter beoordeling van de geburen die daarover destijds in het huis van Jan Gerits afspraken hebben gemaakt en daarover zullen ze per a.s. St. Petrus Cathedram aan de arbiters mededeling doen. Christiaen zal alle pachten betalen die tot en met heden zijn vervallen en ook de jaarhuur en alles zodanig dat Pauwels daarvoor is gevrijwaard. Alle pachten etc. die vanaf nu op het bezit drukken zullen Christiaen en Pauwels gezamelijk betalen, zolang als Christiaan in leven is. Alle percelen die aan Pauwels zijn toegewezen en die door Christiaen zijn ingezaaid, daarvan houdt Christiaen voor dit jaar zijn ploegrecht en de percelen die niet zijn ingezaaid, zal Pauwels ook leeg moeten aanvaarden. Verder moet Pauwels 15 peters aan Christiaen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag, elke peter van 18 stuivers. Als er onduidelijkheden in de uitspraak zouden zijn, zullen de arbiters daarover verder besluiten. Getuigen als schepenen Engbrecht van de Berselaer en Gerit Coppens, datum op St. Petrusstoeldag. (1497). St. Petrusstoeldag is op 22 februari.

1497, pag. 3v, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Marie dochter van wijlen Wautgaert Jan Wautgaerts verkoopt aan genoemde Bertelmeeus een rente van 10 stuivers per jaar, welke rente Lambrecht van de Bichelaer haar had beloofd volgens een brief van de schepenbank van Liempde op onderpand van bezit ook te Liempde. Nog krijgt Bertelmeeus van Marie elk jaar een pacht van 3 lopen rogge, maat van Oirschot zolang als zij het huis en de tuin gebruikt, maar Bertelmeeus zal wel altijd de 10 stuivers bliiven ontvangen of hij daar nu wel of niet woont. Actum als boven.

1497, pag. 34v, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Gielis Jan Crijns heeft hier voor schepenen ermee ingestemd dat hij aan Everaert Willem Rutgers het bezit zal overdragen en verkopen dat Gielis eerder had laten uitwinnen, eerder eigendom van Willem de Greef. Dat betreft een eeuwsel genoemd de Bijvink met een stuk land eraan gelegen onder Boterwijk hier, zoals is vermeld in de vonnisbrief, maar Gielis houdt wel zijn jaarlijkse pacht van 14 lopen rogge per jaar, waarvoor het was uitgewonnen en de kosten van de procedure, etc. en verder houdt hij nog wel zijn oorspronkelijke aanspraken op het bezit omdat de opbrengst bij uitwinning onvoldoende was volgens zijn principale brief, welke vordering in totaal 31 stuivers een oort beloopt. Nog dient de koper een Bosch mud rogge per jaar te betalen die 2 jaar onbetaald is gebleven, welke pacht Ijken Geenen te Liempde jaarlijks uit het bezit ontvangt en welke pacht Gielis steeds heeft betaald gehad en daarvoor heeft hij per lopenzaad 3 stuivers betaald maakt totaal 4 rijnsguldens en 4 stuivers. (14 lopen x 3 stuivers = 42 stuivers = 2 gulden 2 stuivers x 2 jaar is  4 gulden 4 stuivers, JT) verder heeft hij daar nog de rente van een half mud moutkoren over betaald en de kosten voor een deel van het jaar zijnde 3 rijnsguldens van 20 philipsstuivers. En omdat het bezit daarvoor was uitgewonnen, heeft Gielis destijds de koop daarvan verworven van de rentmeester en de totale kosten daarvan belopen dus 8 oude grote vanwege de veiling en aan de de leenmannen is een bedrag van 5 ´gelten´ wijn betaald, elk kwart voor 3 philipsstuivers maakt samen anderhalve rijnsgulden.  Verder heeft Gelis nog 2 rijnsguldens ´zwaar´ geld moeten betalen volgens de certificatie van de rentmeester. Nog om de grondchijns te betalen is een bedrag van een oude grote en nog 9 stuivers betaald, nog voor het jaar dat Everaert het bezit heeft gebruikt is voor de grondchijns die Everaert niet wilde betalen ook 9 stuivers betaald en voor de genoemde blanken die erop drukken als grondchijns samen 1 oude grote en anderhalve stuiver, nog als kosten van de twee uitwinningen samen 17 stuivers betaald. Daarna heeft Gielis het bezit in het openbaar in aanwezigheid van schepen laten veilen en omdat er verder niemand is geweest die er meer voor wilde bieden heeft Gielis de koop ervan definitief verworven en er is nog 3 stuivers verteerd vanwege de verkoping. Datum op St. Laurensdag 1497, getuigen Crom en Stayakker.

1498, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 288 Schijndel (Fiche 191, blz. 1, folio 196 v) Cijnsregister 1498-1589
Cartusiensis in Vucht Heijlwigis unia VII Adrianus predictus Liberi VII Adrianus predictus unius duorum ad alio Liberi duo Elisabeth filia Gerardus predictus Relicta et liberi VIII / Elisabeth et Dijmpna liberi Gerardus Gerardus filius Arnoldus die Necker ex parte Johannes filius Henricus de Arckel de Busco ex hereditate V liberi Wautgerus filius Johannes de Casteren quondam relicta et Wautgerus liber Wautgerus predicti VI denarii novi  in marge:? (zie onder papiertje in chijnsboek)  Note: Copy vuijte Chijnsboeck van de Heer van Helmont sorterende onder die Heerlijckheijt van Schijndel: Catarina et liber unus pro mediatale Eijmbertus filius Lambertus de Vorstenbosch Elisabeth et Yda liberi Petrus Reijnerus predictus Liberi quatuor Petrus filius Reijnerus de Aggeren Barbara filia Joannes de Asten Gijsbertus filius Joannes de Asten ex predicta Hadewigis relicta Hanricus filius Hanricus van der Pettelaer ex hereditate quondam Wilhelmus filius Henricus van den Waude VII denarii veteri

1498, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 288 Schijndel (Fiche 191, blz. 1, folio 196 v) Cijnsregister 1498-1589
Maria et liberi III Rodolphus filius Lambertus unius IIo Katarina relicta et liberi II Relicta et quinque liberi /Lambertus filius Rodolphus Arnoldus Gerardus filius Thomas filius Egidius ex parte Gerardus filius Martinus Scol ex hereditate quondam Coenradus filius Gerardus Petrus ex domo et orto quondam Katharina de Casteren II denarii novi  Idem ex hereditate quondam Goswinus de Voort II denarii novi

1498, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 288 Schijndel (Fiche 189, blz. 4, folio 187) Cijnsregister 1498-1589
Anna filia Gerardus filius Henricus ?? unus VI relicta et liberi VI Gerardus Raijmakers Gerardus filius Henricus Raeymaker Aleydis filia Mathias filius Johannes de Laeck ex hereditate quondam relicta et liberi Rutgerus de Zavendonc seigneur Casteren et Zavendonck VI denarii novi

1498, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 288 Schijndel (288-134, blz. 4) // 288-202, blz. 4, folio 2, no 10) Cijnsregister 1498-1589
Bemelken IIII denarii ort veteri
Anthonius Anthonius Crabben filius Joannes ex parte Katharina filia Wautgerus ex hereditate Danielis filius Joannes de Werchscheijden (Weechscheijden?) ex hereditate dicta Bemelken IIII denarii ort veteri
Daniel filius Anthonius / Joannes filius Adrijanus
Joannes de ?? emptor
Petrus filius Adrianus filius Wilhelmus
Arnoldus filius Joannes de Nova Domo dictus Horkens de Lijmdt Angela relicta et liberi duo

1498, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 288 Schijndel (scan 0005 0002, 288-202, blz. 4, folio 2, no 10) Cijnsregister 1498-1589
Bemelken IIII denarii ort veteri
Anthonius Crabben filius Joannes ex parte Katharina filia Wautgerus ex hereditate Danielis filius Joannes de Werchscheijden (Weechscheijden?) ex hereditate dicta Bemelken IIII denarii ort veteri
Daniel filius Anthonius / Joannes filius Adrianus Anthonius (Liberi duo)
Joannes de Tangere empor
Petrus filius Adrianus filius Anthonius
Angela relicta et liberi duo (twee kinderen)
Arnoldus filius Joannes filius Joannes de Nova Domo (nieuw huis) dictus Horkes de Lijmdt

1498, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 288 Schijndel (Fiche 190, blz. 3, folio 192 v) Cijnsregister 1498-1589
Paulus filius Jeronimus Winaldus de Busco Anna filia relicta Aelbertus de ?? liberi 4-or / Johannes filius Henricus Vighen Elisabeth relicta Johannes filius Jacobus Bollen ex parte Arnoldus Diemer ex hereditate in campartsheijde XVII denarii I ort veteri
Eadem ex eadem hereditate de novi XVIIII denarii
Eadem ex parte Theodorus filius Gerardus de Weteringhe XIIII denarii novi
Eadem ex parte liberi Yda filia Henricus filius Arnoldus Egonis ex bonis dictus Rijsbosch III denarii veteri
Eadem ex Cloetken I denarii veteri
Eadem ex bonis Mathias filius Henricus Novi Colonis sitis in Hermalen II stuivers novi

1498, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 288 Sint-Oedenrode (288-135, blz. 3, folio 7 v) Cijnsregister 1498-1589
Arnoldus filius Joannes de Nova Domo dictus Horkens de Lijmdt Angela relicta et liberi duo Petrus filius Adrianus filius Wilhelmus Joannes de ?? emptor Daniel filius Anthonius / Joannes filius Adrijanus Anthonius Anthonius Crabben filius Joannes ex parte Katharina filia Wautgerus ex hereditate Danielis filius Joannes de Weecherden ex hereditate dicta Bemelken IIII denarii ort veteri

1498, RHCe, 12063 Heerlijkheid Helmond, 1300-1781, inv. 288 Sint-Oedenrode (288-134, blz. 4, folio,) Cijnsregister 1498-1589
Carthusiences in Vucht prope Buscumducis ex parte dominus Ludolphus de Aqua ex prato in Ollant quondam Gerardus Bontmans III stuivers novi IJdem ex hereditate sita op Savendonc quondam Mercelius piscatoris de Boextel XII denarii veteri IJden ex parte dominus Ludovicus predictus ex bonis in Houthem quondam liberi Ludolphus de Bomel III stuivers I denarii novi et VIII denarii veteri IJdem ex bonis Tonlande de novi VI denarii et II ort veteri IJdem ex bonis Tonlande de novi VI denarii et de veteri II ort IJdem ex uno bonario quondam relicta et liberi Ludolphus XII denarii novi IJdem ex parte dominus Ludovicus de Aqua ex hereditate in Ollant quondam Johannes de Erp filius Lucas XVIII denarii novi et II denarii veteri IJdem ex hereditate in Ollant quondam Petrus dictus van den Born III stuivers II denarii novi et VIII denarii veteri in marge;Frater Egidius Geel colonus Frater Wilhelmus de Mijllen Frater Hubertus de Amsterdam colonus mortalis

1499, pag. 31v, Oirschot vrijwillige rechtspraak, regesten door Jan Toirkens
Dirck Henricks van Tulden (doorgestreept is Goijaert Henricks van Tulden, JT) verkoopt nu aan Jan zoon wijlen Willem Suermonts  (doorgestreept is Goijaert Jan Peters van Bergeijk, JT) een pacht van 1 mud rogge, maat van Oirschot uit een pacht van 10 mud rogge en 10 lopen per jaar, welke pacht Peter Janssen van der Bruggen eerder had beloofd steeds te betalen op Maria Lichtmisdag aan Goijaert, Jan, Bertelmeeus, Aerden en Dirck zijn zwagers en aan Andries Maercolfs als man van Marien, zijnde allen wettige kinderen van wijlen Jan Aleijten verwekt bij Katharina dochter van wijlen Goijaert Michiels, op onderpand van een huis, tuin etc., gelegen in de Vloetstraat, b.p.de Vloetstraat, Claes Thomassen met meer anderen, Jan Henricks van der Vloeten, de hoeve van Gunterslaer eerder eigendom van Willem Dicbier. Nog op onderpand van 3 stukken land en 2 beemden met een eeuwsel etc., ter zelfder plaatse gelegen genoemd dat Grimmen, b.p. de Vloetstraat, het erf dat eerder van Willem Dicbier was, met meer anderen, Beertken van den Spijker dat eerder eigendom was van Goijaerden Ackermans, Meeus Maercolfs. Nog op onderpand van een stuk land genoemd de Gijsenakker, b.p. Mechteld van Gewanden, Jan Speecks. Dat bezit hadden genoemde schuldenaars als kinderen van Henrick Aleijten verpacht (verkocht tegen een pacht, JT) aan Peter Jans van der Bruggen voor de grondchijns en voor een jaarlijkse pacht van een Bosch mud rogge aan de erfgenamen van Jacop van Hal, en aan de Rijke Fraters van Den Bosch een Bosch mud rogge en nog aan Mechteld Ceelen te Liempde 4 lopen rogge, en nog 4 mud rogge per jaar aan genoemde Peter van der Bruggen als huwelijkse gift. Verder nog voor een jaarlijkse pacht van 10 mud en 10 lopen rogge, die genoemde Peter Jans van der Bruggen daaruit aan de verkopers had beloofd. De pacht is steeds op Maria Lichtmisdag te betalen. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Voetnoot 1 : Is niet gepasseerd (akte is veranderd op enkele punten en ook doorgestreept, JT) Voetnoot 2 : Datum 18 januari 1503 (?), getuigen Crom en Maes Gielis. Voetnoot 3 : Akkoord voor vidimusakte voor Jan van de originele brief vanwege veranderingen. (op 26 september 1503 laat Cornelis Smeets als gemachtigde voor Jan Willem Suermonts het bezit uitwinnen voor de pacht van 1 mud rogge met de achterstand, JT)

1499, BHIC 392 Schepenbank Boxtel (door Jan Toirkens),  inv. nr. 57, pag. 68v, d.d. 26 november 1499
484 Gevaert Gerits oud ca. 80 jaar en Jan Jan Pauwels oud ca. 60 jaar en meer hebben verklaard dat ze hebben gezien nabij de Schei-eik waar het water over en doorloopt, in de parochie van Boxtel onder de dingbank van Liempde dat aldaar een nieuwe waterlaat (afwateringssloot) is gegraven die ze daar nooit eerder hebben gezien gehad. Ze zijn van mening dat die van Liempde daar grote schade en last van zullen hebben. De schepenen beschouwen deze getuigen als mannen met een goede reputatie die geloofwaardig zijn. Datum 26 november, in aanwezigheid van alle schepenen. (1499)

1499

ARA Brussel Rekenkamers toegang I 008. Inv. nr. 45090 Jaar 1499 (in bewerking)

Henrick filius Henric filius Willi fiulus buittinxs

Aleidis filius Wilhelminus filius Boudewijn xxx

pro Agata relicta et libiri Wilhelmus filius Wilhelmus

filus Albertuss Zeben pro Wilhelmus xxx|

xx bona

 

Delia relicta quondam Zyberti de Collenberch et liberi IIII de bona et qui xgate vurste viscini xx de roitate de Lyemde anno lxix per lutirik censa dii ducis xx Molenduni aquatik-dau die antselse moelen per herditate xxx

Zepx obitu hend Jandxx et Delia xxxx

Elias filius lanze Spoirbosch

Johannes flius Loyis de Hethem

Gerardus filius Gerardi Gerarts de didio bonare

vurst vilrizat scripto de communitate de Lyemde anno

lxix per liris census din ducis sux ad lond

dau xlair

Alenda pro filoa et fius hesselo

Henricus flius Hesselonis de lor uno banare

vurst vcl rizcit xx de communitate de Lyemde anno

lxix per liris census din ducis sux ad lond

dan die Vloet per aqxx xx xx weteringe

 

Foto P 1220174

Johannes de Dessel de xcvi xx vurste vilrizat

scripto de communitate de Lyemde anno lxix  liris census

din ducis sux ad lond  xx die Vluetstraat per

per heridate sua ibidem

 

Liber III de xxxx Henricus filius de pyroxx Ida relicata henrxx filius quondam Godefridus de Huctel/Boxtel?

Johannes Molymanals cc Bredebaert de qxx

(libi iii Johannes de filius xx Thomas de filius xx obiit pred libi xxx xxx henr filius)

pte xx bonare vurste vilrizat  scripto de communitate de Lyemde anno lxix per liris census xx ducis

xx ad londxx aen die Mosvenne penes heridate ibidem

Petrus filius Laurentius Gerits de VIII xx vurste

vilrizat  scripto de communitate de Lyemde anno lxix

per liris census xx ducis xx ad lond xx

Mosvenne xxx heridate xxxx xx

uno late et xx rizaxquax jux xx atem

 

Hillexx relicta et libri II

Roverus filius Rodolphi lodxxri de xxxvi xgat

vurste vilrizat scripto de communitate de Lyemde anno

lxix xx ad lond xx xx Mosvenne per heridate xxx

 

Foto P 1220174

Vicini de Lyemde de xx qxx ex

coze charter jaren quixx vic baxt xxx grupii

sin duce er quibusch Alijx Pinkxx et Albertaxx

xxxx xx duce anno lxviii xx tenens

colin io xxx

Johannes flius Henricus dic Hoesch de xl  xgatir vurste

vilrizat scripto de communitate de Lyemde anno lxx

xx  xx censa dii duce  xxx xxx

Laerschot per heditar sud ibidem xx

sua ibidme III

 

Jutta filia nali (?) prty nuchule

(xxx x henricus xx xx libri filisu nalira)

Mechteldus relicta ar libri III

Johannes flius Henricus xliben de lxxixz vurste

vilrizat scripto de communitate de Lyemde anno lxx

xx  xx censa dii duce  xxx xxx dicti

Aenden Bleeck per heridate xxx aben

et als rizenquadx ad soitate

 

Libid VIII Henricus flius Petrus Goirts

Henrica flia Arnoldus er Paulus libid Henricus Bloys

de xxx xxx vurste vilrizat scripto de communitate

de Lyemde anno lxx xx censa dii duce  xxx xxx

Jux in Lyemde x heridaten xx ibidem

 

Foto P 1220175

Aleidus filia Agnes relicta et libid VII

Wilhelminus filius Wilhelmus filius Boudewijn Josphs et III lib

Wilhelmus filius Albertus Ziben de Didio Bors vurste

vilrizat scripto de communitate de Lyemde anno lxx xx

xx censa dii duce  xxx xxx  Olant(?)

per heridate xxxx Wilhelmus vanden Velde xx  lati

et al mt Roend Platea rizaquaxx adiaten

 

Johannes flius Antonius Zurlens

libid IIII de pv Theodorus et Aleydis relicta de r theodorus

Theodorus flius Wouter Arts de Esch de quxxx

virgxx vurste vilrizat scripto de communitate de Liemde

anno lxx xx censa dii duce  xxx xxx

xx Vrillichoven pex heridaten sua ibidem

 

 

 

1501 BOSCH’ PROTOCOL BP 1269 fol.  297v, 7 juni / door Jan Toirkens
Willem Henrick Peters zoene verhuurt aan broeder Dirck van Dynther ten bate van de Kartuizers van Vucht voor 13 jaar ¼  deel in een leengoed (leenroerig dat ¼  aan de heer van Bucstel) bestaande in een hoeve Bucstel, Zelisel, om 35 Rijnsguldens, eens te geven aan Willem Henrick Peters (en heden betaald) en de lasten: sheeren diensten die op dit ¼  deel rusten).

1507 BOSCH’ PROTOCOL BP 1276 fol.  336 +337, 19 april / door Jan Toirkens
Anthony, Jan en Andries, zonen van wijlen Willem Rutgers van Griensvenne die gehuwd was met Henrica Wauters vander Vlasvoert en Henrick Goyarts Strick  die gehuwd is met Antonia, dochter van Willem Rutgers van Griensvenne en Henrica, ook namens Rutger, nu te Leuven wonend, en Henrick, nu ziek, ook zonen van Willem Rutgers van Griensvenne en Henrica, verkopen aan broeder Hubrecht van Loen, prior, en Ciriaens van Alcmaer, procurator der Kartuizers van Vucht, ten bate van de Kartuizers van Vucht een hoeve ( afkomstig van Wouter vander Vlasvoert) Bucstel, Cleynre Lyemde aent Hoige Eynde. Lasten:

-  9 ½ oude grote en 3 penningen payement grondcijns aan den Heer van Bucstel;

- ½ oude grote grondcijns aan 't Convent van Hoedonck;

- 2 cijnshoender en een halff vastelavontshen en ¼  vracht tiendhooi aan de heer van Bucstel

- 20 lopen rog en 3 mauwer gerst aan St.Maartensaltaar in de Bucstelse kerk;

- 5 1/3 zester rog aan de Kartuizers van Vucht)

Hub van Loen belooft aan Andries en Henrick

- 15 Rijnsguldens op Lichtmis eerstkomend

- 15 Rijnsgulden en 150 Rijnsgulden op Lichtmis over 1 jaar

- 7 ½  Rijnsgulden Lichtmis over 2 jaar

- 7 ½ Rijnsgulden en 150 Rijnsgulden Lichtmis over 3 jaar

 

De afwezigen zullen nog afstand doen van die hoeve.

 

De Kartuizers betalen terstond 25 Rijnsgulden voor de slagen en 70 Rijnsgulden in gerede penningen.

 

HOME